Artikelen bij COM(2016)581 - Stimuleren van Europese investeringen voor banen en groei: een tweede fase van het Europees Fonds voor strategische investeringen en een nieuw Europees extern investeringsplan - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2016)581 - Stimuleren van Europese investeringen voor banen en groei: een tweede fase van het Europees Fonds voor strategische ... |
---|---|
document | COM(2016)581 |
datum | 14 september 2016 |
Brussel, 14.9.2016
COM(2016) 581 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Stimuleren van Europese investeringen voor banen en groei:
naar een tweede fase van het Europees Fonds voor strategische investeringen
en een nieuw Europees extern investeringsplan
Er zijn slimme en duurzame investeringen vereist om de werkgelegenheid en de groei te bevorderen, zowel in Europa als in de rest van de wereld.
Sinds november 2014 heeft de Commissie aanzienlijke financiële middelen van de EU gemobiliseerd, en dat op een innovatieve wijze die ervoor zorgt dat de ingezette overheidsmiddelen een zo groot mogelijk effect sorteren en dat particuliere investeringen worden aangetrokken. Duurzame investeringen, met name in infrastructuur en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), vormden de kern van het politieke optreden van de Commissie, in het bijzonder via een efficiëntere aanwending van de beperkte EU-begrotingsmiddelen, in combinatie met maatregelen ter verbetering van het algemene bedrijfsklimaat.
De Commissie blijft zoeken naar nieuwe manieren om elke euro aan overheidsmiddelen optimaal te benutten, de particuliere sector te mobiliseren en tastbare resultaten in de reële economie te boeken.
Binnen de EU levert deze aanpak reeds bemoedigende resultaten op. Het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), de kern van het investeringsplan voor Europa, moet dan ook worden versterkt en uitgebreid, zowel door het verlengen ervan in de tijd als door het vergroten van de financiële draagkracht ervan.
Buiten de EU zal deze nieuwe benadering ook nuttig zijn om het hoofd te bieden aan de diverse uitdagingen die zich zowel in het nabuurschap van de EU als in Afrika aandienen. Tegen deze achtergrond komt de Commissie vandaag met een ambitieus Europees extern investeringsplan (EIP) voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling, werkgelegenheid en groei in de partnerlanden en voor het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie.
I. Het investeringsplan voor Europa – EFSI 2.0
Het investeringsplan voor Europa is een nuttig instrument gebleken voor het behalen van concrete resultaten en het bevorderen van een duurzame toename van de lage investeringsniveaus in Europa na de financiële crisis. De wijze waarop de garantie is geconstrueerd, zorgt voor een optimale aanwending en hefboomwerking van de schaarse overheidsmiddelen met de bedoeling tastbare resultaten op het gebied van werkgelegenheid en groei te boeken. Via het EFSI heeft de groep rond de Europese Investeringsbank (EIB) – de strategische partner van de Commissie voor het investeringsplan voor Europa – in minder dan een jaar tijd bijna 116 miljard EUR gemobiliseerd in 26 lidstaten. Tijdens diezelfde periode hebben meer dan 200 000 kmo's reeds van het EFSI geprofiteerd 1 . Van Finland tot Griekenland, van Ierland tot Kroatië, van industriële speerpuntprojecten tot de modernisering van de voedingsmiddelenindustrie door kmo's en midcap-bedrijven in Europa, van windmolenparken tot de uitrol van nieuwe gezondheidstechnologieën: het EFSI maakt een echt verschil door innovatieve projecten te ondersteunen die banenschepping en groei in lokale gemeenschappen mede in de hand werken. Daardoor speelt het EFSI ook een grote rol bij het aanpakken van de jeugdwerkloosheid 2 .
Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad het volgende geconcludeerd: "[h]et investeringsplan voor Europa, met name het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), heeft al concrete resultaten opgeleverd en vormt een belangrijke stap om particuliere investeringen aan te trekken en tegelijkertijd slim gebruik te maken van schaarse begrotingsmiddelen. De Commissie is voornemens spoedig voorstellen betreffende de toekomst van het EFSI in te dienen, die door het Europees Parlement en de Raad met voortvarendheid moeten worden besproken" 3 . Met het vandaag aangenomen voorstel heeft de Commissie werk gemaakt van deze prioriteiten.
De Commissie streeft naar een verdubbeling van het EFSI, zowel wat de looptijd als wat de financiële draagkracht ervan betreft. Het EFSI is opgericht voor een initiële periode van drie jaar en was bedoeld om ten minste 315 miljard EUR aan strategische investeringen aan te trekken. In het licht van het succes ervan heeft de Commissie besloten een wijzigingsverordening te presenteren waarbij het EFSI wordt verlengd in de tijd en de financiële slagkracht ervan wordt vergroot. Aldus zullen ook eventuele verstoringen in de financiering worden vermeden en zal projectontwikkelaars de zekerheid worden geboden dat zij nog steeds projecten kunnen voorbereiden die na de initiële investeringsperiode kunnen worden ingediend. De vandaag voorgestelde wettelijke verlenging bestrijkt de periode van het huidig meerjarig financieel kader en moet tegen 2020 in totaal ten minste een half biljoen euro aan investeringen opleveren. Om de slagkracht van het EFSI nog verder te vergroten en de nagestreefde verdubbeling van de investeringsdoelstelling te verwezenlijken, roept de Commissie de lidstaten op om ook dringend werk te maken van het leveren van een bijdrage. Voor de periode na 2020 is de Commissie voornemens de nodige voorstellen te doen om ervoor te zorgen dat de strategische investeringen op een duurzaam peil blijven.
De belangrijkste elementen van het voorstel van vandaag worden hierna beschreven.
