Artikelen bij COM(2021)756 - Samenwerkingsplatform ter ondersteuning van de werking van gemeenschappelijke onderzoeksteams

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Inhoudsopgave

HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen

Artikel 1 - Voorwerp

Bij deze verordening:

(a)wordt een IT-platform opgericht (het “samenwerkingsplatform voor GOT’s”), dat op vrijwillige basis kan worden gebruikt, om de samenwerking te vergemakkelijken tussen de bevoegde autoriteiten die deelnemen aan gemeenschappelijke onderzoeksteams (GOT’s), die zijn opgericht op grond van artikel 13 van de Overeenkomst door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie of op grond van Kaderbesluit 2002/465/JBZ;

(b)worden regels vastgesteld voor de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s en het agentschap dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en het onderhoud van dat platform;

(c)worden voorwaarden vastgesteld waaronder de gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s toegang kan worden verleend tot het platform;

(d)worden specifieke bepalingen inzake gegevensbescherming vastgesteld die nodig zijn om de bestaande gegevensbeschermingsregelingen aan te vullen en te voorzien in een passend algemeen niveau van gegevensbescherming, gegevensbeveiliging en bescherming van de grondrechten van de betrokken personen.

Artikel 2 - Toepassingsgebied

1. Deze verordening is van toepassing op de verwerking van informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, in het kader van een GOT. Daarbij gaat het om de uitwisseling en opslag van zowel operationele informatie en bewijsmateriaal als niet-operationele informatie. Deze verordening is van toepassing op de operationele en postoperationele fase van een GOT, vanaf het moment van de ondertekening van de desbetreffende GOT-overeenkomst door de leden ervan.

2. Deze verordening omvat geen wijzigingen van de bestaande wettelijke bepalingen inzake de oprichting, uitvoering of evaluatie van GOT’s en heeft daar ook anderszins geen gevolgen voor.

Artikel 3 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

(1) “gecentraliseerd informatiesysteem”: een centraal IT-systeem waarin gegevens over GOT’s worden opgeslagen en verwerkt;

(2) “communicatiesoftware”: software die de toegang op afstand tot systemen en de uitwisseling van bestanden en berichten in tekst-, audio- of videoformaten tussen gebruikers van het samenwerkingsplatform van GOT’s vergemakkelijkt;

(3) “bevoegde autoriteiten”: de autoriteiten die bevoegd zijn tot het opzetten van een GOT als bedoeld in artikel 1 van Kaderbesluit 2002/465/JBZ en artikel 13 van de Overeenkomst door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie, het Europees Openbaar Ministerie wanneer het handelt op grond van zijn bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 22, 23 en 25 van Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad, alsmede de bevoegde autoriteiten van een derde land wanneer zij op basis van een aanvullende rechtsgrondslag partij zijn bij een GOT-overeenkomst;

(4) “GOT-leden”: vertegenwoordigers van de in punt 3 van dit artikel bedoelde bevoegde autoriteiten;

(5) “gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s”: GOT-leden, Eurojust, Europol, OLAF en andere bevoegde organen en instanties van de Unie;

(6) “GOT-samenwerkingsruimte”: een afzonderlijke geïsoleerde ruimte voor elk GOT dat op het samenwerkingsplatform voor GOT’s wordt gehost;

(7) “beheerder van de GOT-ruimte”: een vertegenwoordiger van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de GOT-samenwerkingsruimte;

(8) “operationele gegevens”: informatie en bewijsmateriaal die door het samenwerkingsplatform voor GOT’s tijdens de operationele fase van een GOT worden verwerkt ter ondersteuning van grensoverschrijdende onderzoeken en vervolgingen;

(9) “niet-operationele gegevens”: administratieve gegevens die door het samenwerkingsplatform voor GOT’s worden verwerkt, met name om het beheer van het GOT en de dagelijkse samenwerking tussen gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s te vergemakkelijken.

Artikel 4 - Technische architectuur van het samenwerkingsplatform voor GOT’s

Het samenwerkingsplatform voor GOT’s bestaat uit:

(a)een gecentraliseerd informatiesysteem dat de tijdelijke centrale opslag van gegevens mogelijk maakt;

(b)communicatiesoftware die de lokale opslag van communicatiegegevens mogelijk maakt;

(c)een verbinding tussen het gecentraliseerde informatiesysteem en relevante IT-instrumenten waarmee de werking van de GOT’s wordt ondersteund en die worden beheerd door het GOT-secretariaat.

