Artikelen bij COM(2015)127 - Verslag over handels- en investeringsbelemmeringen 2015 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2015)127 - Verslag over handels- en investeringsbelemmeringen 2015. |
---|---|
document | COM(2015)127 |
datum | 17 maart 2015 |
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE EUROPESE RAAD
Verslag over handels- en investeringsbelemmeringen 2015
1. Inleiding
In het verslag over handels- en investeringsbelemmeringen 2015 ("dit verslag") wordt een selectie besproken van de voornaamste belemmeringen die bedrijven uit de Europese Unie (EU) ondervinden op de markten van de zes strategische economische partners van de EU1, te weten China, India, Mercosur (Brazilië/Argentinië), Rusland en de Verenigde Staten (VS). De belangrijkste doelstelling van het verslag is om het bewustzijn van de voornaamste handelsbelemmeringen te vergroten en nogmaals te benadrukken hoe belangrijk het is om dergelijke belemmeringen doelgericht en gecoördineerd aan te pakken.
Hoewel in dit verslag de nadruk ligt op de "prioriteiten van de prioriteiten", publiceert de Commissie ook regelmatig een 'verslag over mogelijk handelsbeperkende maatregelen' of het "verslag over toezicht op protectionisme", waarin een meer gedetailleerd overzicht wordt geboden van handels- en investeringsbelemmeringen in een groter aantal derde landen2. Dit verslag en het 'verslag over toezicht op protectionisme' vullen elkaar derhalve aan.
Dit vijfde verslag over handels- en investeringsbelemmeringen biedt allereerst een overzicht van de handels- en investeringsonderhandelingen die de EU voert (deel 2); vervolgens wordt de balans opgemaakt van de belangrijkste handels- en investeringsbelemmeringen die door de strategische economische partners van de EU in 2014 werden gehanteerd (deel 3); en er wordt afgesloten met een overzicht van de verschillende strategieën die de EU hanteert om deze gevallen aan te pakken (deel 4).
2. Het creëren van kansen voor handel en investeringen - lopende onderhandelingen van de EU
Om nieuwe mogelijkheden voor handel en investeringen te creëren, hanteert de EU een uitgebreide onderhandelingsagenda met een multilaterale, plurilaterale en bilaterale dimensie. De dynamiek die binnen het onderhandelingskader ontstaat, kan ook bijdragen aan het wegnemen van reeds lang bestaande handelsbelemmeringen.
Wat de multilaterale onderhandelingsagenda van de EU betreft, werden openstaande kwesties met betrekking tot het Bali-pakket van de WTO, waaronder in het bijzonder die met betrekking tot de handelsfacilitatieovereenkomst, recentelijk opgelost. Dit vormt een basis voor een volledige uitvoering van dit eerste mondiale handelsakkoord onder toezicht van de WTO. Op plurilateraal niveau verlopen de onderhandelingen over een overeenkomst betreffende de handel in diensten voorspoedig. Weldra moet een overeenkomst kunnen worden bereikt over de uitbreiding van de productenlijst van de Informatietechnologieovereenkomst. Ondertussen zijn de EU en 13 andere leden van de WTO in juli 2014 begonnen aan onderhandelingen over de liberalisering van de mondiale handel in milieugoederen. Dit plurilaterale initiatief betreffende groene goederen moet belemmeringen voor handel en investering in goederen, diensten en technologieën die bijdragen aan een beter milieu, wegnemen.
Parallel daaraan werkt de EU verder aan haar ambitieuze bilaterale onderhandelingsagenda teneinde haar handels- en investeringspositie op de markten van een aantal derde landen te versterken. Met name de onderhandelingen met de VS over een trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP) zijn een belangrijke prioriteit. Een verregaand en ambitieus TTIP-akkoord dat voorziet in krachtige voorschriften voor samenwerking en samenhang op het gebied van regelgeving zal niet alleen tarieven afschaffen, maar ook helpen bij het verminderen van kosten die zijn verbonden aan niet-tarifaire belemmeringen.
In december 2014 werd de achtste ronde van technische besprekingen tussen de EU en Japan over een vrijhandelsovereenkomst afgerond. Met deze onderhandelingen poogt de EU een oplossing te vinden voor een aantal problemen waarmee EU-bedrijven te kampen hebben, waaronder met name tarieven, niet-tarifaire belemmeringen en onbevredigende toegang tot de Japanse markt voor overheidsopdrachten.
Tijdens de 16e top EU-China in Peking in november 2013 hebben de EU en China onderhandelingen geopend over een alomvattende investeringsovereenkomst die naar verwachting voor beide partijen voordelig zal zijn door ervoor te zorgen dat op beide markten door beide partijen kan worden geïnvesteerd.