EFSI 2.0 – Verlenging in de tijd, grotere slagkracht en versterkte additionaliteit (eerste pijler):
Het wetgevingsvoorstel van vandaag voorziet niet alleen in een verlenging in de tijd en in een grotere slagkracht, maar ook in een versterking van de additionaliteit, waarbij vooral gevallen van marktfalen en suboptimale investeringssituaties worden aangepakt om op die manier een grotere betrokkenheid van de particuliere sector te bewerkstelligen. Opdat het initiatief een zo groot mogelijk effect sorteert, moet het EFSI zich vooral blijven concentreren op de kwaliteit van de investeringsprojecten (nl. die welke in een hogere productiviteit en een groter concurrentievermogen resulteren), naast het verhogen van de investeringsvolumes. In het licht van het belang ervan voor de eengemaakte markt zijn het vooral grensoverschrijdende infrastructuurprojecten, inclusief gerelateerde diensten, die additionaliteit bieden. Bovendien zal het EFSI zich in de toekomst nog sterker op duurzame investeringen in meerdere sectoren toespitsen om de doelstellingen van de klimaatovereenkomst van Parijs (COP21) te blijven halen en om een bijdrage te leveren aan de overgang naar een hulpbronnenefficiënte, circulaire en koolstofarme economie 4 , conform Agenda 2030 en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen. Tevens wordt voorgesteld een groter deel van de financiering naar kmo's te kanaliseren omdat het opnemen van middelen door de markt bijzonder snel is verlopen in het kmo-onderdeel, waar de prestaties van het EFSI de verwachtingen ruimschoots overtreffen. Tot slot zijn middelen van het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) en het EFSI gebundeld tot een reeks nieuwe financiële instrumenten voor het versterken van de ondersteuning van sociaal ondernemerschap en microfinanciering 5 .
Een belangrijk doel van het EFSI 2.0 is het vergroten van de geografische dekking van het EFSI en de verbetering van de benutting ervan in minder ontwikkelde en overgangsregio's. In dit verband is een essentiële rol weggelegd voor de combinatie van het EFSI met andere financieringsbronnen van de Unie, zoals onder meer de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) 6 . Vandaag heeft de Commissie een voorstel voor een vereenvoudiging van de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen aangenomen om een dergelijke combinatie te vergemakkelijken. Daarnaast zal de Europese investeringsadvieshub op regionaal en lokaal niveau worden versterkt, zodat deze actief aan de sectorale en geografische diversificatie van het EFSI kan bijdragen.
Tevens wordt voorgesteld de investeringsbeslissingen en governanceprocedures transparanter te maken. Het investeringscomité zal in zijn besluiten, die openbaar worden gemaakt, nadere toelichting moeten geven bij de redenen waarom het meent dat een specifieke verrichting voor de EU-garantie in aanmerking komt, met name wat additionaliteit betreft. Voorts zal het scorebord van indicatoren worden gepubliceerd zodra een onder de EU-garantie vallende verrichting is ondertekend. Bovendien voorziet het voorstel ook in een verplichting voor de EIB en het Europees Investeringsfonds (EIF) om de eindbegunstigden, waaronder kmo's, van het bestaan van EFSI-steun op de hoogte te brengen.
Versterkte technische bijstand (tweede pijler):
Via overeenkomsten met relevante plaatselijke actoren zal de Europese investeringsadvieshub dichter bij het terrein technische bijstand verlenen. Er zal ook doelgerichtere en beter op maat gesneden technische bijstand beschikbaar worden gesteld voor projecten waarbij meerdere lidstaten betrokken zijn, voor projecten die tot de verwezenlijking van de COP21-doelstellingen bijdragen, en voor de combinatie van het EFSI met andere financieringsbronnen van de Unie, zoals de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020 en de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen. In dit verband wordt in het EFSI 2.0-voorstel ook bepaald dat de hub actief moet bijdragen tot de doelstelling van sectorale en geografische diversificatie van het EFSI door het ondersteunen van de inspanningen van de EIB om, waar nodig, nieuwe projecten op het terrein op te starten.
In dit verband zal de Commissie de mogelijkheid onderzoeken om in haar vertegenwoordigingen in de lidstaten speciale Europese investeringsgezanten aan te wijzen die in het kader van één enkel investeringsbeleidsteam met de betrokken Commissiediensten zullen samenwerken.
Wegnemen van belemmeringen voor investeringen en verder verdiepen van de eengemaakte markt (derde pijler):
Het algemene bedrijfsklimaat is een belangrijke factor wanneer het op het bevorderen van duurzame investeringen aankomt. Sommige van de inspanningen om dit klimaat te verbeteren, moeten op nationaal niveau worden geleverd, terwijl andere uitdagingen beter op Europees niveau kunnen worden aangepakt. In het kader van haar inspanningen ter verbetering van het Europese investeringsklimaat heeft de Commissie reeds een aantal concrete initiatieven voorgesteld voor de ondersteuning van investeringen en het bevorderen van de financiering van de reële economie, zoals het verlagen van voor verzekerings- en herverzekeringsmaatschappijen geldende kapitaalvereisten voor investeringen in infrastructuur, en het opstellen van praktische richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de overheidsfinanciering van infrastructuur. Daarnaast bevatten zowel de energie-unie, de kapitaalmarktenunie, de strategieën voor de eengemaakte markt en de digitale eengemaakte markt als het pakket circulaire economie en de internationale handels- en investeringsovereenkomsten allemaal specifieke maatregelen die bij volledige uitvoering ervan belemmeringen zullen wegnemen, innovatie zullen bevorderen en het investeringsklimaat verder zullen verbeteren. Zo zal de energie-unie ertoe bijdragen dat er vooraf meer zekerheid bestaat over de overheidsstatistieken voor specifieke sectoren, zoals energie-efficiëntie. Eurostat heeft de regels voor de desbetreffende overheidsstatistieken (ESR 2010) verder uitgewerkt en verduidelijkt, vooral ten aanzien van publiek-private partnerschappen (PPP's). Op 29 september 2016 zal een leidraad voor de statistische behandeling van PPP's worden gepubliceerd. Deze leidraad is opgesteld in samenwerking met de EIB en is vooral voor particuliere belanghebbenden bedoeld. Deze publicatie zal worden gevolgd door een actieve voorlichtingscampagne. Daarnaast volgt Eurostat, zoals in de mededeling van 1 juni is aangegeven, het effect van de aangepaste regels voor overheidsstatistieken op de oprichting van PPP's in verschillende sectoren op de voet. Het zal verdere actie ondernemen indien zulks noodzakelijk blijkt.
