Artikelen bij COM(2016)166 - Nieuwe praktische stappen in de samenwerking EU-Turkije op het gebied van migratie - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2016)166 - Nieuwe praktische stappen in de samenwerking EU-Turkije op het gebied van migratie. |
---|---|
document | COM(2016)166 |
datum | 16 maart 2016 |
Brussel, 16.3.2016
COM(2016) 166 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
NIEUWE PRAKTISCHE STAPPEN IN DE SAMENWERKING EU-TURKIJE OP HET GEBIED VAN MIGRATIE
1. INLEIDING
Op 7 maart 2016 hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie en de eerste minister van Turkije de betrekkingen tussen de EU en Turkije en de vooruitgang met de uitvoering van het gezamenlijke actieplan besproken 1 .
Er werd overeengekomen dat drastische maatregelen nodig zijn om de mensensmokkelroutes te sluiten, het bedrijfsmodel van de smokkelaars te breken, onze buitengrenzen te beschermen en een einde te maken aan de migratiecrisis in Europa. Er werd met nadruk op gewezen dat het nodig is het automatisme te doorbreken tussen inschepen en in Europa kunnen blijven.
De operatie van de NAVO in de Egeïsche Zee die onder meer tot taak heeft eventuele smokkelactiviteiten op te sporen en de Turkse autoriteiten daarvan meteen in kennis te stellen, is een belangrijk element in de context van deze inspanningen. De samenwerking tussen de operatie van de NAVO en Frontex zal cruciaal zijn om de toestroom van irreguliere migranten te doen ophouden.
Om de irregeliere instroom van migranten uit Turkije naar de EU te verminderen, verwelkomden de regeringsleiders van harte de aanvullende voorstellen van Turkije en kwamen zij overeen met Turkije samen te werken op basis van een reeks van zes beginselen. De voorzitter van de Europese Raad werd verzocht verder werk te maken van deze voorstellen en de details ervan met Turkije uit te werken voor de Europese Raad van maart. In deze mededeling wordt uiteengezet hoe de zes beginselen moeten worden uitgevoerd, door het volledige potentieel voor de samenwerking tussen de EU en Turkije te ontwikkelen en tegelijk de Europese en de internationale wetgeving te respecteren.
Samen met de gemeenschappelijke Europese oplossingen en de omvattende tenuitvoerlegging van de Europese migratie-agenda is de samenwerking tussen de EU en Turkije van essentieel belang voor een doeltreffende respons op de vluchtelingen- en migrantenproblematiek.
Deze gezamenlijke inspanningen om het vluchtelingenprobleem aan te pakken zijn een onderdeel van ons algemene engagement voor Turkije als kandidaat-lidstaat en als strategische partner.
2. ZES BEGINSELEN VOOR DE VERDERE ONTWIKKELING VAN DE SAMENWERKING TUSSEN DE EU EN TURKIJE OM DE MIGRATIECRISIS AAN TE PAKKEN
2.1 Terugkeer van alle nieuwe irreguliere migranten die uit Turkije oversteken naar de Griekse eilanden
De terugkeer van alle nieuwe irreguliere migranten en asielzoekers uit Griekenland naar Turkije is een essentieel aspect van het doorbreken van het stramien dat vluchtelingen en migranten smokkelaars betalen en hun leven op het spel zetten. Het is vanzelfsprekend dat de regelingen voor de terugkeer, zowel van personen die internationale bescherming behoeven, als van personen die deze bescherming niet behoeven, alleen kunnen worden uitgevoerd overeenkomstig de garanties inzake de bescherming van vluchtelingen van het internationale en het EU-recht. Voorts moeten in de context van de vluchtelingenstromen die momenteel tussen Turkije en Griekenland plaatsvinden, dergelijke regelingen worden beschouwd als een tijdelijke en uitzonderlijke maatregel die nodig is om menselijk leed te stoppen en de openbare orde te herstellen, en waarvoor een relevant operationeel steunkader noodzakelijk is.
Onlangs is vooruitgang geboekt met de overname door Turkije van irreguliere migranten en asielzoekers die geen internationale bescherming behoeven, in het kader van de bilaterale overname-overeenkomst tussen Griekenland en Turkije 2 . Nieuwe regelingen inzake overname moeten hierop voortbouwen waarbij alle partijen samenwerken om de terugkeer spoedig en effectief te doen verlopen.
