Artikelen bij COM(2016)735 - Bereiken van een akkoord waarbij aan de EU een bijzondere status wordt verleend in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 25.11.2016

COM(2016) 735 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

over het bereiken van een akkoord waarbij aan de Europese Unie een bijzondere status wordt verleend in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)


1. Inleiding

De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (Organisation internationale de la vigne et du vin - OIV) is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, krenten en rozijnen en andere wijnbouwproducten. Zij is opgericht bij een internationale overeenkomst die op 3 april 2001 in Parijs is ondertekend, en is de opvolger van het 'Office international de la vigne et du vin' (Internationaal Bureau voor Wijnbouw en Wijnbereiding), dat op 29 november 1924 bij een internationale regeling was opgericht.

Per 1 januari 2016 waren 45 staten lid van de OIV, waaronder de belangrijkste producerende landen, met uitzondering van de Verenigde Staten, Canada en China. 19 lidstaten van de Europese Unie zijn lid van de OIV: België, Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Zweden, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Hongarije en Cyprus. De jaarlijkse financiële middelen van de OIV bedragen ongeveer 2,5 miljoen euro en bestaan voornamelijk uit de bijdragen van de leden en de waarnemers.

De doelstellingen van de OIV zijn vastgesteld in de oprichtingsovereenkomst:

– haar leden wijzen op maatregelen aan de hand waarvan rekening kan worden gehouden met bezorgdheden van producenten, consumenten en andere actoren van de wijnsector;

– andere internationale intergouvernementele en niet-gouvernementele organisaties bijstaan, met name organisaties die actief zijn op normatief gebied;

– bijdragen aan de internationale harmonisatie van bestaande praktijken en normen en, indien nodig, aan de vaststelling van nieuwe internationale normen, met het oog op betere verwerkings- en afzetvoorwaarden voor wijnbouwproducten, en bijdragen aan de behartiging van de belangen van de consument.

Om deze doelstellingen te bereiken oefent de OIV tal van activiteiten uit op het gebied van wijn en wijnbouwproducten, met name wat betreft afzetbevordering, voorlichting en normalisatie.

In het kader van haar bijdrage aan de internationale harmonisatie van bestaande praktijken en normen stelt de OIV onder meer aanbevelingen ("resoluties") op op de volgende gebieden:

– de voorwaarden van de wijnproductie;

– de oenologische procedés;

– de definitie en/of beschrijving van de producten, de etikettering en de voorwaarden voor het op de markt brengen;

– de methoden voor het analyseren en beoordelen van wijnbouwproducten.

De normatieve activiteiten van de OIV zijn gestoeld op de werkzaamheden van wetenschappelijke deskundigen van de lidstaten en zijn met name terug te vinden in publicaties die periodiek worden aangepast op basis van de door de organisatie aangenomen resoluties. Op dit ogenblik heeft de OIV een aantal normatieve codes gepubliceerd: de Codex œnologique international (internationale oenologische codex), de Code international des pratiques œnologiques (internationale code van oenologische procedés), de Recueil des méthodes internationales d'analyse des vins et des moûts (handboek van internationale analysemethoden voor wijn en most), de Recueil des méthodes internationales d'analyse des boissons spiritueuses (handboek van internationale analysemethoden voor gedistilleerde dranken), de Norme internationale pour l'étiquetage des vins et des eaux-de-vie d'origine vitivinicole (internationale norm voor de etikettering van wijn en sterkedrank op basis van wijnbouwproducten), de Norme OIV des concours internationaux de vins et de boissons spiritueuses d'origine vitivinicole (OIV-norm voor internationale wedstrijden voor wijn en gedistilleerde dranken op basis van wijnbouwproducten), de OIV-lijst met een beschrijving van de Vitis-rassen en -soorten, de beschrijving van de wereldwijd voorkomende druivensoorten en de internationale lijst van wijnvariëteiten, met synoniemen. Naast deze publicaties zijn er diverse resoluties en werkzaamheden betreffende uiteenlopende kwesties in verband met de wereld van de wijnbouw.

De structuur en de werkwijze van de OIV zijn in detail beschreven op de website van de organisatie: www.oiv.org .

2. Bevoegdheden van de Unie in aangelegenheden waarmee de OIV zich bezighoudt

De belangrijkste normatieve codes van de OIV (de Codex œnologique international, de Code international des pratiques œnologiques, de Recueil des méthodes internationales d'analyse des vins et des moûts, de Norme internationale pour l'étiquetage des vins et des eaux-de-vie d'origine vitivinicole en de Recueil des méthodes internationales d'analyse des boissons spiritueuses) vallen op het niveau van de Unie onder het gemeenschappelijk landbouwbeleid of het beleid inzake aanpassing van de wetgeving voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt.