De kapitaalmarktenunie 7 zal de financiële belemmeringen voor investeringen helpen wegnemen. Om dat doel te bereiken, worden verdere wijzigingen overwogen in Solvabiliteit II voor beleggingen van verzekeraars in infrastructuurmaatschappijen, alsook in het regelgevingskader voor durfkapitaal. In het kader van de aanstaande herziening van de bankwetgeving, die vóór het einde van het jaar zal worden goedgekeurd, zal de Commissie tevens voorstellen de voor banken geldende kapitaalvereisten te verlagen wanneer zij in infrastructuuractiva investeren. Ook initiatieven om de eengemaakte markt voor goederen en diensten verder te versterken, zijn van essentieel belang om het volledige potentieel van de investeringen in Europa te ontsluiten. De strategie voor de eengemaakte markt zal nieuwe kansen voor het bedrijfsleven helpen creëren en bestaande regelgevende en administratieve belemmeringen wegnemen, met name voor dienstverleners die hun activiteiten tot geheel Europa willen uitbreiden. Momenteel wordt gewerkt aan concrete voorstellen in verband met de handhaving van de internemarktregels, alsook aan maatregelen op het gebied van zakelijke diensten, de herstructurering en insolventie van ondernemingen, en de totstandbrenging van een eenvoudig, modern en fraudebestendig btw-stelsel. De strategie voor de digitale, eengemaakte markt zal leiden tot een grotere rechtszekerheid in de digitale sector. De Commissie onderzoekt de mogelijkheid om één enkel EU-toestemmingskader op te zetten dat rechtstreeks van toepassing zou zijn op grote projecten met een grensoverschrijdende dimensie of op grote investeringsplatforms met nationale cofinanciering.
De lidstaten dienen zich ernstiger in te spannen bij het doorvoeren van de nodige hervormingen die erop gericht zijn de in het kader van het Europees semester gesignaleerde belemmeringen voor investeringen weg te nemen. Het gaat daarbij om hervormingen op terreinen zoals insolventie, overheidsopdrachten, rechterlijke organisatie en de efficiëntie van het overheidsapparaat of sectorspecifieke regelgeving. Deze in de landspecifieke aanbevelingen beschreven hervormingen zijn een noodzakelijke voorwaarde voor de instandhouding en verhoging van het investeringsniveau in de lidstaten, rekening houdend met specifieke nationale omstandigheden. De aanbevelingen voor het doorvoeren van hervormingen op het gebied van investeringen zullen in het najaar in de diverse Raadsformaties worden besproken. Tegen deze achtergrond en ter voorbereiding van het Europees semester 2017 zal de Commissie ook de evaluaties actualiseren van de uitdagingen voor het investeringsklimaat in de lidstaten. Deze evaluaties zullen wederom samen met de jaarlijkse groeianalyse worden gepubliceerd.
II. Het Europees extern investeringsplan
Investeringen zijn ook van cruciaal belang voor de hervorming van het ontwikkelingsbeleid en de ontwikkelingshulp opdat deze beter bijdragen aan de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen en inspelen op de diverse uitdagingen waarmee zowel het nabuurschap van de EU als Afrika worden geconfronteerd. Slimme en duurzame investeringen kunnen een vitale rol spelen bij het bevorderen van werkgelegenheid en groei in ontwikkelingslanden en aldus zorgen voor meer stabiliteit en verbeterende omstandigheden op het terrein in fragiele landen die door conflicten worden getroffen.
Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad het Commissievoorstel voor een nieuw partnerschapskader met derde landen 8 onderschreven. Dit kader is gebaseerd op de premisse dat het aanpakken van de migratieproblematiek een gezamenlijke inspanning vereist die een integrerend deel uitmaakt van de algemene relatie van de EU met de partnerlanden en die door alle desbetreffende EU-beleidslijnen en instrumenten wordt ondersteund. Om de migratiestromen aan te pakken, worden pacten met partnerlanden uitgewerkt met het oog op de verwezenlijking van de volgende kortetermijndoelstellingen: redden van levens op zee, het aantal terugkeerders vergroten en migranten en vluchtelingen in staat stellen dichter bij huis te verblijven.
Er is een nieuwe benadering vereist om de factoren aan te pakken die de onderliggende oorzaken van migratie vormen, alsook om partners te steunen bij het beheren van de gevolgen ervan, zowel in Afrika als in het nabuurschap van de EU. Deze nieuwe benadering moet berusten op het financieren van investeringen en het wegnemen van belemmeringen voor particuliere investeringen. In 2015 hebben meer dan 60 miljoen mensen hun plek van herkomst verlaten op zoek naar een beter leven, ofwel omdat zij bescherming zochten tegen conflicten en oorlogen, ofwel omdat de economische mogelijkheden in hun thuisland beperkt waren. De landen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten zijn goed voor ongeveer 40 % van alle ontheemden ter wereld, terwijl Afrika ten zuiden van de Sahara nog eens 30 % onder hen voor zijn rekening neemt. De combinatie van hoge aantallen ontheemden en zwakke economische vooruitzichten is een gezamenlijke uitdaging voor de Unie en haar partnerlanden.
