Artikelen bij COM(2022)337 - Verslag over het mededingingsbeleid 2021 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2022)337 - Verslag over het mededingingsbeleid 2021. |
---|---|
document | COM(2022)337 |
datum | 14 juli 2022 |
Brussel, 14.7.2022
COM(2022) 337 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Verslag over het mededingingsbeleid 2021
{SWD(2022) 188 final}
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Verslag over het mededingingsbeleid 2021
Inhoud
1. Inleiding
2. Ervoor zorgen dat de mededingingsregels geschikt blijven voor de toekomst — Voortgang van de uitgebreide beleidsagenda
2.1. Nieuwe beleidsinitiatieven ter versterking van de instrumenten van het mededingingsbeleid
2.2. Actualisering van de antitrust- en concentratieregels en -richtsnoeren om ze geschikt te maken voor nieuwe uitdagingen
2.3. Actualisering van de regels en richtsnoeren inzake staatssteun om ze geschikt te maken voor nieuwe uitdagingen
2.4. Aanpassing van DG Concurrentie aan de huidige en toekomstige handhavingsbehoeften
3. Handhaving van het mededingingsbeleid droeg bij tot de digitale transitie en een sterke en veerkrachtige eengemaakte markt
3.1. Handhaving van de mededingingsregels heeft bijgedragen tot de digitale transitie en een sterke en veerkrachtige eengemaakte markt
3.2. Concentratiecontrole heeft bijgedragen tot de digitale transitie en een sterke en veerkrachtige eengemaakte markt
3.3. Staatssteuntoezicht heeft bijgedragen tot de digitale transitie en de veerkracht van de eengemaakte markt
4. Handhaving van het mededingingsbeleid heeft bijgedragen tot de groene transitie
4.1. Staatssteuntoezicht heeft bijgedragen tot de groene transitie
4.2 Handhaving van de mededingingsregels en concentratiecontrole hebben bijgedragen tot de groene transitie
5. Mededingingsbeleid heeft bijgedragen tot een economie die werkt voor de mensen
5.1. Veerkrachtige Europese financiële diensten
5.2. Fiscale staatssteun en selectieve belastingvoordelen
5.3. Het mededingingsbeleid bleef de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie verzachten
6. De krachten bundelen voor een Europese en wereldwijde mededingingscultuur
6.1. Beleidscohesie via het Europees mededingingsnetwerk
6.2. Samenwerking op het gebied van het mededingingsbeleid wereldwijd
1. Inleiding
In het jaarlijkse mededingingsverslag van 2021 van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s wordt ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen in het EU-mededingingsbeleid en de handhaving daarvan in 2021.
Het mededingingsbeleid is een van de hoekstenen van de eengemaakte markt van de EU. Een krachtige handhaving van het mededingingsbeleid biedt Europese bedrijven en consumenten keuzevrijheid, innovatie, kwaliteit en concurrerende prijzen. In overeenstemming met de prioriteiten van de Commissie zorgt de handhaving van het mededingingsbeleid er ook voor dat de concurrentie bijdraagt aan een herstel na de pandemie en aan een groenere, digitalere, veerkrachtigere en inclusievere economie in de EU.
Een sterke en veerkrachtige eengemaakte markt ondersteunt ondernemerschap in alle stadia, stelt bedrijven van om het even welke omvang in staat de schaal van de eengemaakte markt optimaal te benutten en die schaal te gebruiken als concurrentievoordeel om beter te concurreren in een geglobaliseerde economie. Het mededingingsbeleid van de EU moet niet alleen doeltreffend en consequent worden gehandhaafd, maar ook voldoende flexibel zijn om het hoofd te bieden aan de huidige en toekomstige uitdagingen.