Wettelijke garanties voor de terugkeer naar Turkije van personen die internationale bescherming behoeven
De terugkeer naar Turkije van alle irreguliere migranten en asielzoekers die pas aankomen in Griekenland, moet volgens de Europese en internationale wetgeving gebeuren. Krachtens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Handvest van de grondrechten is het fundamenteel vereist dat elk geval individueel moet worden behandeld. In dat verband zijn in de richtlijn asielprocedures de van kracht zijnde specifieke wettelijke en procedurele parameters neergelegd. Er kan bijgevolg geen sprake zijn van een collectief terugkeerbeleid, dat immers zou ingaan tegen de wettelijke vereisten.
De richtlijn erkent dat in bepaalde gevallen een spoedprocedure kan worden toegepast waarbij het niet nodig is de aanvraag in detail te onderzoeken. In plaats daarvan kunnen in deze gevallen asielverzoeken als niet-ontvankelijk worden beschouwd, met name dan wanneer kan worden verwacht dat een ander land het onderzoek zal uitvoeren of voldoende bescherming zal bieden. Een dergelijk geval zou zich bijvoorbeeld voordoen indien een persoon reeds als vluchteling is erkend of anderszins voldoende bescherming kreeg in een 'eerste land van asiel', of indien een persoon naar de EU is gekomen uit een 'veilig derde land', waar doeltreffende toegang tot bescherming is gewaarborgd, ook indien de persoon geen bescherming heeft gekregen 3 .
Overeenkomstig de richtlijn asielprocedures dient een aantal garanties in acht te worden genomen. Na correcte registratie en identificatie overeenkomstig de EU-regelgeving, moet een persoon die in Griekenland een asielverzoek heeft ingediend, persoonlijk worden gehoord indien de verantwoordelijke autoriteit van oordeel is dat de betrokkene in een van de niet-ontvankelijke categorieën valt, om zorgvuldig na te gaan of er bijzondere omstandigheden zijn. Er bestaat ook een mogelijkheid om in beroep te gaan tegen het besluit van niet-ontvankelijkheid 4 . In het scenario 'eerste land van asiel' kan dit ook van toepassing zijn indien de betrokkene 'voldoende bescherming' geniet, naast de erkenning als vluchteling. In het scenario 'veilig derde land' stelt de richtlijn de voorwaarden vast, zowel wat betreft het betrokken derde land, als wat betreft de betrokken persoon. Alvorens een persoon die internationale bescherming behoeft, terug te sturen, moeten de lidstaten zich ervan vergewissen dat het derde land een reeks normen met betrekking tot de grondrechten, non-discriminatie en respect voor internationaal recht zal nakomen.
Kennelijk zijn voor de toepassing van deze bepalingen wijzigingen noodzakelijk zowel in de Griekse als de Turkse nationale wetgeving. In het geval van Griekenland betreft dit de status van Turkije als 'veilig derde land' en impliceert dit een aantal gedetailleerde procedureregels bv. voor het indienen van een beroep. In het geval van Turkije betreft dit punten als de hernieuwing van de tijdelijke beschermingsstatus voor Syriërs die Turkije hebben verlaten, de toegang tot doeltreffende asielprocedures voor alle personen die internationale bescherming behoeven, waartoe zich Turkije heeft verbonden in het gezamenlijke actieplan EU-Turkije, alsook de garantie dat bescherming gelijkwaardig aan die van het Verdrag van Genève wordt geboden aan niet-Syriërs, met name aan wie terugkeert.
Zodra de niet-ontvankelijkheid van het asielverzoek is vastgesteld, of het verzoek ongegrond is gebleken, kan een persoon worden teruggestuurd in het kader van de toepasselijke overname-overeenkomst. Het beginsel van non-refoulement moet door Turkije in alle gevallen worden gerespecteerd overeenkomstig de bestaande internationale verplichtingen.
Mits deze garanties worden gerespecteerd door Griekenland en Turkije, is deze regeling in overeenstemming met de Europese en internationale wetgeving.
