Artikelen bij COM(2015)586 - Wijziging van Verordening (EU) 806/2014 met het oog op de instelling van een Europees depositoverzekeringsstelsel

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 806/2014

Verordening (EU) nr. 806/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1. de titel wordt vervangen door:

"VERORDENING (EU) Nr. 806/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 juli 2014 betreffende een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een Europees depositoverzekeringsstelsel en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010";

2. artikel 1 wordt vervangen door:

"Artikel 1 - Onderwerp

1. Bij deze verordening worden eenvormige regels en een eenvormige procedure vastgesteld voor de afwikkeling van de in artikel 2 bedoelde entiteiten die in de in artikel 4 bedoelde deelnemende lidstaten zijn gevestigd.

Deze eenvormige regels en deze eenvormige procedure worden toegepast door de gemeenschappelijke afwikkelingsraad, opgericht overeenkomstig artikel 42 ("de afwikkelingsraad"), samen met de Raad en de Commissie en de nationale afwikkelingsautoriteiten in het kader van het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme ("GAM") dat bij deze verordening wordt ingesteld. Het GAM wordt ondersteund door een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds ("het afwikkelingsfonds").

Het gebruik van het afwikkelingsfonds is afhankelijk van de inwerkingtreding van een overeenkomst tussen de deelnemende lidstaten ("de Overeenkomst"), die betrekking heeft op de overdracht van de op nationaal niveau geïnde middelen naar het afwikkelingsfonds alsook van de geleidelijke samenvoeging van de op nationaal niveau geïnde middelen die moeten worden toegewezen aan nationale compartimenten van het afwikkelingsfonds.

2. Daarnaast wordt bij deze verordening een Europees depositoverzekeringsstelsel ingesteld in drie opeenvolgende fasen:

– een herverzekeringsstelsel dat tot op zekere hoogte financiering verstrekt en een deel van de verliezen van deelnemende depositogarantiestelsels dekt overeenkomstig artikel 41 bis;

– een medeverzekeringsstelsel dat in geleidelijk toenemende mate financiering verstrekt en verliezen van deelnemende depositogarantiestelsels dekt overeenkomstig artikel 41 quater;

– een stelsel van volledige verzekering dat financiering verstrekt en de verliezen van deelnemende depositogarantiestelsels dekt overeenkomstig artikel 41 sexies.

Het Europees depositoverzekeringsstelsel wordt overeenkomstig deel II bis beheerd door de afwikkelingsraad in samenwerking met de deelnemende depositogarantiestelsels en aangewezen autoriteiten. Het Europees depositoverzekeringsstelsel wordt ondersteund door een depositoverzekeringsfonds."

3. artikel 2 wordt vervangen door:

Artikel 2 - Toepassingsgebied

1. Voor de toepassing van het GAM is deze verordening van toepassing op de volgende entiteiten:

(a)kredietinstellingen die in een deelnemende lidstaat zijn gevestigd;

(b)in een van de deelnemende lidstaten gevestigde moederondernemingen, met inbegrip van financiële holdings en gemengde financiële holdings, indien deze onder het toezicht op geconsolideerde basis staan dat door de ECB wordt uitgeoefend in overeenstemming met artikel 4, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 1024/2013;

(c)in een deelnemende lidstaat gevestigde beleggingsondernemingen en financiële instellingen indien deze vallen onder het toezicht op geconsolideerde basis op de moederonderneming dat door de ECB wordt uitgeoefend in overeenstemming met artikel 4, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 1024/2013.

2. Voor de toepassing van het Europees depositoverzekeringsstelsel is deze verordening van toepassing op de volgende entiteiten:

(a)deelnemende depositogarantiestelsels als omschreven in artikel 3, lid 1 bis, punt 1;

(b)kredietinstellingen die aangesloten zijn bij deelnemende depositogarantiestelsels.

Indien deze verordening rechten of verplichtingen schept voor een deelnemend depositiegarantiestelsel dat wordt beheerd door een aangewezen autoriteit als omschreven in artikel 2, lid 1, punt 18, van Richtlijn 2014/49/EU, gelden de rechten of verplichtingen voor de aangewezen autoriteit.";

4. artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

(a)aan lid 1 worden de volgende punten 55, 56 en 57 toegevoegd:

"55."deelnemende depositogarantiestelsels": depositogarantiestelsels als omschreven in artikel 2, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/49/EU die zijn ingevoerd en officieel erkend in een deelnemende lidstaat;

56. 'uitbetalingsgebeurtenis': het voorkomen van niet-beschikbare deposito's als omschreven in artikel 2, lid 1, punt 8, van Richtlijn 2014/49/EU met betrekking tot een kredietinstelling die is aangesloten bij een deelnemend depositogarantiestelsel;

57. 'beschikbare financiële middelen van het depositoverzekeringsfonds': contant geld, deposito’s en activa met een laag risico die kunnen worden geliquideerd binnen een tijdsbestek dat de in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2014/49/EU bepaalde termijn niet overschrijdt.";

(a)lid 2 wordt vervangen door:

"2.    De definities bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2014/49/EU en artikel 2 van Richtlijn 2014/59/EU zijn van toepassing indien een definitie relevant is maar niet in de voorgaande leden is opgenomen.

De definities bedoeld in artikel 3 van Richtlijn 2013/36/EU zijn van toepassing indien een definitie relevant is maar niet artikel 2 van Richtlijn 2014/49/EU en artikel 2 van Richtlijn 2014/59/EU is opgenomen.";

5. In artikel 4 worden de leden 2, 3 en 4 vervangen door:

"2. Indien de nauwe samenwerking tussen een lidstaat en de ECB overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 wordt opgeschort of beëindigd, vallen de in artikel 2 van deze verordening bedoelde entiteiten die in die lidstaat zijn gevestigd of erkend, met ingang van de toepassingsdatum van het besluit tot opschorting of beëindiging van de nauwe samenwerking niet meer onder deze verordening.

3. In het geval dat de nauwe samenwerking welke een lidstaat die de euro niet als munt heeft is aangegaan met de ECB overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 wordt beëindigd, neemt de afwikkelingsraad binnen drie maanden nadat het besluit tot beëindiging van de nauwe samenwerking is genomen, in overeenstemming met die lidstaat, een besluit over de modaliteiten en eventuele toepasselijke voorwaarden voor:

(a)de recuperatie van de bijdragen die de betrokken lidstaat aan het afwikkelingsfonds heeft overgedragen;

(b)de overdracht van de bijdragen aan officieel erkende depositogarantiestelsels in de betrokken lidstaat die door de bij die depositogarantiestelsels aangesloten kredietinstellingen in het depositoverzekeringsfonds werden gestort.

Voor de toepassing van punt a) van de eerste alinea omvatten de te recupereren bijdragen het gedeelte van het met de betrokken lidstaat overeenkomende compartiment dat niet wordt gemutualiseerd. Indien gedurende de overgangsfase, als bepaald in de Overeenkomst, de recuperatie van het gedeelte dat niet is gemutualiseerd, niet volstaat om de financiering voor het opzetten door de betrokken lidstaat van zijn nationale financieringsregeling conform Richtlijn 2014/59/EU mogelijk te maken, omvatten de te recupereren bijdragen ook de totaliteit of een deel van het gedeelte van het met die lidstaat overeenkomende compartiment dat overeenkomstig de Overeenkomst is gemutualiseerd, of anders, na de overgangsfase, de totaliteit of een deel van de bijdragen die door de betrokken lidstaat gedurende de nauwe samenwerking zijn overgedragen, voor een bedrag dat volstaat om de financiering van die nationale financieringsregeling mogelijk te maken.

Bij de beoordeling welk bedrag aan financiële middelen te recupereren is uit het gedeelte dat is gemutualiseerd, of anders, na de overgangsperiode, uit het afwikkelingsfonds, worden de volgende bijkomende criteria in aanmerking genomen:

(a)de manier waarop de nauwe samenwerking met de ECB is beëindigd, namelijk hetzij vrijwillig, overeenkomstig artikel 7, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1024/2013, of niet;

(b)het bestaan van lopende afwikkelingsmaatregelen op de datum van beëindiging;

(c)de conjunctuurfase waarin de betrokken lidstaat zich bevindt op de datum van beëindiging.

De te recupereren bedragen worden verdeeld gedurende een beperkte periode naar rato van de duur van de nauwe samenwerking. Het aandeel van de betrokken lidstaat in de financiële middelen van het afwikkelingsfonds welke gedurende de periode van nauwe samenwerking voor afwikkelingsmaatregelen zijn gebruikt, worden in mindering gebracht op de te recupereren bedragen.

Voor de toepassing van punt b) van de eerste alinea is het bedrag dat aan elk officieel erkend depositogarantiestelsel in de betrokken lidstaat wordt overgedragen, gelijk aan de beschikbare financiële middelen van het depositoverzekeringsfonds vermenigvuldigd met de verhouding tussen punt a) en punt b):

(a)het bedrag van alle vooraf te betalen bijdragen die door de bij het betrokken depositogarantiestelsel aangesloten kredietinstellingen in het depositoverzekeringsfonds werden gestort;

(b)het bedrag van alle vooraf te betalen bijdragen die in het depositoverzekeringsfonds werden gestort.

Het overgedragen bedrag is niet hoger dan het bedrag dat voor de beschikbare financiële middelen van het betrokken depositogarantiestelsel nodig is om twee derde van het in artikel 10, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2014/49/EU vastgestelde streefbedrag te bereiken.