In 2021 bleef het mededingingsbeleid, onder leiding van uitvoerend vicevoorzitter Vestager, een belangrijke rol spelen in de reactie van de EU op de crisis, wat aantoont dat het in staat is snel te reageren op plotse veranderingen in de economie. De tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie tijdens de huidige COVID-19-uitbraak maakte het mogelijk dat de lidstaten noodzakelijke en evenredige steun konden verlenen aan ondernemingen die normaal gesproken levensvatbaar waren maar door de pandemie in moeilijkheden verkeerden. De Commissie heeft ook de weg aangegeven voor een geleidelijke uitfasering van de aan de pandemie verbonden crisismaatregelen in het kader van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, die vergezeld gaat van maatregelen om particuliere investeringen op gang te brengen en aan te trekken. Om de negatieve sociale en economische gevolgen voor de EU als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne te beperken, zal de Commissie opnieuw gebruikmaken van de flexibiliteit van de instrumenten van het staatssteunbeleid. Dit zal de lidstaten in staat stellen de negatieve economische gevolgen tot een minimum te beperken zonder de mededinging in de EU meer te verstoren dan strikt noodzakelijk is.
De Commissie heeft haar werkzaamheden om de markten te verbeteren voor burgers en bedrijven van elke omvang voortgezet door de mededingingsregels van de EU te handhaven op het gebied van antitrust, concentratiecontrole en staatssteuntoezicht — in de digitale en andere sectoren — waarbij zij rekening houdt met de specifieke kenmerken van elke markt. De Commissie deed dit in nauwe samenwerking met de nationale mededingingsautoriteiten van de lidstaten en onder toezicht van de rechterlijke instanties van de EU.
Zoals vermeld in de mededeling van de Commissie inzake een mededingingsbeleid dat geschikt is voor nieuwe uitdagingen 1 , voert de Commissie een ongekende herziening uit van het mededingingsbeleid van de EU, die betrekking heeft op meer dan 20 soorten regels om ervoor te zorgen dat de instrumenten van het mededingingsbeleid van de EU toekomstbestendig blijven en de groene en de digitale transitie van de EU, het herstelproces, de reactie op economische ontwikkelingen en het bevorderen van de veerkracht van de eengemaakte markt ondersteunen.
De Commissie is ook bezig de instrumenten van het mededingingsbeleid aan te vullen met nieuwe hulpmiddelen om buitenlandse subsidies en digitale poortwachters aan te pakken. In mei 2021 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een verordening inzake buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren 2 . In 2021 hebben de medewetgevers aanzienlijke vooruitgang geboekt met het voorstel van de Commissie voor een wet inzake digitale markten.
In 2021 bleef de Commissie de efficiëntie van haar activiteiten op het gebied van de handhaving van het mededingingsbeleid verhogen. DG Concurrentie zette zijn inspanningen voort om zijn processen voor de behandeling van zaken te digitaliseren. Het jaar bracht ook grote veranderingen teweeg in de rechtstreekse inzet van financiële middelen voor de handhaving van het mededingingsbeleid door middel van een specifieke operationele begroting. Het programma voor de eengemaakte markt 3 en het onderdeel voor het mededingingsbeleid ervan, met een begroting van 20,4 miljoen EUR voor 2021, voorziet in een stabiele financiering van maatregelen ter versterking van de handhavingscapaciteit van de Commissie, beleidsinitiatieven, internationale samenwerking en bevordering van het mededingingsbeleid. De communicatiestrategie van DG Concurrentie ondersteunt de ambitie van de uitvoerend vicevoorzitter om de voordelen van het mededingingsbeleid op een duidelijke, consistente en continue manier proactief onder de aandacht te brengen.
2. Ervoor zorgen dat de mededingingsregels geschikt blijven voor de toekomst — Voortgang van de uitgebreide beleidsagenda
2.1. Nieuwe beleidsinitiatieven ter versterking van de instrumenten van het mededingingsbeleid
Als onderdeel van de digitale strategie van de EU 4 om systemische digitale uitdagingen aan te pakken, zoals de verspreiding van cyberdreigingen, haatzaaiende uitlatingen, desinformatie, beperkte concurrentie en billijkheid op digitale markten, heeft de Commissie in december 2020 twee wetgevingsvoorstellen ingediend, namelijk de wet inzake digitale diensten 5 en de wet inzake digitale markten 6 . Met betrekking tot de wet inzake digitale markten wordt een reeks rechtstreeks toepasselijke verplichtingen voorgesteld voor ondernemingen die optreden als belangrijke poortwachters voor bedrijven en consumenten op de eengemaakte markt. De wet inzake digitale markten bleef in 2021 een topprioriteit op wetgevingsgebied, zoals blijkt uit de vaststelling van de respectieve mandaten van de medewetgevers in november en december 2021 7 .