De Europese wetgeving inzake aangelegenheden waarmee de OIV zich bezighoudt, omvat met name:

– Verordening (EG) nr. 2870/2000 van de Commissie van 19 december 2000 tot vaststelling van communautaire referentiemethoden voor de analyse van gedistilleerde dranken (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 20),

– Richtlijn 2001/112/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 58),

– Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad (PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16),

– Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (PB L 193 van 24.7.2009, blz. 1),

– Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie van 14 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten (PB L 193 van 24.7.2009, blz. 60),

– Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1),

– Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18),

– Uitvoeringsverordening (EU) nr. 203/2012 van de Commissie van 8 maart 2012 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 889/2008 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad, wat betreft de uitvoeringsbepalingen inzake biologische wijn (PB L 71 van 9.3.2012, blz. 42),

– Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad
(PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671),

– Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 inzake de definitie, de aanduiding, de aanbiedingsvorm, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 14).

Hoewel de resoluties van de OIV op zich niet bindend zijn, hebben, op het niveau van de Unie, sommige door de OIV vastgestelde en gepubliceerde resoluties op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 gevolgen voor de wetgeving van de Unie. In de GMO-verordening wordt in de volgende bepalingen naar resoluties van de OIV verwezen:

– bepaalde door de OIV vastgestelde en gepubliceerde analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van de wijnbouwproducten, waarop de Commissie zich moet baseren tenzij zij ondoeltreffend of ongeschikt zouden zijn om de door de Unie nagestreefde doelstelling te verwezenlijken (artikel 80, lid 5, van de GMOverordening),

– bepaalde specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van de bij oenologische procedés gebruikte stoffen, waardoor de door de OIV vastgestelde en gepubliceerde regels ipso facto ter zake bindend worden in de Unie (artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen),

– de door de OIV vastgestelde en gepubliceerde oenologische procedés waarmee de Commissie rekening moet houden wanneer zij dergelijke procedés toestaat (artikel 80, lid 3, onder a), van de GMO-verordening), en

– diezelfde oenologische procedés wanneer deze, voorafgaand aan de toestemming ervan uit hoofde van artikel 80, lid 3, van de GMO-verordening, voor de productie van in de Unie ingevoerde wijnen worden gebruikt (artikel 90, lid 2, van de GMOverordening).

Ook hebben sommige door de OIV vastgestelde en gepubliceerde resoluties gevolgen voor de wetgeving van de Unie op grond van Verordening (EG) nr. 2870/2000. In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2870/2000 wordt naar resoluties van de OIV verwezen wanneer voor de detectie en kwantificering van stoffen in een bepaalde gedistilleerde drank geen communautaire referentieanalysemethoden zijn vastgesteld.

Bijgevolg beschikt de Unie, voor zover de resoluties van de OIV gevolgen voor het acquis kunnen hebben of de draagwijdte van het acquis kunnen wijzigen en voor zover de uitoefening van haar interne bevoegdheid daartoe noopt, krachtens artikel 3, lid 2, VWEU over de exclusieve bevoegdheid op dit gebied. Daarom moet de Raad, vóór de stemming van die resoluties in de OIV, op grond van artikel 218, lid 9, VWEU een gemeenschappelijk standpunt namens de Unie innemen.

3. Deelname van de Unie

3.1    Huidige situatie

De EU heeft momenteel geen enkele officiële status binnen de OIV. Doorgaans worden de vertegenwoordigers van de Commissie op louter informele basis uitgenodigd om de werkzaamheden van de deskundigengroepen, de subcommissies en de commissies bij te wonen en daar het woord te nemen. Soms worden zij ook uitgenodigd om de algemene vergadering, waar de OIV-leden de resoluties vaststellen, bij te wonen, zonder dat zij daar het woord mogen nemen. Zij nemen niet deel aan de werkzaamheden van het uitvoerend comité en er wordt geen bijdrage aan de OIV betaald.

Deze beperkte ad-hoc-deelname volstaat voor de Commissie niet om volledig geïnformeerd te zijn over de opstelling van nieuwe resoluties.

3.2    Noodzaak van de deelname van de Unie

Gezien de impact van de werkzaamheden van de OIV op het acquis van de Unie en de bevoegdheden van de Unie op de werkterreinen van de OIV, moet de rol van de Unie in de OIV worden versterkt en geformaliseerd.

Krachtens artikel 8 van het definitieve oprichtingsbesluit van de OIV kan een internationale intergouvernementele organisatie deelnemen aan de werkzaamheden van de OIV of daarvan lid worden.

Uit juridisch oogpunt is toetreding van de Unie tot de OIV als lid een natuurlijk uitvloeisel van het acquis van de Unie en de bevoegdheden van de Unie op de gebieden die door de OIV worden bestreken. Toen de toetreding van de Unie tot de OIV als lid in 2009 in de Raad werd besproken, verzette de meerderheid van de lidstaten zich evenwel tegen die toetreding.

Het reglement van orde van de OIV, dat door de Algemene Vergadering van de OIV is aangenomen, voorziet in een bijzondere status voor de deelname van internationale intergouvernementele organisaties. In artikel 4 van het reglement van orde van de OIV is het volgende bepaald:

"een internationale intergouvernementele organisatie kan vragen om een bijzondere status die het haar mogelijk maakt:

a) bij de werkzaamheden van de commissies, de subcommissies en de deskundigengroepen het woord te nemen;

b) de bijeenkomsten van de algemene vergadering en van het uitvoerend comité bij te wonen.

