Artikelen bij COM(2022)296 - Wijziging van Verordening wat betreft de omzetting van het informatienet inzake landbouwbedrijfs­boekhoudingen in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Inhoudsopgave

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1217/2009 wordt als volgt gewijzigd:

(1) De titel van de verordening wordt vervangen door:

“Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een netwerk voor de verzameling van duurzaamheidsgegevens van landbouwbedrijven in de Unie”.

(2) De titel van hoofdstuk I wordt vervangen door:

“OPRICHTING VAN EEN INFORMATIENET VAN DE UNIE INZAKE DE DUURZAAMHEID VAN LANDBOUWBEDRIJVEN”.

(3) Artikel 1 wordt vervangen door:

“Artikel 1

1. Er wordt een informatienet van de Unie inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven (“IDL” of “informatienet”) opgezet om economische, milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau te verzamelen.

2. De op grond van deze verordening verkregen gegevens dragen bij tot de beoordeling van de duurzaamheid van de landbouw in de EU.

3. IDL-gegevens worden openbaar gemaakt op een wijze die in overeenstemming is met de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de Verordeningen (EU) 2016/679* en 2018/1725**.

4. In voorkomend geval voldoen de verwerking, het beheer en het gebruik van uit hoofde van deze verordening verzamelde gegevens aan de Verordeningen (EU) 2016/679, (EU) 2018/1725 en (EG) 223/2009***.”.


* Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming, AVG) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

**    Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

***    Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).


(4) Artikel 2 wordt vervangen door:

   “Artikel 2

Voor de toepassing van de onderhavige verordening wordt verstaan onder:

a) “landbouwer”: de natuurlijke persoon die het lopende en dagelijkse beheer van het landbouwbedrijf voert;

b) “bedrijf”: een landbouwbedrijf, in overeenstemming met het algemeen gebruik ervan in het kader van de landbouwenquêtes en -tellingen van de Unie;

c) “bedrijfsklasse”: een aantal landbouwbedrijven die volgens de typologie van de Unie van de landbouwbedrijven naar productierichting en economische bedrijfsomvang tot dezelfde klasse behoren zoals omschreven in artikel 5 ter;

d) “bedrijfsformulier”: de vragenlijst die is ingevuld met de gegevens van een landbouwbedrijf volgens de gemeenschappelijke IDL-methode;

e) “bedrijf met boekhouding”: elk landbouwbedrijf dat bedrijfsformulieren indient voor de doeleinden van het informatienet;

f) “streek van het informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven” of “IDL-streek”: het grondgebied van een lidstaat of een deel van het grondgebied van een lidstaat, dat is afgebakend met het oog op de keuze van de bedrijven met boekhouding;

g) “IDL-gegevens”: economische, milieu- en sociale gegevens op landbouwbedrijfsniveau die betrekking hebben op landbouwbedrijven en zijn afgeleid uit rekeningen, en/of andere gegevensbronnen die systematisch en regelmatig worden verzameld;

h) “standaardopbrengst”: de standaardwaarde van de brutoproductie;

i) “persoonsgegevens”: persoonsgegevens zoals gedefinieerd in de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725, waarbij de bescherming echter wordt uitgebreid tot de legitieme belangen van landbouwers die rechtspersonen zijn;

j) “landbouwbedrijfs-ID”: het unieke identificatienummer voor een individueel bedrijf met betrekking tot de verwerking van gegevens in het kader van deze verordening;

k) “verwerking van gegevens”: elke bewerking of reeks bewerkingen met betrekking tot gegevens van personen, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1725;

l) “primaire gegevens”: gegevens met betrekking tot individuele landbouwbedrijven, individuele natuurlijke of rechtspersonen en individuele steekproeven;

m) “metagegevens”: gegevens die kwalitatieve en kwantitatieve informatie verschaffen over de verzamelde primaire gegevens;

n) “geanonimiseerde gegevens”: gegevens op basis van de primaire gegevens, in een zodanige vorm dat natuurlijke of rechtspersonen niet direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd;

o) “gepseudonimiseerde gegevens”: persoonsgegevens die niet meer aan een specifieke betrokkene kunnen worden gekoppeld zonder dat er aanvullende gegevens worden gebruikt, mits deze aanvullende gegevens apart worden bewaard en technische en organisatorische maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de persoonsgegevens niet aan een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon worden gekoppeld;

p) “geaggregeerde gegevens”: het resultaat van de samenvatting van de primaire of de gedetailleerde gegevens voor specifieke analytische doeleinden.”.