In maart 2014 zijn de EU en Myanmar/Birma begonnen met onderhandelingen over een investeringsovereenkomst.
Het grootste deel van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Singapore werd in september 2013 geparafeerd, hoewel de onderhandelingen op het gebied van investeringsbescherming pas in oktober 2014 werden afgerond. De handelsovereenkomst met Peru en Colombia wordt sinds 1 maart 2013 voorlopig toegepast in Peru en sinds 1 augustus 2013 in Colombia. Ook werden in juli 2014 de onderhandelingen over de toetreding van Ecuador tot de overeenkomst met Colombia en Peru afgerond, en wordt contact onderhouden om te kijken of Bolivia in deze handelsovereenkomst kan worden geïntegreerd.
Op 26 september 2014 werden op de top Canada-EU in Ottawa de onderhandelingen over de handelsovereenkomst tussen de EU en Canada afgerond. Met de overeenkomst zullen naar verwachting meer dan 99 % van alle tarieven tussen de twee economieën worden weggenomen en omvangrijke nieuwe mogelijkheden voor markttoegang in diensten en investeringen worden gecreëerd.
Op 27 juni 2014 ondertekenden Moldavië en Georgië associatieovereenkomsten met de EU, die voorzien in diepe en brede vrijhandelsruimtes. De overeenkomsten worden sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast. Op 27 juni 2014 ondertekende Oekraïne eveneens een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst, alsook de resterende delen van de associatieovereenkomst die op 21 maart 2014 nog niet waren ondertekend. Na de ondertekening van de politieke bepalingen van de associatieovereenkomst stelde de EU op 23 april 2014 unilateraal autonome handelsmaatregelen ten aanzien van Oekraïne vast, waarbij de tariefverlagingen uit de diepe en brede vrijhandelsruimtes vervroegd werden geïntroduceerd. De autonome handelsmaatregelen zijn verlengd tot eind 2015 en de inwerkingtreding van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst is uitgesteld tot 1 januari 2016.
Daarnaast voert de EU onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten met een aantal andere derde landen en gebieden, te weten Mercosur, India, Maleisië, Vietnam en Marokko.
3. Stand van zaken van de voornaamste handels- en investeringsbelemmeringen van de strategische partners van de EU in 2014
a. Brazilië/Argentinië
1. Op het gebied van investeringen gelden in bepaalde sectoren in Brazilië – met name media en communicatie, luchtvaart, vervoer en mijnbouw – beperkingen op buitenlandse eigendom, hoewel dat land doorgaans geen onderscheid maakt tussen buitenlands en nationaal kapitaal.
2. Discriminerende belastingen en subsidiëring van binnenlandse producenten in Brazilië zijn in veel sectoren een belangrijk probleem. Vooral de (her)introductie van het Reintegra-programma van uitvoersubsidies is zorgwekkend. Bovendien blijft het problematisch dat Brazilië gesubsidieerde leningen of financiering verleent op voorwaarde dat aan vereisten voor plaatselijke inbreng is voldaan. Wat belastingmaatregelen betreft, heeft de EU op 19 december 2013 verzocht om WTO-overleg over discriminerende belastingvoordelen die Brazilië toekent met betrekking tot auto's, elektronica, geautomatiseerde machines voor industrieel of beroepsmatig gebruik en andere daaraan gerelateerde goederen die in Brazilië worden geproduceerd en voldoen aan bepaalde vereisten voor plaatselijke inbreng. Daarnaast biedt Brazilië belastingvoordelen in de vorm van belastingvrije aankoop van kapitaalgoederen en -input aan binnenlandse ondernemingen die 50 % of meer van hun productie uitvoeren. Na verschillende mislukte pogingen tot overleg met Brazilië in 2014 heeft de EU op 18 november 2014 een verzoek om een WTO-panel voor geschillenbeslechting ingediend. Op 17 december 2014 heeft de WTO een panel opgericht dat een oordeel over de kwestie zal vellen.
3. Brazilië heeft maatregelen ingevoerd die de voorwaarden voor deelname aan openbare aanbestedingen verder vervalsen, door voor bepaalde nationale producten in aanbestedingsprocedures preferentiële marges vast te stellen. Die maatregelen stellen marges vast van 8 % tot 25 % en hebben betrekking op een breed aantal sectoren.