4. Deze verordening blijft van toepassing op de afwikkelings- en depositoverzekeringsprocedures die lopen op de toepassingsdatum van een in lid 2 bedoeld besluit.";

6. in artikel 5, lid 2, wordt de eerste alinea vervangen door:

"De afwikkelingsraad, de Raad en de Commissie, en, waar van toepassing, de nationale afwikkelingsautoriteiten en deelnemende depositogarantiestelsels, nemen besluiten onder voorbehoud van en in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht, en met name wetgevings- en niet-wetgevingshandelingen, met inbegrip van die welke in de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden bedoeld.";

7. artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

(a)de leden 1 en 2 worden vervangen door:

"1. Geen handeling, voorstel of beleidsmaatregel van de afwikkelingsraad, de Raad, de Commissie, een nationale afwikkelingsautoriteit of een deelnemend depositogarantiestelsel discrimineert entiteiten, depositohouders, beleggers of andere crediteuren die in de Unie zijn gevestigd op grond van hun nationaliteit of hoofdkantoor.

2. Bij elke handeling, elk voorstel of elke beleidsmaatregel van de afwikkelingsraad, de Raad, de Commissie, een nationale afwikkelingsautoriteit of een deelnemend depositogarantiestesel in het kader van het GAM of het Europees depositoverzekeringsstelsel wordt ten volle rekening gehouden met en zorg gedragen voor de eenheid en de integriteit van de interne markt.";

(b)lid 7 wordt vervangen door:

"7. Indien de afwikkelingsraad een tot een nationale afwikkelingsautoriteit of een deelnemend depositogarantiestelsel gericht besluit neemt, heeft de nationale afwikkelingsautoriteit of het deelnemende depositogarantiestelsel het recht om de te nemen maatregelen nader te specificeren. Dergelijke specificaties moeten voldoen aan het besluit van de afwikkelingsraad in kwestie.";

8. de titel van deel II wordt vervangen door: 'Gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme';

9. artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door:

"Voor zover de door de afwikkelingsraad voorgestelde afwikkelingsmaatregel een gebruik van de fondsen (het afwikkelingsfonds of het depositoverzekeringsfonds) inhoudt, stelt de afwikkelingsraad de Commissie in kennis van het voorgestelde gebruik van de fondsen. De kennisgeving van de afwikkelingsraad bevat alle informatie die nodig is om de Commissie in staat te stellen haar beoordelingen uit hoofde van dit artikel uit te voeren.";

(b)in lid 3 worden in de derde, vijfde en zevende alinea de woorden 'het Fonds' vervangen door 'de fondsen', waarbij de nodige grammaticale wijzigingen worden aangebracht;

(c)in lid 5 wordt de tweede alinea vervangen door:

"De afwikkelingsraad stort de uit hoofde van de eerste alinea ontvangen bedragen in het respectieve fonds (het afwikkelingsfonds of het depositoverzekeringsfonds) en neemt deze bedragen in aanmerking bij de bepaling van de bijdragen overeenkomstig de artikelen 70, 71, 74 quater en 74 quinquies.";

(d)in de leden 7 en 10 worden de woorden 'het Fonds' vervangen door de woorden 'de fondsen', waarbij de nodige grammaticale wijzigingen worden aangebracht;

10. deel II bis wordt als volgt ingevoegd:

"DEEL II bis
EUROPEES DEPOSITOVERZEKERINGSSTELSEL

TITEL I: FASEN VAN HET EUROPEES DEPOSITOVERZEKERINGSSTELSEL

Hoofdstuk 1
Herverzekering

Artikel 41 bis
Gedeeltelijke financiering en dekking van verliesexcedent

1. Vanaf de in artikel 99, lid 5 bis, vastgestelde toepassingsdatum worden de deelnemende depositogarantiestelsels overeenkomstig dit hoofdstuk door het Europees depositoverzekeringsstelsel herverzekerd gedurende een periode van drie jaar ("herverzekeringsfase").

2. Indien een deelnemend depositogarantiestelsel met een uitbetalingsgebeurtenis wordt geconfronteerd of overeenkomstig artikel 79 van deze verordening in het kader van afwikkeling wordt gebruikt, kan het van het depositoverzekeringsfonds financiering vorderen van ten hoogste 20 % van zijn tekort aan liquiditeit als omschreven in artikel 41 ter.

3. Het depositoverzekeringsfonds dekt ook 20 % van het verliesexcedent van het deelnemende depositogarantiestelsel als omschreven in artikel 41 quater. Het deelnemende depositogarantiestelsel betaalt het uit hoofde van lid 2 van dit artikel verkregen financieringsbedrag terug, verminderd met het bedrag van de dekking van het verliesexcedent, volgens de in artikel 41 sexdecies beschreven procedure.

4. De financiering of de dekking van het verliesexcedent is niet hoger dan 20 % van het initiële streefbedrag van het depositoverzekeringsfonds overeenkomstig artikel 74 ter, lid 1, van deze verordening of tien maal het streefbedrag van het deelnemende depositogarantiestelsel als omschreven in artikel 10, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2014/49/EU, naargelang welk van beide bedragen het laagst is.

Artikel 41 ter
Tekort aan liquiditeit

1. Indien het deelnemende depositogarantiestelsel met een uitbetalingsgebeurtenis wordt geconfronteerd, wordt zijn tekort aan liquiditeit berekend als het totale bedrag van gedekte deposito's in de zin van artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2014/49/EU dat door de kredietinstelling op het moment van de uitbetalingsgebeurtenis wordt gehouden, verminderd met:

a) het bedrag van de beschikbare financiële middelen waarover het deelnemende depositogarantiestelsel zou moeten beschikken op het moment van de uitbetalingsgebeurtenis indien het overeenkomstig artikel 41 undecies vooraf te betalen bijdragen had geïnd;

b) het bedrag van de in artikel 10, lid 8, van Richtlijn 2014/49/EU omschreven buitengewone bijdragen die het deelnemende depositogarantiestelsel binnen drie dagen na de uitbetalingsgebeurtenis kan innen.

2. Indien het deelnemende depositogarantiestelsel in afwikkelingsprocedures wordt gebruikt, wordt zijn tekort aan liquiditeit berekend als het bedrag dat overeenkomstig artikel 79 door de afwikkelingsautoriteit is vastgesteld, verminderd met het bedrag van de beschikbare financiële middelen waarover het deelnemende depositogarantiestelsel zou moeten beschikken op het moment van de vaststelling indien het overeenkomstig artikel 41 undecies vooraf te betalen bijdragen had geïnd.

Artikel 41 quater
Verliesexcedent

1. Indien het deelnemende depositogarantiestelsel met een uitbetalingsgebeurtenis wordt geconfronteerd, wordt zijn verliesexcedent berekend als het totale bedrag dat het stelsel overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2014/49/EU aan de deposanten heeft terugbetaald, verminderd met:

a) het bedrag dat het deelnemende depositogarantiestelsel heeft teruggevorderd door middel van subrogatie in de rechten van de deposanten in een procedure tot liquidatie of sanering uit hoofde van artikel 9, lid 2, eerste zin, van Richtlijn 2014/49/EU;

b) het bedrag van de beschikbare financiële middelen waarover het deelnemende depositogarantiestelsel zou moeten beschikken op het moment van de uitbetalingsgebeurtenis indien het overeenkomstig artikel 41 undecies vooraf te betalen bijdragen had geïnd;

c) het bedrag van de achteraf te betalen bijdragen die het deelnemende depositogarantiestelsel overeenkomstig artikel 10, lid 8, eerste alinea, eerste zin, van Richtlijn 2014/49/EU binnen één kalenderjaar kan innen, welk bedrag het overeenkomstig artikel 41 ter, lid 1, onder b), van deze verordening geïnde bedrag bevat.

2. Indien de middelen van het deelnemende depositogarantiestelsel in afwikkelingsprocedures worden gebruikt, is zijn verliesexcedent het door de afwikkelingsautoriteit overeenkomstig artikel 79 vastgestelde bedrag, verminderd met:

a) het bedrag van elk verschil dat aan het deelnemende depositogarantiestelsel werd betaald overeenkomstig artikel 75 van Richtlijn 2014/59/EU;

b) het bedrag van de beschikbare financiële middelen waarover het deelnemende depositogarantiestelsel zou moeten beschikken op het moment van de vaststelling indien het overeenkomstig artikel 41 undecies vooraf te betalen bijdragen had geïnd.

Hoofdstuk 2
Medeverzekering

Artikel 41 quinquies
Financiering en verliesdekking

1. Vanaf het einde van de herverzekeringsfase worden de deelnemende depositogarantiestelsels overeenkomstig dit hoofdstuk door het Europees depositoverzekeringsstelsel medeverzekerd gedurende een periode van vier jaar ("medeverzekeringsfase").

2. Indien een deelnemend depositogarantiestelsel met een uitbetalingsgebeurtenis wordt geconfronteerd of overeenkomstig artikel 109 van Richtlijn 2014/59/EU of artikel 79 van deze verordening in het kader van afwikkeling wordt gebruikt, kan het van het depositoverzekeringsfonds financiering vorderen van een deel van zijn liquiditeitsbehoefte als omschreven in artikel 41 septies van deze verordening. Het aandeel stijgt overeenkomstig artikel 41 sexies.

3. Het depositoverzekeringsfonds dekt ook een deel van het verlies van het deelnemende depositogarantiestelsel als omschreven in artikel 41 octies. Het aandeel stijgt overeenkomstig artikel 41 sexies. Het deelnemende depositogarantiestelsel betaalt het uit hoofde van lid 2 verkregen financieringsbedrag terug, verminderd met het bedrag van de verliesdekking, volgens de in artikel 41 sexdecies beschreven procedure.

Artikel 41 sexies
Verhoging van de financiering en de verliesdekking

Het aandeel van de dekking overeenkomstig artikel 41 quinquies, tweede en derde alina, stijgt in de loop van de medeverzekeringsfase als volgt:

– in het eerste jaar van de medeverzekeringsfase bedraagt het 20 %;

– in het tweede jaar van de medeverzekeringsfase bedraagt het 40 %;

– in het derde jaar van de medeverzekeringsfase bedraagt het 60 %;

– in het vierde jaar van de medeverzekeringsfase bedraagt het 80 %.

