Artikelen bij COM(2014)562 - Implementatie, resultaten en algehele evaluatie van het Europees Jaar van actief ouder worden en solidariteit tussen generaties (2012)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52014DC0562

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S over de uitvoering, de resultaten en de algehele beoordeling van het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties 2012 /* COM/2014/0562 final */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

over de uitvoering, de resultaten en de algehele beoordeling van het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties 2012

1. INLEIDING

Toenemende levensverwachting in combinatie met lage geboortecijfers zal leiden tot een aanzienlijke vergrijzing van de Europese bevolking. Dit betekent een lager sterftecijfer en een toenemend potentieel aan gezonde, fitte ouderen. Vergrijzing is dus in de eerste plaats een belangrijke verworvenheid, maar dit wordt meestal over het hoofd gezien. Vergrijzing wordt daarentegen vaak beschouwd als een bedreiging voor de dynamiek van de economie en de duurzaamheid van de sterk ontwikkelde sociale zekerheidsstelsels van Europa.

In dit verband heeft de Commissie in september 2010 voorgesteld het jaar 2012 aan te wijzen als het Europees Jaar voor actief ouder worden. Zij benadrukt dat het voor het behoud van de solidariteit tussen de generaties essentieel is dat de babyboomgeneratie langer gezond, actief en autonoom blijft en zo lang mogelijk op de arbeidsmarkt blijft functioneren. De Raad en het Europees Parlement hebben het besluit tot dit Europees Jaar in september 2011 goedgekeurd, waarbij 'solidariteit tussen de generaties' aan de titel werd toegevoegd.

Overeenkomstig het besluit tot instelling van het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (hierna 'het EJ2012' of 'het Jaar' genoemd) biedt dit verslag een overzicht van de tenuitvoerlegging, de resultaten en de algehele beoordeling van het Europees Jaar op basis van de conclusies van een externe evaluatie.

2. ACHTERGROND 2.1. Voorbereiding van het Jaar

De eerste oproepen tot het instellen van een Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties werden gedaan tijdens het voorzitterschap van Slovenië in het eerste halfjaar van 2008. In juni 2009 is de Commissie een openbare raadpleging gestart om ideeën en suggesties van de belangrijkste belanghebbenden en deskundigen te verzamelen over hoe een Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties maximaal effect zou kunnen sorteren.

De Raad liet in november 2009 weten belang te zien in een dergelijk initiatief en verzocht de Commissie bewustmakingsactiviteiten te ontwikkelen ter bevordering van actief ouder worden, onder meer door middel van een Europees Jaar.

De keuze van de thema’s getuigde van een brede aanpak – werkgelegenheid, gezondheid en zelfstandig leven, participatie, solidariteit tussen de generaties – en sloot aan op voorafgaande analyses en beleidsinitiatieven op EU- en internationaal niveau inzake actief ouder worden, maar ook op vraagstukken van onmiddellijk belang, met name in het kader van de Europa 2020-strategie. Het opnemen van solidariteit tussen de generaties werd aangemoedigd door het Europees Parlement.

Het Europees Jaar viel samen met de tiende verjaardag van het internationale actieplan van Madrid inzake vergrijzing, waarin wordt benadrukt dat ouder wordende personen moeten kunnen profiteren van gelijke toegang tot actieve deelname aan het economische, sociale, culturele en politieke leven van hun samenleving als een belangrijk ontwikkelingsdoel.

2.2. Het Europees Jaar 2012 en zijn doelstellingen

Het EJ2012 had als doelstelling om de uitdagingen van een vergrijzend Europa het hoofd te bieden via actief ouder worden op het gebied van werkgelegenheid, participatie en zelfstandig leven, waarbij zowel werd gekeken naar behoeften en rechten van ouderen, als naar hun mogelijkheden en hun bijdrage aan economie en samenleving.

De algehele doelstelling van het Jaar was om betrokken spelers te mobiliseren bij het bevorderen van actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties. Deze spelers zijn onder andere de lidstaten, hun regionale en lokale autoriteiten, de sociale partners, het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen.

De specifieke doelstellingen zijn vastgesteld in artikel 2 van het besluit en kunnen als volgt worden samengevat:

• het algemene bewustzijn vergroten van de waarde van actief ouder worden en verzekeren dat dit een prominente plaats krijgt op de politieke agenda;

• het debat stimuleren, informatie uitwisselen en het van elkaar leren, ontwikkelen teneinde beleid inzake actief ouder worden te bevorderen;

• een kader bieden voor engagement en concrete actie door de Unie en de lidstaten met betrokkenheid van belanghebbenden;

• activiteiten aanmoedigen die helpen discriminatie op grond van leeftijd te bestrijden, leeftijdsstereotypen te weerleggen en barrières uit de weg te ruimen.