4. Op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS) is enige vooruitgang geboekt wat betreft de invoer in Brazilië van zuivelproducten, varkensvlees en rundvlees uit de EU, maar deze vooruitgang is nog onvoldoende. De bevoegde Braziliaanse autoriteit voert per jaar drie tot vijf controles uit en is begonnen aan controles in een aantal EU-lidstaten, maar de achterstand met betrekking tot de 50 door de lidstaten ingediende aanvragen blijft het voornaamste punt van zorg. Al bij al hanteert Brazilië nog steeds een lange, belastende en onvoorspelbare SPS-procedure voor het toestaan van invoer uit de lidstaten van de EU. In 2014 heeft Brazilië nieuwe wetgeving aangekondigd, en de EU heeft concrete suggesties gedaan voor het stroomlijnen van de invoerprocedures. Brazilië vormt een belangrijke alternatieve markt na het door Rusland opgelegde verbod op door de EU uitgevoerde landbouwproducten en levensmiddelen.
Wat bepaalde beperkingen op de invoer van rundvlees uit de EU met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie betreft, heeft Brazilië zijn invoervoorschriften gewijzigd, maar deze nog niet volledig in lijn gebracht met de internationale norm van de OEI (Werelddiergezondheidsorganisatie).
5. In Argentinië blijft de eis dat voor alle invoer een "voorafgaande verklaring onder ede door de importeur" moet worden ingevuld een grote uitdaging. Het WTO-beroepsorgaan voor geschillenbeslechting sprak op 15 januari 2015 zijn oordeel uit over het geschil inzake de voorafgaande verklaring onder ede door de importeur en andere niet-officiële invoerbeperkende maatregelen, zoals handelsbalansvoorschriften voor importeurs. Het beroepsorgaan bevestigde het oordeel van het vorige panel, dat tot de conclusie was gekomen dat het eisen van de voorafgaande verklaring onder ede door de importeur een inbreuk vormt op het WTO-recht.
6. Verder blijft Argentinië zijn strenge beperkingen op het overmaken van buitenlandse valuta's, dividenden en royalty's handhaven. De situatie verslechtert zelfs nog door de toenemende schaarste aan reserves aan buitenlandse valuta's. Er is een nieuwe instantie opgericht met vertegenwoordigers van verschillende autoriteiten, waaronder de centrale bank, voor het maken en het traceren van betalingen.
7. Tot slot heeft Argentinië binnenlandse belastingen ingevoerd voor het reguleren van de invoer van luxe auto's, boten, vliegtuigen en motoren, door boven een bepaalde waardegrens een "luxebelasting" tot 50 % op te leggen. De belasting treft in aanzienlijk hogere mate luxeauto's en dus ingevoerde modellen dan in het binnenland geproduceerde modellen.
a. China
8. China past aanzienlijke beperkingen toe op buitenlandse investeringen. China zou in het bijzonder de sectoren open moeten stellen die zijn gesloten voor buitenlandse directe investeringen of waarvoor gemeenschappelijke ondernemingen vereist zijn, waaronder die waarvoor een Chinees meerderheidsbelang een voorwaarde is. China zou ook andere beperkingen weg moeten nemen, zoals vereisten van technologieoverdracht en plaatselijke inbreng, en administratieve goedkeuring vooraf. Subsidiëring van binnenlandse producenten, en in het bijzonder van staatsbedrijven, is ook een belangrijke hindernis voor investeringen in China.
China heeft unilateraal enkele maatregelen genomen met betrekking tot investeringen. In november 2014 stelde het land voor zijn catalogus inzake buitenlandse investeringen te herzien en daar enkele beperkingen uit te schrappen. Hoewel de herziening een goede zaak is, stellen de beperkte nieuwe openstelling van sectoren en het sluiten van andere sectoren in deze ontwerpherziening teleur. De in het kader van de Shanghai Pilot Free Trade Zone aangekondigde hervormingen zijn niet binnen het gewenste tijdsbestek uitgevoerd. De 'negatieve lijst' van de vrijhandelszone (met alle sectoren waarin buitenlandse investeringen worden beperkt) wordt al sinds juli 2014 herzien. Hoewel enkele beperkingen op buitenlandse investeringen voor bepaalde sectoren zijn versoepeld, blijven ondernemingen hinder ondervinden van aanzienlijke belemmeringen van buitenlandse investeringen in de zone. Deze situatie zal ook in de gaten worden gehouden in het licht van de recente aankondiging van de Chinese autoriteiten om nieuwe vrijhandelszones te openen.
9. Op het gebied van openbare aanbestedingen blijft de EU China aansporen om zich zo spoedig mogelijk aan te sluiten bij de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten (GPA) en zijn wetgeving met die overeenkomst in overeenstemming te brengen. In januari 2015 heeft China een herzien GPA-aanbod ingediend. De EU is verheugd over de vooruitgang op het gebied van toepasselijkheid op lagere niveaus dan het centrale, maar aanzienlijke verdere verbeteringen blijven noodzakelijk, in het bijzonder met betrekking tot de toepasselijkheid op staatsbedrijven.