Artikel 5 - Doel van het samenwerkingsplatform voor GOT’s

1. Het samenwerkingsplatform voor GOT’s heeft de vereenvoudiging tot doel van:

(a)de dagelijkse coördinatie en het dagelijks beheer van een GOT, door middel van een reeks functies ter ondersteuning van de administratieve en financiële processen binnen het GOT;

(b)de uitwisseling en tijdelijke opslag van operationele informatie en bewijsmateriaal, met inbegrip van grote bestanden, via een upload- en downloadfunctie;

(c)beveiligde communicatie via een functie die instant messaging, chats en audio- en videoconferenties omvat;

(d)de traceerbaarheid van bewijsmateriaal door middel van een mechanisme voor bedrijfslogbestanden waarmee al het via het samenwerkingsplatform voor GOT’s uitgewisselde bewijsmateriaal kan worden bijgehouden;

(e)de evaluatie van een GOT door middel van een specifiek gezamenlijk evaluatieproces.

2. Het gecentraliseerde informatiesysteem wordt door eu-LISA op zijn technische locaties gehost.

HOOFDSTUK II - Ontwikkeling en operationeel beheer

Artikel 6 - Vaststelling van uitvoeringshandelingen door de Commissie

De Commissie stelt zo spoedig mogelijk de uitvoeringshandelingen vast die nodig zijn om het samenwerkingsplatform voor GOT’s technisch te ontwikkelen, en met name handelingen inzake:

(a)de lijst van functies die nodig zijn voor de dagelijkse coördinatie en het dagelijks beheer van een GOT;

(b)de lijst van functies die nodig zijn voor beveiligde communicatie;

(c)de bedrijfsspecificaties van de verbinding als bedoeld in artikel 4, punt c); 

(d)beveiliging overeenkomstig artikel 15;

(e)technische logbestanden overeenkomstig artikel 21;

(f)technische statistieken overeenkomstig artikel 22;

(g)de vereisten inzake de prestatie en beschikbaarheid van het samenwerkingsplatform voor GOT’s.

De in de eerste alinea van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden aangenomen volgens de in artikel 25 bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 7 - Verantwoordelijkheden van eu-LISA

1. Het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) stelt het ontwerp vast van de fysieke architectuur van het samenwerkingsplatform voor GOT’s, met inbegrip van de technische specificaties en de ontwikkeling daarvan. Dat ontwerp wordt goedgekeurd door de raad van bestuur, na een gunstig advies van de Commissie.

2. eu-LISA is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het samenwerkingsplatform voor GOT’s overeenkomstig het beginsel van gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen. De ontwikkeling omvat de uitwerking en tenuitvoerlegging van de technische specificaties, het testen en de algehele projectcoördinatie.

3. eu-LISA stelt de communicatiesoftware ter beschikking aan de gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s.

4. eu-LISA ontwikkelt en implementeert het samenwerkingsplatform voor GOT’s zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van deze verordening en na de vaststelling door de Commissie van de uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 6.

5. eu-LISA zorgt ervoor dat het samenwerkingsplatform voor GOT’s wordt geëxploiteerd overeenkomstig deze verordening, de in artikel 6 bedoelde uitvoeringshandelingen en Verordening (EU) 2018/1725.

6. eu-LISA is verantwoordelijk voor het operationele beheer van het samenwerkingsplatform voor GOT’s. Het operationele beheer van het samenwerkingsplatform voor GOT’s omvat alle taken die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het samenwerkingsplatform voor GOT’s operationeel blijft overeenkomstig deze verordening, en met name de onderhoudswerkzaamheden en technische ontwikkelingen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het samenwerkingsplatform van de GOT’s op een bevredigend niveau functioneert, overeenkomstig de technische specificaties.

7. eu-LISA zorgt voor opleidingen over het praktische gebruik van het samenwerkingsplatform voor GOT’s.

8. eu-LISA heeft geen toegang tot de GOT-samenwerkingsruimten.

9. Onverminderd artikel 17 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, zoals vastgesteld in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad 28 , past eu-LISA passende voorschriften inzake het beroepsgeheim of een gelijkwaardige geheimhoudingsplicht toe op elk personeelslid dat moet werken met gegevens die zijn opgeslagen in het centrale informatiesysteem. Die geheimhoudingsplicht blijft ook gelden nadat een dergelijk personeelslid zijn functie of dienstverband heeft beëindigd of zijn werkzaamheden heeft stopgezet.