2.3. Financiële middelen

In het besluit over het EJ2012 is een begroting van vijf miljoen euro vastgesteld voor de periode van januari 2011 tot december 2012. Er zijn geen nieuwe kredieten toegewezen aan het Jaar en het geld was afkomstig van de bestaande kredieten. De begroting voor het Jaar werd voornamelijk gebruikt voor de financiering van de communicatieactiviteiten van het Jaar (EU-website, ondersteuning van lidstaten bij communicatie, publicaties, films, perswerkzaamheden enz.) en kleinere bedragen werden gereserveerd voor de openingsconferentie in Denemarken en het slotevenement in Cyprus, alsmede de externe evaluatie van het Jaar.

In vergelijking met andere recente Europese Jaren had het EJ2012 een aanzienlijk lagere begroting. Hierdoor was er geen directe financiering voor de lidstaten voorhanden. Dit heeft echter geen afbreuk gedaan aan hun inzet voor het EJ2012. De aan communicatie-activiteiten toegewezen middelen werden gebruikt ter ondersteuning van talrijke activiteiten op nationaal niveau.

De externe beoordelaars waren van mening dat de op EU-niveau gebruikte beheersstructuren en instrumenten geschikt waren en goed werkten.

3. EUROPEES JAAR 2012: UITVOERING EN BELANGRIJKSTE ACTIVITEITEN 3.1. Activiteiten op EU-niveau

De meeste activiteiten op EU-niveau waren bedoeld ter ondersteuning van de belanghebbenden in de lidstaten en het bevorderen van hun deelname aan het Jaar. Het EU-programma werd dan ook ten uitvoer gelegd in nauwe samenwerking met de nationale coördinatoren voor het Jaar en de coalitie van belanghebbenden. De hoofdactiviteit op Europees niveau was een door een contractant gevoerde voorlichtings- en promotiecampagne.

Het middelpunt van deze actie was de website van het EJ, die informatie gaf in 23 talen, hoewel een groot deel van de informatie over specifieke initiatieven alleen beschikbaar kon worden gesteld in de taal van het betreffende land en in het Engels. De website voorzag ook in promotiemateriaal dat belanghebbenden konden gebruiken tijdens hun eigen evenementen.

De contractant op het gebied van communicatie onderhield een netwerk van mediarelaties voor een maximaal bereik (gedrukt/online/audiovisueel) inzake belangrijke gebeurtenissen; deze werden ook gepresenteerd in een maandelijkse nieuwsbrief.

Er zijn vijf publicaties uitgebracht ter ondersteuning van belanghebbenden. Twee daarvan waren vóór het Jaar klaar en gaven feiten en cijfers: de 'Speciale Eurobarometerenquête inzake actief ouder worden' (voor 27 lidstaten en vijf derde landen met factsheets specifiek voor de EU-landen) en een door Eurostat uitgegeven statistisch overzicht over actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties.

Ook werd de brochure 'How to promote active ageing in Europe', opgesteld in samenwerking met het Comité van de Regio's en het Age Platform Europe, vlak voor het jaar gepubliceerd om belanghebbenden te wijzen op EU-financieringsregelingen die van belang konden zijn voor actief ouder worden. Regionale en lokale belanghebbenden werden hierin aangespoord om zo goed mogelijk van deze regelingen gebruik van te maken. Een van de redenen om geen grotere begroting toe te wijzen aan het EJ2012 was dan ook dat vele activiteiten konden worden gefinancierd via bestaande programma's.

In de Social Europe Guide 'Demography, active ageing and pensions' werd een overzicht gegeven van de belangrijkste demografische trends waarmee Europa wordt geconfronteerd en de beleidsmaatregelen die nodig zijn om de hieruit voortvloeiende uitdagingen aan te gaan. De brochure over 'De bijdrage die de EU levert aan actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties' bood een nog uitgebreider overzicht van de vele EU-initiatieven ter ondersteuning van beleidsmakers en belanghebbenden in de lidstaten bij de uitvoering van de agenda actief ouder worden. Hierin werd benadrukt dat actief ouder worden vraagt om beleidsmaatregelen op veel verschillende gebieden zoals werkgelegenheid, pensioenen, onderwijs, gezondheid, innovatie, onderzoek, vervoer, ICT en huisvesting.