(5) Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 2 bis

Een lijst van IDL-streken is opgenomen in bijlage I.”.

(6) In artikel 3 wordt de term “ILB” vervangen door “IDL”.

(7) De titel van hoofdstuk II wordt vervangen door:

“GEGEVENS VOOR DE CONSTATERING VAN DE INKOMENS VAN LANDBOUWBEDRIJVEN EN DE VERZAMELING VAN ANDERE DUURZAAMHEIDSINFORMATIE”.

(8) Artikel 4 wordt vervangen door:

“Artikel 4

1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de verzameling van boekhoudkundige en andere duurzaamheidsgegevens. IDL-gegevens worden verzameld door middel van regelmatige en speciale enquêtes.

2. De voor het IDL bevoegde autoriteit kan andere gegevensbronnen gebruiken om gegevens te verzamelen en te hergebruiken als input voor de IDL-enquêtes.

3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met regels inzake het gegevensbeheerproces, met name de landbouwbedrijfs-ID, gegevensopslag, kwaliteit en validering van gegevens, gebruik van gegevens, toegang tot en verzending van primaire gegevens, verwerking van primaire gegevens, combinatie van gegevens met andere gegevensbronnen, de procedure om de beschikbaarheid van gedetailleerde en geaggregeerde gegevens te waarborgen, compatibele systemen voor gegevensopslag en -uitwisseling, herziening van weigering om gegevens te verstrekken, verplichtingen voor eindgebruikers van wetenschappelijke gegevens en andere belanghebbende partijen.    

4. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling en actualisering van de vorm en inhoud van gemeenschappelijke regelmatige en speciale enquêtes, alsook methoden en vereisten voor het hergebruiken en delen van gegevens. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

(9) Artikel 5 wordt vervangen door:

“Artikel 5

1. Het waarnemingsgebied omvat de landbouwbedrijven waarvan de economische omvang groter is dan of gelijk is aan een drempelwaarde, uitgedrukt in euro overeenkomend met één van de ondergrenzen van de klassen van de economische bedrijfsomvang van de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven zoals omschreven in artikel 5 ter.

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met de regels voor het vaststellen van de in de eerste alinea van dit lid bedoelde drempelwaarde.

De Commissie stelt op basis van de gegevens van de lidstaten uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de in de eerste alinea bedoelde drempelwaarde. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

2. Als bedrijven met boekhouding worden gekozen landbouwbedrijven

a) die onder het in lid 1 bedoelde waarnemingsgebied vallen;

b) die representatief zijn voor het waarnemingsgebied, samen met de andere bedrijven, op het niveau van elke IDL-streek.

3. Een landbouwbedrijf dat in het schema voor de selectie van bedrijven met boekhouding als bedrijf met boekhouding is aangemerkt, verstrekt de gevraagde gegevens.

4. De lidstaten kunnen nationale regels vaststellen om mogelijke gevallen van niet-naleving van lid 3 aan te pakken.”.

(10) Artikel 5 bis wordt als volgt gewijzigd:

a) de eerste alinea van lid 1 wordt vervangen door:

“Elke lidstaat stelt een schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding op dat een representatieve steekproef voor het waarnemingsgebied waarborgt, met inbegrip van zowel regelmatige als, indien van toepassing, speciale enquêtes.”;

b) in de leden 2 en 3 wordt de term “ILB” vervangen door de term “IDL”.

(11) In artikel 5 ter wordt lid 1 vervangen door:

“1. Landbouwbedrijven worden op uniforme wijze overeenkomstig de typologie van de Unie voor landbouwbedrijven geclassificeerd, zoals hun productierichting, hun economische omvang en het belang van andere rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden.

De typologie voor landbouwbedrijven wordt in het bijzonder gebruikt voor de presentatie – per productierichting en per klasse van economische bedrijfsomvang – van de gegevens die zijn verzameld via de landbouwstructuurenquêtes van de Unie en het IDL.”.