Het externe beleid van de Unie, en met name het ontwikkelings- en nabuurschapsbeleid, is erop gericht de waarden en belangen van de Unie te verdedigen, onder meer door de welvaart te bevorderen. Economische groei is een eerste vereiste voor duurzame ontwikkeling, maar de economische groei in de ontwikkelingslanden heeft thans zijn laagste peil sinds 2003 bereikt. De instabiliteit en conflicten in Afrika en het nabuurschap van de EU zijn verergerd door de mondiale economische crisis, hetgeen in een grotere totale schuldenlast heeft geresulteerd. Ondernemingen worden met kredietschaarsten geconfronteerd, waardoor zij minder toegang hebben tot financiering voor het doen van hoognodige investeringen. Wegens een niet-duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen lopen ontwikkelingslanden vaak potentiële bronnen van economische groei mis.
Slechts 6 % van de buitenlandse directe investeringen (BDI) in ontwikkelingslanden gaat naar fragiele landen 9 , waardoor de investeringen per hoofd er bijna vijf keer lager liggen dan in andere ontwikkelingslanden. Ook zijn de kosten om een bedrijf op te starten bijna driemaal hoger in fragiele landen dan in niet-fragiele landen. De groei in Afrika is vertraagd tot het laagste peil in jaren, ondanks aanhoudende demografische groei. Deze trend, in combinatie met grote veiligheidsproblemen, doet de armoede toenemen, zet een rem op de duurzame ontwikkeling, en resulteert in economische en sociale omstandigheden die vaak tot de onderliggende oorzaken van migratie behoren.
Een grotere nadruk op investeringen is ook een cruciaal onderdeel van de Agenda 2030 van de VN, de daarin vervatte duurzameontwikkelingsdoelstellingen 10 en de Addis-agenda voor ontwikkelingsfinanciering. Voor de armste en fragiele landen blijft officiële ontwikkelingshulp weliswaar van essentieel belang ter ondersteuning van hun inspanningen om armoede te bestrijden en duurzame ontwikkeling te bewerkstelligen, maar daarnaast winnen ook andere middelen om onze partnerlanden te financieren sterk aan gewicht, zoals investeringen, handel, mobilisatie van binnenlandse middelen en goede governance. Op economisch terrein is een nieuwe benadering voor het aantrekken van met name investeringen van de particuliere sector vereist teneinde genoeg investeringen te genereren om de economische, sociale en ecologische uitdagingen te kunnen aanpakken. Met de door de internationale gemeenschap, met inbegrip van de Unie en haar lidstaten, in Addis Abeba gedane toezeggingen 11 wordt beoogd inclusieve economische welvaart ter verbetering van het welzijn van mensen in de hand te werken en tegelijkertijd het milieu te beschermen. In het kader van dit proces 12 is voor de bevordering van betaalbare en stabiele toegang tot financiering een essentiële rol weggelegd.
Deze nieuwe doelgerichte benadering zal de duurzame ontwikkeling helpen ondersteunen in de partnerlanden, die op hun beurt de groeimarkten van de toekomst zullen worden. Zij zal tevens kansen bieden voor particuliere ondernemingen via handel en investeringen, onder meer uit Europa, en aldus ook de Europese economische diplomatie ondersteunen en een bijdrage aan de Europese economische groei leveren. Ook zal zij de tenuitvoerlegging ondersteunen van het nieuwe partnerschapskader dat door de EU aan de partnerlanden wordt voorgesteld.
Om deze doelstellingen te verwezenlijken, die volledig sporen met de mondiale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid 13 en het herzien Europees nabuurschapsbeleid 14 , stelt de Commissie voor het eerst een ambitieus plan voor, dat initieel voor Afrika en het nabuurschap van de EU is bedoeld. Het gaat hier meteen ook om een belangrijke bijdrage die de EU aan haar partners zal voorstellen tijdens de aanstaande Algemene Vergadering van de VN in New York, waarop het mondiaal delen van de verantwoordelijkheid voor het aanpakken van de langetermijntrends op het gebied van migratie het centrale discussiepunt zal vormen.
Het EIP-pakket
Het vandaag door de Commissie goedgekeurde EIP-pakket omvat de volgende elementen:
1. Voorstel voor een verordening betreffende het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) en tot instelling van de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds;
2. Verslag van de Commissie over de tussentijdse evaluatie van de toepassing van Besluit nr. 466/2014/EU met betrekking tot de EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie;
3. Voorstel van de Commissie voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie;
4. Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de externe EIB-activiteiten met EU-begrotingsgarantie in 2015;
5. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad tot instelling van een Garantiefonds;
6. Draft Commission Decision on the individual measure 'Creation of the Africa Investment Platform' and repealing Decision C(2015)5210;
7. Draft Commission Decision on the 'Neighbourhood Investment Platform', amending the Commission Decision C(2016)3436 on the Neighbourhood Investment Facility under the European Neighbourhood Instrument; en
8. Draft Commission Decision on the individual measure for a contribution to the EFSD Guarantee Fund to be financed from the 11th European Development Fund.
Voornaamste elementen van het Europees extern investeringsplan
Het EIP zorgt voor een coherente Europese benadering van investeringen buiten de EU door bestaande instrumenten met drie belangrijke innovatieve elementen te combineren. Ten eerste combineert het in één coherent plan diverse acties die de totstandkoming van een beter bedrijfsklimaat en een betere bredere beleidsomgeving in de partnerlanden bevorderen wat de toegang tot financiering en de ontwikkeling van economisch levensvatbare projecten betreft. Ten tweede voorziet het in een onestopshop voor financieringsverzoeken voor investeringen, wat de efficiëntie en de hefboomwerking van openbare financiële instellingen en de particuliere sector ten goede komt. Ten derde komt het via een nieuw garantiemechanisme tegemoet aan specifieke behoeften aan particuliere investeringen in omgevingen die door grotere risico's worden gekenmerkt.