In mei 2021 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een verordening inzake buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren 8 . Terwijl de door de EU-lidstaten verleende steun nauwlettend wordt onderzocht, wordt een groot deel van de subsidies die door landen buiten de EU worden toegekend aan ondernemingen die in de EU actief zijn, niet gecontroleerd. De nieuwe regels zouden buitenlandse subsidies die de mededinging op de eengemaakte markt verstoren, aanpakken. Op grond van de voorgestelde verordening zou de Commissie subsidies die door buitenlandse staten worden toegekend aan ondernemingen die in de EU actief zijn, kunnen onderzoeken en, in voorkomend geval, de verstorende effecten van dergelijke staatssteun kunnen herstellen 9 .
2.2. Actualisering van de antitrust- en concentratieregels en -richtsnoeren om ze geschikt te maken voor nieuwe uitdagingen
Het doel van de lopende herziening van de belangrijkste antitrust- en concentratieregels is de geldende regels te evalueren en waar nodig aan te passen, om zo gelijke tred te houden met marktontwikkelingen die de manier van werken van bedrijven hebben veranderd, waaronder de groei van e-commerce en onlineplatformen. De Commissie beoordeelt ook of er verdere richtsnoeren voor marktdeelnemers nodig zijn.
Voortzetting van de herziening van de regels inzake verticale levering en horizontale samenwerking
Verticale overeenkomsten, zoals die tussen leveranciers van goederen of diensten en hun distributeurs, komen in alle sectoren van de EU-economie voor. In juli 2021 startte de Commissie een openbare raadpleging over de ontwerpherziening van de verticale groepsvrijstellingsverordening en verticale richtsnoeren 10 . Het doel van de lopende herziening is een aantal bepalingen te verduidelijken en te vereenvoudigen en waargenomen lacunes in de regelgeving op te vullen wanneer de huidige regels mogelijk niet langer geschikt zijn voor het beoogde doel als gevolg van marktontwikkelingen zoals de groei van onlineverkoop en de opkomst van nieuwe soorten platformondernemingen. De Commissie streeft ernaar nieuwe regels in te voeren wanneer de huidige regels op 31 mei 2022 komen te vervallen.
Wat de herziening van de mededingingsregels van de EU inzake horizontale samenwerking betreft, is het doel van deze regels het voor ondernemingen gemakkelijker te maken om samen te werken op economisch wenselijke wijze en zonder nadelige gevolgen in het kader van het mededingingsbeleid. In mei 2021 publiceerde de Commissie de bevindingen van de evaluatie 11 van de twee horizontale groepsvrijstellingsverordeningen inzake onderzoek en ontwikkeling en specialisatieovereenkomsten (respectievelijk de groepsvrijstellingsverordening inzake onderzoek en ontwikkeling en de groepsvrijstellingsverordening inzake specialisatie), samen met de horizontale richtsnoeren. In juli 2021 hield de Commissie een openbare raadpleging over de beleidsopties voor de herziening van de regels 12 . Aangezien beide verordeningen verstrijken op 31 december 2022, streeft de Commissie ernaar tegen die tijd de nieuwe regels te hebben ingevoerd.