Artikel 8 - Verantwoordelijkheden van de lidstaten

Elke lidstaat treft de technische regelingen die nodig zijn voor de toegang van zijn bevoegde autoriteiten tot het samenwerkingsplatform voor GOT’s overeenkomstig deze verordening.

Artikel 9 - Verantwoordelijkheden van bevoegde organen en instanties van de Unie

1. Eurojust, Europol, het Europees Openbaar Ministerie, OLAF en andere bevoegde organen en instanties van de Unie treffen de nodige technische regelingen om toegang te kunnen krijgen tot het samenwerkingsplatform voor GOT’s.

2. Eurojust is verantwoordelijk voor de technische aanpassing van zijn systemen die nodig is om de in artikel 4, punt c), bedoelde verbinding tot stand te brengen.

Artikel 10 - Programmabestuursraad

1. Voorafgaand aan de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het samenwerkingsplatform voor GOT’s stelt de raad van bestuur van eu-LISA een programmabestuursraad in.

2. De programmabestuursraad bestaat uit tien leden:

(a)acht door de raad van bestuur benoemde leden;

(b)de voorzitter van de in artikel 11 bedoelde adviesgroep;

(c)een door de Commissie benoemd lid.

3. De raad van bestuur van eu-LISA zorgt ervoor dat de leden die hij voor de programmabestuursraad aanwijst, over de nodige ervaring en deskundigheid beschikken op het gebied van de ontwikkeling en het beheer van IT-systemen ter ondersteuning van justitiële instanties.

4. eu-LISA neemt deel aan de werkzaamheden van de programmabestuursraad. De vertegenwoordigers van eu-LISA wonen daartoe de vergaderingen van de programmabestuursraad bij om verslag uit te brengen over het ontwerp en de ontwikkeling van het samenwerkingsplatform voor GOT’s en over alle andere daarmee verband houdende werkzaamheden en activiteiten.

5. De programmabestuursraad komt ten minste eenmaal per kwartaal bijeen, en vaker indien nodig. Hij zorgt voor een passend beheer van de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het samenwerkingsplatform voor GOT’s. De programmabestuursraad brengt regelmatig, en zo mogelijk maandelijks, schriftelijk verslag uit aan de raad van bestuur van eu-LISA over de voortgang van het project. De programmabestuursraad heeft geen beslissingsbevoegdheid of mandaat om de leden van de raad van bestuur van eu-LISA te vertegenwoordigen.

6. De programmabestuursraad stelt zijn reglement van orde vast, dat met name regels bevat inzake het voorzitterschap, de vergaderplaatsen, de voorbereiding van vergaderingen, de toelating van deskundigen tot de vergaderingen en communicatieplannen die ervoor zorgen dat niet-deelnemende leden van de raad van bestuur van eu-LISA volledig op de hoogte worden gehouden.

7. Het voorzitterschap van de programmabestuursraad wordt bekleed door een lidstaat.

8. Het secretariaat van de programmabestuursraad wordt verzorgd door eu-LISA.

Artikel 11 - Adviesgroep

1. eu-LISA richt een adviesgroep op om daarvan expertise te verkrijgen met betrekking tot het samenwerkingsplatform voor GOT’s, in het bijzonder bij de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma en van het jaarlijkse activiteitenverslag van eu-Lisa.

2. Tijdens de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het samenwerkingsplatform voor GOT’s bestaat de adviesgroep uit vertegenwoordigers van de lidstaten, de Commissie en het GOT-secretariaat. Zij wordt voorgezeten door eu-LISA. De adviesgroep:

(a)komt regelmatig, indien mogelijk ten minste eenmaal per maand, bijeen totdat het samenwerkingsplatform voor GOT’s in gebruik wordt genomen;

(b)brengt na elke bijeenkomst verslag uit aan de programmabestuursraad;

(c)voorziet in de technische expertise ter ondersteuning van de taken van de programmabestuursraad.

HOOFDSTUK II - I


Toegang tot het samenwerkingsplatform voor GOT’s

Artikel 12 - Toegang van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten tot de GOT-samenwerkingsruimten

1. Na de ondertekening van een GOT-overeenkomst wordt voor elk GOT binnen het samenwerkingsplatform voor GOT’s een GOT-samenwerkingsruimte gecreëerd.