(12) Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

“1. Elke lidstaat stelt een Nationaal Comité van het informatienet in (hierna “Nationaal Comité” genoemd).”;

b) in lid 4 wordt de term “ILB” vervangen door “IDL”.

(13) In artikel 7 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Elke lidstaat wijst een verbindingsorgaan aan dat tot taak heeft:

a) het in kennis stellen van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de gegevensverzamelaars zoals bureaus voor bedrijfsboekhouding van het toepasselijke regelgevingskader en het zorgen voor de correcte tenuitvoerlegging daarvan;

b) het opstellen, het ter goedkeuring aan het Nationaal Comité voorleggen en het vervolgens bij de Commissie indienen van het schema voor de keuze van bedrijven met boekhouding;

c) het opstellen van:

i) de lijst van bedrijven met boekhouding,

ii) indien van toepassing, de lijst van gegevensverzamelaars die in staat zijn de bedrijfsformulieren in te vullen;

d) het produceren van de bedrijfsformulieren die hem door de gegevensverzamelaars zijn toegezonden, inclusief op basis van gegevens uit andere gegevensbronnen;

e) het verifiëren of de bedrijfsformulieren naar behoren zijn ingevuld;

f) het doorzenden aan de Commissie van de naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren in het vereiste formaat en binnen de gestelde termijn;

g) het doen toekomen van de in artikel 17 genoemde verzoeken om inlichtingen aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de gegevensverzamelaars en het toezenden aan de Commissie van de desbetreffende antwoorden;

h) het beschikbaar stellen van de verkregen resultaten voor het verstrekken van advies en feedback aan landbouwers over hun duurzaamheidsprestaties.”.

(14) Artikel 8 wordt vervangen door:

“Artikel 8

1. Elk bedrijf met boekhouding maakt het voorwerp van een individueel bedrijfsformulier uit en wordt geïdentificeerd aan de hand van een landbouwbedrijfs-ID.

2. Het naar behoren ingevulde bedrijfsformulier omvat de gegevens waardoor het mogelijk is:

a) het bedrijf met boekhouding te kenmerken aan de hand van de voornaamste bestanddelen van zijn productiefactoren;

b) de verschillende aspecten van het inkomen in het bedrijf met boekhouding te beoordelen;

c) de economische, milieu- en sociale duurzaamheid van het bedrijf te beoordelen;

d) de juistheid van de opgegeven informatie te verifiëren door middel van controles ter plaatse.

3. De gegevens op het bedrijfsformulier hebben betrekking op één landbouwbedrijf en één rapportagejaar van twaalf opeenvolgende maanden, en betreffen enkel dat landbouwbedrijf. Die gegevens hebben betrekking op landbouwactiviteiten van het bedrijf zelf en op andere rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden.

4. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 19 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening met de regels voor het bepalen van de belangrijkste groepen gegevens die moeten worden verzameld en de algemene regels voor het verzamelen van gegevens.

5. Om ervoor te zorgen dat de gegevens die aan de hand van het bedrijfsformulier worden verzameld vergelijkbaar zijn ongeacht op welke bedrijven met boekhouding de waarnemingen betrekking hebben, stelt de Commissie uitvoeringshandelingen vast waarin de vorm en de opmaak van het bedrijfsformulier en de methoden en uiterste termijnen voor het toezenden van de gegevens aan de Commissie worden bepaald. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

(15) Artikel 16 wordt vervangen door:

“Artikel 16

1. Het is verboden individuele gegevens en alle andere individuele gegevens die verkregen zijn ingevolge de onderhavige verordening, voor fiscale doeleinden te gebruiken.

2. Geanonimiseerde of gepseudonimiseerde individuele gegevens kunnen door de Commissie of door verbindingsorganen worden gedeeld voor de in artikel 1 vermelde doeleinden, op voorwaarde dat de identificatie van natuurlijke of rechtspersonen wordt vermeden.”.

(16) In artikel 17 wordt lid 1 vervangen door:

“1. Het Nationaal Comité, de Streekcomités, het verbindingsorgaan en de gegevensverzamelaars moeten, elk voor zich, de Commissie alle inlichtingen verstrekken, die deze van hen vraagt met betrekking tot de vervulling van hun taken in het kader van deze verordening.