Praktische aspecten
Overeenkomstig de vereisten van de internationale en Europese wetgeving (meer bepaald wat betreft het individuele onderzoek van aanvragen voor internationale bescherming) kunnen operationele spoedregelingen tussen Griekenland en Turkije worden ingesteld, die meer geschikt zijn voor de terugkeer van migranten op grote schaal. Er zijn stappen gezet om dit doel te bereiken, met de gemeenschappelijke Grieks-Turkse verklaring over overname die op 8 maart is gepubliceerd. Zo werd overeengekomen dat een beroep kan worden gedaan op een gedelegeerde functionaris met het oog op een versnelling van de overnameprocedures van irreguliere migranten. Het aantal van dergelijke verbindingspersonen moet worden opgevoerd. Griekenland en Turkije hebben nog geen overeenstemming bereikt over het precieze cijfer.
Om de terugkeer uit te voeren zal de EU steun verlenen aan Griekenland om de noodzakelijke infrastructuur op te zetten. Met name zullen de hotspots op de Griekse eilanden moeten worden aangepast, nu het huidige doel van registreren en screenen voor een snelle overbrenging naar het vasteland wordt vervangen door het doel om de betrokkenen effectief naar Turkije terug te sturen. De infrastructuur van de hotspots moet bijvoorbeeld worden heringericht om de kantoren voor overname en asiel te huisvesten en kwetsbare groepen op degelijke wijze op te vangen.
Een ander belangrijk aspect zou een aanzienlijke toename zijn van de opnamecapaciteit op de eilanden. Dit kan onder meer omvatten aparte faciliteiten voor irreguliere migranten en voor migranten in de langere asielprocedure; dat betekent dat ter plekke in voldoende detentiecapaciteit moet worden voorzien voor personen voor wie een onderduikrisico bestaat.
Tot dusver hebben relatief weinig vluchtelingen die in Griekenland aankomen, een asielverzoek ingediend. Met het vooruitzicht van een spoedige terugkeer voor personen die geen internationale bescherming behoeven, is het waarschijnlijk dat het aantal asielverzoeken zal stijgen. Een eerste vereiste is daarom versnelde asielprocedures op te zetten voor alle stadia van de procedure, van het initiële interview tot een mogelijke indiening van een beroep. De capaciteit van de Griekse asieldienst moet worden vergroot om een ongehinderde overname door Turkije mogelijk te maken, naast een spoedige goedkeuring van asielverzoeken. De commissies voor de behandeling van beroepen moeten ook in staat zijn om een groot aantal beroepen binnen korte tijd af te handelen. In dit verband moet een beroep worden gedaan op het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) om de Griekse autoriteiten bij te staan met een snelle en doeltreffende afhandeling van asielverzoeken en besluiten tot terugsturen, indien nodig via een aanvullende en gerichte oproep tot steunverlening door de lidstaten.
Ten slotte moeten regelingen worden getroffen voor grootschalige transporten van de eilanden naar Turkije.
Al deze maatregelen kosten geld en de eerste ramingen op basis van 2.000 irreguliere binnenkomsten per dag wijzen op noodzakelijke steun uit de EU-begroting ten belope van 20 miljoen euro per maand.
2.2 Voor elke Syriër die door Turkije wordt overgenomen van de Griekse eilanden, hervestiging van een andere Syriër uit Turkije in de EU, binnen het kader van de bestaande verbintenissen
De regeling waarmee het aantal Syriërs dat door Turkije van de Griekse eilanden wordt overgenomen, wordt gekoppeld aan het aantal Syriërs uit Turkije dat in EU-lidstaten wordt hervestigd, beoogt de irreguliere instroom van migranten die in gevaarlijke omstandigheden reizen, snel te vervangen door een ordelijk en wettelijk hervestigingsproces.
Met het oog hierop moet de 1:1-hervestigingsregeling voor een goed functioneren beschikken over een degelijk logistiek kader en voldoende verbintenissen tot hervestiging.
De 1:1-hervestigingsregeling zal werken indien de lidstaten een voldoende aantal verbintenissen tot hervestiging aangaan. In dit verband wordt in de verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders van 7 maart 2016 gespecificeerd dat de 1:1-regeling binnen het kader van de bestaande verbintenissen moet functioneren.