2. De GOT-samenwerkingsruimte wordt door de beheerder of beheerders van die ruimte toegankelijk gemaakt, met de technische ondersteuning van eu-LISA.

3. De beheerder of beheerders van de GOT-ruimte stellen op basis van de GOT-overeenkomst de toegangsrechten vast van de gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s.

Artikel 13 - Toegang van de bevoegde organen en instanties van de Unie tot de GOT-samenwerkingsruimten

1. De beheerder of beheerders van de GOT-ruimte kunnen besluiten Eurojust, met inbegrip van het GOT-secretariaat, toegang te verlenen tot een GOT-samenwerkingsruimte met het oog op de uitvoering van zijn taken als omschreven in Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad 29 . De beheerder of beheerders van de GOT-ruimte kunnen met name besluiten om het GOT-secretariaat toegang te verlenen tot een GOT-samenwerkingsruimte met het oog op technische en administratieve ondersteuning, met inbegrip van het beheer van toegangsrechten.

2. De beheerder of beheerders van de GOT-ruimte kunnen besluiten om Europol toegang te verlenen tot een GOT-samenwerkingsruimte met het oog op de uitvoering van zijn taken als omschreven in Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad 30 .

3. De beheerder of beheerders van de GOT-ruimte kunnen besluiten om OLAF toegang te verlenen tot een GOT-samenwerkingsruimte met het oog op de uitvoering van zijn taken als omschreven in Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 31 .

4. De beheerder of beheerders van de GOT-ruimte kunnen besluiten om het Europees Openbaar Ministerie toegang te verlenen tot een GOT-samenwerkingsruimte met het oog op de uitvoering van zijn taken als omschreven in Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad.

5. De beheerder of beheerders van de GOT-ruimte kunnen besluiten om andere bevoegde organen en instanties van de Unie toegang te verlenen tot een GOT-samenwerkingsruimte met het oog op de uitvoering van taken als omschreven in hun basishandelingen.

Artikel 14 - Toegang van bevoegde autoriteiten van derde landen tot de GOT-samenwerkingsruimten

1. Voor de in artikel 5 genoemde doeleinden kan door de beheerder of beheerders van de GOT-ruimte worden besloten om de bevoegde autoriteiten van derde landen die een bepaalde GOT-overeenkomst hebben ondertekend, toegang tot een GOT-samenwerkingsruimte te verlenen.

2. De beheerder of beheerders van de GOT-ruimte zorgen ervoor dat de uitwisseling van operationele gegevens met de bevoegde autoriteiten van derde landen waaraan toegang tot een GOT-samenwerkingsruimte is verleend, beperkt blijft tot hetgeen vereist is voor de toepassing van de GOT-overeenkomst en onderworpen is aan de daarin vastgestelde voorwaarden.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen waaraan toegang tot een GOT-samenwerkingsruimte is verleend, alleen plaatsvindt wanneer is voldaan aan de voorwaarden van hoofdstuk V van Richtlijn 2016/680.

HOOFDSTUK IV - Beveiliging en aansprakelijkheid

Artikel 15 - Beveiliging

1. eu-LISA neemt de nodige technische en organisatorische maatregelen om te zorgen voor een hoog niveau van cyberbeveiliging van het samenwerkingsplatform voor GOT’s en de informatiebeveiliging van gegevens binnen het samenwerkingsplatform voor GOT’s, met name om de vertrouwelijkheid en integriteit te waarborgen van operationele en niet-operationele gegevens die in het gecentraliseerde informatiesysteem zijn opgeslagen.

2. eu-LISA voorkomt ongeoorloofde toegang tot het samenwerkingsplatform voor GOT’s en zorgt ervoor dat personen die toegang mogen hebben tot het samenwerkingsplatform voor GOT’s alleen toegang hebben tot de gegevens waarop hun toegangsbevoegdheid betrekking heeft.

3. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 stelt eu-LISA een beveiligingsplan, een bedrijfscontinuïteitsplan en een noodherstelplan vast om ervoor te zorgen dat het gecentraliseerde informatiesysteem in geval van onderbreking kan worden hersteld.

4. eu-LISA controleert de doeltreffendheid van de in dit artikel bedoelde beveiligingsmaatregelen en neemt de nodige organisatorische maatregelen met betrekking tot de interne controle en het toezicht om ervoor te zorgen dat deze verordening wordt nageleefd.

