Artikelen bij COM(2015)331 - Uitvoering van de verordening voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 10.7.2015

COM(2015) 331 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de uitvoering van Verordening (EG) nr. 428/2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de uitvoering van Verordening (EG) nr. 428/2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik


1. Inleiding

Artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 428/2009 bepaalt dat de Commissie jaarlijks aan het Europees Parlement een verslag voorlegt over de activiteiten, onderzoeken en raadplegingen van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik (Dual-Use Coordination Group hierna DUCG). Daarnaast erkent de Commissie in haar mededeling COM(2014) 244 dat de publicatie van rapporten en niet-gevoelige controlegegevens van cruciaal belang kan zijn om de transparantie te vergroten en de compliance-activiteiten van marktdeelnemers te verbeteren en hun controlecapaciteit te vergroten. Dit verslag, dat is opgesteld door de Commissie en de DUCG met inbreng van de lidstaten 1 , verstrekt informatie over de uitvoering van de verordening in 2014 en bevat geaggregeerde gegevens over uitvoercontrole voor 2013.

2. Ontwikkeling van het beleids- en regelgevingskader

2.1.    Herziening van het uitvoercontrolebeleid

2014 was een belangrijk jaar voor de herziening van het uitvoercontrolebeleid met de goedkeuring van mededeling COM(2014) 244 van 24 april 2014 die de koers voor EU-uitvoercontroles uitstippelt en concrete beleidsopties in kaart brengt om deze controles te moderniseren en aan te passen aan snel veranderende technologische, economische en politieke omstandigheden. Naast de goedkeuring van de mededeling heeft de Commissie een effectbeoordeling opgezet om de kosten en baten van de verschillende evaluatieopties in kaart te brengen en de meest geschikte regelgevings- en niet-regelgevingsmaatregelen te identificeren ( http://ec.europa.eu/smartregulation/impact/planned_ia/docs/2013_trade_015_duxc_en.pdf ).

Bij de bekendmaking van Verordening (EU) nr. 599/2014 op 12 juni 2014 werd een gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gepubliceerd over de toetsing van het controlesysteem voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik 2 , waarin wordt erkend dat modernisering en verdere convergentie van het systeem noodzakelijk zijn om gelijke tred te kunnen houden met nieuwe dreigingen en snelle technologische veranderingen, om verstoringen te beperken en een gelijk speelveld voor exporteurs te bevorderen.

Voorts heeft de Raad op 21 november 2014 conclusies over de evaluatie van het uitvoercontrolebeleid aangenomen ( http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/EN/foraff/145903.pdf ), en het Europees Parlement heeft een mondelinge vraag gesteld over dit onderwerp ( http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+OQ+O-2014-000081+0+DOC+XML+V0//NL ).

2.2.    Wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009

Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad is tijdens de verslagperiode twee keer gewijzigd:

• bij Verordening (EU) nr. 599/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 3 , werd aan de Commissie een bevoegdheidsdelegatie toegekend om de controlelijst van de EU in bijlage I ("gedelegeerde handelingen") bij te werken en om bestemmingen uit te sluiten van het toepassingsgebied van de algemene uitvoervergunningen van de Unie (EUGEA’s) met betrekking tot wapenembargo’s in bijlage II;

• bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1382/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 4 is de controlelijst van de EU in bijlage I bij de verordening geactualiseerd en zijn de wijzigingen opgenomen die in 2011, 2012 en 2013 zijn overeengekomen in het kader van de multilaterale regelingen voor uitvoercontrole. Door die wijzigingen is bijvoorbeeld de uitvoercontrole voor bepaalde producten niet meer nodig en zijn de beschrijvingen en definities van bepaalde goederen aangepast. Daarnaast zijn er enkele nieuwe controles op bijvoorbeeld internettoezicht en inbraakprogrammatuur (intrusion software) toegevoegd. De nieuwe bijgewerkte en geconsolideerde controlelijst van de EU is sinds 31 december 2014 van kracht en hierdoor is niet alleen de EU beter in staat om aan haar internationale verplichtingen te voldoen met betrekking tot de uitvoercontrole, maar hebben ook de exporteurs meer speelruimte met betrekking tot producten waarvan de controleparameters versoepeld zijn.