Artikel 41 septies
Liquiditeitsbehoefte

1. Indien het deelnemende depositogarantiestelsel met een uitbetalingsgebeurtenis wordt geconfronteerd, wordt de liquiditeitsbehoefte beschouwd als het totale bedrag van de gedekte deposito's in de zin van artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2014/49/EU dat in de kredietinstelling wordt gehouden op het moment van de uitbetalingsgebeurtenis.

2. Indien het deelnemende depositogarantiestelsel in afwikkelingsprocedures wordt gebruikt, is zijn liquiditeitsbehoefte het door de afwikkelingsautoriteit vastgestelde bedrag overeenkomstig artikel 109 van Richtlijn 2014/59/EU of artikel 79 van deze verordening.

Artikel 41 octies
Verlies

1. Indien het deelnemende depositogarantiestelsel met een uitbetalingsgebeurtenis wordt geconfronteerd, is zijn verlies het volledige bedrag dat het overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2014/49/EU aan de deposanten heeft terugbetaald, verminderd met het bedrag dat het deelnemende depositogarantiestelsel heeft teruggevorderd middels subrogatie in de rechten van de deposanten in een procedure tot liquidatie of sanering uit hoofde van artikel 9, lid 2, eerste zin, van Richtlijn 2014/49/EU.

2. Indien het deelnemende depositogarantiestelsel in afwikkelingsprocedures wordt gebruikt, is zijn verlies het door de afwikkelingsautoriteit vastgestelde bedrag overeenkomstig artikel 109 van Richtlijn 2014/59/EU of artikel 79 van deze verordening, verminderd met het bedrag van elk verschil dat aan het deelnemende depositogarantiestelsel werd betaald overeenkomstig artikel 75 van Richtlijn 2014/59/EU.

Hoofdstuk 3
Volledige verzekering

Artikel 41 - nonies Financiering en verliesdekking

1. Vanaf het einde van de medeverzekeringsfase wordt het deelnemende depositogarantiestelsel overeenkomstig dit hoofdstuk volledig door het Europees depositoverzekeringsstelsel verzekerd.

2. Indien een deelnemend depositogarantiestelsel met een uitbetalingsgebeurtenis wordt geconfronteerd of overeenkomstig artikel 109 van Richtlijn 2014/59/EU of artikel 79 van deze verordening in het kader van afwikkeling wordt gebruikt, kan het van het depositoverzekeringsfonds financiering vorderen van zijn liquiditeitsbehoefte als omschreven in artikel 41 septies van deze verordening.

3. Het depositoverzekeringsfonds dekt ook het verlies van het deelnemende depositogarantiestelsel als omschreven in artikel 41 octies. Het deelnemende depositogarantiestelsel betaalt het uit hoofde van lid 2 verkregen financieringsbedrag terug, verminderd met het bedrag van de verliesdekking, volgens de in artikel 41 sexdecies beschreven procedure.

Hoofdstuk 4
Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 41 decies
Uitsluiting van dekking door het Europees depositoverzekeringsstelsel

1. Een deelnemend depositogarantiestelsel wordt niet gedekt door het Europees depositoverzekeringsstelsel in de herverzekeringsfase, de medeverzekeringfase of de fase van volledige verzekering indien de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van de afwikkelingsraad of een deelnemende lidstaat, besluit en de afwikkelingsraad dienovereenkomstig informeert dat voldaan is aan ten minste één van de volgende voorwaarden tot uitsluiting:

(a)het deelnemende depositogarantiestelsel is de verplichtingen uit hoofde van deze verordening of de artikelen 4, 6, 7 of 10 van Richtlijn 2014/49/EU niet nagekomen;

(b)het deelnemende depositogarantiestelsel, de in artikel 3 van Richtlijn 2014/49/EU bedoelde relevante administratieve autoriteit of een andere relevante autoriteit van de betrokken lidstaat heeft in verband met een bepaalde aanvraag tot dekking door het Europees depositoverzekeringsstelsel gehandeld op een manier die strijdig is met het beginsel van loyale samenwerking dat in artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie is neergelegd.

2. Indien een deelnemend depositogarantiestelsel reeds financiering heeft ontvangen en er aan ten minste één van de in lid 1 bedoelde voorwaarden tot uitsluiting met betrekking tot een uitbetalingsgebeurtenis of gebruik in afwikkeling voldaan is, kan de Commissie gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de financiering aan het depositoverzekeringsfonds gelasten.

Artikel 41 undecies
Door deelnemende depositogarantiestelsels te volgen financieringstraject

1. Een deelnemend depositogarantiestelsel wordt alleen herverzekerd, medeverzekerd of volledig verzekerd door het Europees depositoverzekeringsstelsel tijdens het jaar volgend op uiterlijk een van de hierna vermelde data, indien zijn beschikbare financiële middelen die door middel van de in artikel 10, lid 1, van Richtlijn 2014/49/EU bedoelde bijdragen zijn geïnd, tegen die datum ten minste gelijk zijn aan de volgende percentages van het totale bedrag van de gedekte deposito's van alle kredietinstellingen die aangesloten zijn bij het deelnemende depositogarantiestelsel:

– uiterlijk op 3 juli 2017: 0,14 %;

– uiterlijk op 3 juli 2018: 0,21 %;

– uiterlijk op 3 juli 2019: 0,28 %;

– uiterlijk op 3 juli 2020: 0,28 %;

– uiterlijk op 3 juli 2021: 0,26 %;

– uiterlijk op 3 juli 2022: 0.20 %;

– uiterlijk op 3 juli 2023: 0,11 %;

– uiterlijk op 3 juli 2024: 0 %.

2. Na overleg met de afwikkelingsraad kan de Commissie een afwijking van de in lid 1 vastgestelde vereisten goedkeuren om naar behoren gemotiveerde redenen die verband houden met de conjunctuurcyclus in de betrokken lidstaat, het mogelijke effect van procyclische bijdragen, of met een uitbetalingsgebeurtenis op nationaal niveau. Dergelijke afwijkingen moeten tijdelijk zijn en kunnen worden onderworpen aan het vervullen van bepaalde voorwaarden.

TITEL II - PROCEDURELE BEPALINGEN


Artikel 41 duodecies
Voorlopige informatie

Indien een deelnemend depositogarantiestelsel door de bevoegde autoriteit in kennis is gesteld of langs een andere weg kennis heeft gekregen van omstandigheden met betrekking tot een bij dat deelnemende depositogarantiestelsel aangesloten kredietinstelling die wellicht tot een uitbetalingsgebeurtenis of zijn gebruik in afwikkelingsprocedures zullen leiden, stelt het de afwikkelingsraad onverwijld van die omstandigheden in kennis indien het voornemens is dekking door het Europees depositoverzekeringsstelsel aan te vragen. In dit geval verstrekt het deelnemende depositogarantiestelsel de afwikkelingsraad ook een raming van het verwachte tekort aan liquiditeit of de verwachte liquiditeitsbehoefte.

Artikel 41 terdecies
Plicht tot kennisgeving

1. Indien een deelnemend depositogarantiestelsel met een uitbetalingsgebeurtenis wordt geconfronteerd of overeenkomstig artikel 109 van Richtlijn 2014/59/EU of artikel 79 van deze verordening in het kader van afwikkeling wordt gebruikt, stelt het de afwikkelingsraad onmiddellijk daarvan in kennis en verstrekt het alle nodige informatie zodat de afwikkelingsraad kan beoordelen of aan de voorwaarden voor het verstrekken van financiering en verliesdekking overeenkomstig de artikelen 41 bis, 41 quinquies en 41 nonies van deze verordening is voldaan.

2. Het deelnemende depositogarantiestelsel stelt de afwikkelingsraad met name in kennis van:

(a)het bedrag van de gedekte deposito's van de betrokken kredietinstelling;

(b)zijn beschikbare financiële middelen op het moment van de uitbetalingsgebeurtenis of het gebruik in afwikkeling;

(c)in geval van een uitbetalingsgebeurtenis, een raming van de buitengewone bijdragen die het binnen drie dagen na die gebeurtenis kan innen;

(d)alle omstandigheden waardoor het verhinderd zou zijn om zijn in de nationale wetgeving tot omzetting van Richtlijn 2014/49/EU vastgestelde verplichtingen na te komen en mogelijke oplossingen.

Artikel 41 quaterdecies
Vaststelling van het financieringsbedrag

1. Na de ontvangst van de in artikel 41 duodecies bedoelde kennisgeving besluit de afwikkelingsraad binnen 24 uur in zijn bestuursvergadering of aan de voorwaarden voor dekking door het Europees depositoverzekeringsfonds voldaan is, en stelt hij het financieringsbedrag vast dat hij aan het deelnemende depositogarantiestelsel zal verstrekken.

2. Indien de afwikkelingsraad overeenkomstig artikel 41 duodecies, vóór of tegelijkertijd met de in lid 1 bedoelde kennisgeving, van één of meerdere andere waarschijnlijke uitbetalingsgebeurtenissen of aanwendingen in afwikkeling in kennis was gesteld, kan hij de in lid 1 vastgestelde termijn verlengen met ten hoogste zeven dagen. Indien tijdens deze verlengde termijn overeenkomstig artikel 41 duodecies van bijkomende betalingsgebeurtenissen of aanwendingen kennis wordt gegeven en de totale financiering die uit het depositoverzekeringsfonds kan worden gevorderd, mogelijk zijn beschikbare financiële middelen overtreft, is de verstrekte financiering voor elke meegedeelde uitbetalingsgebeurtenis of aanwending in afwikkeling gelijk aan de beschikbare financiële middelen van het depositoverzekeringsfonds vermenigvuldigd met de verhouding tussen punt a) en punt b):

a) het financieringsbedrag dat het betrokken deelnemende depositogarantiestelsel uit het depositoverzekeringsfonds zou kunnen vorderen voor de uitbetalingsgebeurtenis of het gebruik in afwikkeling indien er geen andere uitbetalingsgebeurtenissen of aanwendingen in afwikkelingen meegedeeld waren;

b) de som van alle financieringsbedragen die elk betrokken deelnemend depositogarantiestelsel uit het depositoverzekeringsfonds zou kunnen vorderen voor elke uitbetalingsgebeurtenis of elk gebruik in afwikkeling indien er geen andere uitbetalingsgebeurtenissen of aanwendingen in afwikkeling meegedeeld waren.

