Artikelen bij COM(2011)634 - Wijziging van Verordening 1290/2005 en Verordening 1234/2007 wat de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Artikel 1

Aan artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 wordt het volgende punt g) toegevoegd:

"g) de regeling voor voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie als vastgesteld in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.".

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt als volgt gewijzigd:

23. Een nieuw artikel 4 bis wordt ingevoegd:

Artikel 4 - bis [Vaststelling van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen]

Wanneer aan de Commissie bevoegdheden worden verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen, handelt zij overeenkomstig de procedure van artikel 196 bis.

Wanneer aan de Commissie bevoegdheden worden verleend om uitvoeringshandelingen vast te stellen, handelt zij overeenkomstig de procedure van artikel 196 ter."

24. In deel II, titel I, hoofdstuk I, sectie II, wordt subsectie IV als volgt gewijzigd:

25. Artikel 27 wordt vervangen door:

"Artikel 27 - Regeling voor de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie

1. Er wordt een regeling ingesteld waarbij aan de meest hulpbehoevenden in de Unie levensmiddelen kunnen worden verstrekt door daartoe door de lidstaten aangewezen organisaties. Daartoe worden producten uit interventievoorraden ter beschikking gesteld of, als er geen voor de voedselverstrekkingsregeling geschikte interventievoorraden voorhanden zijn, worden er levensmiddelen op de markt aangekocht.

Voor de toepassing van de in de eerste alinea bedoelde regeling wordt onder 'meest hulpbehoevenden' verstaan: fysieke personen, zij het individuen, gezinnen of uit dergelijke personen samengestelde groepen, van wie de sociale en financiële afhankelijkheid op basis van door de bevoegde nationale autoriteiten vastgestelde criteria is geregistreerd of erkend, of als dusdanig wordt beoordeeld op basis van door de aangewezen organisaties gehanteerde criteria die door die bevoegde autoriteiten zijn goedgekeurd.

2. Lidstaten die wensen deel te nemen aan de in lid 1 bedoelde regeling, dienen bij de Commissie programma's voor voedselverstrekking in die de volgende elementen bevatten:

26. bijzonderheden over de belangrijkste kenmerken en doelstellingen ervan;

27. de aangewezen organisaties;

28. de aangevraagde hoeveelheden levensmiddelen die elk jaar moeten worden verstrekt en andere ter zake relevante informatie.

De lidstaten kiezen de levensmiddelen op basis van objectieve criteria, met name de voedingswaarde en de geschiktheid om te worden verdeeld. Hiertoe kunnen lidstaten de voorkeur geven aan levensmiddelen van oorsprong uit de Unie.

3. De Commissie stelt jaarplannen vast op basis van de door de lidstaten overeenkomstig de eerste alinea van lid 2 ingediende aanvragen en andere relevant geachte informatie.

In elk jaarplan worden de jaarlijkse financiële toewijzingen van de Unie per lidstaat opgenomen.

Voor het geval de in het jaarplan opgenomen producten niet beschikbaar zijn in de lidstaat waar er behoefte aan is, voorziet het jaarplan in de overdracht daarvan uit lidstaten waar zij wel in de interventievoorraden beschikbaar zijn.

Een jaarplan kan worden herzien in het licht van relevante ontwikkelingen die van invloed zijn op de uitvoering ervan.

4. De door de lidstaten aangewezen organisaties als bedoeld in lid 1 mogen geen commerciële ondernemingen zijn.

De levensmiddelen worden gratis aan die organisaties verstrekt.

De uitreiking van de levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden gebeurt:

29. gratis, of

30. tegen een prijs die in geen geval hoger ligt dan die welke wordt gerechtvaardigd door de kosten die door de aangewezen organisaties bij het uitvoeren van de verrichting zijn gemaakt, andere dan de kosten die kunnen worden gedekt overeenkomstig lid 7, tweede alinea, onder a) en b).

5. De aan de regeling deelnemende lidstaten:

31. dienen bij de Commissie een jaarverslag over de uitvoering van de regeling in;

32. brengen de Commissie tijdig op de hoogte van ontwikkelingen die van invloed zijn op de uitvoering van de programma's voor voedselverstrekking.

6. De Unie financiert de kosten die in het kader van de regeling subsidiabel zijn. Deze financiering bedraagt ten hoogste 500 miljoen euro per begrotingsjaar.

7. Subsidiabele kosten in het kader van de regeling zijn:

33. de kosten van de uit interventievoorraden uitgeslagen producten;

34. de kosten van de op de markt aangekochte levensmiddelen, en

35. indien nodig, de kosten van het vervoer van producten uit interventievoorraden tussen lidstaten.

Binnen de grenzen van de financiële middelen die beschikbaar zijn om het jaarplan in elke lidstaat uit te voeren, mogen de bevoegde nationale autoriteiten de volgende kosten als subsidiabel aanmerken:

36. de kosten van het vervoer van de levensmiddelen naar de opslagplaatsen van de aangewezen organisaties;

37. de volgende door de aangewezen organisaties gemaakte kosten, voor zover die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het plan:

i) de administratieve kosten;

ii) de kosten van het vervoer tussen de opslagplaatsen van de aangewezen organisaties en de plaatsen van verstrekking aan de eindgebruiker; en

iii) de opslagkosten.

8. De lidstaten verrichten administratieve en fysieke controles om te verzekeren dat het plan overeenkomstig de geldende voorschriften wordt uitgevoerd, en stellen sancties voor onregelmatigheden vast.