Verdere ontwikkeling van het regelgevingskader dient in de toekomst nader bestudeerd te worden in het kader van de herziening van het uitvoercontrolebeleid.

2.3.    Nationale uitvoeringsmaatregelen

De verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Niettemin wordt in de verordening voorzien dat de lidstaten maatregelen moeten nemen met het oog op de uitvoering van een aantal bepalingen en dat de informatie over die maatregelen in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend moet worden gemaakt. In 2014 heeft de DUCG de inbreng van de lidstaten verzameld voor het actualiseren van de kennisgeving van 6 maart 2012 5 met een overzicht van de maatregelen die door de lidstaten zijn vastgesteld, met betrekking tot bijvoorbeeld de uitbreiding van controles op de tussenhandel en doorvoer, de uitbreiding van controles tot producten die niet op de lijst staan om redenen van openbare veiligheid of uit mensenrechtenoverwegingen, de invoering van nationale algemene uitvoervergunningen, de toepassing van controles voor de overbrenging van producten binnen de EU die niet op de lijst staan en informatie met betrekking tot de nationale instanties voor de uitvoercontrole.

3. Activiteiten van de coördinatiegroep tweeërlei gebruik

Op grond van artikel 23 van de verordening is er een coördinatiegroep tweeërlei gebruik (DUCG) met deskundigen van de Commissie en uit de lidstaten ingesteld om elk vraagstuk in verband met de toepassing van uitvoercontroles te onderzoeken teneinde de praktische consistentie en de doeltreffendheid ervan binnen de gehele EU te verbeteren.

3.1.    Raadplegingen over aangelegenheden betreffende de uitvoering

Tijdens de verslagperiode heeft de DUCG als platform gefungeerd voor raadplegingen over een aantal actuele kwesties betreffende de uitvoering van de verordening. De DUCG organiseerde zeven bijeenkomsten en besprak specifieke controlekwesties als de toepassing van de vrijstelling van de cryptografienoot, de CBRN-lijsten van stoffen met een hoog risico en precursoren van explosieven, Euratom-overeenkomsten en de controle van grafiet.

De DUCG heeft een technische uitwisseling van informatie over de uitvoering van nationale maatregelen georganiseerd en heeft een geactualiseerde versie van de in het Publicatieblad gepubliceerde informatienota inzake nationale maatregelen (PB C 67 van 6 maart 2012) voorbereid.

De DUCG heeft de methoden en de aanpak voor gegevensuitwisseling onderzocht en een groot aantal vergunningsgegevens (gegevens voor 2013) verzameld ter verbetering van de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en van publieke transparantie over uitvoercontroles van de EU van producten voor tweeërlei gebruik.

De DUCG heeft samen met de douaneautoriteiten een technische subgroep opgericht om de mogelijkheden te onderzoeken voor convergentie van de douaneprogramma's voor geautoriseerde marktdeelnemers (AEO's) met interne nalevingsprogramma’s voor uitvoercontrole (ICP's). De technische subgroep richtte zich, in eerste instantie, op het opstellen van een vergelijkende tabel voor AEO's en ICP's.

De DUCG heeft een technische uitwisseling georganiseerd van informatie over de controle van producten voor de monitoring en onderschepping van informatie- en communicatietechnologieën (ICT). De DUCG heeft een deskundigengroep inzake bewakingstechnologie opgericht om dit probleem grondig te onderzoeken. Daarnaast werd een andere technische deskundigengroep inzake grafiet voor kerngebruik opgericht.

3.2.    Technische ondersteuning bij de voorbereiding van een actualisering van de controlelijst van de EU

De DUCG werd geraadpleegd en heeft de voorbereiding van een gedelegeerde verordening van de Commissie ter actualisering van de EU-controlelijst ondersteund. Speciale nationale deskundigen hebben hun technische deskundigheid en kennis gedeeld met bevoegde autoriteiten en tijdens een speciale bijeenkomst van de DUCG op de belangrijkste wijzigingen van de controlelijst gewezen.