Het EIP voorziet in een nieuwe benadering van de wijze waarop de Unie duurzame ontwikkeling ondersteunt en steun voor investeringsprojecten in landen buiten Europa selecteert, voorbereidt en verleent. Het plan biedt een geïntegreerd kader voor een partnerschap dat volledige samenwerking tussen de EU, de lidstaten, de internationale financiële instellingen, andere donoren, overheidsinstanties en de particuliere sector mogelijk maakt. Het zal verbetering brengen in de wijze waarop schaarse overheidsmiddelen worden aangewend, alsook in de wijze waarop overheidsinstanties en particuliere investeerders samenwerken bij investeringsprojecten 15 . Het zal ook de hervormingen ondersteunen die vereist zijn voor het bestrijden van corruptie en het verbeteren van de economische governance en het lokale bedrijfsklimaat, dit alles in volledige samenwerking met de betrokken partnerlanden.
Met het plan wordt beoogd de investeringen en de werkgelegenheidsschepping in Afrika en het nabuurschap van de EU te stimuleren door financiering aan te trekken, met name uit de particuliere sector. Het bouwt voort op de ervaring die met het EFSI is opgedaan en maakt optimaal gebruik van de deskundigheid van de Commissie, de EIB en andere instellingen op het gebied van investeringsfaciliteiten voor ontwikkelingslanden.
Het plan zal naast bestaande internationale samenwerkings- en ontwikkelingsinstrumenten functioneren en deze aanvullen. Het zal meer in het bijzonder een aanvulling vormen op de projecten die samen met de partnerlanden in het kader van het EU-noodtrustfonds voor Afrika 16 en het regionaal trustfonds van de EU in respons op de Syrische crisis 17 worden uitgevoerd om kortetermijndoelstellingen van het partnerschapskader te realiseren. Daartoe zullen de ontwikkelingsstrategieën op langere termijn worden versterkt die de lokale bevolking en geherintegreerde migranten echte economische kansen bieden, waardoor de onderliggende oorzaken van migratie worden aangepakt. Aldus zal het plan een cruciaal instrument vormen voor de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen en voor het ontsluiten van aanvullende bronnen voor ontwikkelingsfinanciering, conform de Addis-actieagenda voor ontwikkelingsfinanciering. In het nabuurschap van de EU zal het plan de economische ontwikkeling stimuleren om zo geleidelijk tot een stabilisatie te komen en tevens een overgang van noodmaatregelen naar structurele maatregelen te bewerkstelligen. De door het plan geboden mogelijkheid om investeringen op duurzame en hernieuwbare energie toe te spitsen, zal ook de COP21-implementatie ten goede komen.
Het plan omvat drie essentiële delen om zijn overkoepelende doelstelling van werkgelegenheidsschepping en duurzame groei te realiseren:
i) mobiliseren van investeringen;
ii) intensiveren van technische bijstand; en
iii) ondersteunen van economische en structurele hervormingen ter verbetering van het bedrijfsklimaat en de bredere beleidsomgeving.
Deze prioriteiten zijn geïnspireerd op de hoofdbeginselen van het investeringsplan voor Europa en de ervaring die daarmee is opgedaan. Structurele en institutionele hervormingen en een verbetering van het algehele bedrijfsklimaat zijn van essentieel belang om duurzame groei op lange termijn te ondersteunen. Anders zouden investeringen maar een kortstondig effect sorteren.
Voor het effectief opkrikken van de investeringen in de partnerlanden zijn specifieke analyses en maatregelen op maat vereist. Dat geldt vooral voor partnerlanden die worden getroffen door kwetsbaarheden, conflicten, aanzienlijke emigratiestromen en zwakke overheidsinstellingen. Daartoe zal in het kader van het plan in specifieke 'investeringsvensters' worden voorzien.
1. Mobiliseren van investeringen
De Commissie is voornemens investeringskansen in partnerlanden te scheppen door op eenzelfde wijze als bij het investeringsplan voor Europa en het EFSI van de hefboomwerking van bestaande EU-middelen gebruik te maken. De hoeksteen van het EIP is de oprichting van een nieuw Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling 18 . Het EFDO zal zijn samengesteld uit regionale investeringsplatforms, die financiering afkomstig van bestaande blendingfaciliteiten 19 zal combineren met de EFDO-garantie, waarvoor middelen uit de EU-begroting en het elfde Europees Ontwikkelingsfonds beschikbaar zullen worden gesteld 20 . De governancestructuur van het EFDO zal een nauwe coördinatie garanderen met acties in het kader van het voorgestelde uitgebreide EIB-mandaat voor externe leningen, met inbegrip van haar nieuwe weerbaarheidsinitiatief en de ACS-investeringsfaciliteit.
Verwacht wordt dat het EFDO extra openbare en particuliere investeringsvolumes zal genereren, waarbij in totaal maximaal 44 miljard EUR aan investeringen zal worden gemobiliseerd. Dit bedrag is gebaseerd op een bijdrage van 3,35 miljard EUR uit de EU-begroting en het Europees Ontwikkelingsfonds. Teneinde de slagkracht en de efficiëntie van het nieuwe fonds verder te vergroten, verzoekt de Commissie de lidstaten en andere partners samen een even grote bijdrage te leveren. Indien zij, met gebruikmaking van de hierna beschreven flexibiliteit, het bedrag van de EU-garantie evenaren, kan het totale bedrag aan extra investeringen op 62 miljard EUR uitkomen. Indien zij ook de bijdrage aan de blending evenaren, kan dit bedrag tot 88 miljard EUR oplopen.
1.1 Hoe zal het werken?
Door de bestaande en traditionele blendingfaciliteiten met een nieuwe, aanvullende garantie te combineren en deze onder één coherent kader samen te brengen, wordt een 'onestopshop' voor publieke en particuliere investeerders tot stand gebracht. Daardoor zullen partners snel de meest geschikte producten kunnen vinden en zullen er projecten worden gerealiseerd die banen creëren en tot een duurzame ontwikkeling bijdragen.