Belangrijkste bevindingen van de evaluatie van de regels inzake horizontale overeenkomsten
Uit de evaluatie is gebleken dat de regels inzake horizontale overeenkomsten nuttige instrumenten blijven voor bedrijven. Er zijn echter verschillende gebieden uit de evaluatie naar voren gekomen waar de regels niet voldoende zijn aangepast aan de digitalisering en het nastreven van duurzaamheidsdoelstellingen. Sommige bepalingen in de horizontale groepsvrijstellingsverordeningen worden als star en complex gezien, terwijl andere als onduidelijk en moeilijk te interpreteren door ondernemingen worden beschouwd. Met name kan het voorkomen dat de voorwaarden voor vrijstelling in de groepsvrijstellingsverordening inzake onderzoek en ontwikkeling niet langer optimaal zijn voor het bereiken van concurrentiebevorderende onderzoeks- en ontwikkelingsovereenkomsten en dat het toepassingsgebied van de groepsvrijstellingsverordening inzake specialisatie wellicht te beperkt is. Ook worden sommige bepalingen in de horizontale groepsvrijstellingsverordeningen en horizontale richtsnoeren als onduidelijk of te streng beschouwd. Tot slot bieden de horizontale richtsnoeren weinig houvast voor recente marktontwikkelingen zoals digitalisering, veerkracht en duurzaamheidsdoelstellingen 13 in horizontale overeenkomsten (zij bieden bijvoorbeeld onvoldoende rechtszekerheid voor de zelfbeoordeling van overeenkomsten waarmee duurzaamheidsdoelstellingen worden nagestreefd en overeenkomsten inzake de uitwisseling/bundeling van gegevens).
In mei 2021 publiceerde de Commissie ook de bevindingen van de evaluatie 14 van de werking van de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen 15 . De Commissie concludeerde dat de beginselen van de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen weliswaar geldig blijven, maar dat de opkomst van nieuwe technologieën en de toenemende rol van gegevens in deze sector tot uiting moeten komen in de richtsnoeren van de Commissie bij de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen. De huidige groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen vervalt op 31 mei 2023. De Commissie beraadt zich momenteel over de follow-up van deze bevindingen, waarbij zij ook rekening houdt met de lopende herziening van de verticale groepsvrijstellingsverordening.
Publicatie van de evaluatie van de bekendmaking marktbepaling
De bekendmaking marktbepaling 16 biedt belangrijke richtsnoeren over de wijze waarop de Commissie de begrippen relevante productmarkten en geografische markten toepast bij de handhaving van de mededingingsregels. In juli 2021 heeft de Commissie de resultaten van de evaluatie van de bekendmaking marktbepaling gepubliceerd 17 . Op basis van de bevindingen heeft de Commissie besloten de bekendmaking te herzien en zal zij in 2022 de belanghebbenden raadplegen over de ontwerpherziening van de bekendmaking marktbepaling.
Belangrijkste bevindingen van de evaluatie van de bekendmaking marktbepaling
De Commissie concludeerde dat de beginselen van de bekendmaking marktbepaling, die gebaseerd zijn op de rechtspraak van de rechterlijke instanties van de EU, nog steeds solide zijn. Het is echter mogelijk dat zij de recente ontwikkelingen in de marktbepalingspraktijken, zoals die welke verband houden met digitalisering, niet volledig weerspiegelen. Tot de gebieden waarop de bekendmaking marktbepaling mogelijk niet volledig actueel is, behoren: i) het gebruik en het doel van de SSNIP-test (kleine significante duurzame prijsstijging) bij het bepalen van relevante markten; ii) digitale markten, met name met betrekking tot producten of diensten die tegen nulprijzen in de handel worden gebracht, en digitale ecosystemen; iii) beoordeling van geografische markten in omstandigheden van globalisering en invoerconcurrentie; iv) kwantitatieve technieken voor marktbepaling; v) berekening van marktaandelen; en vi) niet-prijsconcurrentie (met inbegrip van innovatie).
Publicatie van ontwerprichtsnoeren inzake de toepassing van het mededingingsrecht op collectieve overeenkomsten voor zelfstandigen
Sommige zelfstandigen hebben weinig invloed op hun beloning en arbeidsvoorwaarden. Collectieve onderhandelingen kunnen een belangrijk instrument zijn om betere voorwaarden te bereiken, maar sommige zelfstandigen kunnen als “ondernemingen” worden beschouwd en collectieve overeenkomsten kunnen daarom onder de mededingingsregels van de EU vallen. Om dit probleem aan te pakken, heeft de Commissie in januari 2021 alle belanghebbenden over verschillende beleidsopties geraadpleegd, eerst met een aanvangseffectbeoordeling en vervolgens met een gedetailleerde vragenlijst in maart 2021 18 . Op 9 december 2021 heeft de Commissie ter raadpleging ontwerprichtsnoeren over de toepassing van het mededingingsrecht van de EU op collectieve overeenkomsten betreffende de arbeidsvoorwaarden van zelfstandigen gepubliceerd 19 . De Commissie zal de input van de belanghebbenden beoordelen met het oog op de publicatie van een definitieve versie van de richtsnoeren in 2022.