10. Er bestaat in China nog steeds een veelvoud aan problemen op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten. Hieronder vallen bijvoorbeeld het registreren van octrooien en gebruiksmodellen van lage kwaliteit en van merken die te kwader trouw zijn aangevraagd, alsook lange registratieprocedures en een belastende procedure voor de legalisatie van buitenlandse documenten. Daarnaast is de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten door administratieve, gerechtelijke of douaneautoriteiten tegen inbreuk nog altijd ontoereikend. Ook bestaat er nog veel onzekerheid over de bescherming van bedrijfsgeheimen, die naar verluidt vaak met de Chinese autoriteiten/bedrijven moeten worden gedeeld.
11. China blijft van mening dat alleen door China ontwikkelde technologie voor informatiebescherming als 'veilig' kan worden beschouwd, en hanteert een definitie van 'nationale veiligheid' die veel verder gaat dan de gebruikelijke internationale praktijk. Dit is een uitzonderlijk zware belemmering voor buitenlandse ondernemingen die meedingen naar commerciële toepassingen in de IT-sector. Bovendien worden buitenlandse bedrijven nog altijd geweerd uit veiligheidsgerelateerde normalisatie-instanties.
12. EU-bedrijven hebben te kampen met verscheidene sanitaire en fytosanitaire maatregelen voor de invoer in China. Het huidige verbod op de invoer van rundvlees en schapenvlees uit de EU zou moeten worden opgeheven. Daarnaast zouden internationale normen moeten worden aanvaard, bijvoorbeeld met betrekking tot de voedselveiligheid en de diergezondheid.
13. Ook is de EU verontrust over belemmeringen voor de markttoegang in de gezondheidssector en de cosmeticasector in China. Voor medische hulpmiddelen en farmaceutische producten zou het nieuwe regelgevingssysteem in lijn moeten worden gebracht met internationale normen en praktijken inzake kwesties als klinische proeven en registratievoorschriften. Wat cosmetica betreft, zou het registratieproces voor nieuwe ingrediënten van cosmetische producten moeten worden verbeterd en worden beperkt tot ingrediënten met een groter risico. De etikettering van cosmetica door middel van stickers zou moeten worden toegestaan en de testvoorschriften zouden in overeenstemming moeten worden gebracht met internationale normen.
c) India
14. In India hebben EU-bedrijven nog steeds te kampen met belangrijke belemmeringen voor markttoegang in de IT-sector en de elektronicasector. Er is geen verdere substantiële vooruitgang geboekt met betrekking tot de implementatie van het preferentiële markttoegangsbeleid voor in eigen land vervaardigde elektronica bij het plaatsen van overheidsopdrachten dat uit veiligheidsoverwegingen zou worden ingevoerd, nadat India dat beleid in 2013 had opgeschort en de toepassing ervan op niet-overheidsopdrachten uitdrukkelijk had uitgesloten. India stelt niet gebonden te zijn aan WTO-verplichtingen (met name de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten waarbij India geen partij is). Naar verwachting zal India de criteria voor toegevoegde waarde in de regeling voor overheidsopdrachten binnenkort bekendmaken.
Sinds 3 januari 2014 is in India de registratie van 15 categorieën IT-producten en consumentenelektronica verplicht. Bij besluit van 8 november 2014 werd dit uitgebreid met nog 15 producten. De implementatie van verplichte tests en certificering in eigen land van onderdelen van telecommunicatienetwerken werd verder uitgesteld tot 1 april 2015. Aangezien een aanzienlijk deel van deze producten op de Indiase markt wordt ingevoerd, kunnen deze maatregelen in het bijzonder gevolgen hebben voor de handel.
15. Ondertussen blijven er problemen bij de implementatie van de certificeringsregeling voor ingevoerde en uitgevoerde autobanden van het Bureau of Indian Standards (BIS). De voornaamste punten van zorg betreffen de berekende vergoeding per van een certificeringsmerk voorziene band, langdurige procedures en vereiste bankgaranties.
16. Sinds augustus 2013 hanteert India een andere interpretatie en handhaving van de reglementen van 2011 voor voedselveiligheid en voedselnormen (Food Safety and Standards Regulations) inzake etikettering en verpakking, en hanteert het een meer beperkende benadering voor het gebruik van stickers op verpakkingen, hetgeen heeft geleid tot een ernstige verstoring van de handel in levensmiddelen. Meer in het algemeen heeft India recentelijk de etiketteringsregeling op beperkende wijze uitgebreid in verscheidene sectoren (zoals cosmetica, medische hulpmiddelen, ICT).