3.3.    EU-richtsnoeren voor de uitvoercontrole van producten voor tweeërlei gebruik

De DUCG heeft een aanvulling voorbereid op de richtsnoeren van de EU ter ondersteuning van de uitwisseling van informatie en van het overleg tussen de lidstaten met betrekking tot globale vergunningen. De herziene richtsnoeren werden op 24 november 2014, als een niet-bindend instrument, goedgekeurd door de Werkgroep tweeërlei gebruik.

3.4.    Uitwisseling van informatie tussen bevoegde instanties

De DUCG werkt voortdurend aan de ontwikkeling van het e-systeem voor producten voor tweeërlei gebruik (Dual-use e-System, hierna 'DUeS'), een beveiligd en versleuteld elektronisch systeem dat door de Commissie wordt beheerd om een doeltreffende uitwisseling van informatie tussen de instanties voor uitvoercontrole en de Commissie mogelijk te maken. De DUCG heeft nieuwe functies aan het DUeS toegevoegd en verbeteringen aangebracht, waarmee informatie uitgewisseld kan worden over weigeringen van vergunningen voor de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik, alsook over exporteurs aan wie een algemene uitvoervergunning van de EU is geweigerd.

De DUCG heeft daarnaast de voorbereidingen afgerond voor de uitbreiding van het DUeS met weigeringen van uitvoervergunningen op grond van Verordening (EU) nr. 1236/2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Deze nieuwe functie zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2015 beschikbaar zijn. Technische informatie betreffende het DUeS werd eveneens toegezonden aan de Europese dienst voor extern optreden ter ondersteuning van de elektronische uitwisseling van informatie over weigeringen van wapenuitvoervergunningen.

3.5.    Transparantie en dialoog met de industrie en wetenschappelijke instellingen 

Overeenkomstig artikel 23, lid 2, organiseert de Commissie regelmatig bijeenkomsten met belanghebbenden uit de sector. In het bijzonder heeft de DUCG op 23 oktober in Brussel een forum voor de industrie georganiseerd met brancheorganisaties en maatschappelijke organisaties, om van gedachten te wisselen over de herzieningsopties die waren geïdentificeerd in de mededeling van de Commissie "De herziening van het uitvoercontrolebeleid: waarborgen van veiligheid en concurrentievermogen in een veranderende wereld" 6  ( http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/october/tradoc_152858.pdf ).

Daarnaast heeft de DUCG documentatie voorbereid om exporteurs te ondersteunen bij de uitvoering van de verordeningen. Met name worden, in het kader van informatieverstrekking, in een uitvoerige wijzigingsmededeling de bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1382/2014 aangebrachte wijzigingen aan de tekst van de controlelijst van de EU samengevat ( http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/october/tradoc_152854.pdf ).

3.6.    Toezicht op en handhaving van de uitvoercontrole

De Commissie bevordert doeltreffend toezicht op en handhaving van uitvoercontroles in de EU door uiteenlopende ondersteunende activiteiten. In 2014 heeft de Commissie een nieuwe versie van de 'correlatietabel' uitgegeven waarin douanecodes aan classificaties voor producten voor tweeërlei gebruik worden gekoppeld en parameters voor de uitvoercontroles verder worden geïntegreerd in de online database van douanetarieven van de EU (TARIC).

De nationale instanties zijn primair verantwoordelijk voor de handhaving van de uitvoercontroles. Tijdens de verslagperiode zijn er enkele handhavingsacties gemeld die hebben geresulteerd in het opleggen van administratieve sancties.

3.7.    Pool van deskundigen

Ook in 2014 heeft de pool van deskundigen, die wordt geleid door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) en door een aantal lidstaten beschikbaar gestelde deskundigen, ondersteuning geboden aan instanties voor uitvoercontrole in de EU die om advies verzochten in verband met concrete zaken op het gebied van vergunningen. In totaal werden negen adviezen verstrekt aan 6 bevoegde instanties van lidstaten.

3.8.    Capaciteitsopbouw

Het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie is in samenwerking met het Amerikaanse ministerie van Energie doorgegaan met de reeks technische seminars voor autoriteiten die vergunningen verlenen, die in 2007 van start is gegaan. Het zevende seminar vond op 6-7 mei 2014 plaats in Ispra, Italië. De evenementen werden bijgewoond door meer dan 80 ambtenaren van de EU die vergunningen verlenen en door technische deskundigen uit de lidstaten.