De Europese Commissie heeft gedurende het hele jaar verscheidene evenementen en conferenties georganiseerd. De externe evaluatie heeft bevestigd dat de bijdrage daarvan tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het EJ2012, groot was.

De openingsconferentie getiteld "Stay Active – what does it take" vond op 18 en 19 januari 2012 plaats in Kopenhagen en werd georganiseerd door het Deense EU-voorzitterschap. Het tweedaagse programma omvatte redevoeringen van twee ministers van de Deense regering en twee leden van de Europese Commissie. Tijdens de bijeenkomsten werd een reeks thema's behandeld waaronder vraagstukken inzake de arbeidsmarkt, actief en gezond blijven, integratie en positieverbetering, innovatie en vrijwilligerswerk.

"Verslag uitbrengen over ouder worden en solidariteit tussen de generaties" was een conferentie die op 19 en 20 maart in Brussel werd gehouden om journalisten een gelegenheid te bieden van gedachten te wisselen over hoe de media vraagstukken inzake actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties kunnen behandelen.

De op 3 april 2012 gehouden conferentie over het 'Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden: van plan naar actie' had als doelstelling om feedback van belanghebbenden te verzamelen over de uitvoering van de acties in het kader van het partnerschap. Commissaris László Andor hield een openingstoespraak waarin hij synergieën tussen het EJ2012 en het partnerschap benadrukte.

De conferentie over 'Goed bestuur en actief en gezond ouder worden' (Brussel, 4 juni 2012) wees uit dat het bevorderen van actief ouder worden vraagt om een geïntegreerde beleidsvorming waar verschillende bestuursniveaus en beleidsgebieden bij worden betrokken.

De conferentie "Active ageing – the potential for society" op 9 tot en met 11 juli 2012 in Dublin, die werd geopend door de Europees commissaris voor onderzoek en innovatie, Máire Geoghegan-Quinn, richtte zich op de menselijke en maatschappelijke aspecten en gevolgen van actief ouder worden, alsmede op de relatie tussen de vergrijzing, de economie en innovatie. Op het evenement kwam ook de behoefte aan nader onderzoek aan bod en werd de publicatie 'Population ageing in Europe: facts, implications and policies' gelanceerd, waarin de resultaten werden gepresenteerd van door de EU gefinancierd demografisch onderzoek.

De conferentie 'One Step Up in later life: learning for active ageing and intergenerational solidarity' (Brussel, 19-21 november 2012) trok een flinke vertegenwoordiging uit kringen van: overheidsinstanties waaronder de nationale coördinatoren voor de uitvoering van de Europese agenda voor volwasseneneducatie; belanghebbenden van internationaal, Europees en nationaal niveau; het hoger onderwijs en onderzoek; de sociale partners; het bedrijfsleven; en projecten die in het kader van het programma Een Leven Lang Leren / Grundtvig worden gefinancierd. De conferentie resulteerde in een memorandum en een reeks achtergronddocumenten over leren met het oog op actief en gezond ouder worden en werkgelegenheid en intergenerationeel leren.

Op 13 november 2012 vond in Brussel een prijsuitreiking plaats voor het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties. Inspirerende personen en initiatieven die een belangrijke bijdrage hadden geleverd aan actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties, werden hier voor het voetlicht gebracht. De Europese commissaris voor werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie, László Andor, maakte de winnaars in de zeven prijscategorieën bekend.

De jaarlijkse EU Access City Award, die op 3 december 2012 door vice-voorzitter Viviane Reding werd overhandigd, vestigde in het bijzonder de aandacht op de toegankelijkheidsbehoeften van ouderen. In de jury van de EU waren vertegenwoordigers van organisaties voor ouderen opgenomen. Het slotevenement van het EJ2012, 'From visions to actions', werd op 10 december 2012 in Nicosia gehouden. Het ging van start met een verklaring van de president van de Republiek Cyprus, gevolgd door een toespraak van commissaris László Andor. Het programma had betrekking op een aantal kwesties, waaronder de huidige situatie van de vergrijzing in Europa en het nog altijd onbenutte potentieel van ouderen.

Behalve de activiteiten die waren gestart door de Commissie en de voorzitterschappen, waren ook enkele andere instellingen actief in het Jaar, in nauwe samenwerking met de coalitie van belanghebbenden en het maatschappelijk middenveld.