Artikel 16 - Aansprakelijkheid

1. Wanneer een lidstaat, Eurojust, Europol, het Europees Openbaar Ministerie, OLAF of enig ander bevoegd orgaan of enige andere bevoegde instantie van de Unie schade toebrengt aan het samenwerkingsplatform voor GOT’s doordat zij hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet zijn nagekomen, is die lidstaat, Eurojust, Europol, het Europees Openbaar Ministerie, OLAF of een ander bevoegd orgaan of andere bevoegde instantie van de Unie aansprakelijk voor dergelijke schade, voor zover eu-LISA geen redelijke maatregelen neemt om het ontstaan van de schade te voorkomen of de gevolgen ervan tot een minimum te beperken.

2. Op vorderingen tegen een lidstaat tot vergoeding van de in de lid 1 bedoelde schade is het recht van de gedaagde lidstaat van toepassing. Op vorderingen tegen Eurojust, Europol, het Europees Openbaar Ministerie, OLAF of enig ander bevoegd orgaan of enige andere bevoegde instantie van de Unie tot vergoeding van de in lid 1 bedoelde schade zijn hun respectieve oprichtingshandelingen van toepassing.

HOOFDSTUK V - Gegevensbescherming

Artikel 17 - Bewaringstermijn voor de opslag van operationele gegevens

1. De operationele gegevens van elke GOT-samenwerkingsruimte worden in het gecentraliseerde informatiesysteem opgeslagen totdat alle betrokken gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s het proces van downloaden van die gegevens hebben kunnen afronden. De bewaringstermijn is maximaal vier weken.

2. Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde bewaringstermijn wordt het gegevensbestand automatisch uit het gecentraliseerde systeem verwijderd.

Artikel 18 - Bewaringstermijn voor de opslag van niet-operationele gegevens

1. Wanneer een evaluatie van het GOT is gepland, worden niet-operationele gegevens met betrekking tot elke GOT-samenwerkingsruimte in het gecentraliseerde informatiesysteem opgeslagen totdat de evaluatie van het GOT is voltooid. De bewaringstermijn is maximaal vijf jaar.

2. Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde bewaringstermijn wordt het gegevensbestand automatisch uit het gecentraliseerde systeem verwijderd..

Artikel 19 - Verwerkingsverantwoordelijke en verwerker

1. Elke bevoegde nationale autoriteit van een lidstaat en, waar van toepassing, Eurojust, Europol, het Europees Openbaar Ministerie, OLAF of een ander bevoegd orgaan of andere bevoegde instantie van de Unie, wordt overeenkomstig de toepasselijke regels voor gegevensbescherming van de Unie als verwerkingsverantwoordelijke beschouwd met betrekking tot de verwerking van de persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening.

2. Wat betreft gegevens die door de bevoegde autoriteiten van derde landen naar het samenwerkingsplatform voor GOT’s worden geüpload, wordt een van de beheerders van de GOT-ruimte beschouwd als verwerkingsverantwoordelijke met betrekking tot de persoonsgegevens die via dat platform worden uitgewisseld en in dat platform worden opgeslagen.

3. eu-LISA wordt beschouwd als verwerker overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 wat betreft de via het samenwerkingsplatform voor GOT’s uitgewisselde en daarop opgeslagen persoonsgegevens.

4. De gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het beheer van niet-operationele gegevens op het samenwerkingsplatform van de GOT’s.

Artikel 20 - Doel van de verwerking van persoonsgegevens

1. De in het samenwerkingsplatform voor GOT’s ingevoerde gegevens worden uitsluitend verwerkt met het oog op:

(a)de uitwisseling van operationele informatie en bewijsmateriaal tussen de gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s;

(b)de uitwisseling van niet-operationele gegevens tussen de gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s met het oog op het beheer van het GOT.

2. De toegang tot het GOT-samenwerkingsplatform is beperkt tot naar behoren gemachtigde personeelsleden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en van derde landen, Eurojust, Europol, het Europees Openbaar Ministerie, OLAF en andere bevoegde organen of instanties van de Unie, die alleen toegang hebben voor de uitvoering van hun taken overeenkomstig de in lid 1 genoemde doeleinden, en voor zover dat nodig is voor en in verhouding staat tot de nagestreefde doelen.