De DUCG heeft ook bijgedragen aan de voorbereiding door de diensten van de Commissie (JRC, TAXUD, TRADE) van een simulatieoefening voor functionarissen die vergunningen verlenen voor uitvoercontroles en douanebeambten, die in het eerste kwartaal van 2015 moet worden uitgevoerd.

4. Uitvoercontroles in de EU – Belangrijke gegevens 

Het is moeilijk om betrouwbare gegevens over de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik te krijgen omdat er voor die categorie producten geen corresponderende economische sector is gedefinieerd. De Commissie en de lidstaten verzamelen echter wel gegevens waarmee ramingen van de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik mogelijk zijn op basis van enerzijds de douanegoederen zoals die aan de hand van de correlatietabel (die ook goederen voor tweeërlei gebruik omvat) zijn geïdentificeerd en, anderzijds, van specifieke gegevens over vergunningen, zoals die door de bevoegde instanties zijn verzameld. In dit verband dient te worden opgemerkt dat de ramingen van de uitvoer zoals die hierna worden gepresenteerd geen betrekking hebben op diensten en de immateriële overbrenging van technologie verband die zijn verbonden aan de handel in producten voor tweeërlei gebruik. De hieronder gepresenteerde ramingen zijn afgeleid van uitvoergegevens van 2013.

4.1.    EU-handel in producten voor tweeërlei gebruik: categorieën en bestemmingen 

De verordening is voornamelijk van toepassing op de uitvoer van circa 1825 producten voor tweeërlei gebruik zoals opgenomen in bijlage I (de controlelijst van de EU) en de producten zijn gerangschikt in tien categorieën (figuur 1). Deze producten voor tweeërlei gebruik hebben betrekking op circa 1000 douanecategorieën 7 , waaronder chemicaliën, metalen en niet-metaalhoudende minerale producten, computers, elektronische en optische producten, elektrische apparatuur, machines, voertuigen en transportmateriaal e.d. Doorgaans behoren deze producten tot het high-tech-gedeelte van dit grote, gevarieerde goederensegment.



Figuur 1: aantal producten voor tweeërlei gebruik aan de hand van de categorieën als vermeld in bijlage I naar aanleiding van de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1382/2014.


Op basis van de correlatie tussen de douanecodes en de classificaties voor goederen voor tweeërlei gebruik wordt geschat dat controles van toepassing zijn op producten die vallen onder een 'uitvoerdomein' dat ongeveer 20 % van de totale uitvoer vertegenwoordigt (figuur 2).


Figuur 2: geraamde waarde van het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik en de totale uitvoer

Een groot gedeelte van het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik heeft betrekking op de handel binnen de EU of op de uitvoer naar 'E001-landen' die kunnen profiteren van algemene uitvoervergunningen. Dit komt ook tot uiting in de structuur van de uitvoermarkt in de EU wat de relevante goederen betreft en is mede een gevolg van de handelsbevordering op grond van de EUGEA's (figuur 3) 8 .



Figuur 3: landen van bestemming en subregio's voor het EU-uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik in 2013.



Figuur 4: landen van bestemming op basis van wereldregio’s en subregio’s, 2013




Figuur 5: top 50 van buiten de EU gelegen bestemmingen op basis van waarde in het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik 2013 9 .

4.2.    Aanvragen, vergunningen, weigeringen 

De DUCG heeft informatie uitgewisseld en vergunningsgegevens verzameld teneinde een beter inzicht te krijgen in de uitvoercontroles en hun economisch effect. Hierna wordt nader ingegaan op een deel van de gegevens die tijdens de verslagperiode zijn verzameld. Daarbij dient echter wel opgemerkt te worden dat niet alle lidstaten alle relevante gegevens verzamelen. Onderstaande informatie is dus een benaderende raming van geaggregeerde hoeveelheden en waarden op basis van de gegevens die ten tijde van het opstellen van dit verslag beschikbaar waren.