Met name het Europees Economisch en Sociaal Comité was actief tijdens het Jaar. Het EESC stelde een groep samen voor de coördinatie van activiteiten in het kader van het Jaar. Deze groep heeft vijf openbare evenementen over de verschillende thema's en een slotconferentie voor het Jaar georganiseerd.

Het Comité van de Regio's heeft ook een belangrijke bijdrage geleverd aan het Jaar, door een forum op 14 februari 2014 te organiseren met als doel nieuwe initiatieven op lokaal en regionaal niveau te bevorderen en nieuwe partnerschappen op te zetten voor het bevorderen van actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties.

Het EJ2012 profiteerde ook van de sterke steun van een brede coalitie van organisaties in het maatschappelijk middenveld, onder leiding van Age Platform Europe, die tot meer dan zestig leden uitgroeide. Leden van de coalitie waren gedurende het Jaar betrokken bij vele initiatieven en ontwikkelden een routekaart die tijdens de openingsconferentie van het Jaar op 18 januari 2012 in Kopenhagen werd gepresenteerd.

In de externe evaluatie werd in hoofdstuk 3.6 de sterke onderlinge complementariteit benadrukt van het EJ2012 en andere lopende beleidsactiviteiten, zoals het witboek over pensioenen, het demografisch forum, het tweede gezondheidsprogramma, de toegankelijkheidsakte en met name het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden.

3.2. Uitvoering in de deelnemende landen

De deelnemende landen (27 EU-lidstaten, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen) benoemden elk een nationale coördinator (NC).

De werkzaamheden van de coördinatoren begonnen geruime tijd voor het Jaar, met een eerste bijeenkomst op 30 november 2010. De nationale coördinatoren bereidden nationale activiteiten voor om lokale en regionale activiteiten te bevorderen en alle belanghebbenden bij het Jaar te betrekken. Zij legden nationale activiteitenprogramma's aan de Commissie voor met de nationale activiteiten die voor heel 2012 gepland waren.

Er kwamen in de nationale activiteitenprogramma's verschillende beleidscontexten tot uiting, met name wat betreft de behoeften op het gebied van actief ouder worden, de beleidsprioriteiten en de verdeling van bevoegdheden en de beschikbaarheid van middelen. De Commissie deed echter ook voorstellen voor enkele gemeenschappelijke evenementen en activiteiten en ondersteunde in het bijzonder de organisatie van nationale start- en afsluitingsevenementen, de campagnes 'Generations at School' en 'Seniorforce Day' en de Europese prijsuitreiking. De externe evaluatie bevestigt het belang van de soorten activiteiten die werden uitgevoerd.

Bij de startevenementen waren in totaal 4 500 deelnemers betrokken met grote politieke steun, wat vooral te zien was aan de deelname van politici op hoog niveau.

Vijftien landen benoemden 115 nationale ambassadeurs van het EJ2012 om een breder publiek te bereiken. Zij hadden uiteenlopende achtergronden: academici, vertegenwoordigers van ngo's, journalisten, acteurs, ondernemers. Het aantal benoemde ambassadeurs varieerde van één (in Estland, Hongarije en Polen) tot 38 in Oostenrijk.

Het initiatief "generations@school" werd voorgesteld om de Europese dag van de solidariteit tussen de generaties (29 april) te vieren. Het idee was om ouderen in klaslokalen uit te nodigen en een intergenerationele dialoog op gang te brengen tussen leerlingen en ouderen. Het was een doeltreffende manier om scholen in heel Europa te bereiken en de betrokkenheid bij het Jaar op lokaal niveau te bevorderen. Het initiatief hielp ook de aandacht van de media te trekken, met name lokale media. Het initiatief werd door de Commissie ondersteund via haar contractant op het gebied van communicatie, die voor sommige plaatselijke initiatieven voorzag in een speciale website, begeleidend materiaal, hulpmiddelen en praktische ondersteuning.

De Europese 'Seniorforce Day' viel op Internationale Ouderendag (1 oktober) en had ten doel ouderen als vrijwilligers te mobiliseren. Het initiatief Seniorforce Day ontving overal in Europa brede steun. Zo werden belangrijke evenementen bijgewoond door ervaren politici, ambtenaren en vertegenwoordigers van ngo's en bekende personen die als ambassadeur van het EJ2012 dienstdeden. De Europese Commissie ondersteunde 25 van deze evenementen. Uit de externe evaluatie bleek echter dat dit initiatief niet zo breed werd opgepakt als generations@school, mogelijkerwijs als gevolg van de late bekendmaking en het minder precies uitgewerkte format van dit initiatief (zie blz. 52 en 79 van de externe evaluatie).