Publicatie van de resultaten van de evaluatie van de procedurele en jurisdictionele aspecten van de EU-concentratiecontrole en verdere richtsnoeren inzake artikel 22
Het doel van de evaluatie van de procedurele en jurisdictionele aspecten van de EU-concentratiecontrole was na te gaan hoe bepaalde concentratieregels onder veranderende marktomstandigheden hebben gewerkt. De evaluatie was met name gericht op twee onderwerpen: i) de doeltreffendheid van de op omzet gebaseerde jurisdictionele drempels bij het vinden van concentraties die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de mededinging op de eengemaakte markt; en ii) de doeltreffendheid van de in 2013 ingevoerde vereenvoudigde aanmeldingsprocedure. In maart 2021 publiceerde de Commissie de bevindingen van de evaluatie 20 .
Belangrijkste bevindingen van de evaluatie van procedurele en jurisdictionele aspecten van de EU-concentratiecontrole
De Commissie concludeerde dat de op omzet gebaseerde jurisdictionele drempels in combinatie met het verwijzingsmechanisme over het algemeen doeltreffend waren gebleken voor het vastleggen van relevante transacties in de eengemaakte markt van de EU. Recente marktontwikkelingen hebben echter geleid tot een geleidelijke toename van overnamen van ondernemingen die een beslissende rol op het gebied van mededinging spelen of kunnen gaan spelen, hoewel zij ten tijde van de fusie weinig of geen omzet genereren. De conclusie van de evaluatie was dat transacties met mogelijk negatieve gevolgen voor de mededinging in bepaalde gevallen noch door de Commissie, noch door de lidstaten werden onderzocht. Dit omvatte met name overnamen die gericht waren op opkomende ondernemingen met concurrentiepotentieel en innovatieve ondernemingen, onder meer in — maar niet beperkt tot — de digitale, farmaceutische, biotechnologische en bepaalde andere industriële sectoren. De waarde van de doelonderneming werd niet altijd voldoende in verband gebracht met de potentiële concurrentieverstorende effecten van de transactie.
In maart 2021 stelde de Commissie een mededeling vast die richtsnoeren bood voor de toepassing van het verwijzingsmechanisme tussen de lidstaten en de Commissie, zoals uiteengezet in artikel 22 van de concentratieverordening 21 , in de specifieke omstandigheden waarin de op omzet gebaseerde drempels het concurrentiepotentieel van de doelconcentratie niet weerspiegelen en de transactie krachtens het nationale recht bij geen enkele lidstaat hoeft te worden aangemeld. De Commissie is voornemens meer verwijzingen op grond van artikel 22 van de concentratieverordening aan te moedigen en te aanvaarden 22 .
2.3. Actualisering van de regels en richtsnoeren inzake staatssteun om ze geschikt te maken voor nieuwe uitdagingen
In 2021 heeft de Commissie de evaluatie en herziening van de bestaande staatssteunregels en -richtsnoeren voortgezet om de groene en de digitale transitie verder te ondersteunen en de veerkracht van de eengemaakte markt te bevorderen tijdens het herstel van de COVID-19-pandemie. De Commissie is de marktontwikkelingen blijven volgen en is bereid haar beleidsinstrumenten verder aan te passen zodat de EU snel kan reageren op opkomende crises.