17. In de loop van 2014 heeft India meerdere maatregelen ingevoerd die de cosmeticasector op gebieden als etikettering, dierproeven en registratievoorschriften voor ingevoerde producten. Wat etikettering betreft, heeft India in juli 2014 etiketteringsvoorschriften gepubliceerd voor producten van 'vegetarische' en 'niet-vegetarische' oorsprong. Daarnaast heeft India een verbod op dierproeven voor cosmetica opgelegd, op een manier die in de praktijk kan leiden tot een verbod op veelgebruikte en onvervangbare ingrediënten waarvoor nog steeds wordt vertrouwd op gegevens van dierproeven wanneer daarvoor geen alternatieven bestaan.
d) Japan
18. Sinds het begin van de onderhandelingen over een uitgebreide vrijhandelsovereenkomst zijn besprekingen inzake niet-tarifaire belemmeringen gaande. Ten aanzien van een aantal belemmeringen (bv. inzake biologische levensmiddelen en vergunningen voor de groothandel in sterke dranken) voldoet Japan reeds aan zijn verplichtingen zoals die zijn overeengekomen tijdens de voorbereidende fase van de onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst. Ten aanzien van enkele andere belemmeringen waarvoor Japan had toegezegd binnen het eerste jaar van de onderhandelingen resultaat te boeken, is aanzienlijke vooruitgang bewerkstelligd (zoals met betrekking tot farmaceutische producten, levensmiddelenadditieven, rundvlees, goedkeuringsprocedures voor medische hulpmiddelen).
Er blijven echter nog problematische kwesties over, die vóór het einde van de onderhandelingen moeten worden aangepakt. Naast de lijst die in het kader van het verkennende onderzoek was overeengekomen, heeft de EU in december 2014 bij Japan een tweede lijst met niet-tarifaire maatregelen ingediend, die in het bijzonder betrekking heeft op verschillende openstaande kwesties met betrekking tot sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Er wordt nog met Japan onderhandeld over deze tweede lijst, en het doel van de EU is om snelle en betekenisvolle vooruitgang te boeken. De onderhandelingen hebben ook betrekking op andere gebieden waar EU-bedrijven moeilijkheden hebben wanneer zij in Japan zakendoen, zoals overheidsopdrachten (met inbegrip van spoorwegen).
e) Verenigde Staten
19. De EU blijft verontrust over "Buy American"-beperkingen die gelden voor overheidsopdrachten in de VS. Die beperkingen zijn nog steeds van toepassing op een groot deel van de overheidsaankopen in de VS, waar een aanzienlijk deel van de overheidsopdrachten is gereserveerd voor plaatselijke goederen en diensten en buitenlandse bedrijven van de opdrachten zijn uitgesloten. Het is duidelijk dat aanzienlijke vooruitgang op dit vlak een belangrijke voorwaarde is voor het succesvol afronden van de TTIP-onderhandelingen. Het zal in het bijzonder van cruciaal belang zijn dat de EU zich verzekert van betere toegang tot opdrachten op subfederaal niveau in de US.
20. Moeilijkheden bij het beschermen van intellectuele-eigendomsrechten – met name voor geografische aanduidingen van de EU op levensmiddelen en drank (vooral in de wijn-, kaas- en vleessectoren) – in de VS zorgen voor aanzienlijke frustratie bij EU-producenten. De lopende TTIP-onderhandelingen bieden een belangrijke mogelijkheid om een betere bescherming van de geografische aanduidingen van de EU in de VS te bewerkstellingen.
21. Er blijft in de VS sprake van een groot aantal sanitaire en fytosanitaire belemmeringen. De beperkingen die de VS hanteert op de invoer van geiten- en schapenvlees en op eierproducten blijven voor de EU een groot punt van zorg. Bovendien hebben EU-aanvragen voor de uitvoer van producten van dierlijke oorsprong, zoals rundvlees, bepaalde zuivelproducten of levende tweekleppige weekdieren en producten van plantaardige oorsprong, zoals appels en peren, te kampen met lange vertragingen. Ook hier kunnen de TTIP-onderhandelingen de mogelijkheid bieden tot vooruitgang bij het oplossen van deze problemen.
f) Rusland
22. Rusland heeft de door de WTO gehandhaafde geconsolideerde tarieven voor veel producten verkeerd toegepast, waaronder voor papier, apparatuur en landbouwproducten als palmolie. Op 31 oktober 2014 heeft de EU een verzoek ingediend voor overleg in het kader van het WTO-geschillenbeslechtingsmechanisme.
