Artikelen bij COM(2011)101 - ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de EU over het amendement van het Europees Parlement op het standpunt van de Raad betreffende het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het in de handel brengen van bouwproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52011PC0101

/* COM/2011/0101 def. - COD 2008/0098 */ ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het amendement van het Europees Parlement op het standpunt van de Raad betreffende het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het in de handel brengen van bouwproducten


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 28.2.2011

COM(2011) 101 definitief

2008/0098 (COD)

ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het amendement van het Europees Parlement op het standpunt van de Raad betreffende het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het in de handel brengen van bouwproducten

2008/0098 (COD)

ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het amendement van het Europees Parlement op het standpunt van de Raad betreffende het voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het in de handel brengen van bouwproducten

1. ACHTERGROND

Toezending van het voorstel aan het Parlement en de Raad: 23 mei 2008

Advies van het Parlement in eerste lezing: 24 april 2009

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: 25 februari 2009

Goedkeuring van het standpunt van de Raad: 13 september 2010

COREPER-overeenkomst over het compromis in tweede lezing: 8 december 2010

Standpunt van het Parlement in tweede lezing: 18 januari 2011

2 . DOEL VAN HET VOORSTEL

Het doel van het voorstel van de Commissie bestaat erin Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (de bouwproductenrichtlijn, BPR) te vervangen door een verordening om de doelstellingen van deze Gemeenschapswetgeving beter te definiëren en de toepassing ervan gemakkelijker en efficiënter te maken. In het kader van het initiatief voor betere regelgeving beoogt het voorstel het bestaande op de BPR gebaseerde systeem te vereenvoudigen met name door vereenvoudigde procedures in te voeren om de kosten voor het bedrijfsleven, en vooral voor kleine en middelgrote ondernemingen, te beperken. Voorts wil het voorstel de basisbegrippen en het gebruik van de CE-markering verduidelijken en de geloofwaardigheid van het gehele systeem vergroten door nieuwe, stringentere criteria vast te stellen voor de aanwijzing van de instanties die betrokken zijn bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten.

3. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER HET AMENDEMENT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Het advies van het Europees Parlement in tweede lezing van 18 januari 2011 heeft het standpunt van de Raad dichter bij het voorstel van de Commissie gebracht wat betreft de verduidelijking van de behandeling van gevaarlijke stoffen in het kader van de Reach-verordening, de vrijwaring van de onafhankelijkheid van de productcontactpunten voor de bouw en de mogelijkheid om prestatieverklaringen op grotere schaal digitaal af te leveren.

Het standpunt van het Parlement is het resultaat van een compromis dat tijdens een trialoog op 7 december 2010 is bereikt en op 8 december 2010 in de Raad is besproken en goedgekeurd.

4. CONCLUSIE

De Commissie aanvaardt alle door het Europees Parlement in tweede lezing goedgekeurde amendementen overeenkomstig de bovenvermelde compromistekst van de Raad en het Europees Parlement. De Commissie legt ook de bijgevoegde verklaring voor over de periode waarin het Europees Parlement en de Raad bezwaar kunnen aantekenen.

Bijlage: Verklaring van de Commissie over de periode waarin het Europees Parlement en de Raad bezwaar kunnen aantekenen

De Commissie herinnert eraan dat in het ontwerp van gemeenschappelijke overeenstemming als beginsel is vastgesteld dat de periode om bezwaar aan te tekenen twee maanden bedraagt en dat die periode met twee maanden kan worden verlengd. De Commissie vindt dat er in het onderhavige geval geen specifieke omstandigheden zijn die een afwijking van dit beginsel rechtvaardigen. De Commissie betreurt dat het in het ontwerp van gemeenschappelijke overeenstemming vastgestelde beginsel niet is gerespecteerd en benadrukt dat het onderhavige geval geen precedent vormt.