Aanpassingen van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun
Onlangs heeft de Commissie de lidstaten geraadpleegd over een voorstel om de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun te verlengen tot 30 juni 2022, en tegelijkertijd de weg uit te stippelen voor de geleidelijke uitfasering van aan de pandemie verbonden crisissteun. De Commissie stelde in november 2021 de zesde wijziging van de tijdelijke kaderregeling vast 23 . De verlenging van bestaande maatregelen in het kader van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun tot 30 juni 2022 zal cliff-edge-effecten voorkomen door te vermijden dat ondernemingen plotseling van gerichte overheidssteun worden afgesneden op een moment dat ernstige verstoringen in de economieën van de lidstaten nog niet zijn beëindigd. De Commissie blijft terdege rekening houden met ontwikkelingen die gevolgen kunnen hebben voor de EU, waaronder de sociale en economische gevolgen voor de EU als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne, om snel te kunnen optreden en haar beleidsinstrumenten waar nodig aan te passen. Daarnaast heeft de Commissie twee nieuwe instrumenten ingevoerd om particuliere investeringen op gang te brengen en aan te trekken voor een sneller, groener en digitaler herstel van de pandemie. De Commissie heeft investeringssteun met het oog op een duurzaam herstel ingevoerd tot 31 december 2022 en solvabiliteitssteun tot 31 december 2023, waardoor de lidstaten particuliere middelen als hefboom kunnen gebruiken en deze beschikbaar kunnen stellen voor investeringen in kmo’s, met inbegrip van start-ups en kleine midcapondernemingen.
Vaststelling van richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie
De Commissie heeft haar herziening van de staatssteunregels voortgezet om ze geschikt te maken voor het beoogde doel en in overeenstemming te brengen met de klimaatdoelstellingen van de EU. In juni 2021 hield de Europese Commissie een openbare raadpleging 24 waarin alle belanghebbenden werd verzocht opmerkingen in te dienen over de voorgestelde herziening van de richtsnoeren staatssteun ten behoeve van energie en milieu. In december 2021 keurde de Commissie de nieuwe richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie goed 25 . De herziening breidt het toepassingsgebied van de richtsnoeren uit tot nieuwe economische gebieden zoals schone mobiliteit en het koolstofvrij maken van de industrie. Zij zal ook een flexibel kader bieden door steun mogelijk te maken voor alle technologieën die de Europese Green Deal kunnen verwezenlijken. Het bredere toepassingsgebied van de richtsnoeren gaat vergezeld van waarborgen die ervoor zorgen dat de staatssteun efficiënt wordt ingezet waar hij nodig is en die de lidstaten verplichten belanghebbenden te raadplegen bij het opzetten van belangrijke staatssteunmaatregelen. De richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie zullen de inspanningen van de EU op het gebied van een koolstofvrije industrie, een circulaire economie, biodiversiteit, schone of emissievrije mobiliteit en energie-efficiëntie en -prestaties van gebouwen ondersteunen, teneinde de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU tegen 2030 en 2050 te halen. De richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie zijn in januari 2022 in werking getreden 26 . . Volgens de herziene regels zal meer staatssteun als verenigbaar worden beschouwd dan voorheen.
Vaststelling van de mededeling inzake belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang
Belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang brengen kennis, deskundigheid, financiële middelen en marktdeelnemers in de EU samen om belangrijke tekortkomingen van de markt, systemische gebreken en maatschappelijke uitdagingen die niet op andere wijze kunnen worden aangepakt, te overwinnen. Zij dragen bij tot duurzame economische groei, werkgelegenheid en concurrentievermogen en versterken de open strategische autonomie van de EU. Om te voorkomen dat zij de mededinging op de eengemaakte markt verstoren, moeten belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang door de Commissie worden goedgekeurd op grond van de staatssteunregels. Belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang maken baanbrekende innovaties mogelijk tot en met de eerste industriële uitrol, evenals belangrijke investeringen in infrastructuur wanneer overheidsinterventie is vereist 27 . Zij stimuleren ondernemerschap in de EU, vergemakkelijken de groene en de digitale transitie en vergroten de veerkracht van de eengemaakte markt. Na een evaluatie en na uitgebreid overleg 28 met alle betrokken partijen over de voorgestelde herziene mededeling heeft de Commissie in november 2021 een herziene mededeling inzake staatssteunregels voor belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang 29 vastgesteld. De herziene mededeling inzake belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang is op 1 januari 2022 in werking getreden.