Het EJ2012 gaf in de lidstaten aanleiding tot een groot aantal initiatieven ter bevordering van actief ouder worden. Er zijn in totaal 748 nationale en transnationale initiatieven uitgevoerd tijdens het Jaar, waarbij alleen die worden meegeteld die op de website van de EU staan vermeld. Voor 291 van deze initiatieven kwamen de organisaties die ze in gang hebben gezet, uit het maatschappelijk middenveld. Duitsland, Spanje en Italië waren de landen met de meeste initiatieven op de website van de EU, gevolgd door Frankrijk, Oostenrijk en Polen. De nadruk lag bij deze activiteiten voornamelijk op bewustmaking en op de uitwisseling van kennis en ervaring.

Volgens de door de beoordelaar uitgevoerde onderzoeken (zie hoofdstuk 3.2 van de externe evaluatie) ging de meeste aandacht uit naar het onderwerp participatie in de samenleving, gevolgd door intergenerationele solidariteit. Men verheugde zich over het feit dat het thema van het Jaar breed genoeg was om een aantal verschillende onderwerpen te behandelen, wat belanghebbenden in staat stelde om dat te kiezen wat vanuit hun oogpunt het meest relevant was. Uit de resultaten van de online-enquête van nationale coördinatoren is gebleken dat de soort activiteiten die werden ondernomen, aangepast waren aan de lidstaten en EU-burgers. Nationale coördinatoren en belanghebbenden gaven aan dat zij initiatieven konden kiezen en aanpassen aan hun eigen omstandigheden en prioriteiten, vaak met de steun van de contractant op het gebied van communicatie van de Commissie.

3.3. Mainstreaming van sociale integratie en gelijkheid van mannen en vrouwen

Gendermainstreaming werd al sinds de voorbereidingsfase van het EJ2012 in overweging genomen en het onderwerp kwam duidelijk naar voren in de coalitie van belanghebbenden en de activiteitenprogramma's van verschillende lidstaten. Hierbij ging er in het bijzonder aandacht uit naar de situatie van oudere vrouwen, hoewel er weinig aandacht werd besteed aan de ervaringen van oudere mannen. Vrouwen waren goed vertegenwoordigd onder de nationale coördinatoren en onder sprekers op en deelnemers aan de evenementen die tijdens het EJ2012 werden gehouden (zie hoofdstuk 5 van de externe evaluatie).

In het EJ2012 kwam ook een breed scala van vraagstukken in verband met verminderde validiteit aan de orde, met name gezondheid en zelfstandig wonen van ouderen. Zowel op het niveau van de EU als op dat van de lidstaten werd verminderde validiteit door de initiatieven direct en indirect aan de orde gesteld. Bij de activiteiten van het EJ2012 werd er over het algemeen voor gezorgd dat evenementen toegankelijk waren en werd er rekening gehouden met verscheidene aspecten, zoals gebarentaal en vervoer bij verschillende gelegenheden. De website van de EU bood opties voor grotere lettertypen, maar in de externe evaluatie werd erop gewezen dat de site voor een grote verscheidenheid aan personen met handicaps zoals blindheid en verminderd gezichtsvermogen, doofheid en gehoorverlies nog toegankelijker had kunnen worden ontworpen.

4. WAT HEEFT HET EJ2012 BEREIKT? 4.1. Zijn de doelstellingen van het EJ2012 bereikt?

Volgens de externe evaluatie werden de voorwaarden voor actief ouder worden zowel op Europees en nationaal niveau positief beïnvloed door het Jaar. De doelstellingen en de activiteiten van het Jaar deden ter zake en de benadering bleek succesvol in het bereiken van de doelstellingen (bewustmaking, aanmoedigen van debat en wederzijds leren, het creëren van een kader voor het maken van afspraken en het nemen van concrete maatregelen, de bestrijding van leeftijdsdiscriminatie).

De doelstelling van bewustmaking is grotendeels bereikt via initiatieven en evenementen op EU- en nationaal niveau, die vaker gericht waren op relevante organisaties dan op individuen.