23. De nieuwe Russische wet inzake de lokalisatie van persoonlijke gegevens (Federale Wet 242) die op 21 juli 2014 door president Poetin is ondertekend, vereist dat alle persoonlijke gegevens van Russische particulieren in Rusland worden opgeslagen en verwerkt, waarbij geen uitzonderingen worden gemaakt voor handelsgegevens. Dergelijke alomvattende serververeisten, zonder uitzonderingen voor handelsgegevens, zijn buitensporig en kunnen nadelige gevolgen hebben voor de digitale economie als geheel. De wet creëert in het bijzonder een aanzienlijke belemmering voor Europese cloudaanbieders en het ontwikkelen van een grensoverschrijdende markt in cloudcomputing. De EU is van mening dat dergelijke lokalisatievereisten beperkt zouden moeten worden tot specifieke, uitzonderlijke gevallen (bijv. alleen wanneer voorschriften voor gegevensbescherming of privacy anders niet kunnen worden nageleefd) en volledig verenigbaar moeten zijn met de relevante bepalingen van de WTO-wetgeving.
24. Er blijven veel sanitaire en fytosanitaire problemen met Rusland bestaan. Op 8 april 2014 verzocht de EU om overleg met Rusland in het kader van de WTO-geschillenbeslechting voor het regelen van geschillen rond beperkingen op de invoer van levende varkens, varkensvlees en bepaalde varkensproducten van oorsprong uit de EU, vanwege de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in beperkte gebieden in Litouwen en Polen, dicht bij de grens met Belarus. Overleg leverde niets op en op 22 juli 2014 werd een WTO-panel voor geschillenbeslechting opgericht. Een verbod op de uitvoer van aardappelen en andere planten is nog steeds van kracht sinds 1 juli 2013, en nieuwe problemen zijn onder andere een verbod op afsnijdsels van rundvlees uit de EU sinds 27 juni 2014, een verbod op groenten en fruit uit Polen (dat in het bijzonder appels treft) sinds 1 augustus 2014 en een verbod op vleesmeel, slachtafvallen en vet uit de EU sinds 22 oktober 2014.
25. Op 7 augustus 2014 vaardigde Rusland een verbod uit op landbouwproducten en levensmiddelen uit bepaalde landen – waaronder lidstaten van de EU – die sancties tegen Rusland hadden vastgesteld in het kader van de situatie in Oekraïne. Onder die producten vallen vrijwel alle vleesproducten (rundvlees, varkensvlees, pluimvee en bepaalde bereide vleeswaren), melk en zuivelproducten, groenten en fruit, en vis en schaaldieren. Ook zijn sommige verwerkte landbouwproducten verboden.
26. Op het gebied van technische handelsbelemmeringen hebben marktdeelnemers in de EU nog steeds te maken met verscheidene horizontale en sectorspecifieke belemmeringen vanwege de belastende technische regelgevingen die vaak buitensporige voorschriften voor certificering en conformiteitsbeoordeling vaststellen. In veel gevallen zijn technische voorschriften – die nu worden vastgesteld door de Euraziatische Economische Unie – onverenigbaar met internationale normen. Belangrijke voorbeelden van door de Euraziatische Economische Unie vastgestelde te zwaar belastende technische voorschriften zijn het technische voorschrift inzake de veiligheid van consumptiegoederen en goederen bestemd voor kinderen en adolescenten (relevant voor onder andere textiel, kleding en schoeisel) en het ontwerp voor een technisch voorschrift over de veiligheid van alcoholhoudende producten.
27. Rusland heeft een subsidieprogramma vastgesteld met subsidies voor producenten van landbouwmaterieel en -machines. Dit programma voorziet in subsidies voor producenten en kopers van landbouwmachines onder bepaalde voorwaarden van plaatselijke inbreng. Dit is nadelig voor EU-exporteurs van landbouwmachines (in het bijzonder van maaidorsers), voor wie de Russische markt zeer belangrijk is.
28. Op 14 mei 2013 heeft de Euraziatische Economische Commissie antidumpingrechten op lichte bedrijfsvoertuigen van oorsprong uit Duitsland en Italië ingesteld. Als gevolg van die maatregel is de uitvoer van lichte bedrijfsvoertuigen uit de EU naar Rusland vanwege de te hoge rechten praktisch gestopt. De antidumpingmaatregelen gelden voor 5 jaar en hebben gevolgen voor zo'n 180 miljoen EUR aan EU-uitvoer. De marktaanwezigheid in dit marktsegment in Rusland is voor verscheidene EU-bedrijven drastisch gedaald. De Europese Commissie heeft een WTO-procedure voor geschillenbeslechting gestart en op 20 oktober 2014 werd een panel opgericht.