Een Europees hervestigingsprogramma is reeds operationeel; dit is de eerste logische aanloop voor de bestaande verbintenissen tot hervestiging die moeten worden gekoppeld aan de terugkeer van alle nieuwe irreguliere migranten en asielzoekers van de Griekse eilanden naar Turkije. Er zijn nog ongeveer 18.000 plaatsen 5 beschikbaar, hoewel een deel zal worden ingenomen door hervestigingen van vluchtelingen uit Jordanië en Libanon.
Mocht een nieuwe behoefte aan hervestiging ontstaan in het kader van de 1:1-regeling, kunnen de nodige stappen worden ondernomen om enkele van de verbintenissen in het kader van de bestaande herplaatsingsbesluiten over te hevelen naar de 1:1-regeling, met name alle of een deel van de momenteel niet toegewezen 54.000 plaatsen 6 . Dit zou conform het huidige beleid van de Commissie zijn, waarbij hervestiging en toelating op humanitaire gronden gelijk staan aan herplaatsing, aangezien het in alle gevallen een concrete uitdrukking betreft van solidariteit met andere lidstaten of derde landen die worden geconfronteerd met een massale instroom van migranten 7 .
Naar verwachting zal de 1:1-regeling ertoe leiden dat het aantal irreguliere grensoverschrijdingen via de Egeïsche Zee spoedig zal afnemen. De doeltreffendheid van de regeling zal afhangen van de volledige tenuitvoerlegging van de stappen die in de mededeling zijn beschreven. De EU en Turkije moeten een gezamenlijk wekelijks monitoringmechanisme overeenkomen om de geboekte vooruitgang te analyseren. In de loop van dit proces moeten alle noodzakelijke aanpassingen van de regeling worden aangemerkt.
De toelatingen in het kader van de vrijwillige humanitaire toelatingsregeling 8 met Turkije zullen worden geactiveerd zodra de irreguliere grensoverschrijdingen tussen Turkije en de EU zijn gestopt, of althans zeer aanzienlijk zijn afgenomen. Hiermee zal spoedige en doeltreffende toelating vanuit Turkije mogelijk worden van personen die bescherming behoeven en die ontheemd zijn ten gevolge van het conflict in Syrië. De Commissie verwacht dat zodra de irreguliere instroom van Turkije naar de EU tot stilstand is gebracht, meer lidstaten aan de regeling zullen willen deelnemen.
Indien deze inspanningen succes hebben, kan de vrijwillige humanitaire toelatingsregeling worden uitgebreid tot Jordanië en Libanon.
Het logistieke kader dat aan de basis ligt van de door de Commissie in december 2015 voorgestelde vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden met Turkije, kan meer algemeen worden aangewend voor de doelstellingen van de 1:1-hervestigingsregeling. De vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden is gestoeld op de wereldwijd erkende deskundigheid van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (UNHCR) in verband met het faciliteren van diverse vormen van toelating van personen die zijn ontheemd naar derde landen en die internationale bescherming behoeven, in landen die hen willen toelaten. Er moet ook een beroep worden gedaan op de ervaring en deskundigheid van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Om dezelfde redenen als in het geval van de vrijwillige humanitaire toelatingsregeling moet de 1:1-regeling van toepassing zijn op Syriërs die door de Turkse autoriteiten vóór 29 november 2015 werden geregistreerd.
De operationele standaardprocedures van de vrijwillige humanitaire toelatingsregeling kunnen worden gebruikt voor de meer algemene doelstellingen van de 1:1-regeling. Zij hebben meer bepaald betrekking op de selectie van de kandidaten en garanderen de eerbiediging van alle toepasselijke internationale regels inzake humanitair recht. Voor de doelstellingen van de 1:1-regeling moeten deze procedures worden aangevuld met een mechanisme om het oversteken van de Egeïsche Zee te ontmoedigen. Syriërs die in Turkije zijn gebleven omdat zij in aanmerking komen voor tijdelijke bescherming, moeten prioriteit krijgen bij hervestiging.