Het initiatief generations@school mobiliseerde ongeveer 480 scholen en een geschatte 27 000 deelnemers terwijl de Europese prijsuitreiking 1 300 inzendingen opleverde (waaronder het merendeel van de generations@school-evenementen). Bij de Europese Seniorforce Day waren meer dan 11 000 deelnemers betrokken. Door deze initiatieven kreeg het EJ2012 veel media-aandacht, waardoor succesverhalen en positieve voorbeelden die bij de prijsuitreiking naar voren kwamen, door de media werden uitgelicht. Met 6 162 gedrukte artikelen, 3 432 onlineartikelen en 329 uitzendingen heeft het EJ2012 een aanzienlijke media-aandacht gekregen.

Terwijl de EU-website een belangrijk hulpmiddel was voor belanghebbenden, trok deze met 212 822 unieke bezoekers minder bezoekers dan de EU-websites van de vorige Europese jaren (400 000 voor het EJ2010 en 366 172 voor het EJ2011). Er moet echter op worden gewezen dat 19 landen een nationale website hadden.

De mate van betrokkenheid bij de sociale media van de kant van de burgers en de vertegenwoordigers van de belanghebbenden was op EU-niveau beperkt, maar significanter in bepaalde landen. In Spanje werden bijvoorbeeld Facebook- en Twitter-accounts aangemaakt om informatie over het EJ2012 te delen en te verspreiden. Bij de evaluatie van Spanje werd geschat dat ongeveer 700 000 mensen via deze kanalen zijn bereikt.

Het EJ2012 slaagde erin openbaar debat te stimuleren en wederzijds leren aan te moedigen inzake de thema's actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties. Met name de startevenementen in Kopenhagen en in de deelnemende landen hadden belangrijke multiplicatoreffecten. Het hele Jaar door werden in alle deelnemende landen tal van andere dialoog- en debatevenementen georganiseerd. Ook lag sterk de nadruk op het verspreiden van goede praktijken. De EU-databank was een belangrijke hulpmiddel voor het uitwisselen van informatie over succesverhalen en positieve voorbeelden. Wederzijds leren werd gedurende het Jaar bevorderd door meerdere nationale en transnationale projecten.

De noodzaak om leeftijdsdiscriminatie te bestrijden werd bij veel openbare evenementen en projecten benadrukt. Hierbij werd vooral beklemtoond dat het van belang is de mogelijkheden voor actief ouder worden op de arbeidsmarkt te verbeteren.

Het EJ2012 bood daadwerkelijk een kader voor het maken van afspraken en het nemen van concrete maatregelen. De mobilisatie van maatschappelijke organisaties rond het thema van het EJ2012 mag als een belangrijke prestatie worden beschouwd. Regionale en plaatselijke overheden waren ook in sterke mate betrokken bij het EJ2012, maar niet in ieder land.

Het EJ2012 vormde voor sommige landen een aanmoediging om een reeds bestaande nationale beleidsagenda inzake actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties te verbeteren of om nieuwe strategieën te ontwikkelen. Zo ging Oostenrijk in januari 2012 van start met een federaal ouderenplan. In Spanje werd een witboek aangenomen. Hierin worden de belangrijkste aspecten die de levenskwaliteit van ouderen bepalen, geanalyseerd.

Een aantal landen startte met beleidsprogramma's naar aanleiding van het EJ: België heeft in november 2012 een nieuwe federale adviesraad voor ouderen opgericht; Ierland heeft besloten dat iedere plaatselijke autoriteit in het land eind 2013 zijn eigen leeftijdsvriendelijk beleid moest hebben; Polen keurde in augustus 2012 een overheidsprogramma goed voor maatschappelijke activiteit van ouderen voor de jaren 2012-2013.

4.2. Wat is de nalatenschap van het EJ2012?

In de loop van het EJ2012 zijn verschillende instrumenten voor de ontwikkeling van toekomstig beleid in het leven geroepen. Van sommige succesvolle evenementen en activiteiten vond in 2013 een volgende editie plaats, zoals het op EU-niveau bevorderde generations@school. De richtsnoeren inzake actief ouder worden die op 6 december 2012 zijn goedgekeurd door de ministers van Sociale Zaken van de EU, boden een leidraad voor de ontwikkeling van beter beleid in reactie op vergrijzing.

Deze 19 richtsnoeren zijn gerangschikt onder de rubrieken van het Jaar: werkgelegenheid, deelname aan de samenleving, en zelfstandig leven. Zij richten zich tot de lidstaten en andere betrokken overheidsniveaus en organisaties die een rol spelen bij de verdere verbetering van de voorwaarden voor actief ouder worden. Toepassing van deze richtsnoeren zou ook helpen de doelstellingen voor werkgelegenheid en armoedevermindering van de Europa 2020-strategie te behalen, vooral doordat meer mensen in staat zullen zijn langer te blijven werken en betere pensioenaanspraken op te bouwen.