 

Figuur 6: aantal vergunningen en weigeringen (2010-2013) 10

 

Figuur 7: waarde van de vergunningen en weigeringen van 2010-2013 (mln EUR) 




Figuur 8: vergelijking van het aantal vergunningen per categorie (gegevens voor 2013)




Figuur 9: vergelijking van de waarde van vergunningen per categorie (gegevens voor 2013)

In totaal wijzen ramingen van de gegevens op een duidelijke stijging van de gecontroleerde handel in het afgelopen jaar, waarbij de waarde van de aanvragen 11 een bedrag van 85 miljard EUR bereikt en de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik derhalve goed was voor 4,9 % van de totale uitvoer naar bestemmingen buiten de EU. De erkende handel is goed voor 48 miljard EUR, d.w.z. 3,1 % van de totale uitvoer naar bestemmingen buiten de EU, waarbij voor een meerderheid van de uitvoer individuele vergunningen waren verleend (ongeveer 25 000 verleende vergunningen in 2013). Slechts een klein deel van de uitvoer werd daarentegen daadwerkelijk geweigerd: ongeveer 260 weigeringen werden afgegeven in 2013, die goed waren voor ongeveer 0,06 % van de waarde van de gecontroleerde uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik in dat jaar en voor een verwaarloosbaar gedeelte van de totale EU-uitvoer 12 .

(1)

 Sommige bevoegde autoriteiten doen ook openbaar verslag van de handel in producten voor tweeërlei gebruik.

(2)

Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 599/2014.

(3)

PB L 173 van 12.6.2014, blz. 79.

(4)

PB L 371 van 30.12.2014, blz. 1.

(5)

PB C 67 van 6.3.2012, blz. 1.

(6)

COM (2014) 244 final van 24 april 2014.

(7)

Het begrip uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik heeft betrekking op dit grote, gevarieerde goederensegment waar producten voor tweeërlei gebruik onder vallen. De handel in producten voor tweeërlei gebruik vindt plaats binnen dit goederensegment, maar is hier niet identiek aan, aangezien voor een omvangrijk gedeelte van deze goederen binnen het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik geen uitvoercontrole geldt. Uit metingen van het JRC, gebaseerd op de COMEXT-databank van Eurostat, blijkt dat er sprake is van een stabiele raming van het uitvoerdomein met producten voor tweeërlei gebruik die duidt op een omvang van circa 20 % van de totale EU-uitvoer (inclusief de handel binnen de EU).

(8)

"Boordprovisie en -benodigdheden, alsmede bunkermateriaal extra" worden gedefinieerd als de levering van boordproviand.

(9)

"Niet nader bep. extra" omvat niet nader bepaalde landen en gebieden in het kader van het handelsverkeer met buiten de EU gelegen bestemmingen (deze codes worden gewoonlijk gebruikt voor goederen die zijn geleverd voor offshore installaties).    

"Geh. extra" omvat om commerciële of militaire redenen niet nader bepaalde landen en gebieden.

(10)

In figuur 6 en figuur 7 omvatten de gegevens voor 'Aanvragen' alle aanvragen voor vergunningen met inbegrip van kennisgevingen op grond van algemene vergunningen, hetgeen een indicatie geeft van 'gecontroleerde handel'. De grafieken gebruikt in gevallen waar geen aanvraaggegevens beschikbaar zijn vergunningsgegevens voor een raming van de aanvraaggegevens. De gegevens voor 'Vergunningen' hebben betrekking op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die zijn toegestaan op grond van individuele en globale vergunningen. Er moet worden opgemerkt dat het aantal aanvragen niet noodzakelijkerwijs gelijk is aan de optelsom van de vergunningen en de weigeringen, aangezien er sprake kan zijn van ingetrokken aanvragen of van aanvragen die niet in hetzelfde jaar zijn afgerond. 'Weigering' verwijst naar de omvang en de waarde van de geweigerde uitvoer.

(11)

Dit cijfer omvat de waarde van de aanvragen en kennisgevingen op grond van de algemene uitvoervergunningen.

(12)

     In 2013 bedroeg de geweigerde uitvoer 0,003 % van de totale uitvoer naar bestemmingen buiten de EU.