Artikelen bij COM(2013)732 - Overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de EU over het standpunt van de Raad met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

 

|
52013PC0732

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad /* COM/2013/0732 final - 2011/0194 (COD) */


2011/0194 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het

standpunt van de Raad met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. .../2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad

Toezending van het voorstel aan het Europees Parlement en de Raad (document COM(2011) 416 definitief – 2011/0194 COD): || 13 juli 2011.

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: || 28 maart 2012.

Advies van het Comité van de Regio’s: || 4 mei 2012.

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing: || 12 september 2012.

Toezending van het gewijzigde voorstel: || .

Vaststelling van het standpunt van de Raad: || 17 oktober 2013.

2. Doel van het voorstel van de Commissie

Met het voorstel wordt beoogd bij te dragen tot de doelstellingen van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid en met name tot het duurzame beheer van de visserij- en aquacultuurhulpbronnen. De gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor visserijproducten en aquacultuurproducten moet leiden tot vereenvoudiging van de vigerende wetgeving, vermindering van de administratieve rompslomp, toepassing van een nieuwe interventielogica, versterking van de rol van de producentenorganisaties (PO's) en verbetering van de consumentenvoorlichting.

3. Opmerkingen over het standpunt van de Raad

3.1         Algemene opmerkingen over het standpunt van de Raad

De Commissie is het eens met het standpunt van de Raad, aangezien in het politieke compromis dat het Europees Parlement en de Raad hebben bereikt, de teneur van het voorstel van de Commissie op de voornaamste punten overeind blijft, met name 1) zowel vereenvoudiging van wetgeving, procedures en verslagleggingsverplichtingen als vermindering van de administratieve rompslomp voor de marktdeelnemers, nationale overheidsinstanties en de Commissie, 2) de onmiddellijke afschaffing van mechanismen om vis van de markt te halen en de invoering van één enkel opslagsteunmechanisme voor visserijproducten die bestemd zijn voor menselijke consumptie, 3) versterking van de rol van de PO's in de collectieve planning en het collectieve beheer van visserij- en aquacultuuractiviteiten met het oog op een duurzaam visserij- en aquacultuurbeleid, waarin teruggooi wordt uitgebannen.

3.2         Amendementen van het Europees Parlement in eerste lezing

Het Europees Parlement heeft 146 amendementen ingediend, die betrekking hebben op alle onderdelen van het Commissievoorstel. In het kader van de trilogen hebben besprekingen en onderhandelingen over de amendementen van het Europees Parlement plaatsgevonden. Een aantal is in eerste lezing volledig in het standpunt van de Raad opgenomen, met name amendementen 1, 7, 30, 89, 104, 130, 131 en 134, net als het amendement over het vistuig.

Wat de meeste amendementen van het EP betreft, is het standpunt van de Raad zo geformuleerd dat de teneur van het EP-standpunt erin terug te vinden is. Dit geldt voor amendementen 2, 3, 23 27, 29, 32, 36, 38, 39, 74, 97, 111, 113, 128, 133, 135, 139. Op grond van amendement 123 moet de Commissie een haalbaarheidsverslag indienen over opties voor een systeem van milieukeurmerken.

Op grond van amendementen 43 en 44 is de maatregel die PO's de mogelijkheid biedt om aangelande producten gratis voor filantropische of charitatieve doeleinden te verstrekken, uit het voorstel verwijderd.

3.3         Nieuwe door de Raad ingevoerde bepalingen en desbetreffend standpunt van de Commissie

De Raad heeft nieuwe bepalingen opgenomen aangaande de werking van PO's en brancheorganisaties (nieuw artikel 18 bis), de verplichte informatie (artikel 42, leden 2 tot en met 5) en de handelsbenaming (artikel 43, leden 2 en 3).

Artikel 38 over het collectieve fonds is door de Raad geschrapt.

De Commissie kan deze veranderingen aanvaarden aangezien deze niet raken aan het hoofddoel van het voorstel van de Commissie. Wel betreurt de Commissie de schrapping van vier artikelen op grond waarvan de Commissie gedelegeerde handelingen had kunnen vaststellen om flexibel te reageren op de steeds veranderende marktsituatie en meer technische details had kunnen integreren in de vast te stellen voorschriften teneinde de sector nauwkeuriger te kunnen uitleggen aan welke verplichtingen hij dient te voldoen (artikel 24 inzake voorwaarden voor erkenning van PO's en voorschriften betreffende door de lidstaten uit te voeren controles, artikel 33 over de inhoud van productie- en afzetprogramma's, artikel 41 over de vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen en artikel 46 over verplichte informatie voor consumenten en minimumcriteria voor facultatieve informatie).