Er is een procedure nodig om het aantal vluchtelingen die vanuit de Griekse eilanden worden overgenomen door Turkije, te koppelen aan het aantal vluchtelingen die Turkije verlaten om in de EU te worden hervestigd. Er kan een aanpak op weekbasis worden overwogen, waarbij de EU op basis van het aantal Syriërs dat de voorbije zeven dagen door Turkije effectief is overgenomen, onmiddellijk een procedure start om hetzelfde aantal Syriërs in de EU te hervestigen.
Indien de 1:1-regeling een succes wordt, bestaat de mogelijkheid dat nieuwe routes naar de EU ontstaan. Turkije moet zich ertoe verbinden alle noodzakelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat er nieuwe vluchtroutes ontstaan over de zee of over land voor irreguliere migratie vanuit Turkije naar de EU. Mochten er toch nieuwe vluchtroutes ontstaan, dan moeten de verbintenissen en beginselen inzake terugkeer en hervestiging worden toegepast tussen de relevante lidstaat en Turkije.
2.3 Versnelde uitvoering van het stappenplan voor visumliberalisering voor Turkse onderdanen tegen eind juni 2016
De voorwaarden voor het afschaffen van de visumplicht zijn uiteengezet in een stappenplan van 2013, waarin 72 vereisten worden genoemd waaraan Turkije moet voldoen op het gebied van documentveiligheid, migratiebeheer, openbare orde en veiligheid, grondrechten en overname van irreguliere migranten. De Commissie is de vooruitgang van Turkije op deze punten nagegaan en in het meest recente verslag kon melding worden gemaakt van meer intensieve inspanningen en een nieuw niveau van engagement 9 . Aan 35 van de 72 vereisten is momenteel voldaan.
Om de uitvoering van het stappenplan te versnellen met het oog op de afschaffing van de visumplicht tegen eind juni, dienen de Turkse autoriteiten nog verdere inspanningen te doen voor goedkeuring en tenuitvoerlegging van de wettelijke en bestuurlijke maatregelen die nodig zijn om aan alle vereisten van het stappenplan voor visumliberalisering te voldoen. Het pakket van negen wetsvoorstellen waarover momenteel wordt gedebatteerd, moet door Turkije tijdig worden goedgekeurd, zoals overeengekomen met de EU. De vereisten blijven onveranderd.
Mits Turkije de noodzakelijke maatregelen neemt om te voldoen aan de resterende vereisten, zal de Commissie eind april 2016 een wetgevingsvoorstel doen om de visumplicht voor Turkse burgers af te schaffen.
2.4 Versnelde uitbetaling van de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije
De faciliteit voor vluchtelingen in Turkije bestrijkt zowel onmiddellijke humanitaire noden als ontwikkelingsbehoeften op de langere termijn. Op humanitair gebied werd op 4 maart een overeenkomst voor 40 miljoen euro ondertekend met het Wereldvoedselprogramma, voor voedselhulp aan 735.000 Syrische vluchtelingen via een e-kaart-regeling. Er wordt met de partners onderhandeld over vijftien andere projecten voor een totaalbedrag van 50 miljoen euro. Met deze projecten zal medio-april 2016 een totaalbedrag van 90 miljoen euro zijn aanbesteed. Deze toewijzing zal een snelle uitbreiding van de humaniatyire hulpverlening in Turkije mogelijk maken, onder meer voor levensmiddelen, non-food-artikelen, gezondheidszorg, water- en sanitaire voorzieningen en bescherming.
Er is ook besloten om 55 miljoen euro van de faciliteit toe te wijzen aan het Regionale trustfonds van de EU als antwoord op de crisis in Syrië voor dringende steun aan op ontwikkeling gerichte projecten, meer bepaald op het gebied van onderwijs, overeenkomstig de conclusies van de eerste bijeenkomst van het stuurcomité van de faciliteit op 17 februari. Dit heeft geleid tot de ondertekening op 4 maart van een regionale overeenkomst met Unicef, waarvan 38 miljoen euro is bestemd om nog eens 110.000 Syrische kinderen in Turkije naar school te laten gaan tijdens het lopende schooljaar.