Op voorstel van het uitvoerend comité wordt, na akkoord van de algemene vergadering, een specifieke overeenkomst tussen de OIV en de betrokken organisatie gesloten. Daarin worden, voor elk afzonderlijk geval, de specifieke voorwaarden voor de samenwerking vastgesteld, waaronder het bedrag van de jaarlijkse financiële bijdrage.

In geval van niet-betaling van drie achtereenvolgende financiële bijdragen brengt de directeur-generaal van de OIV die situatie ter kennis van de betrokken internationale intergouvernementele organisatie. Indien de situatie niet binnen twee jaar wordt geregulariseerd, wordt de betrokken internationale intergouvernementele organisatie met ingang van 31 december van het derde jaar van de niet-betaling automatisch uitgesloten van de Organisatie."

Onder voorbehoud van het recht een standpunt te bepalen ten aanzien van de mogelijkheid om de Raad voor te stellen dat de Unie de onderhandelingen opent om volwaardig lid van de OIV te worden, acht de Commissie het nodig dat de Unie de OIV verzoekt haar een bijzondere status te verlenen.

Deze status zal de Commissie, als vertegenwoordiger van de Unie op grond van artikel 17 VEU, immers in staat stellen volledig geïnformeerd te zijn over de opstelling van nieuwe resoluties, het gemeenschappelijk standpunt van de Unie daarover te coördineren, namens de Unie op formele wijze de werkzaamheden van de commissies, subcommissies en deskundigengroepen bij te wonen en daar het woord te nemen, en de bijeenkomsten van de algemene vergadering en van het uitvoerend comité bij te wonen, waardoor de eenheid van de vertegenwoordiging van de Unie in de OIV wordt gewaarborgd zonder dat de rol van de wetenschappelijke deskundigen van de lidstaten van de Unie in de OIV ter discussie wordt gesteld.

Bovendien zou de toekenning van deze status de vertegenwoordigers van de Unie ook de mogelijkheid bieden om, onder dezelfde voorwaarden als de leden van de OIV, alle documenten te verkrijgen, wat de Unie in staat zou stellen haar standpunten in de beste omstandigheden op te stellen. Zo zou de beoogde bijzondere status de voorbereiding van de besluiten die de Raad op grond van artikel 218, lid 9, VWEU moet nemen, vergemakkelijken.

De gevolgen van het verlenen van deze status blijven beperkt tot de specifieke voorwaarden die zijn opgenomen in de bijzondere regeling bij de ontwerpbriefwisseling die bij deze mededeling is gevoegd. Afgezien van deze specifieke voorwaarden zal deze status geen rechtsgevolgen hebben.

3.3    Procedure voor het verkrijgen van de bijzondere status in de OIV

Op 25 april 2012 werd een informele informatienota van de diensten van de Commissie over het begin van de gesprekken met de OIV aan de Raad en het Parlement toegestuurd.

Vervolgens hebben de diensten van de Commissie op 26 mei 2015 de Raad en het Parlement een ontwerpbriefwisseling toegezonden, vergezeld van een bijzondere regeling in verband met de specifieke situatie van de Unie in de OIV, die in overeenstemming is met de specifieke overeenkomst in de zin van artikel 4 van het reglement van orde van de OIV, alsmede op 1 juli 2015 aanvullende toelichtingen over de bijzondere status 1 . In de ontwerpconclusies van de Raad van 21 september 2015 heeft de Raad het initiatief van de Commissie om de gesprekken met de OIV te beginnen goedgekeurd, met het verzoek aan de Commissie om de ontwerpbriefwisseling voor te leggen na wijziging naar aanleiding van de besprekingen 2 .

De ontwerpbrief van de EU en de daarbij horende bijzondere regeling zijn op 14 oktober 2015 aan de OIV toegezonden en een ontwerpbrief van de OIV is op 27 januari 2016 aan de Commissie toegezonden. De definitieve versie van de ontwerpbriefwisseling, samen met de bijzondere regeling, is bij deze mededeling gevoegd. Door de ondertekening van deze briefwisseling zal de Unie een bijzondere status in de OIV krijgen.

4. Conclusies

Gelet op het voorgaande zal de Commissie de OIV voorstellen dat de Unie de bijzondere status verkrijgt waarin artikel 4 van het reglement van orde van de OIV voorziet. De briefwisseling tussen de OIV en de Unie, vergezeld van de bijzondere regeling waarin de specifieke voorwaarden voor de samenwerking zijn vastgesteld, zal worden ondertekend door de Commissie, als vertegenwoordiger van de Unie in het kader van deze procedure. De commissaris voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling wordt gemachtigd om de briefwisseling, namens de Commissie en onder haar verantwoordelijkheid, te ondertekenen.

Gezien artikel 16 VEU verzoekt de Commissie de Raad zijn goedkeuring aan deze conclusies te hechten en haar bij de uitvoering daarvan bij te staan.

(1)

     De documenten 9226/15 en 10432/15 van de Raad.

(2)

     Document 11788/1/15 herz. 1 van de Raad.