4. Verschillende instrumenten om handels- en investeringsbelemmeringen aan te pakken
a. Lopende onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten
De EU voert onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten met vier van haar zes strategische economische partners, en investeringsonderhandelingen met China. Hoewel er in de onderhandelingen met India en Mercosur onvoldoende vooruitgang is geboekt, blijft de EU voornemens om ambitieuze overeenkomsten te sluiten. De onderhandelingen over het TTIP en de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Japan verlopen voorspoedig. Ook voert de EU bilaterale besprekingen met een aantal andere landen en regio's, zoals vermeld in het overzicht in deel 2.
Ondanks de verbeterde vooruitzichten voor een volledige implementatie van het 'Balipakket' van de WTO in de nabije toekomst en de verscheidenheid van veelbelovende lopende plurilaterale onderhandelingen, zijn bilaterale onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten een steeds belangrijker instrument om specifieke handelsverstorende maatregelen in belangrijke markten van derde landen aan te pakken. Met name de TTIP-onderhandelingen met de VS hebben een belangrijke strategische dimensie, aangezien een brede overeenkomst met strenge voorschriften niet alleen een positief effect zou kunnen hebben op de handel tussen de partijen, maar ook een innovatief model voor de convergentie van regelgeving zou kunnen vaststellen dat als mondiaal voorbeeld kan dienen. Een ambitieus akkoord met de VS zou de rol van de EU als mondiale leider op het gebied van regelgeving dus kunnen consolideren en verder versterken.
Naast het TTIP-model vertrouwt de EU ook op onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten om langdurige belemmeringen voor belangrijke markten aan te pakken, zoals met Japan, waar de onderhandelingen zijn gebaseerd op een brede benadering voor het wegwerken van een groot aantal niet-tarifaire belemmeringen. Deze strategie heeft in de lopende onderhandelingen al concrete resultaten opgeleverd en zou een veelbelovend model voor toekomstige onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten kunnen vormen.
Vrijhandelsovereenkomsten bieden ook het voordeel dat een groot aantal aanzienlijke belemmeringen tegelijkertijd kan worden aangepakt, en dat waar nodig verder kan worden gegaan dan de bestaande internationale handelsregels. Dergelijke overeenkomsten kunnen meehelpen bij het voorkomen van nieuwe belemmeringen.
Preferentiële handelsovereenkomsten hebben evenwel ook hun beperkingen. De onderhandelingen over en de implementatie van deze overeenkomsten neemt tijd in beslag en het nodige evenwicht tussen de over en weer gedane concessies betekent dat niet alle belemmeringen tegelijkertijd kunnen worden aangepakt.
b. Implementatie en handhaving van bestaande vrijhandelsovereenkomsten
Wat de implementatie en handhaving betreft, blijft de EU werken aan de volledige implementatie van alle gesloten overeenkomsten. Om ervoor te zorgen dat handelsmogelijkheden die door de onderhandelingen worden gecreëerd ook worden omgezet in reële handelsstromen, heeft de EU onder andere haar markttoegangsstrategie voor de follow-up van de door derde partijen gedane toezeggingen toegepast. De onderhandelingsagenda en de handhavingsagenda van de EU vullen elkaar dus aan.
De vrijhandelsovereenkomst van de EU met Zuid-Korea, die op 1 juli 2011 in werking trad, is een goed voorbeeld van hoe de implementatie van een preferentiële handelsovereenkomst op efficiënte wijze kan worden gecontroleerd. Zo konden Zuid-Korea en de EU, overeenkomstig de samenwerkingsbepalingen in de bijlage 'Chemische stoffen' van de vrijhandelsovereenkomst, verschillende aan de nieuwe Koreaanse 'K-Reach'-wetgeving verbonden vraagstukken ophelderen tijdens in het kader van de vrijhandelsovereenkomst georganiseerde bijeenkomsten van de werkgroep Chemische stoffen. Ook hebben in het kader van de vrijhandelsovereenkomst georganiseerde bijeenkomsten van de werkgroep Farmaceutische producten en medische hulpmiddelen de goede implementatie van specifieke toezeggingen tussen beide partijen in deze sectoren mogelijk gemaakt. Deze aanpak, die ook is gebruikt in het kader van de handelsovereenkomst met Colombia en Peru en met Midden-Amerika, heeft een nuttig precedent geschapen voor de aanpak van de implementatie van toekomstige vrijhandelsovereenkomsten.
c. WTO-procedures voor geschillenbeslechting
Handhavingsmaatregelen van de WTO blijven een belangrijk handhavingsinstrument, wanneer dat nodig en passend is. De EU blijft regelmatig gebruikmaken van de WTO-procedure voor geschillenbeslechting. In 2014 heeft de EU drie nieuwe gevallen van WTO-geschillenbeslechting geopend tegen Rusland, en één tegen de VS over aan Boeing toegekende subsidies.