Voorts zijn er als respons op de crisis in Syrië projecten aan de gang via het Regionale trustfonds van de EU ten belope van in totaal bijna 140 miljoen euro. Er werden reeds een aantal relevante acties geselecteerd en aangemerkt voor een waarde van 76 miljoen euro; de contracten daarvoor kunnen eind april 2016 worden ondertekend na goedkeuring op de volgende vergadering van het bestuur van het trustfonds op 22 maart. Momenteel wordt gewerkt aan verder acties voor een bedrag van 64 miljoen euro voor mogelijke aanbesteding tegen juli 2016. Indien nodig zullen verdere overdrachten plaatsvinden van de faciliteit naar het trustfonds om de projectfinanciering te garanderen. Daarnaast worden door de Commissie in het kader van het trustfonds ook projecten voor vluchtelingen ontwikkeld op gebieden als onderwijs, menselijke hulpbronnen en milieu-infrastructuur, met gebruikmaking van de 164,5 miljoen euro die eind 2015 van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) zijn overgeheveld.
De volgende stappen voor het bevorderen van projecten zullen voortbouwen op een omvattende behoeftenanalyse, die momenteel door de Commissie wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met Turkije. De Turkse regering heeft haar bijdrage op 4 maart eindelijk ingediend. Op deze basis moet de behoeftenanalyse medio-april kunnen worden afgerond. Parallel daarmee vindt momenteel in Ankara technisch overleg met de Turkse autoriteiten plaats om voor de Commissie een vroege identificatie en programmering van urgente en uitvoerbare projecten mogelijk te maken op alle gebieden die door de faciliteit worden bestreken. Zonder proactief engagement van de Turkse autoriteiten zal geen vooruitgang mogelijk zijn. Er zijn ook contacten aan de gang met internationale financiële instellingen en andere agentschappen als mogelijke uitvoerende partners. De Commissie zal een beroep doen op de deskundigheid van haar vaste partners van de VN, internationale financiële instellingen, internationale organisaties, de lidstaten en de ngo's voor acties die op hun respectieve deskundigheid betrekking hebben. Hiermee moet de tweede vergadering van het stuurcomité van de faciliteit in april mogelijk worden.
Wat de middelen betreft, ontving de Commissie de bijdragecertificaten respectievelijk van Duitsland en Finland. Alle lidstaten worden opgeroepen om spoedig hun nationale bijdragen ter beschikking te stellen om een snelle, stapsgewijze uitvoering van de faciliteit mogelijk te maken om de behoeften van de vluchtelingen in Turkije aan te pakken, ter ondersteuning van de inspanningen van Turkije zelf.
2.5 Zo spoedig mogelijk de besluiten voorbereiden inzake de opening van nieuwe hoofdstukken in de toetredingsonderhandelingen, voortbouwend op de conclusies van de Europese Raad van oktober 2015
De stand van zaken van de toetredingsonderhandelingen van de Europese Unie werd uiteengezet in het uitbreidingspakket van november 2015.
Sindsdien werd hoofdstuk 17 (economische en monetaire unie) geopend tijdens een intergouvernementele conferentie op 14 december 2015. In deze context zal over belangrijke hervormingen worden gesproken. Het hoofdstuk bestrijkt onder andere regelgeving voor de onafhankelijkheid van de centrale banken, verbodsbepalingen op de directe financiering van de openbare sector door de centrale banken en verbodsbepalingen op gepriviligieerde toegang van de openbare sector tot financiële instellingen.
Daarnaast zijn momenteel voorbereidingen aan de gang voor de opening van vijf hoofdstukken: hoofdstuk 15 (energie), hoofdstuk 23 (rechterlijke macht en grondrechten), hoofdstuk 24 (justitie, vrijheid en veiligheid), hoofdstuk 26 (onderwijs en cultuur) en hoofdstuk 31 (buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid).
Dit is in overeenstemming met de conclusies van de Europese Raad van oktober 2015, die had opgeroepen om het toetredingsproces nieuw leven in te blazen om vooruitgang te kunnen boeken met de onderhandelingen, conform het onderhandelingskader en de betreffende Raadsconclusies.
De Commissie streeft ernaar alle hiermee verband houdende voorbereidende documenten in het voorjaar af te ronden en aan de Raad voor te leggen, zonder afbreuk te doen aan de standpunten van de lidstaten en het onderhandelingskader.