De eerste twee regionale investeringsplatforms zullen Afrika en het nabuurschap van de EU (zuiden en oosten) bestrijken, met de mogelijkheid om de dekking in een later stadium tot andere regio's uit te breiden. De nieuwe platforms zullen de bestaande blendingfaciliteiten (de Afrikaanse investeringsfaciliteit en de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid) combineren, waarbij zij nieuwe doelstellingen en taken krijgen. De EFDO-garantie zal de kredietverlening helpen stimuleren en voor een grotere hefboomwerking zorgen, wat de eindbegunstigden en de projecten ten goede zal komen. De nieuwe benadering zal een investeringsgerichte risicodeling met andere investeerders, en met name met particuliere actoren, mogelijk maken. Aldus zullen particuliere investeringen kunnen worden aangetrokken door de sleutelfactoren aan te pakken die dit momenteel beletten.
Over de specifieke projecten zal door alle belanghebbenden samen overeenstemming worden bereikt volgens een snelle procedure. Hoewel de landen in Afrika en het nabuurschap van de EU veelal voor dezelfde uitdagingen staan, is het toch noodzakelijk om met specifieke regionale en sectorale omstandigheden rekening te houden. Een grote betrokkenheid en inbreng van de partnerlanden tijdens de gehele voorbereiding en uitvoering van de projecten zullen derhalve van cruciaal belang zijn. Reeds in de betrokken regio's actieve financiële instellingen zullen worden uitgenodigd om eigen voorstellen in te dienen die voor de nieuwe garantie in aanmerking komen. De EIB zal, naast haar rol als een van de belangrijkste uitvoerende financiële instellingen, tevens een adviserende taak vervullen met de bedoeling de kwaliteit en het effect van de investeringsstrategie verder te vergroten. Sociaal-economische sectoren en vooral infrastructuur, zoals onder meer energie, water, vervoer, informatie- en communicatietechnologie, milieu en sociale infrastructuur, zullen centraal staan, alsook investeringen in menselijk kapitaal en de toegang tot financiering voor kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, waarbij vooral het accent zal worden gelegd op de creatie van banen, ook voor jongeren en vrouwen.
De EIB, de strategische EU-partner voor investeringen, zal dit EU-initiatief ondersteunen door investeringen te financieren die voor het EFDO in aanmerking komen, en door als katalysator te fungeren voor andere financieringsbronnen, met name uit de particuliere sector.
1.2 Hoe kan het effect worden vergroot?
Evenals het EFSI en diverse financiële instrumenten die sinds 2007 door de EU-blendingfaciliteiten worden ondersteund, zal de nieuwe EFDO-garantie extra investeringen genereren, met name van particuliere investeerders. De investeringen zullen op specifieke regio's, landen of sectoren gericht zijn door het opzetten van 'investeringsvensters' door de Commissie. De garantie zal aan in aanmerking komende tegenpartijen (financiële instellingen of investeerders uit de particuliere sector) worden verleend door middel van garantieovereenkomsten waarmee uitvoering aan de investeringsvensters wordt gegeven. Deze tegenpartijen zullen op hun beurt (via leningen, garanties, deelnemingen of soortgelijke producten) steun verlenen aan geselecteerde portefeuilles van investeringsprojecten, en er tevens op toezien dat de garantiedekking aan de eindbegunstigden wordt doorgegeven. Op grond van voorzichtige ramingen verwacht de Commissie dat elke gegarandeerde euro in totaal meer dan tien euro aan investeringen zal aantrekken.
De Commissie stelt een innovatieve regeling voor waarbij de door de EU-begroting gedekte garantie van 1,5 miljard EUR op haar beurt zou worden gedekt door een garantiefonds van 750 miljoen EUR 21 . Doel van deze regeling is het effect van de nieuwe EFDO-garantie te maximaliseren en een kritische massa te bereiken die het mogelijk maakt resultaten te behalen die aan de geconstateerde behoeften beantwoorden. Het effect van de nieuwe EFDO-garantie zal aanzienlijk groter zijn indien de lidstaten zouden besluiten tot het leveren van een extra bijdrage van ten minste 750 miljoen EUR in de vorm van een tweedeverliesgarantie, waarop pas een beroep zou worden gedaan in het onwaarschijnlijke scenario dat de verliezen meer dan 1,5 miljard EUR bedragen. Bijdragende lidstaten zouden geen voorwaardelijke verplichting boven het bedrag van hun garantie op zich nemen. De lidstaten zullen ook contante bijdragen kunnen leveren. Belangrijk hierbij is dat de Commissie bij de beoordeling van de overheidsfinanciën in het kader van het stabiliteits- en groeipact een gunstige houding zal aannemen ten aanzien van de bijdragen van de lidstaten aan het fonds, in overeenstemming met de benadering die ook in de context van het EFSI is gevolgd 22 . Ingeval een lidstaat een contante bijdrage levert, zou deze in beginsel als een eenmalige maatregel worden beschouwd; een garantie van een lidstaat zou in principe geen effect hebben op het overheidstekort, tenzij er een beroep op wordt gedaan 23 .
Bovendien zou het lidstaten die tot de versterking van de EFDO-garantie bijdragen, worden toegestaan hun bijdrage voor een specifiek doel te bestemmen. Dit kan per regio of per sector gebeuren en zal ervoor helpen zorgen dat het streven om het effect van het externe investeringsplan te maximaliseren, aansluit bij de prioriteiten van de lidstaten.