Voorts heeft de Raad artikel 53 bis ingevoegd over de verdere toepassing van de huidige regelgeving tot vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen. Bij gebrek aan gedelegeerde handelingen over de vaststelling van de normen is deze bepaling nuttig omdat erin wordt gespecificeerd dat de momenteel vigerende handelingen van toepassing blijven.

3.4         Problemen bij de vaststelling van het standpunt in eerste lezing en desbetreffend standpunt van de Commissie

Tijdens de afronding van de onderhandelingen hebben de medewetgevers de uitvoeringsbevoegdheden uitgebreid tot, respectievelijk, het formulier voor het aanvragen van erkenning van PO's en het format en de structuur van de productie- en afzetplannen. De Commissie kan deze uitbreiding aanvaarden aangezien deze geen aanvulling op een bepaling van de medebeslissingshandeling inhoudt, maar veeleer bevorderlijk is voor de uniforme tenuitvoerlegging van de GMO.

Naar mening van de Commissie is door het schrappen van de bepalingen inzake de 'vangst-/oogstdatum' en inzake de etiketteringsvereisten voor bereide en geconserveerde producten (handelsbenaming en herkomst) een kans gemist om dankzij de hervorming van de GMO de informatieverstrekking over visserij- en aquacultuurproducten aan de consument nog te verbeteren.

4. Conclusie

De Commissie kan instemmen met het standpunt van de Raad, dat het resultaat is van de onderhandelingen met het Europees Parlement. Dit neemt niet weg dat de Commissie de onderstaande verklaring aflegt bij sommige etiketteringsbepalingen.

De Commissie betreurt dat het akkoord tussen de medewetgevers heeft geleid tot schrapping van de in het voorstel van de Commissie opgenomen verplichting om respectievelijk de 'datum van de vangst' en de 'datum van de oogst' te vermelden. Naar mening van de Commissie houden deze data essentiële informatie voor de consument in. De vermelding van de vangst- en oogstdata komen de kleinschalige vissers en viskwekers duidelijk ten goede en zijn bevorderlijk voor korte distributiekanalen voor visserij- en aquacultuurproducten. De Commissie betreurt eveneens dat de medewetgevers de toepassing van bepaalde etiketteringsvoorschriften op geconserveerde en bereide producten, i.e. handelsbenaming, productiemethode en herkomst, hebben verwijderd uit het voorstel van de Commissie. De Commissie is van oordeel dat deze voorschriften tegemoet komen aan de toenemende vraag van het publiek naar informatie over de inhoud van geconserveerde en bereide producten. Deze kwestie is bovendien van essentieel belang voor de geloofwaardigheid en de waarde van de EU-productie.

De Commissie wil er nogmaals op wijzen dat de hierboven bedoelde door haar voorgestelde verbeteringen op het gebied van etikettering de visserijsector niet onevenredig zouden belasten aangezien deze voortbouwen op reeds bestaande traceerbaarheidsvereisten.

De Commissie is het niet eens met de verandering die de juristen-linguïsten hebben aangebracht aan artikel 42, lid 1, onder e), de tekst van het tijdens de informele triloog van 8 mei 2013 bereikte politieke akkoord over het voorstel van de Commissie voor een verordening houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten (nieuw artikel 35, lid 1, onder e), van document 12005/13). Conform de afspraak tijdens de informele triloog van 8 mei 2013 is de Commissie van mening dat met het oog op adequate affichering of etikettering de datum van minimale houdbaarheid, zonder verdere specificatie, dient te worden vermeld voor alle in artikel 42, lid 1, (nieuw artikel 35, lid 1, van document 12005/13) bedoelde visserij- en aquacultuurproducten die voor verkoop aan de eindverbruiker worden aangeboden. Toevoeging van de woorden 'waar van toepassing' aan het einde van artikel 42, lid 1, onder e), (nieuw artikel 35, lid 1, onder e) van document 12005/13) zal rechtsonzekerheid in de hand werken en het bereiken van de beoogde transparantie voor de consument in gevaar brengen.