9. De aanduiding 'Steun van de Europese Unie', vergezeld van het embleem van de Europese Unie, wordt duidelijk aangebracht op de verpakking van het via de plannen verstrekte voedsel en in de distributiepunten.

10. De EU-regeling geldt onverminderd eventuele met de EU-wetgeving in overeenstemming zijnde nationale regelingen op grond waarvan levensmiddelen worden verstrekt aan de meest hulpbehoevenden.

* PB L 243 van 6.9.2006, blz. 47.".

38. De volgende artikelen 27 bis en 27 ter worden toegevoegd:

"Artikel 27 - bis Niet-essentiële onderdelen van de regeling voor voedselverstrekking

1. Om ervoor te zorgen dat het aan de bij artikel 27 ingestelde regeling toegewezen budget efficiënt wordt gebruikt, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen de methode vast voor de berekening van de volledige toewijzing van de middelen aan de lidstaten, met inbegrip van de verdeling van de interventieproducten en van de voor de aankoop van levensmiddelen op de markt vereiste financiële middelen. Tevens stelt zij de boekwaarde vast van de uit de interventievoorraden uitgeslagen producten alsook de methode voor de eventuele herverdeling van middelen over de lidstaten naar aanleiding van een herziening van het jaarplan.

2. Om ervoor te zorgen dat het aan de bij artikel 27 ingestelde regeling toegewezen budget doeltreffend en efficiënt wordt gebruikt en dat de rechten en plichten van de marktdeelnemers worden gevrijwaard, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen bepalingen vast die het gebruik van inschrijvingen voorschrijven voor alle verrichtingen in verband met de uitvoering van de voedselverstrekkingsprogramma's, alsook bepalingen inzake de zekerheden die inschrijvers moeten stellen, en bepalingen inzake sancties, kortingen en uitsluitingen die de lidstaten moeten toepassen, met name bij niet-naleving van de termijnen voor de uitslag van producten uit interventievoorraden en bij ernstige gebreken of onregelmatigheden bij de uitvoering van het jaarplan.

Artikel 27 - ter Eenvormige uitvoering van de regeling voor voedselverstrekking

1. De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen bepalingen vast voor de uniforme uitvoering van het jaarplan en de nationale voedselverstrekkingsprogramma's als bedoeld in artikel 27. Deze handelingen betreffen:

a) nadere voorschriften en procedures voor de vaststelling en de herziening van de jaarplannen, met inbegrip van de toepasselijke termijnen;

b) de vaststelling van de jaarplannen en de herziening daarvan;

c) bepalingen over aanvullende onderdelen die moeten worden opgenomen in de jaarplannen, regels voor de levering van levensmiddelen, alsook procedures en termijnen voor de uitslag van interventieproducten en overdrachten tussen lidstaten;

d) bepalingen over het format van de jaarlijkse uitvoeringsverslagen en dat van de nationale voedselverstrekkingsprogramma's;

e) nadere voorschriften voor de vergoeding van de in artikel 27, lid 7, tweede alinea, bedoelde kosten, met inbegrip van financiële plafonds en termijnen;

f) eenvormige voorwaarden voor de inschrijvingen, met inbegrip van voorwaarden met betrekking tot de levensmiddelen en de levering ervan;

g) bepalingen inzake de door de lidstaten te verrichten administratieve en fysieke controles;

h) eenvormige bepalingen inzake betalingsprocedures, termijnen en kortingen bij niet-naleving, boekhoudkundige bepalingen en procedures voor overdrachten tussen lidstaten, met inbegrip van de taakomschrijving van de betrokken nationale interventiebureaus;

i) eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van artikel 27, lid 9."

39. Aan artikel 184 wordt het volgende punt 9 toegevoegd:

"9) uiterlijk op 31 december 2014 aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de toepassing van de bij artikel 27 ingestelde regeling voor voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie, eventueel vergezeld van passende voorstellen.".

40. In deel VII, hoofdstuk I, worden de volgende artikelen 196 bis en 196 ter toegevoegd:

"Artikel 196 - bis Gedelegeerde handelingen

1. De bevoegdheid tot vaststelling van de in deze verordening bedoelde gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd.

Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

2. De in lid 1 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

De instelling die een interne procedure over een besluit tot intrekking van de bevoegdheidsdelegatie is begonnen, streeft ernaar de andere instelling en de Commissie binnen een redelijke termijn voordat het definitieve besluit wordt genomen, hiervan op de hoogte te brengen onder vermelding van de gedelegeerde bevoegdheden die mogelijk worden ingetrokken en de eventuele redenen daarvoor.

Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in het besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk in werking of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld. Het besluit laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie .

3. Het Europees Parlement en de Raad kunnen binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving bezwaar maken tegen de gedelegeerde handeling. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze periode met een maand worden verlengd.

Indien bij het verstrijken van deze termijn het Europees Parlement noch de Raad bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

Indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie heeft meegedeeld voornemens te zijn om geen bezwaar te maken, kan de gedelegeerde handeling voor het verstrijken van de termijn worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in werking treden.

Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar maakt tegen de gedelegeerde handeling, vermeldt de redenen daarvoor.

Artikel 196 - ter Uitvoeringshandelingen

1. Voor de goedkeuring door de Commissie van de in deze verordening bedoelde uitvoeringshandelingen geldt de procedure van artikel [X] van Verordening (EU) nr. [XXX/XXXX] van het Europees Parlement en de Raad.

2. De Commissie wordt bijgestaan door het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, dat is ingesteld bij artikel 195 van Verordening (EG) nr. 1234/2007."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.