3. De afwikkelingsraad stelt het deelnemende depositogarantiestelsel onmiddellijk in kennis van zijn besluit overeenkomstig de leden 1 en 2. Het deelnemende depositogarantiestelsel kan binnen 24 uur nadat het van het besluit van de afwikkelingsraad in kennis is gesteld, om een herziening van dat besluit verzoeken. In het verzoek geeft het aan waarom het een wijziging van het besluit van de afwikkelingsraad nodig acht, met name in verband met de omvang van de dekking door het Europees depositoverzekeringsstelsel. De afwikkelingsraad neemt binnen nog eens 24 uur een besluit over het verzoek.

Artikel 41 quindecies
Verstrekking van financiering

De afwikkelingsraad verstrekt financiering uit hoofde van de artikelen 41 bis, lid 2, 41 quinquies, lid 2, en 41 nonies, lid 2, in overeenstemming met de volgende bepalingen:

(a)de financiering wordt verstrekt in de vorm van een geldelijke bijdrage aan het deelnemende depositogarantiestelsel;

(b)de middelen zijn onmiddellijk verschuldigd na de in artikel 41 quaterdecies bedoelde vaststelling van de afwikkelingsraad.

Artikel 41 sexdecies
Terugbetaling van financiering en vaststelling van het verliesexcedent en het verlies

1. Het deelnemende depositogarantiestelsel betaalt de financiering die de afwikkelingsraad overeenkomstig artikel 41 quindecies heeft verstrekt, terug, verminderd met het bedrag van de dekking van het verliesexcedent in geval van dekking uit hoofde van artikel 41 bis of het bedrag van de verliesdekking in geval van dekking uit hoofde van artikel 41 quinquies of artikel 41 nonies.

2. Tot de beëindiging van de insolventie- of afwikkelingsprocedure stelt de afwikkelingsraad op jaarbasis het bedrag vast dat het deelnemende depositogarantiestelsel reeds heeft teruggevorderd van de insolventieprocedure of reeds overeenkomstig artikel 75 van Richtlijn 2014/59/EU heeft ontvangen. Het deelnemende depositogarantiestelsel verstrekt de afwikkelingsraad alle informatie die nodig is om dit vast te stellen. Het deelnemende depositogarantiestelsel betaalt de afwikkelingsraad een deel van dat bedrag dat overeenstemt met het aandeel dat overeenkomstig artikel 41 bis, artikel 41 quinquies of artikel 41 nonies door het Europees depositoverzekeringsstelsel wordt gedekt.

3. In geval van dekking uit hoofde van artikel 41 bis betaalt het deelnemende depositogarantiestelsel de afwikkelingsraad tegen het einde van het eerste kalenderjaar na de verstrekking van de financiering eveneens een bedrag dat gelijk is aan de achteraf te betalen bijdragen die het overeenkomstig artikel 10, lid 8, eerste alinea, van Richtlijn 2014/49/EU binnen één kalenderjaar kan innen, verminderd met het bedrag van de achteraf te betalen bijdragen die het overeenkomstig artikel 41 ter, lid 1, onder b), van deze verordening heeft geïnd.

4. Na de beëindiging van de insolventie- of afwikkelingsprocedure van de betrokken kredietinstelling stelt de afwikkelingsraad onverwijld het verliesexcedent overeenkomstig artikel 41 quinquies of het verlies overeenkomstig artikel 41 nonies vast. Indien deze vaststelling tot een terugbetalingsverplichting van het deelnemende depositogarantiestelsel leidt die verschilt van de overeenkomstig de leden 2 en 3 terugbetaalde bedragen, wordt het verschil onverwijld tussen de afwikkelingsraad en het deelnemende depositogarantiestelsel vereffend.

Artikel 41 septdecies
Toezicht op uitbetalingen aan deposanten en gebruik in afwikkeling

1. Na het verstrekken van financiering in geval van een uitbetalingsgebeurtenis overeenkomstig artikel 41 quindecies houdt de afwikkelingsraad nauwlettend toezicht op de door het deelnemende depositogarantiestelsel gevoerde uitbetalingsprocedure en met name zijn gebruik van de geldelijke bijdrage.

2. Het deelnemende depositogarantiestelsel verstrekt met door de afwikkelingsraad vastgestelde regelmatige tussenpozen correcte, betrouwbare en volledige informatie over de uitbetalingsprocedure, de uitoefening van de rechten waarin het is gesubrogeerd, en elke andere aangelegenheid die relevant is voor de doeltreffende uitvoering van de in deze verordening vastgestelde maatregelen van de afwikkelingsraad of voor de uitoefening van de bevoegdheden van het deelnemende depositogarantiestelsel waarin Richtlijn 2014/49/EU of deze verordening voorziet. Het deelnemende depositogarantiestelsel stelt de afwikkelingsraad dagelijks in kennis van het totale aan de deposanten terugbetaalde bedrag, het gebruik van de geldelijke bijdrage en alle moeilijkheden die het heeft ondervonden.

Artikel 41 octodecies
Toezicht op de insolventieprocedure

1. Na het verstrekken van financiering in geval van een uitbetalingsgebeurtenis overeenkomstig artikel 41 quindecies, houdt de afwikkelingsraad toezicht op de insolventieprocedure van de betrokken kredietinstelling en met name de inspanningen van het deelnemende depositogarantiestelsel om de depositovorderingen waarin het overeenkomstig artikel 9, lid 2, eerste zin, van Richtlijn 2014/49/EU gesubrogeerd is, te innen.

2. Het deelnemende depositogarantiestelsel verkrijgt zo hoog mogelijke opbrengsten uit de insolvente boedel en is jegens de afwikkelingsraad aansprakelijk voor alle bedragen die door nalatigheid niet werden teruggevorderd. De afwikkelingsraad kan besluiten, na het deelnemende depositogarantiestelsel te hebben gehoord, om zelf alle rechten uit te oefenen die uit de in lid 1 vermelde depositovorderingen voortvloeien.";

11. artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

(a)aan lid 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van punt c) door een puntkomma, een punt d) toegevoegd, luidende:

"(d) een door elke deelnemende lidstaat aangewezen lid, dat zijn aangewezen autoriteit vertegenwoordigt.";

(b)lid 2 wordt vervangen door:

"2. Elk lid, met inbegrip van de voorzitter, heeft één stem, behoudens wanneer de afwikkelingsraad bijeenkomt in de gezamenlijke plenaire vergadering overeenkomstig artikel 49 ter, in welk geval de leden die overeenkomstig lid 1, punten c) en d), door een deelnemende lidstaat zijn aangewezen, samen één stem hebben.";

(c)in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door:

"De Commissie en de ECB wijzen ieder een vertegenwoordiger aan die gerechtigd is om als permanent waarnemer deel te nemen aan bestuursvergaderingen, plenaire vergaderingen en gezamenlijke plenaire vergaderingen.";

(d)de leden 4 en 5 worden vervangen door:

"4. Indien er in een deelnemende lidstaat meer dan één nationale afwikkelingsautoriteit respectievelijk meer dan één nationale aangewezen autoriteit is, mag een tweede vertegenwoordiger deelnemen als waarnemer zonder stemrecht.

5. De bestuurs- en beheerstructuur van de afwikkelingsraad omvat:

(a)een gezamenlijke plenaire vergadering, die de in artikel 49 ter bedoelde taken uitvoert;

(b)een plenaire vergadering van de afwikkelingsraad overeenkomstig de artikelen 49 en 49 bis, die de in de artikelen 50 en 50 bis bedoelde taken uitvoert;

(c)een bestuursvergadering van de afwikkelingsraad, die de in artikel 54 bedoelde taken uitvoert;

(d)een voorzitter, die de in artikel 56 bedoelde taken uitvoert;

(e)een secretariaat, dat de nodige administratieve en technische ondersteuning biedt voor de uitvoering van alle aan de afwikkelingsraad opgedragen taken.";

12. artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in de leden 4 en 5 worden de woorden 'de afwikkelingstaken' vervangen door 'de afwikkelings- en de depositoverzekeringstaken', waarbij de nodige grammaticale wijzigingen worden aangebracht;

(b)in lid 7 worden de woorden 'als nationale afwikkelingsautoriteit' vervangen door 'als een nationale afwikkelingsautoriteit, als een nationaal depositogarantiestelsel of als een aangewezen autoriteit', waarbij de nodige grammaticale wijzigingen worden aangebracht;

13. in artikel 46, lid 4, worden de woorden 'nationale afwikkelingsautoriteiten' vervangen door 'nationale afwikkelingsautoriteiten, nationale depositogarantiestelsels of aangewezen autoriteiten', waarbij de nodige grammaticale wijzigingen worden aangebracht;

14. in artikel 47 wordt lid 1 vervangen door:

"1. De afwikkelingsraad, de nationale afwikkelingsautoriteiten, de nationale depositogarantiestelsels of aangewezen autoriteiten handelen bij de uitvoering van de hun bij deze verordening opgedragen taken onafhankelijk en in het algemeen belang.";

15. in deel III wordt het opschrift van titel II 'Plenaire vergadering van de afwikkelingsraad' vervangen door 'Gezamenlijke plenaire vergadering en plenaire vergadering van de afwikkelingsraad';

16. het volgende artikel 48 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 48 - bis Deelname aan gezamenlijke plenaire vergaderingen

Alle in artikel 43, lid 1, bedoelde leden van de afwikkelingsraad nemen deel aan zijn gezamenlijke plenaire vergaderingen.";

17. artikel 49 wordt vervangen door:

"Artikel 49 - Deelname aan plenaire vergaderingen met betrekking tot het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme

De in artikel 43, lid 1, onder a), b) en c), bedoelde leden van de afwikkelingsraad nemen deel aan zijn plenaire vergaderingen met betrekking tot het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (GAM-plenaire vergadering).";

18. de volgende artikelen 49 bis en 49 ter worden ingevoegd:

"Artikel 49 - bis Deelname aan plenaire vergaderingen met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel

De in artikel 43, lid 1, onder a), b) en d), bedoelde leden van de afwikkelingsraad nemen deel aan zijn plenaire vergaderingen met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel.