Artikel 21 - Technische logbestanden 

1. eu-LISA zorgt ervoor dat er een logbestand wordt bijgehouden van elke toegang tot het gecentraliseerde informatiesysteem en van alle gegevensverwerkingsverrichtingen in dat systeem, overeenkomstig lid 2.

2. In het logbestand wordt het volgende vermeld:

(a)de datum, de tijdzone en het exacte tijdstip van de toegang tot het gecentraliseerde informatiesysteem;

(b)het identificatiemerk van de gebruiker van het samenwerkingsplatform voor GOT’s die toegang heeft gehad tot het gecentraliseerde informatiesysteem;

(c)de datum, de tijdzone en het tijdstip van toegang van de door de gebruiker van het samenwerkingsplatform voor GOT’s uitgevoerde verrichting;

(d)de door de gebruiker van het samenwerkingsplatform voor GOT’s uitgevoerde verrichting.

3. De logbestanden worden met passende technische maatregelen beschermd tegen ongeoorloofde toegang en worden bewaard gedurende drie jaar of zoveel langer als nodig is voor de beëindiging van de lopende monitoringprocedures.

4. Op verzoek stelt eu-LISA de logbestanden zonder onnodige vertraging ter beschikking aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

5. Binnen de grenzen van hun bevoegdheden en met het oog op de vervulling van hun taken hebben de nationale toezichthoudende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de rechtmatigheid van de gegevensverwerking op verzoek toegang tot de logbestanden.

6. Binnen de grenzen van zijn bevoegdheden en met het oog op vervulling van zijn toezichttaken overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 heeft de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming op verzoek toegang tot de logbestanden.

HOOFDSTUK VI - Slotbepalingen

Artikel 22 - Monitoring en evaluatie

1. eu-LISA stelt procedures vast om de ontwikkeling van het samenwerkingsplatform voor GOT’s te monitoren met betrekking tot de doelstellingen op het gebied van planning en kosten, en om de werking van het samenwerkingsplatform voor GOT’s te monitoren met betrekking tot de doelstellingen op het gebied van technische resultaten, kosteneffectiviteit, beveiliging en kwaliteit van de dienstverlening.

2. De in lid 1 bedoelde procedures voorzien in de mogelijkheid om regelmatig technische statistieken op te stellen voor monitoringdoeleinden.

3. Indien het ontwikkelingsproces aanzienlijke vertraging oploopt, stelt eu-LISA het Europees Parlement en de Raad onmiddellijk op de hoogte van de redenen van deze vertraging, de gevolgen voor de tijdschema’s en de financiële consequenties.

4. Wanneer de ontwikkeling van het samenwerkingsplatform voor GOT’s is afgerond, dient eu-LISA bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin wordt uiteengezet hoe de doelstellingen, met name die welke betrekking hebben op de planning en kosten, zijn bereikt en eventuele afwijkingen worden gemotiveerd.

5. In geval van een technische upgrade van het samenwerkingsplatform voor GOT’s die aanzienlijke kosten met zich mee zou kunnen brengen, stelt eu-LISA het Europees Parlement en de Raad daarvan in kennis alvorens tot de upgrade over te gaan.

6. Twee jaar na de ingebruikneming van het samenwerkingsplatform voor GOT’s en daarna elk jaar dient eu-LISA bij de Commissie een verslag in over de technische werking van het samenwerkingsplatform voor GOT’s, met inbegrip van de beveiliging ervan.

7. Vier jaar na de ingebruikneming van het samenwerkingsplatform voor GOT’s en vervolgens om de vier jaar voert de Commissie een algemene evaluatie uit van het samenwerkingsplatform voor GOT’s. De Commissie legt het algemene evaluatieverslag voor aan het Europees Parlement en de Raad.

8. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, Eurojust, Europol, het Europees Openbaar Ministerie, OLAF en andere bevoegde organen en instanties van de Unie verstrekken eu-LISA en de Commissie de informatie die nodig is om de in de leden 4 en 7 bedoelde verslagen op te kunnen stellen. Deze informatie mag de werkmethoden niet in gevaar brengen noch informatie bevatten waardoor bronnen, namen van personeelsleden of onderzoeken worden onthuld.

9. eu-LISA verstrekt de Commissie de informatie die nodig is om de in lid 7 bedoelde algemene evaluatie op te kunnen stellen.

Artikel 23 - Kosten

De kosten in verband met de oprichting en werking van het samenwerkingsplatform voor GOT’s komen ten laste van de algemene begroting van de Unie.