Een ander hulpmiddel om verdere nastreving van de EJ2012-doelstellingen te bevorderen, was de ontwikkeling van een Index Actief Ouder Worden (AAI), die tijdens het slotevenement werd gepresenteerd en tijdens het EJ2012 werd ontwikkeld in nauwe samenwerking met de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE) en het European Centre for Social Welfare Policy and Research (Wenen). De AAI meet de verschillende dimensies van actief ouder worden en kwantificeert het onbenutte potentieel van elk land. De index kan beleidsmakers helpen vast te stellen waar de uitdagingen en het ongerealiseerde potentieel liggen voor een actievere deelname van ouderen aan economie en samenleving, en helpen de voortgang te bewaken. De index wordt nog verder ontwikkeld, zodat kan hij worden bijgewerkt op basis van recentere gegevens en mogelijk ook op subnationale niveaus kan worden berekend.

De coalitie van belanghebbenden in het EJ2012 presenteerde een herziene routekaart op de EJ2012-slotconferentie van 10 december 2012 in Nicosia onder het voorzitterschap van Cyprus. Deze omvatte meerdere vervolginitiatieven om het momentum van het Jaar vast te houden. Een van die initiatieven is ontwikkeling van een burgemeestersconvenant over demografische verandering, naar het model van het burgemeestersconvenant over duurzame energie. Dit zou lokale en regionale beleidsmakers een kader bieden om nieuwe maatregelen ten aanzien van de vergrijzing af te spreken. Het vaststellen van een dergelijk convenant wordt nu nagestreefd in het kader van het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden (EIP AHA) en de actiegroep hiervan betreffende 'innovatie voor leeftijdsvriendelijke gebouwen, steden en omgevingen'.

Het EIP AHA is een significante bijdrage van de Europese Unie aan de doelstellingen van het EJ2012. De Commissie heeft vastgesteld dat de vergrijzing een maatschappelijke uitdaging is voor alle Europese landen en geeft hieraan voorrang in de Innovatie-Unie, een van de vlaggenschipinitiatieven van Europa 2020. De overkoepelende doelstelling van het partnerschap is om het gemiddelde aantal gezonde levensjaren in de EU tegen 2020 met twee jaar te verlengen. In het strategische uitvoeringsplan van dit initiatief worden prioritaire acties vastgesteld om de uitdaging van de vergrijzing door middel van innovatie aan te pakken en richt de aandacht zich op drie gebieden: preventie, zorg en behandeling, en zelfstandig leven. Acties ten behoeve van actief ouder worden die zijn ontwikkeld in het kader van het EJ2012, kunnen in het bredere kader van het EIP AHA worden voortgezet en aldus bijdragen tot de Europa 2020-doelstellingen.

5. CONCLUSIES

Het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties heeft talrijke gouvernementele en niet-gouvernementele actoren weten te mobiliseren. Het heeft tot een positiever beeld van de vergrijzing geleid, door het potentieel van ouderen te benadrukken en hun actieve deelname aan samenleving en economie te bevorderen.

Veel lidstaten en maatschappelijke organisaties hebben het Jaar gebruikt als gelegenheid om nieuwe initiatieven te ontwikkelen of bestaande initiatieven te versterken. De uit het EJ2012 voortvloeiende activiteiten hebben een groeiende belangstelling voor actief ouder worden aangetoond. Voor dit doel worden en zijn er verscheidene instrumenten ontwikkeld, met name de richtsnoeren inzake actief ouder worden, de index actief ouder worden en het convenant over demografische verandering.

Beleidsmakers in de lidstaten wordt verzocht deze instrumenten ten volle te benutten. De Europese Unie zal hen blijven steunen. Deze ondersteuning zal worden geboden in de vorm van beleidsrichtsnoeren, met name in het kader van het Europees semester, waarin de meeste lidstaten aanbevelingen hebben gekregen om loopbanen te verlengen en meer recent landenspecifieke aanbevelingen inzake langdurige zorg zijn gedaan. Actief ouder worden is ook een belangrijk gebied van sociale investering, zoals is onderstreept in de mededeling van de Commissie 'Naar sociale investering voor groei en cohesie'. In deze context spoorde de Commissie de lidstaten aan om gebruik te maken van de richtsnoeren voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties en de index actief ouder worden.