Artikel 49 ter
Taken van de gezamenlijke plenaire vergadering van de afwikkelingsraad

1. De afwikkelingsraad heeft in zijn gezamenlijke plenaire vergadering de volgende taken:

(a)uiterlijk op 30 november van elk jaar het jaarlijkse werkprogramma van de afwikkelingsraad voor het komende jaar vaststellen, op basis van een ontwerpvoorstel van de voorzitter, en dit ter informatie doorsturen naar het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de ECB;

(b)overeenkomstig artikel 61, lid 2, de jaarlijkse begroting van de afwikkelingsraad vaststellen en monitoren en overeenkomstig artikel 63, leden 4 en 8, de definitieve rekeningen van de afwikkelingsraad goedkeuren en de voorzitter kwijting geven;

(c)besluiten over de beleggingen overeenkomstig artikel 75;

(d)het in artikel 45 bedoelde jaarlijkse activiteitenverslag van de afwikkelingsraad aannemen, met daarin gedetailleerde toelichtingen bij de uitvoering van de begroting;

(e)overeenkomstig artikel 64 de financiële regels vaststellen die van toepassing zijn op de afwikkelingsraad;

(f)een fraudebestrijdingsstrategie vaststellen, die evenredig is met de frauderisico's en rekening houdt met de kosten en baten van de uit te voeren maatregelen;

(g)regels vaststellen voor de voorkoming en beheersing van belangenconflicten met betrekking tot zijn leden;

(h)zijn reglement van orde en dat van de afwikkelingsraad in zijn plenaire vergadering en zijn bestuursvergaderingen op grond van deze verordening vaststellen;

(i)overeenkomstig lid 3 van dit artikel met betrekking tot de personeelsleden van de afwikkelingsraad de bevoegdheden uitoefenen die het Statuut toekent aan het tot aanstelling bevoegde gezag, en die de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie als vervat in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 ("de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden") toekent aan de tot het sluiten van contracten bevoegde afwikkelingsraad ("de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag");

(j)de toepasselijke uitvoeringsvoorschriften ten behoeve van de uitvoering van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, vaststellen overeenkomstig artikel 110 van het Statuut;

(k)een rekenplichtige benoemen met inachtneming van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, die functioneel onafhankelijk is bij de uitvoering van zijn of haar taken;

(l)passende follow-up garanderen van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de interne en externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF);

(m)alle besluiten nemen betreffende het opzetten en, waar nodig, het wijzigen van de interne structuren van de afwikkelingsraad.

2. Bij het nemen van besluiten handelt de gezamenlijke plenaire vergadering van de afwikkelingsraad in overeenstemming met de in de artikelen 6 en 14 vermelde doelstellingen.

3. In zijn gezamenlijke plenaire vergadering stelt de afwikkelingsraad overeenkomstig artikel 110 van het Statuut een besluit vast dat is gebaseerd op artikel 2, lid 1, van het Statuut en artikel 6 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, waarin hij de nodige bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag delegeert aan de voorzitter en de voorwaarden vaststelt voor de opschorting van die gedelegeerde bevoegdheden. De voorzitter is gemachtigd om die bevoegdheden op zijn beurt te delegeren.

De afwikkelingsraad kan in zijn gezamenlijke plenaire vergadering in uitzonderlijke gevallen door middel van een besluit de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de voorzitter en de bevoegdheden die deze op zijn beurt heeft gedelegeerd tijdelijk opschorten en die bevoegdheden zelf uitoefenen of delegeren aan een van zijn leden of aan een ander personeelslid dan de voorzitter.";

19. artikel 50 wordt vervangen door:

"Artikel 50 - Taken van de afwikkelingsraad in zijn GAM-plenaire vergadering

1. De afwikkelingsraad heeft in zijn GAM-plenaire vergadering de volgende taken:

(a)onverminderd de in lid 2 bedoelde procedure, besluiten over het gebruik van het Fonds indien bij die specifieke afwikkelingsmaatregel steun van het Fonds boven de drempel van 5 000 000 000 EUR nodig is waarbij op liquiditeitssteun een wegingscoëfficiënt van 0,5 wordt toegepast;

(b)zodra het netto geaccumuleerde gebruik van het Fonds over de afgelopen twaalf aaneensluitende maanden de drempel van 5 000 000 000 EUR bereikt, beoordelen hoe de afwikkelingsinstrumenten, en met name het Fonds, zijn gebruikt, en een leidraad verschaffen waaraan de bestuursvergadering zich bij haar daaropvolgende afwikkelingsbesluiten moet houden, waarbij zo nodig een onderscheid wordt gemaakt tussen liquiditeitssteun en andere vormen van steun;

(c)besluiten over de noodzaak om achteraf te betalen buitengewone bijdragen te innen overeenkomstig artikel 71, over de vrijwillige leningen tussen financieringsregelingen overeenkomstig artikel 72, over alternatieve financieringsmiddelen overeenkomstig de artikelen 73 en 74 en over de mutualisatie van nationale financieringsregelingen overeenkomstig artikel 78 met gebruik van steun van het Fonds boven de onder c) van dit lid genoemde drempel;

(d)het in artikel 31, lid 1, bedoelde kader goedkeuren om de praktische regelingen voor de samenwerking met de nationale afwikkelingsautoriteiten te organiseren.

2. Bij het nemen van besluiten handelt de plenaire vergadering van de afwikkelingsraad in overeenstemming met de in de artikelen 6 en 14 vermelde doelstellingen.

Voor de toepassing van lid 1, onder a), wordt de door de bestuursvergadering opgestelde afwikkelingsregeling geacht te zijn goedgekeurd tenzij ten minste één lid van de plenaire vergadering binnen drie uur nadat de bestuursvergadering het ontwerp aan de plenaire vergadering heeft voorgelegd, een bijeenkomst van de plenaire vergadering heeft bijeengeroepen. In dat laatste geval neemt de plenaire vergadering een besluit over de afwikkelingsregeling.";

20. het volgende artikel 50 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 50 - bis Taken van de afwikkelingsraad in zijn plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel

1. De afwikkelingsraad heeft in zijn plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel de volgende taken:

(a)zodra het netto geaccumuleerde gebruik van het depositoverzekeringsfonds over de afgelopen twaalf aaneensluitende maanden de drempel van 25 % van het definitieve streefbedrag bereikt, de toepassing van het Europees depositoverzekeringsstelsel beoordelen, met name het gebruik van het depositoverzekeringsfonds, en een leidraad verschaffen waaraan de bestuursvergadering zich bij haar daaropvolgende uitbetalingsbesluiten moet houden, waarbij zo nodig een onderscheid wordt gemaakt tussen het verstrekken van financiering en verliesdekking;

(b)besluiten over de verlenging van de in artikel 41 quaterdecies, lid 1, vastgestelde termijn overeenkomstig artikel 41 quaterdecies, lid 2;

(c)besluiten over de vrijwillige leningen tussen financieringsregelingen overeenkomstig artikel 74 septies en over alternatieve financieringsmiddelen overeenkomstig artikel 74 octies;

(d)besluiten, op voorstel van de bestuursvergadering in de in artikel 41 decies, lid 1 of 2, bedoelde gevallen, of aan de in artikel 41 decies, lid 1, onder b), vastgestelde voorwaarde tot uitsluiting voldaan is.

2. Bij het nemen van besluiten handelt de plenaire vergadering van de afwikkelingsraad in overeenstemming met de in artikel 6 vermelde doelstellingen.";

21. artikel 51 wordt vervangen door:

"Artikel 51

Bijeenkomsten van de gezamenlijke plenaire vergadering, de GAM-plenaire vergadering en de plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel van de afwikkelingsraad

1. De voorzitter roept de gezamenlijke plenaire vergadering, de GAM-plenaire vergadering en de plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel van de afwikkelingsraad bijeen en zit deze voor overeenkomstig artikel 56, lid 2, onder a).

2. De afwikkelingsraad komt ten minste tweemaal per jaar in gewone gezamenlijke plenaire vergadering bijeen. Daarnaast komt de afwikkelingsraad bijeen op initiatief van de voorzitter of op verzoek van ten minste een derde van zijn leden. De vertegenwoordiger van de Commissie kan de voorzitter verzoeken om een vergadering van de afwikkelingsraad in zijn gezamenlijke plenaire vergadering of in zijn GAM-plenaire vergadering respectievelijk zijn plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel bijeen te roepen. Indien de voorzitter niet tijdig een vergadering bijeenroept, legt hij of zij schriftelijk uit waarom.

3. Zo nodig kan de afwikkelingsraad op ad-hocbasis naast de in artikel 43, lid 3, bedoelde waarnemers ook andere waarnemers, zoals een vertegenwoordiger van de EBA, uitnodigen om de bijeenkomsten van zijn gezamenlijke plenaire vergadering of zijn GAM-plenaire vergadering respectievelijk zijn plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel bij te wonen.