Artikel 24 - Ingebruikneming

1. De Commissie stelt de datum van ingebruikneming van het samenwerkingsplatform voor GOT’s vast, nadat zij zich ervan heeft vergewist dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

(a)de in artikel 6 bedoelde uitvoeringshandelingen zijn vastgesteld;

(b)eu-LISA heeft het samenwerkingsplatform voor GOT’s in samenwerking met de lidstaten uitgebreid getest aan de hand van anonieme testgegevens.

2. Wanneer de Commissie de datum van aanvang van de werkzaamheden overeenkomstig lid 1 heeft vastgesteld, deelt zij die datum mee aan de lidstaten, Eurojust, Europol, het Europees Openbaar Ministerie en OLAF.

3. Het in lid 1 bedoelde besluit van de Commissie tot vaststelling van de datum van ingebruikneming van het samenwerkingsplatform voor GOT’s wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4. De gebruikers van het samenwerkingsplatform voor GOT’s nemen dat platform in gebruik met ingang van de door de Commissie overeenkomstig lid 1 vastgestelde datum.

Artikel 25 - Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3. Indien door het comité geen advies wordt uitgebracht, neemt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet aan en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 26 - Wijzigingen van Verordening (EU) 2018/1726

Verordening (EU) 2018/1726 wordt als volgt gewijzigd:

1) in artikel 1 wordt het volgende lid 4 bis ingevoegd:

“4 bis. Het Agentschap is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het operationele beheer, met inbegrip van technische ontwikkelingen, van het samenwerkingsplatform voor gemeenschappelijke onderzoeksteams (GOT’s)”;

2) Het volgende artikel 8 ter wordt ingevoegd:

“Artikel 8 ter

Taken met betrekking tot het samenwerkingsplatform voor GOT’s

Het Agentschap verricht met betrekking tot het samenwerkingsplatform voor GOT’s:

a) de taken die krachtens Verordening (EU) nr. XXX/20XX van het Europees Parlement en de Raad aan het Agentschap zijn opgedragen*;

b) taken in verband met opleiding in het technische gebruik van het samenwerkingsplatform voor GOT’s, met inbegrip van het verstrekken van online opleidingsmateriaal.

__________

* Verordening (EU) nr. XXX/20XX van het Europees Parlement en de Raad  tot oprichting van een samenwerkingsplatform ter ondersteuning van de werking van gemeenschappelijke onderzoeksteams en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L...).”;

3) in artikel 14 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Het Agentschap volgt de ontwikkelingen op onderzoeksgebied die van belang zijn voor het operationeel beheer van SIS II, het VIS, Eurodac, het EES, het Etias, DubliNet, Ecris-TCN, e-Codex, het samenwerkingsplatform voor GOT’s en andere grootschalige IT-systemen als bedoeld in artikel 1, lid 5”;

4) In artikel 19, lid 1, wordt punt ff) vervangen door:

“ff) verslagen vast te stellen over de technische werking van:

i) SIS II overeenkomstig artikel 60, lid 7, van Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad* en artikel 74, lid 8, van Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad**;

ii) VIS overeenkomstig artikel 50, lid 3, van Verordening (EG) nr. 767/2008 en artikel 17, lid 3, van Besluit 2008/633/JBZ;

iii) EES overeenkomstig artikel 72, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2226;

iv) Etias overeenkomstig artikel 92, lid 4, van Verordening (EU) 2018/2140;

v) Ecris-TCN en de Ecris-referentie-implementatie krachtens artikel 36, lid 8, van Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad***;

vi) de interoperabiliteitscomponenten overeenkomstig artikel 78, lid 3, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 74, lid 3, van Verordening (EU) 2019/818;

vii) e-CODEX overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) XXX ****;

viii) het samenwerkingsplatform voor GOT’s overeenkomstig artikel xx van Verordening (EU) XXX ***** [deze verordening];

__________

* Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).

** Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).

*** Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) ter aanvulling van het Europees Strafregisterinformatiesysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 1).

**** Verordening (EU) XXX van … (PB L …).

***** Verordening (EU) XXX van … (OJ L …).”;

(5) In artikel 27, lid 1, wordt het volgende punt d quater ingevoegd:

“d quater) de adviesgroep van het samenwerkingsplatform voor GOT’s;”.

Artikel 27 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.


Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten overeenkomstig de Verdragen.