Een aantal WTO-procedures voor geschillenbeslechting die voor 2014 door de EU zijn gestart, lopen nog. Zo werd op 17 december 2014 een WTO-panel opgericht in de zaak tegen Brazilië met betrekking tot belastingvoordelen voor binnenlandse producenten van auto's, elektronica en geautomatiseerde goederen.
WTO-geschillenbeslechting blijft de meest geschikte optie wanneer andere handhavingsinstrumenten ontoereikend zijn gebleken. Hoewel dergelijke procedures veel tijd in beslag nemen, bieden ze de mogelijkheid om aanzienlijke belemmeringen op meer systematische wijze aan te pakken en rechtszekerheid op de lange termijn te bewerkstelligen. Een belangrijk voorbeeld van een door de EU met succes aangespannen zaak betreft de beperkingen die China had opgelegd op de uitvoer van zeldzame aardmetalen. China besloot in januari 2015 de uitvoerquota op te heffen.
d. WTO-comités
De EU is een van de meest actieve WTO-leden in de comités voor technische handelsbelemmeringen en voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen. De bijeenkomsten van deze comités in Genève vormen een doeltreffend instrument om bedenkingen van de EU met betrekking tot door andere WTO-leden ingevoerde technische regelgeving en sanitaire en fytosanitaire maatregelen kenbaar te maken, meer bewustzijn voor bepaalde vraagstukken te kweken, andere WTO-leden te informeren en allianties aan te gaan.
De EU hanteert niet alleen in de comités voor technische handelsbelemmeringen en sanitaire en fytosanitaire maatregelen een proactieve aanpak, maar ook in alle andere WTO-comités, met name in de comités met betrekking tot procedures op het gebied van invoervergunningen, handelsgerelateerde investeringsmaatregelen en subsidies en compenserende maatregelen.
e. Internationale topontmoetingen
Tot slot zijn internationale topontmoetingen op zowel bilateraal als multilateraal niveau waaraan de EU en/of de lidstaten deelnemen de laatste jaren belangrijker geworden, en zij zouden moeten worden beschouwd als een belangrijk instrument om specifieke handels- en investeringsbelemmeringen aan te pakken. Staatshoofden en regeringsleiders komen regelmatiger samen om cruciale internationale economische uitdagingen te bespreken die vaak niet los kunnen worden gezien van een aantal onderliggende problemen op het gebied van handel. Bijeenkomsten in het kader van G-20 zijn wat dat betreft goede gelegenheden. In het kader van de EU-voorbereiding van topontmoetingen waarbij de HV/VV3, de Commissie en de lidstaten zijn betrokken, moet speciale aandacht worden besteed aan de handels- en investeringsbelemmeringen die in dit verslag als prioriteit zijn aangeduid.
5) Conclusies
Ook in dit vijfde verslag over handels- en investeringsbelemmeringen wordt aangetoond dat onze strategische partners een verscheidenheid aan aanzienlijke handels- en investeringsbelemmeringen hanteren, die vaak lastig zijn aan te pakken. In de huidige, over het algemeen uitdagende situatie van economische onzekerheid en aanzienlijke politieke spanningen bestaat er een groot risico dat veel van deze belemmeringen zullen blijven bestaan en dat er nieuwe belemmeringen zullen worden ingevoerd, wat voor iedereen nadelig is.
Meer vastbeslotenheid op politiek niveau en een geïntensiveerde en actieve implementatie van de EU-markttoegangstrategie blijven daarom van cruciaal belang bij de inspanningen die de EU levert om belemmeringen weg te nemen. Door gecombineerd gebruik van verschillende instrumenten, waarbij de specifieke context van iedere belemmering en de vooruitzichten op de oplossingen daarvan in aanmerking worden genomen, kunnen de beste resultaten worden bereikt.
1 Als gedefinieerd in de mededeling van de Commissie getiteld 'Handel, groei en wereldvraagstukken', http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2010/november/tradoc_146963.pdf
2 Het elfde verslag over toezicht op protectionisme is beschikbaar op http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/november/tradoc_152872.pdf
3 Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en vicevoorzitter van de Europese Commissie.
NL NL