De werkzaamheden zijn goed gevorderd op het gebied van energie (hoofdstuk 15) en van 1 tot 3 maart vond in Ankara vruchtbaar technisch overleg plaats. De Commissie zal in april een geactualiseerd screeningrapport indienen. Zoals ook het geval is voor andere kandidaat-lidstaten, wordt verwacht dat dit rapport zal aanbevelen ijkpunten voor het openen vast te stellen.
Op de belangrijke gebieden van rechterlijke macht en grondrechten, en justitie, vrijheid en veiligheid (hoofdstukken 23 en 24) wordt thans technisch overleg georganiseerd na ontvangst van de schriftelijke opmerkingen van Turkije. Deze hoofdstukken bestrijken een reeks kritieke kwesties zoals de grondrechten met inbegrip van de vrijheid van meningsuiting, het gerecht, anticorruptiebeleid, migratie en asiel, visumregelingen, grensbeheer, politiesamenwerking, de strijd tegen georganiseerde misdaad en terrorisme. De EU verwacht van Turkije de hoogste normen te respecteren inzake democratie, de rechtsstaat, de eerbiediging van de grondrechten, met inbegrip van de vrijheid van meningsuiting. In verband met het vaststellen van ijkpunten op deze essentiële gebieden wordt gewoonlijk van een kandidaat-lidstaat gevraagd een omvattend actieplan voor te bereiden met precieze tijdschema's voor de aanpassing van de wetgeving en de nodige financiering. De geactualiseerde screeningrapporten voor deze hoofdstukken zouden in de maand mei door de Commissie kunnen worden gepubliceerd.
Wat betreft onderwijs en cultuur (hoofdstuk 26) legt Turkije momenteel de laatste hand aan een herzien onderhandelingsstandpunt. De Commissie zal het ontwerp van gemeenschappelijk standpunt in april kunnen actualiseren en aan de Raad voorleggen.
Het hoofdstuk inzake het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid (hoofdstuk 31) is reeds in detail onderzocht en de Europese Dienst voor extern optreden legt momenteel de laatste hand aan een geactualiseerd screeningrapport, dat in april klaar zal zijn.
2.6 Samenwerking voor betere humanitaire voorwaarden in Syrië zelf
Turkije maakt deel uit van de internationale coalitie tegen Da'esh en van de Internationale Steungroep voor Syrië (ISSG). In die hoedanigheid speelt Turkije een cruciale rol in de gezamenlijke inspanningen om de Syrische crisis op te lossen. In dit verband moeten de EU en Turkije hun samenwerking opvoeren om humanitaire hulp te verstrekken aan de Syrische bevolking. De situatie van de vluchtelingen aan de Turkse grens, met name in de strook tussen Aleppo en de Turks-Syrische grens, eist bijzondere aandacht.
Zoals reeds verklaard door de Europese Raad is de EU bereid met Turkije samen te werken om de humanitaire situatie in Syrië te verbeteren waardoor de vluchtelingen in veiligere gebieden kunnen leven. Om succes te boeken is het van essentieel belang dat de verbintenissen die door de ISSG in München op 11-12 februari zijn aangegaan, spoedig door alle partijen worden uitgevoerd.
De Commissie verstrekt reeds grootschalige hulp binnen Syrië en zal dat ook blijven doen. Sinds het begin van de crisis heeft de Commissie aan Syrië al tot 468 miljoen euro aan humanitaire hulp verstrekt, waarvan 160 miljoen euro in 2015.
Momenteel zijn er 50 projecten lopende, voor een totaalbedrag van 200 miljoen euro. Dit omvat humanitaire, ontwikkelings- en stabilisatiehulp. Een belangrijk aandeel van de projecten voor humanitaire hulp betreft grensoverschrijdende projecten met Turkije, voor 2015 ten belope van 43,2 miljoen euro, 27% van de totale begroting voor hulp aan Syrië. Deze projecten hangen sterk af van de lokale samenwerking met de Turkse autoriteiten.