Bijgevolg is actief en gezond ouder worden een van de investeringsprioriteiten van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in de programmeringsperiode 2014-2020. Financiering van projecten ter bevordering van actief ouder worden is beschikbaar bij een breed scala aan verschillende EU-programma's en financiële instrumenten. Een van de prioriteiten van het Europees innovatiepartnerschap inzake gezond en actief ouder worden is deze programma's/instrumenten op één lijn te brengen met de vastgestelde prioriteiten inzake actief en gezond ouder worden, zodat overlappingen van de verschillende instrumenten worden vermeden.

Met betrekking tot de pijler zelfstandig leven van het EJ2012 ondersteunt de Commissie het Comité voor sociale bescherming in zijn verslag over langdurige zorg dat is gepubliceerd in juni 2014. Het onderzocht hoe de kloof tussen vraag en aanbod van langdurige zorg kan worden overbrugd door middel van passende investeringen in maatregelen die de behoefte aan langdurige zorg doen verminderen en de levering van deze zorg efficiënter maken, onder andere via het gebruik van diensten die door technologie zijn mogelijk gemaakt. Het bouwde ook voort op voorbeelden van de partners van het EIP AHA. Werkzaamheden inzake deze kwesties worden ook voortgezet in het kader van het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden, waaruit blijkt hoe de EU de lidstaten kan bijstaan door de uitwisseling van beste praktijken te vergemakkelijken, nieuwe oplossingen te onderzoeken en uit te testen, en technische en sociale innovatie te bevorderen.

Via een sectoroverschrijdende aanpak met meerdere belanghebbenden heeft het EJ2012 eraan bijgedragen dat actief ouder worden stevig op de Europese en op vele nationale beleidsagenda's is komen te staan. Dit momentum moet worden gehandhaafd. De sterke solidariteit tussen de generaties die de Europese samenlevingen en socialezekerheidsstelsels kenmerkt, kan onder omstandigheden van vergrijzing en krappe begrotingen slechts behouden blijven door actief ouder worden in al zijn vormen te bevorderen.

COM(2010) 462 definitief van 6 september 2010.

Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012), PB L 246 van 23.9.2011, blz. 5-10.

Evaluation of the European Year for Active Ageing and Solidarity between Generations 2012, Ecorys, december 2012, op basis van de analyse van gegevens uit onderzoek onder nationale coördinatoren en nationale belanghebbenden, interviews, deskresearch, analyses van sociale media en casestudy's.

Conclusies van de Raad van 20 november 2009 over gezond en waardig ouder worden.

Resolutie van het Europees Parlement van 11 november 2010 over de demografische vraagstukken en solidariteit tussen de generaties (2010/2027(INI)).

United Nations Report of the Second World Assembly on Ageing, Madrid, 8-12 april 2002, A/CONF.179/9.

Zie Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 November 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep.

http://europa.eu/ey2012

http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/eb_special_379_360_en.htm

http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/product_details/publication?p_product_code=KS-EP-11-001

http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=738&langId=en&pubId=6805

http://ec.europa.eu/social/BlobServlet?docId=8710&langId=en

http://www.eesc.europa.eu/?i=portal.en.events-and-activities-closing-conference-ey2012

http://www.cor.europa.eu/EY2012

http://europa.eu/ey2012/ey2012main.jsp?catId=986&langId=en

Verklaring van de Raad over het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012): de koers voor de toekomst, Brussel, 7 december 2012.

http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=en&catId=89&newsId=1837&furtherNews=yes

http://www.age-platform.eu/images/stories/Updated_EY2012_Roadmap_Coalition_FINALVERSION1.doc

http://www.covenantofmayors.eu

http://ec.europa.eu/social/BlobServlet?docId=8710&langId=en

Verdere ontwikkeling van het strategische uitvoeringsplan van het Europees innovatiepartnerschap inzake actief en gezond ouder worden, COM(2012) 83 final.

COM (2013) 83 final van 20 februari 2013.

COM(2012) 83 final.

Zie het onderzoek ter ondersteuning van het Comité voor sociale bescherming ICT-AGE: 'Long Term Care Strategies for Independent Living of Elderly People' uitgevoerd door het JRC IPTS van de Europese Commissie.

http://is.jrc.ec.europa.eu/pages/EAP/eInclusion/carers_ICTAGE.html