1.3 Wie beslist?
De Commissie zal worden geadviseerd door een strategische raad en twee operationele raden, één voor elk regionaal investeringsplatform. De Commissie zal het EFDO-secretariaat verzorgen, dat alle taken en functies zal vervullen die vereist zijn om de EIP-doelstellingen te verwezenlijken. De strategische raad, die gezamenlijk zal worden voorgezeten door vertegenwoordigers van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en die zal zijn samengesteld uit de lidstaten en de EIB, zal voor strategische aansturing zorgen en de Commissie helpen bij het vaststellen van algemene investeringsdoelen wat het gebruik van de EFDO-garantie betreft, waarbij de coördinatie en de coherentie worden verzekerd tussen de regionale investeringsplatforms en met het mandaat voor externe leningen, het weerbaarheidsinitiatief en de ACS-investeringsfaciliteit die door de EIB worden beheerd. Via het verlenen van advies aan de Commissie zal de EIB een actieve bijdrage leveren aan het operationele beheer van de garantie.
Aldus zullen een gedegen technische beoordeling en due diligence, alsook een snelle uitvoering van individuele projecten worden gewaarborgd. Voordat de investeringsvoorstellen door de Commissie worden goedgekeurd, zullen de financierbaarheid en het risico van de projecten door de in aanmerking komende tegenpartijen worden beoordeeld en door onafhankelijke deskundigen worden geverifieerd teneinde de geloofwaardigheid ervan voor de particuliere sector te garanderen. De gedetailleerde praktische voorwaarden waaronder de garantie zal worden verleend, zullen voor elk investeringsvenster worden vastgesteld.
2. Intensiveren van de technische bijstand aan de partnerlanden
Om meer investeringen te kunnen genereren, moeten financieel solide, aantrekkelijke en uitvoerbare projecten worden ontwikkeld. In de context van het EIP heeft de Commissie aanzienlijke middelen voor het verlenen van technische bijstand beschikbaar gesteld om partnerlanden te helpen bij het aantrekken van investeringen door een groot aantal financierbare projecten te ontwikkelen en deze onder de aandacht van internationale investeerders te brengen. De Commissie zal putten uit de eigen ervaring die de EU met het investeringsplan voor Europa heeft opgedaan, met name wat het opzetten van de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal betreft.
De technische bijstand zal worden toegespitst op het beter voorbereiden en promoten van projecten, zodat deze meer investeringen aantrekken. Daartoe zullen in het kader van de regionale investeringsplatforms van het EFDO financiële middelen voor het verlenen van technische bijstand worden uitgetrokken. De focus van de bestaande technische bijstand aan partnerlanden voor de ontwikkeling van de particuliere sector via speciale thematische, nationale en regionale EU-programma's zal worden verlegd om ervoor te zorgen dat deze bijstand aan de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van het EIP bijdraagt, en in het bijzonder dat duurzame investeringen worden aangetrokken.
Een projectenwebportaal zal zichtbaarheid geven aan en toegang bieden tot de financieringsmogelijkheden en de technische bijstand van de EU.
Voorts zal de Commissie een gestructureerde dialoog aangaan om inzicht te verwerven in de behoeften en beperkingen van de plaatselijke particuliere sector en om de Europese particuliere sector meer mogelijkheden te bieden om in ondernemingen in partnerlanden te investeren en daarmee samen te werken. Bovendien zal de Commissie, in coördinatie met de lidstaten, ook inclusieve publiek-private beleidsdialogen in de partnerlanden faciliteren en ondersteunen om na te gaan waar de belangrijkste uitdagingen en mogelijkheden liggen. Tevens zal de Commissie werk maken van doelgerichte capaciteitsopbouw bij vertegenwoordigers van de particuliere sector, zoals onder meer kamers van koophandel, sociale partners en organisaties die kleine, middelgrote en micro-ondernemingen en vrouwelijke ondernemers vertegenwoordigen.
3. Verbeteren van de economische governance, de bredere beleidsomgeving en het bedrijfsklimaat en vergroten van de betrokkenheid van de particuliere sector
Met het plan wordt ook beoogd verbetering te brengen in het bedrijfsklimaat in de partnerlanden. Dit doel zal worden bereikt door de economische en sociale beleidsdialoog tussen de EU en de partnerlanden te intensiveren teneinde doeltreffender rechtskaders, beleidslijnen en instellingen te ontwikkelen die economische stabiliteit, duurzame investeringen en inclusieve groei bevorderen. Het vermogen van overheidsfunctionarissen om economische ontwikkelingen te analyseren en doeltreffende beleidsmaatregelen te formuleren en uit te voeren, zal worden versterkt door het verstrekken van opleiding in de vorm van praktijkgerichte beleidsgeoriënteerde cursussen, praktische workshops, twinningprojecten en studiebijeenkomsten. De politieke en beleidsdialogen met de partnerlanden zullen worden versterkt ter ondersteuning van duurzame en inclusieve groei, de eerbiediging van de mensenrechten en de strijd tegen corruptie, georganiseerde misdaad en illegale geldstromen, alsook ter bevordering van de handelsbetrekkingen met de EU-partners. Deze dialogen, die zullen worden gevoerd in nauwe coördinatie met de partnerinstellingen die in de betrokken landen actief zijn, zullen tot een betere regulering en ontwikkeling van de markten in de partnerlanden bijdragen, wat op zijn beurt tot meer werkgelegenheidskansen zal leiden en de ontwikkeling van de plaatselijke particuliere sector ten goede zal komen.
Een gunstiger bedrijfs- en investeringsklimaat in de partnerlanden zal een goede zaak zijn voor zowel de plaatselijke particuliere sector als voor de ondernemingen uit de EU die willen investeren. Er zullen meer banen worden gecreëerd en de economische banden tussen de partnerlanden en de EU zullen worden versterkt, wat tot wederzijds voordeel zal strekken. Het EIP vormt derhalve een aanvulling op het investeringsplan voor Europa.
In het kader van haar streven naar duurzame ontwikkeling zal de EU optimaal gebruikmaken van de bestaande initiatieven uit hoofde van zijn agenda's op het gebied van energie- en klimaatdiplomatie. Ook zal directe interactie met ondernemingen en sectorale verenigingen worden nagestreefd om een grotere betrokkenheid van de particuliere sector en het zoeken naar marktoplossingen aan te moedigen in de sectoren duurzame landbouw en agro-industrie, duurzame energie en infrastructuur, alsook in de sociale sector.