4. De afwikkelingsraad stelt de gezamenlijke plenaire vergadering of de plenaire vergadering van de afwikkelingsraad een secretariaat ter beschikking.";

22. artikel 52 wordt vervangen door:

"Artikel 52 - Algemene bepalingen betreffende het besluitvormingsproces

1. De afwikkelingsraad neemt in zijn gezamenlijke plenaire vergadering of zijn GAM-plenaire vergadering respectievelijk zijn plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel besluiten bij gewone meerderheid van zijn leden, tenzij in deze verordening anders wordt bepaald. Elk stemgerechtigd lid heeft één stem. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

2. In afwijking van lid 1 worden besluiten als bedoeld in artikel 50, lid 1, onder a) en b), en artikel 50 bis, lid 1, onder a), alsook besluiten over de mutualisatie van nationale financieringsregelingen overeenkomstig artikel 78, die beperkt blijven tot de financiële middelen die in het afwikkelingsfonds respectievelijk het depositoverzekeringsfonds beschikbaar zijn, genomen door een gewone meerderheid van de leden van de afwikkelingsraad die ten minste 30 % van de bijdragen vertegenwoordigt. Elk stemgerechtigd lid heeft één stem. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

3. In afwijking van lid 1 van dit artikel worden besluiten als bedoeld in artikel 50, lid 1, of artikel 50 bis, lid 1, betreffende de inning van achteraf te betalen bijdragen overeenkomstig artikel 71 of artikel 74 quinquies, vrijwillige leningen tussen financieringsregelingen overeenkomstig artikel 72 of artikel 74 septies, alternatieve financieringsmiddelen overeenkomstig artikel 73, artikel 74 of artikel 74 octies, alsook de mutualisatie van nationale financieringsregelingen overeenkomstig artikel 78, waarbij meer financiële middelen worden gebruikt dan in het afwikkelingsfonds of het depositoverzekeringsfonds beschikbaar zijn, gedurende de overgangsperiode totdat het afwikkelingsfonds volledig gemutualiseerd is respectievelijk het depositoverzekeringsfonds zijn definitieve streefbedrag heeft bereikt, genomen door een meerderheid van twee derde van de leden van de afwikkelingsraad die ten minste 50 % van de bijdragen vertegenwoordigen, en daarna door een meerderheid van twee derde van de leden van de afwikkelingsraad die ten minste 30 % van de bijdragen vertegenwoordigen. Elk stemgerechtigd lid heeft één stem. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

4. In afwijking van lid 1 van dit artikel wordt het besluit als bedoeld in artikel 50 bis, lid 1, onder d), genomen door een meerderheid van twee derde van de leden van de afwikkelingsraad. Elk stemgerechtigd lid heeft één stem. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

5. De afwikkelingsraad stelt zijn reglement van orde vast en maakt dit openbaar. In het reglement van orde wordt de stemprocedure nader uitgewerkt, met name betreffende de gevallen waarin een lid mag handelen namens een ander lid, en eventuele quorumvereisten.";

23. artikel 53 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in lid 1 worden in de derde alina de woorden 'nationale afwikkelingsautoriteiten' vervangen door 'nationale afwikkelingsautoriteiten of nationale aangewezen autoriteiten', waarbij de nodige grammaticale wijzigingen worden aangebracht;

(b)in lid 2 wordt de verwijzing naar 'artikel 43, lid 1, punt c)' vervangen door 'artikel 43, lid 1, onder c), of waar van toepassing artikel 43, lid 1, onder d)';

(c)lid 3 wordt vervangen door:

"3. Bij de beraadslaging over een in artikel 2 bedoelde entiteit of een groep entiteiten die slechts in één deelnemende lidstaat is gevestigd, of over een depositoverzekeringsmaatregel of -besluit neemt het door die lidstaat uit hoofde van artikel 43, lid 1, onder c), of artikel 43, lid 1, onder d), aangewezen lid ook deel aan de beraadslagingen en het besluitvormingsproces, en zijn de in artikel 55, lid 1, opgenomen regels van toepassing.";

(d)lid 5 wordt vervangen door:

"5. De in artikel 43, lid 1, onder a) en b), bedoelde leden van de afwikkelingsraad zien erop toe dat de besluiten en maatregelen inzake afwikkeling en depositoverzekering, met name wat het gebruik van het afwikkelingsfonds respectievelijk het depositoverzekeringsfonds betreft, in de verschillende samenstellingen van de bestuursvergaderingen van de afwikkelingsraad coherent, passend en proportioneel zijn.";

24. artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 1 wordt vervangen door:

"1. De afwikkelingsraad heeft in zijn bestuursvergadering de volgende taken:

(a)alle besluiten voorbereiden die door de afwikkelingsraad in zijn gezamenlijke plenaire vergadering, zijn GAM-plenaire vergadering respectievelijk zijn plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel moeten worden genomen;

(b)alle besluiten nemen om deze verordening uit te voeren, tenzij in deze verordening anders wordt bepaald.";

(b)aan lid 2 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van punt e) door een puntkomma, de volgende punten toegevoegd, luidende:

"f)het financieringsbedrag vaststellen overeenkomstig artikel 41 terdecies;

g) het uitbetalingsverlies en de verliesdekking vaststellen overeenkomstig artikel 41 sexdecies;

h) besluiten om de rechten uit te oefenen die uit artikel 41 octodecies voortvloeien.";

(c)de leden 3 en 4 worden vervangen door:

"3. Indien nodig kan de afwikkelingsraad in spoedeisende omstandigheden in zijn bestuursvergadering bepaalde voorlopige besluiten vaststellen namens de afwikkelingsraad in zijn gezamenlijke plenaire vergadering of zijn GAM-plenaire vergadering respectievelijk zijn plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel, met name over aangelegenheden inzake administratief beheer, waaronder begrotingsaangelegenheden.

4. De afwikkelingsraad in zijn bestuursvergadering houdt de afwikkelingsraad in zijn gezamenlijke plenaire vergadering of zijn GAM-plenaire vergadering respectievelijk zijn plenaire vergadering met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel op de hoogte van de besluiten die hij betreffende afwikkeling of depositoverzekering neemt.";

25. artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:

(a)in lid 1:

(i) punt a) wordt vervangen door:

"a) het voorbereiden van de werkzaamheden van de afwikkelingsraad, in zijn gezamenlijke plenaire vergadering, zijn plenaire vergaderingen en zijn bestuursvergaderingen, en het bijeenroepen en voorzitten van zijn bijeenkomsten;";

(ii) in punt g) worden de woorden 'over de afwikkelingsactiviteiten' vervangen door 'over de afwikkelings- en depositoverzekeringsactiviteiten', waarbij de nodige grammaticale wijzigingen worden aangebracht;

(b)in lid 4 wordt in de eerste zin het woord 'bankafwikkeling' vervangen door 'bankafwikkeling en depositogarantie', waarbij de nodige grammaticale wijzigingen worden aangebracht;

26. in artikel 58 wordt lid 3 vervangen door:

"3. De begroting bestaat uit drie delen: deel I voor het beheer van de afwikkelingsraad, deel II voor het afwikkelingsfonds en deel III voor het depositoverzekeringsfonds.";

27. in artikel 59 wordt lid 3 vervangen door:

"3. Dit artikel doet geen afbreuk aan het recht van de nationale afwikkelingsautoriteiten, deelnemende depositogarantiestelsels en aangewezen autoriteiten om overeenkomstig het nationale recht vergoedingen te vragen voor hun administratieve uitgaven van het type als bedoeld in de leden 1 en 2, met inbegrip van uitgaven voor samenwerking met en bijstand aan de afwikkelingsraad.";

28. het volgende artikel 60 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 60 - bis Deel III van de begroting

1. De ontvangsten van deel III van de begroting bestaan met name uit het volgende:

a) bijdragen die de bij de deelnemende depositogarantiestelsels aangesloten instellingen overeenkomstig de artikelen 74 quater en 74 quinquies hebben betaald;

b) leningen ontvangen van depositogarantiestelsels in niet-deelnemende lidstaten overeenkomstig artikel 74 septies;

c) leningen ontvangen van financiële instellingen of andere derden overeenkomstig artikel 74 octies;

d) beleggingsopbrengsten van de bedragen in het depositoverzekeringsfonds overeenkomstig artikel 75;

e) financiering die overeenkomstig artikel 41 sexdecies door deelnemende depositogarantiestelsels werd terugbetaald.

2. De uitgaven van deel III van de begroting bestaan uit het volgende:

a) financiering die aan deelnemende depositogarantiestelsels werd verstrekt met het oog op de toepassing van artikel 41 bis, 41 quinquies of 41 nonies;

b) beleggingen overeenkomstig artikel 75;

c) betaalde rente op leningen ontvangen van andere depositogarantiefinancieringsregelingen in niet-deelnemende lidstaten overeenkomstig artikel 74 septies;

d) betaalde rente op leningen ontvangen van financiële instellingen of andere derden overeenkomstig artikel 74 octies.";

29. in artikel 61, lid 2, worden de woorden 'in zijn plenaire vergadering' vervangen door 'in zijn gezamenlijke plenaire vergadering';

30. in artikel 63, lid 8, worden de woorden 'in zijn plenaire vergadering' vervangen door 'in zijn gezamenlijke plenaire vergadering';

31. artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 1 wordt vervangen door:

"1. De in artikel 2, lid 1, respectievelijk artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde entiteiten dragen bij aan deel I van de begroting van de afwikkelingsraad overeenkomstig deze verordening en de overeenkomstig lid 5 van dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen betreffende bijdragen.";

(b)in lid 5 wordt punt a) vervangen door:

"a) het soort bijdragen en de aangelegenheden waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, rekening houdend met de verschillende taken van de afwikkelingsraad overeenkomstig deze verordening voor de toepassing van het GAM en het Europees depositoverzekeringsstelsel, de manier waarop het bedrag van de bijdragen is berekend, en de wijze waarop ze moeten worden betaald;";

32. in titel V van deel III wordt het opschrift van hoofdstuk 2 vervangen door 'Het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en het depositoverzekeringsfonds';

33. in hoofdstuk 2 van titel V van deel III wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen door 'Samenstelling van het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds';

34. in hoofdstuk 2 van titel V van deel III wordt de volgende afdeling ingevoegd:

"AFDELING 1 BIS
SAMENSTELLING VAN HET DEPOSITOVERZEKERINGSFONDS

Artikel 74 bis
Algemene bepalingen

1. Hierbij wordt het depositoverzekerinsfonds opgericht. Het wordt gevuld met bijdragen die aan de afwikkelingsraad verschuldigd zijn door kredietinstellingen die bij de deelnemende depositogarantiestelsels zijn aangesloten. De bijdragen worden namens de afwikkelingsraad berekend en in rekening gebracht door de deelnemende depositogarantiestelsels.