Grensoverschrijdende acties van Turkije, Jordanië, Libanon en Irak zullen in 2016 een groot deel van de acties van humanitaire hulp blijven uitmaken. In maart 2016 zal 15 miljoen euro worden aanbesteed, met nog een verdere raming van 70 miljoen euro voor begin mei, na een recente oproep tot het indienen van voorstellen aan de humanitaire partners.
3. Conclusie
De regelingen voor de terugkeer van alle nieuwe irreguliere migranten en asielzoekers die de Egeïsche Zee oversteken van Turkije naar Griekenland, tezamen met de 1:1-hervestigingsregeling, zullen een tijdelijke en uitzonderlijke maatregel zijn en dienen zo spoedig mogelijk van start te gaan. Het is de bedoeling de huidige massale irreguliere instroom van migranten te vervangen door een gecontroleerd en wettelijk instroomproces. Het oogmerk is het stramien te doorbreken dat vluchtelingen en migranten smokkelaars betalen en hun leven op het spel zetten.
Deze mededeling biedt een kader waarmee wordt verzekerd dat dit proces in overeenstemming met de internationale en de Europese wetgeving wordt uitgevoerd, hetgeen betekent dat een collectief terugkeerbeleid uitgesloten is. In deze mededeling worden ook de wettelijke en logistieke stappen beschreven die dringend moeten worden gezet om het proces op te starten.
Voor deze nieuwe fase van de samenwerking tussen de EU en Turkije voor een aanpak van de migratiecrisis zullen gezamenlijke inspanningen van Griekenland en Turkije noodzakelijk zijn, met de steun van de Commissie, de EU-agentschappen en de partnerorganisaties. Ook de steun van de lidstaten zal nodig zijn, zowel in termen van de beschikbaarstelling van personeel als in termen van de bereidheid om verbintenissen voor hervestiging aan te gaan.
Hoewel nog een aantal belangrijke stappen moeten worden gezet, zijn, zowel op wettelijk als op praktisch niveau, de middelen voorhanden om deze nieuwe regelingen met spoed in gang te zetten.
(1)
Verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders (Brussel, 7 maart 2016).
(2)
Met ingang van 1 juni 2016 wordt deze overeenkomst opgevolgd door de overname-overeenkomst tussen de EU en Turkije, na de inwerkingtreding van de bepalingen van deze overeenkomst inzake de overname van onderdanen van derde landen. Voorwaarde hiertoe is de vaststelling van het besluit tot bespoediging van de inwerkingtreding door het Gemengd Comité overname en de goedkeuring ervan door het Turkse parlement vóór die datum.
(3)
De bepalingen inzake 'eerste land van asiel' zijn vastgesteld in artikel 35 van de richtlijn asielprocedures, en de bepalingen inzake 'veilig derde land' in artikel 38.
(4)
Zie artikel 46 van de richtlijn asielprocedures. De indiening van een beroep stelt de aanvrager automatisch in staat op het grondgebied te blijven wanneer het besluit is gebaseerd op het scenario 'veilig derde land', terwijl waar het beroep wordt ingediend tegen een besluit dat is gebaseerd op het scenario 'eerste land van asiel', het volstaat dat de rechtbank de bevoegdheid heeft te bepalen of de aanvrager op het grondgebied mag blijven of niet.
(5)
Verslag over herplaatsing en hervestiging, COM (2016) XXX van 16 maart 2016.
(6)
Hiervoor is een wijziging noodzakelijk van het besluit van de Raad om de 54.000 open plaatsen toe te wijzen binnen het totaalcijfer van 160.000. Er dient ook aandacht te zijn voor de financiële gevolgen aangezien er een verschil is tussen de middelen die voor elke herplaatsing beschikbaar worden gesteld (6.500 euro), en de middelen voor elke hervestiging (10.000 euro).
(7)
Hervestigingen uit Turkije in de lidstaten in het kader van bilaterale hervestigingsregelingen dienen te worden verrekend in het totaalcijfer van hervestigingen door de EU in het kader van de 1:1-regeling.
(8)
Aanbeveling van de Commissie van 15.12.2015 inzake een vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden met Turkije, C(2015) 9490.
(9)
Tweede verslag over de vooruitgang van Turkije met de uitvoering van de vereisten van het stappenplan voor visumliberalisering (COM(2016) 140 van 4 maart 2016).