Deze verzoeken om inlichtingen, gericht aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de gegevensverzamelaars, alsook de daarop betrekking hebbende antwoorden, worden schriftelijk toegezonden via het verbindingsorgaan.”.

(17) Artikel 19 wordt vervangen door:

“Artikel 19

1. In de algemene begroting van de Unie, afdeling Commissie, worden kredieten opgenomen ter dekking van:

a) voor regelmatige enquêtes: een aan de lidstaten te betalen forfaitaire vergoeding voor de toezending van binnen de gestelde termijn ingediende, naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren, tot het maximumaantal bedrijven met boekhouding als vastgesteld overeenkomstig artikel 5 bis, lid 2. Wanneer het totale aantal naar behoren ingevulde en toegezonden bedrijfsformulieren met betrekking tot een IDL-streek of een lidstaat minder dan 80 % bedraagt van het aantal bedrijfsformulieren dat voor die IDL-streek of voor de betrokken lidstaat is vastgesteld, geldt een vergoeding van 50 % van de forfaitaire vergoeding voor elk bedrijfsformulier uit die IDL-streek of uit de betrokken lidstaat;

b) voor speciale enquêtes: een aan de lidstaten te betalen forfaitaire vergoeding voor de toezending van binnen de gestelde termijn ingediende, naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren, tot het maximumaantal bedrijven met boekhouding als vastgesteld overeenkomstig artikel 5 bis, lid 2. Wanneer het totale aantal naar behoren ingevulde en toegezonden bedrijfsformulieren met betrekking tot een IDL-streek of een lidstaat minder dan 80 % bedraagt van het aantal bedrijfsformulieren dat voor die IDL-streek of voor de betrokken lidstaat is vastgesteld, geldt een vergoeding van 50 % van de forfaitaire vergoeding voor elk bedrijfsformulier uit die IDL-streek of uit de betrokken lidstaat;

c) alle kosten van de computersystemen die door de Commissie worden gebruikt voor het beheer en de ontwikkeling van het netwerk, de ontvangst, verificatie, verwerking, interoperabiliteit en analyse van de door de lidstaten verstrekte gegevens. Die kosten omvatten, waar dat passend is, de kosten die gemoeid zijn met de verspreiding van de resultaten van die activiteiten, alsook de kosten van studies over en de ontwikkeling van andere aspecten van het informatienet.

2. De kosten voor de oprichting en de werking van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de verbindingsorganen worden niet in de algemene begroting van de Unie opgenomen.

3. De Unie kan ook financiële bijdragen uit de algemene begroting van de Unie aan de lidstaten verstrekken om de uitvoeringskosten van deze verordening te dekken wanneer het opzetten van het systeem voor het verzamelen van de aanvullende milieu- en sociale variabelen, met inbegrip van opleiding en interoperabiliteit tussen gegevensverzamelingssystemen, aanzienlijke aanpassingen van het nationale ILB-gegevensverzamelingssysteem van een lidstaat vereist.

4. De aan de lidstaten te betalen standaardvergoeding kan geheel of gedeeltelijk aan landbouwers worden betaald voor hun deelname aan IDL-enquêtes. De lidstaten kunnen een specifieke verdeelsleutel vaststellen waarbij een deel van of het totale bedrag dat aan de deelnemende landbouwers wordt betaald, een functie is van de standaardopbrengstwaarde van het landbouwbedrijf.

5. De lidstaten kunnen de deelname van landbouwers aan IDL-enquêtes definiëren en stimuleren.

6. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de gedetailleerde procedures met betrekking tot de in lid 1, punten a) en b), bedoelde standaardvergoeding en de aanpassingen van het in lid 3 bedoelde gegevensverzamelingssysteem. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 19 ter, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

(18) Artikel 19 bis wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 2 wordt vervangen door:

“2. De in artikel 3, artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend voor een termijn van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.”;

b) lid 3 wordt vervangen door:

“3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.”;

c) lid 5 wordt vervangen door:

“5.  Een overeenkomstig artikel 3, artikel 4, lid 3, artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”.

(19) In artikel 19 ter wordt lid 1 vervangen door:

“1. De Commissie wordt bijgestaan door het “Comité voor het informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven”. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 31 .”.

(20) Bijlage I wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.