2. De afwikkelingsraad maakt slechts gebruik van het depositoverzekeringsfonds om de financiering te verstrekken aan en de verliezen te dekken van de deelnemende depositogarantiestelsels in de artikel 1, lid 2, vastgestelde verschillende fasen en in overeenstemming met de in artikel 6 vermelde doelstellingen en beginselen met betrekking tot het Europees depositoverzekeringsstelsel. In geen geval zijn de begroting van de Unie of de nationale begrotingen aansprakelijk voor de uitgaven of verliezen van het depositoverzekeringsfonds.

3. De afwikkelingsraad is de eigenaar van het depositoverzekeringsfonds. De activiteiten van de afwikkelingsraad krachtens deze verordening mogen onder geen beding een belasting vormen voor de begroting van de lidstaten.

Artikel 74 - ter Streefbedragen van het depositoverzekeringsfonds

1. Tegen het einde van de herverzekeringsfase bereiken de beschikbare financiële middelen van het depositoverzekeringsfonds een initieel streefbedrag van 20 % van vier negende van de som van de minimale streefbedragen die de deelnemende depositogarantiestelsels overeenkomstig artikel 10, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2014/49/EU bereiken.

2. Tegen het einde van de medeverzekeringsfase bereiken de beschikbare financiële middelen van het depositoverzekeringsfonds de som van de minimale streefbedragen die de deelnemende depositogarantiestelsels overeenkomstig artikel 10, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2014/49/EU bereiken.

3. Tijdens de herverzekeringsfase en de medeverzekeringsfase worden de overeenkomstig artikel 74 quater berekende bijdragen aan het depositoverzekeringsfonds zo gelijk mogelijk in de tijd gespreid totdat het respectieve streefbedrag bereikt is.

4. Nadat het in lid 2 bedoelde streefbedrag voor het eerst is bereikt en indien de beschikbare financiële middelen vervolgens zijn teruggebracht tot minder dan twee derde van het streefbedrag, worden de overeenkomstig artikel 74 quater berekende bijdragen vastgesteld op een bedrag waardoor het streefbedrag binnen zes jaar kan worden bereikt.

5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 93 gedelegeerde handelingen vast te stellen om het volgende te bepalen:

a) de criteria voor de spreiding in de tijd van de overeenkomstig lid 2 berekende bijdragen aan het depositoverzekeringsfonds;

b) de criteria om de jaarlijkse bijdragen te bepalen waarin lid 4 voorziet.

Artikel 74 - quater Vooraf te betalen bijdragen

1. Tijdens de herverzekeringsfase en de medeverzekeringsfase bepaalt de afwikkelingsraad, na overleg met de ECB en de nationale bevoegde autoriteit en in nauwe samenwerking met de deelnemende depositoverzekeringsstelsels en aangewezen autoriteiten, elk jaar het totale bedrag van de vooraf te betalen bijdragen die hij van de bij het respectieve deelnemende depositogarantiestelsel aangesloten kredietinstellingen mag vorderen om de in artikel 74 ter vastgestelde streefbedragen te bereiken. Het totale bedrag van de bijdragen is niet hoger dan de in artikel 74 ter, leden 1 en 2, vastgestelde streefbedragen.

2. Tijdens de herverzekeringsfase berekent elk deelnemend depositogarantiestelsel op basis van het door de afwikkelingsraad overeenkomstig lid 1 vastgestelde totale bedrag de bijdrage van elke kredietinstelling die bij hem is aangesloten. Het past de risicogebaseerde methode toe die bij de gedelegeerde handeling volgens lid 5, tweede alinea, is vastgesteld.

Na de herverzekeringsfase berekent de afwikkelingsraad zelf de bijdrage van elke kredietinstelling die bij een deelnemend depositogarantiestelsel is aangesloten. De afwikkelingsraad past de risicogebaseerde methode toe die bij de gedelegeerde handeling volgens lid 5, derde alinea, is vastgesteld.

In alle fasen van het Europees depositoverzekeringsstelsel brengt het deelnemende depositogarantiestelsel namens de afwikkelingsraad de bijdrage van elke kredietinstelling op jaarbasis in rekening. De kredietinstellingen betalen het in rekening gebrachte bedrag rechtstreeks aan de afwikkelingsraad. De bijdragen zijn verschuldigd op 31 mei van elk jaar.

3. De naar behoren ontvangen bijdragen van elke in artikel 2, lid 2, bedoelde kredietinstelling worden niet aan die entiteiten terugbetaald.

4. De bijdragen die de bij een deelnemend depositogarantiestelsel aangesloten kredietinstellingen overeenkomstig dit artikel in het depositoverzekeringsfonds storten, tellen mee voor het minimale streefbedrag dat het deelnemende depositogarantiestelsel overeenkomstig artikel 10, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2014/49/EU bereikt. Indien het deelnemende depositogarantiestelsel het in artikel 41 undecies vastgestelde financieringstraject tot 3 juli 2024 of later heeft gevolgd en de bij hem aangesloten kredietinstellingen alle vooraf te betalen bijdragen in het depositoverzekeringsfonds hebben gestort die tot 3 juli 2024 in het depositoverzekeringsfonds moesten worden gestort, vormen deze bijdragen de volledige verschuldigde bijdrage om het streefbedrag overeenkomstig artikel 10, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2014/49/EU te bereiken.

De lidstaten kunnen bepalen dat een deelnemend depositogarantiestelsel de bijdragen die de bij hem aangesloten kredietinstellingen in het depositoverzekeringsfonds hebben gestort, bij de vaststelling van hun vooraf te betalen bijdragen in aanmerking kan nemen, of dat het deze kredietinstellingen uit zijn beschikbare financiële middelen kan terugbetalen in de mate waarin die op de toepasselijke datum de in artikel 41 undecies vastgestelde bedragen overschrijden.

5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 93 gedelegeerde handelingen vast te stellen om een risicogebaseerde methode te bepalen voor de berekening van bijdragen overeenkomstig lid 2 van dit artikel.

Zij stelt een eerste gedelegeerde handeling vast tot bepaling van de methode voor de berekening van de bijdragen die aan de deelnemende depositogarantiestelsels en, voor de herverzekeringsfase alleen, aan het depositoverzekeringsfonds moeten worden betaald. In deze gedelegeerde handeling is de berekening gebaseerd op het totale bedrag van de gedekte deposito's en de mate van risico die elke kredietinstelling loopt in vergelijking met alle andere kredietinstellingen die bij hetzelfde deelnemende depositogarantiestelsel zijn aangesloten.

Zij stelt een tweede gedelegeerde handeling vast tot bepaling van de methode voor de berekening van de bijdragen die vanaf de medeverzekeringsfase aan het depositoverzekeringsfonds moeten worden betaald. In deze tweede gedelegeerde handeling is de berekening gebaseerd op het totale bedrag van de gedekte deposito's en de mate van risico die elke kredietinstelling loopt in vergelijking met alle andere in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde kredietinstellingen.

Beide gedelegeerde handelingen omvatten een berekeningsformule, specifieke indicatoren, risicocategorieën voor leden, drempels voor aan specifieke risicocategorieën toegekende risicogewichten en andere noodzakelijke elementen. De mate van risico wordt beoordeeld op grond van de volgende criteria:

a) de capaciteit voor het opvangen van verliezen van de instelling;

b) het vermogen van de instelling om zijn kortetermijn- en langetermijnverplichtingen na te komen;

c) de stabiliteit en diversiteit van de financieringsbronnen van de instelling en haar onbezwaarde zeer liquide activa;

d) de kwaliteit van de activa van de instelling;

e) het bedrijfsmodel en beheer van de instelling;

f) de mate waarin de activa van de instelling zijn bezwaard.

Artikel 74 - quinquies Buitengewone achteraf te betalen bijdragen

1. Indien de beschikbare financiële middelen na de herverzekeringsfase niet toereikend zijn om de verliezen, kosten of andere uitgaven van het depositoverzekeringsfonds na een uitbetalingsgebeurtenis te dekken, worden bij de kredietinstellingen die bij de deelnemende depositogarantiestelsels zijn aangesloten, buitengewone achteraf te betalen bijdragen geïnd teneinde de aanvullende bedragen te dekken. Niettegenstaande de leden 2 en 3, is het bedrag van te innen achteraf te betalen bijdragen gelijk aan het tekort aan beschikbare financiële middelen, maar is het niet hoger dan het maximale aandeel van de totale gedekte deposito's van alle kredietinstellingen binnen het bereik van het Europees depositoverzekeringsstelsel, dat in de gedelegeerde handeling van de Commissie overeenkomstig lid 5 is vastgesteld.

2. De afwikkelingsraad berekent zelf de bijdrage van elke kredietinstelling die bij elk deelnemend depositogarantiestelsel is aangesloten. Hij past de risicogebaseerde methode toe die is bepaald in de gedelegeerde handeling van de Commissie die overeenkomstig artikel 74 quater, lid 5, derde alinea, is vastgesteld.

Artikel 74 quater, lid 2, derde alinea, is van overeenkomstige toepassing.