III. Volgende stappen
De Commissie roept de medewetgevers op om dringend werk te maken van de voorstellen die vandaag conform de verzoeken van de Europese Raad van juni zijn aangenomen. Het Europees Parlement en de Raad wordt verzocht het EFSI te versterken en te verlengen en het extern investeringsplan een vliegende start te bezorgen via de oprichting van het EFDO, dat zo spoedig mogelijk operationeel moet zijn, en uiterlijk tegen de EU-Afrikatop, die momenteel in het najaar van 2017 is gepland. De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad bijstaan tijdens de onderhandelingen en zal haar dialoog met alle relevante belanghebbenden voortzetten.
Bij de aanstaande besprekingen over het nieuw meerjarig financieel kader zal de Commissie zich mede laten leiden door de ervaring die zij met de implementatie van deze instrumenten heeft opgedaan.
(1) Zie de mededeling van de Commissie van 1 juni 2016 "Europa investeert weer – Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen", COM(2016) 359 final.
(2) De EFSI-verordening voorziet in drie evaluaties: de evaluatie van de Commissie wordt samen met het EFSI 2.0-voorstel gepubliceerd en de EIB-evaluatie is momenteel voor oktober gepland. De door externe deskundigen uit te voeren onafhankelijke evaluatie zal in november beschikbaar komen.
(3) EUCO 26/16.
(4) Wat vervoers- en energieprojecten betreft, stelt de Commissie voor het EFSI nog sterker toe te spitsen op de politieke prioriteiten van de EU zoals deze in de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility, CEF) en de richtsnoeren van het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T) zijn gedefinieerd. Voorts erkent de Commissie dat het belangrijk is een deel van de EU-begrotingsmiddelen, zoals die welke in het kader van de CEF beschikbaar zijn, in de vorm van subsidies te besteden met het oog op het blenden ervan met het EFSI. Het gecombineerde beroep op subsidies en het EFSI zal ertoe bijdragen dat projecten economisch en financieel levensvatbaar worden, waardoor de meerwaarde van de uitgaven van de Unie zal worden vergroot doordat aanvullende middelen van particuliere investeerders worden aangetrokken.
(5) Als gevolg daarvan wordt verwacht dat het totale bedrag van de financiële instrumenten ter ondersteuning van sociale ondernemingen en microfinanciering op meer dan 1 miljard EUR zal uitkomen (terwijl oorspronkelijk maar 193 miljoen EUR voor het derde zwaartepunt van de EaSI was uitgetrokken), en dat op het niveau van de eindbegunstigden in totaal bijna 3 miljard EUR aan financiering zal worden aangetrokken als ook met die uit de particuliere sector rekening wordt gehouden.
(6) De Commissie heeft hiervoor reeds concrete richtsnoeren gepubliceerd ( http://ec.europa.eu/regional_policy/sources/thefunds/fin_inst/pdf/efsi_esif_compl_en.pdf ) en zal het algehele kader voor het ontwikkelen van dergelijke combinaties verder blijven vereenvoudigen.
(7) Zie de vandaag aangenomen mededeling "Kapitaalmarktenunie – Versnelling van de hervorming", COM(2016) 601.
(8) EUCO 26/16.
(9) Volgens het verslag 'States of Fragility' van de OESO (2015) ging het om een bedrag van 38,7 miljard USD in 2012.
(10) http://www.un.org/sustainabledevelopment/sustainable-development-goals/
(11) Addis Abeba-actieagenda voor financiering van ontwikkeling.
(12) Het proces omvat de mobilisatie van binnenlandse middelen, officiële ontwikkelingshulp en het aantrekken van investeringen binnen regelgevingskaders die de juiste stimulansen bieden.
(13) Beschikbaar op http://europa.eu/globalstrategy/sites/globalstrategy/files/eugs_review_web.pdf
(14) Gezamenlijke mededeling 'Herziening van het Europees nabuurschapsbeleid' van 18 november 2015, JOIN(2015) 50 final.
(15) Ter versterking van de gecoördineerde Europese aanpak van migratie waarvoor in de mededeling van 7 juni is gepleit, en ter aanvulling van het externe investeringsplan zal de Commissie de mogelijkheid onderzoeken dat de EU aandeelhouder wordt van de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa.
(16) C(2015) 7293 final van 20 oktober 2015.
(17) C(2014) 9615 final van 10 december 2014.
(18) Voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) en tot instelling van de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds, COM(2016) 586.
(19) Voor Afrika, zie Commission Decision (2015)5210; voor het nabuurschap, zie Commission Implementing Decision (2016)3436.
(20) Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1).
(21) Afkomstig uit zowel de begroting van de Unie als het elfde Europees Ontwikkelingsfonds. Daarnaast zal er sprake zijn van een voorwaardelijke verplichting van 0,75 miljard EUR.
(22) Zie de Commissiemededeling 'Optimaal benutten van de flexibiliteit binnen de bestaande regels van het stabiliteits- en groeipact', COM(2015) 12 van 13 januari 2015.
(23) Bij de beoordeling van de vereiste budgettaire aanpassing in het kader van het stabiliteits- en groeipact zouden contante bijdragen in principe als eenmalige maatregelen worden beschouwd waarvan geen effect op de onderliggende begrotingssituatie uitgaat. Een nationale garantie zou in beginsel geen impact hebben op het overheidstekort (er hoeven immers geen voorafgaande uitbetalingen van contanten plaats te vinden) en evenmin van invloed zijn op de overheidsschuldquote, tenzij er een beroep op de garantie wordt gedaan. In de praktijk moet het bevoegde bureau voor de statistiek nagaan hoe een gegeven garantie het tekort of de schuld van een lidstaat zou beïnvloeden.