3. De afwikkelingsraad schort, hetzij op eigen initiatief na raadpleging van de betrokken bevoegde autoriteit, hetzij op voorstel van de betrokken bevoegde autoriteit, overeenkomstig de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen de betaling door een instelling van buitengewone achteraf te betalen bijdragen geheel of gedeeltelijk op indien dat noodzakelijk is om haar financiële positie te beschermen. Een dergelijke opschorting kan voor ten hoogste zes maanden worden toegekend, maar kan op verzoek van de instelling worden verlengd. De krachtens dit lid opgeschorte bijdragen worden op een later tijdstip betaald wanneer de betaling de financiële positie van de instelling niet langer in gevaar brengt.

4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 93 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in lid 1 bedoelde jaarlijkse limieten te bepalen, alsook de omstandigheden en voorwaarden waaronder de betaling van achteraf te betalen bijdragen door een in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde entiteit op grond van lid 3 van dit artikel geheel of gedeeltelijk kan worden opgeschort.

Artikel 74 - sexies Tenuitvoerlegging van besluiten op grond van deze verordening

1. Het deelnemende depositogarantiestelsel neemt de nodige maatregelen om de in deze verordening bedoelde besluiten ten uitvoer te leggen.

Het deelnemend depositogarantiestelsel oefent daartoe, behoudens deze verordening, overeenkomstig in de nationale wetgeving bepaalde voorwaarden de bevoegdheden uit die hem krachtens de nationale wetgeving tot omzetting van Richtlijn 2014/49/EU zijn verleend. Het deelnemende depositogarantiestelsel stelt de afwikkelingsraad volledig in kennis van de uitoefening van die bevoegdheden.

2. Indien een deelnemend depositogarantiestelsel een op grond van deze verordening door de afwikkelingsraad genomen besluit niet heeft toegepast of zich daaraan niet heeft gehouden, dan wel dat besluit heeft toegepast op een manier waardoor de efficiënte tenuitvoerlegging van het Europees depositoverzekeringsstelsel en de doelstellingen van deze verordening in gevaar komen, kan het door de afwikkelingsraad worden gelast om alle nodige maatregelen te nemen om zich aan het betrokken besluit te houden.

3. Indien een deelnemend depositogarantiestelsel tot een bij hem aangesloten kredietinstelling een besluit heeft gericht, met inbegrip van het in rekening brengen van bijdragen, en de kredietinstelling zich opzettelijk of uit onachtzaamheid niet aan dat besluit heeft gehouden, neemt de afwikkelingsraad een besluit waarbij de kredietinstelling overeenkomstig artikel 38 een geldboete wordt opgelegd.

Artikel 74 - septies Vrijwillige leningen aan en van niet-deelnemende depositogarantiestelsels

1. De afwikkelingsraad besluit een verzoek in te dienen om voor het depositoverzekeringsfonds te lenen van depositogarantiestelsels in niet-deelnemende lidstaten, ingeval:

a) de krachtens artikel 74 quater geïnde bedragen niet voldoende zijn om de verliezen, kosten of andere uitgaven als gevolg van het gebruik van het depositoverzekeringsfonds bij afwikkelingsmaatregelen te dekken;

b) de buitengewone achteraf te betalen bijdragen waarin artikel 74 quinquies voorziet, niet onmiddellijk beschikbaar zijn;

c) de alternatieve financieringsmiddelen waarin artikel 74 octies voorziet, niet onmiddellijk beschikbaar zijn onder redelijke voorwaarden.

2. Die depositogarantiestelsels nemen over een dergelijk verzoek een besluit overeenkomstig artikel 12 van Richtlijn 2014/49/EU.

3. De afwikkelingsraad kan besluiten om op verzoek aan andere depositogarantiestelsels in niet-deelnemende lidstaten te lenen. Artikel 12 van Richtlijn 2014/49/EU is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de leningsvoorwaarden.

Artikel 74 octies
Alternatieve financieringsmiddelen

1. De afwikkelingsraad kan voor het depositoverzekeringsfonds leningen of andere vormen van steun aangaan bij instellingen, financiële instellingen of andere derden die betere financiële voorwaarden bieden op het meest geschikte tijdstip, teneinde de financieringskosten te optimaliseren en zijn reputatie te vrijwaren. De opbrengsten van dergelijke leningen worden uitsluitend gebruikt om betalingsverplichtingen ten aanzien deelnemende depositogarantiestelsels na te komen, ingeval de overeenkomstig de artikelen 74 quater en 74 quinquies geïnde bedragen niet onmiddellijk beschikbaar zijn of de bedragen die van het depositoverzekeringsfonds met betrekking tot uitbetalingsgebeurtenissen worden gevorderd, niet dekken.

2. De in lid 1 bedoelde leningen of andere vormen van steun worden volledig gerecupereerd overeenkomstig de artikelen 74 quater en 74 quinquies.

3. Alle uitgaven als gevolg van het gebruik van de in lid 1 bedoelde leningen worden gedragen door deel III van de begroting van de afwikkelingsraad en niet door de begroting van de Unie of de deelnemende lidstaten.

4. De afwikkelingsraad kan besluiten om de opbrengsten van leningen te beleggen overeenkomstig artikel 75 om hun reële waarde te beschermen.";

35. in hoofdstuk 2 van titel V van deel III wordt het opschrift van afdeling 2 vervangen door 'Beheer van het afwikkelingsfonds en het depositoverzekeringsfonds';

36. artikel 75 wordt vervangen door:

"Artikel 75 - Beleggingen

1. De afwikkelingsraad beheert het afwikkelingsfonds en het depositoverzekeringsfonds overeenkomstig deze verordening en de krachtens lid 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen.

2. De van een instelling in afwikkeling of een overbruggingsinstelling ontvangen bedragen, de rente en andere beleggingsopbrengsten, alsook alle andere opbrengsten komen alleen toe aan het afwikkelingsfonds en het depositoverzekeringsfonds.

3. De afwikkelingsraad volgt een prudent en veilig beleggingsbeleid waarin is voorzien in de krachtens lid 4 van dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen, en belegt de bedragen van het afwikkelingsfonds en het depositoverzekeringsfonds in obligaties van de lidstaten of intergouvernementele organisaties of in zeer liquide activa van hoge kredietwaardigheid, rekening houdend met de in artikel 460 van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde gedelegeerde handeling en andere relevante bepalingen van die verordening. De beleggingen zijn voldoende over verschillende sectoren, geografisch en proportioneel gespreid. De beleggingsopbrengsten komen toe aan het afwikkelingsfonds respectievelijk het depositoverzekeringsfonds.

4. De Commissie is bevoegd volgens de in artikel 93 vastgestelde procedure gedelegeerde handelingen vast te stellen om gedetailleerde regels voor het beheer van het afwikkelingsfonds en het depositoverzekeringsfonds en algemene beginselen en criteria voor de beleggingsstrategie te bepalen.";

37. het volgende artikel 77 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 77 - bis Gebruik van het depositoverzekeringsfonds

1. Tijdens de herverzekeringsfase gebruikt de afwikkelingsraad het depositoverzekeringsfonds om overeenkomstig artikel 41 bis, lid 2, financiering te verstrekken en overeenkomstig artikel 41 bis, lid 3, een deel van het verliesexcedent te dekken.

2. Tijdens en na de medeverzekeringsfase gebruikt de afwikkelingsraad het depositoverzekeringsfonds om overeenkomstig artikel 41 quinquies, lid 2, respectievelijk artikel 41 nonies, lid 2, financiering te verstrekken en overeenkomstig artikel 41 quinquies, lid 3, respectievelijk artikel 41 nonies, lid 3, het verlies te dekken.

3. Het gebruik van het depositoverzekeringsfonds met betrekking tot een kredietinstelling die bij een deelnemend depositogarantiestelsel is aangesloten, is afhankelijk van de naleving door die kredietinstelling van de op haar rustende verplichtingen als lid van het deelnemende depositogarantiestelsel uit hoofde van deze verordening en Richtlijn 2014/49/EU.";

38. in titel VI van deel III worden in artikel 81, lid 4, artikel 83, leden 2 en 3, artikel 87, lid 4, en artikel 88, leden 2 en 6, de woorden 'nationale afwikkelingsautoriteit' vervangen door 'nationale afwikkelingsautoriteit, deelnemend depositogarantiestelsel of aangewezen autoriteiten waar van toepassing' en de woorden 'nationale afwikkelingsautoriteiten' door 'nationale afwikkelingsautoriteiten, deelnemend depositogarantiestelsel of aangewezen autoriteiten waar van toepassing';

39. artikel 93 wordt als volgt gewijzigd:

(a)lid 2 wordt vervangen door:

"2. De in artikel 19, lid 8, artikel 65, lid 5, artikel 69, lid 5, artikel 71, lid 3, artikel 74 ter, lid 5, artikel 74 quater, lid 5, artikel 74 quinquies, lid 4, en artikel 75, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt voor onbepaalde tijd toegekend met ingang van de in artikel 99 bedoelde toepasselijke data.";

(b)lid 4 wordt vervangen door:

"4. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 19, lid 8, artikel 65, lid 5, artikel 69, lid 5, artikel 71, lid 3, artikel 74 ter, lid 5, artikel 74 quater, lid 5, artikel 74 quinquies, lid 4, en artikel 75, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.";

(c)lid 6 wordt vervangen door:

"6. Een overeenkomstig artikel 19, lid 8, artikel 65, lid 5, artikel 69, lid 5, artikel 71, lid 3, artikel 74 ter, lid 5, artikel 74 quater, lid 5, artikel 74 quinquies, lid 4, en artikel 75, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.";

40. in artikel 99 wordt het volgende lid 5 bis ingevoegd:

"5 bis.In afwijking van lid 2 zijn artikel 1, lid 2, deel II bis en afdeling 1 bis van hoofdstuk 2 van titel V van deel III van toepassing vanaf [OP datum van inwerkingtreding van deze verordening invoegen].";

41. in de gehele Verordening (EU) nr. 806/2014 worden de woorden 'het Fonds' vervangen door 'het afwikkelingsfonds'.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.