Mededeling over staatssteunregels voor belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang
De geactualiseerde mededeling breidt het EU-toepassingsgebied en het transparante karakter van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang uit door te bepalen dat belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang in de regel betrekking moeten hebben op ten minste vier lidstaten. Daarnaast moeten deze projecten op transparante en inclusieve wijze zijn opgezet. De herziene mededeling vergemakkelijkt de deelname van kmo’s aan belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang en vergroot de voordelen van hun betrokkenheid. In de mededeling van 2021 inzake belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang zijn de doelstellingen ervan afgestemd op de huidige prioriteiten van de EU. Om de milieustrategieën van de EU te ondersteunen en de groene transitie te versnellen, moeten de lidstaten volgens de herziene mededeling aantonen dat de aangemelde projecten voldoen aan het beginsel “geen ernstige afbreuk doen”. Daarnaast worden in de mededeling de criteria verduidelijkt die moeten worden gehanteerd bij een combinatie van EU- en nationale fondsen.
Openbare raadpleging over de kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie
De kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie 30 stimuleert risicovolle activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie die zonder overheidssteun niet zouden plaatsvinden. In april 2021 hield de Commissie een openbare raadpleging om de bestaande kaderregeling betreffende staatssteun te vereenvoudigen 31 . Het doel is het voor de lidstaten gemakkelijker te maken om onderzoek, ontwikkeling en innovatie te ondersteunen, ook voor kmo’s en innovatieclusters, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat mogelijke concurrentieverstoringen tot een minimum worden beperkt, alsook de juiste stimulansen te bieden om de groene en de digitale transitie van de EU mogelijk te maken. Na de openbare raadpleging en de ontvangen bijdragen blijft de Commissie nadenken over de vraag hoe de kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie kan worden gemoderniseerd en toekomstbestendig kan worden gemaakt. Gezien het belang van de groene en de digitale transitie en de veerkracht van de eengemaakte markt omvatten deze beschouwingen over de modernisering van de kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie bijvoorbeeld gebieden zoals het testen van en experimenteren met infrastructuur en het ontwikkelen en leveren van baanbrekende technologieën. De Commissie verwacht dat de herziene kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in 2022 zal worden vastgesteld.
Openbare raadpleging over de richtsnoeren voor staatssteun voor breedband
De staatssteunregels voor de uitrol van breedbandnetwerken (de breedbandrichtsnoeren) 32 bevorderen de uitrol en het gebruik van breedbandnetwerken in gebieden met onvoldoende connectiviteit, zoals afgelegen en dunbevolkte regio’s. De richtsnoeren stellen de lidstaten in staat moderne infrastructuur te ondersteunen die eindgebruikers hoogwaardige en betaalbare breedbanddiensten biedt in gebieden waar het voor commerciële exploitanten niet aantrekkelijk is om te investeren.
In juli 2021 publiceerde de Commissie haar bevindingen van de evaluatie van de breedbandrichtsnoeren 33 .. Zij concludeerde dat de bestaande regels over het algemeen goed werken en geschikt zijn voor het beoogde doel, maar dat er enkele aanpassingen nodig zijn om de huidige regels af te stemmen op de recente technologische vooruitgang. Er zijn geschikte investeringen nodig om de huidige beleidsdoelstellingen van de EU te verwezenlijken, met name de EU-gigabitmaatschappij 2025 34 en het Digitaal kompas 2030 35 . In november 2021 is de Commissie van start gegaan met een openbare raadpleging inzake de voorgestelde herziene breedbandrichtsnoeren 36 . Die openbare raadpleging was geopend tot en met 11 februari 2022. De ontwerprichtsnoeren moeten het voor de lidstaten gemakkelijker maken de uitrol van hoogwaardige breedbandnetwerken, met inbegrip van gigabit- en 5G-netwerken, te stimuleren en tegelijkertijd concurrentieverstoringen te beperken.
Uitbreiding van het toepassingsgebied van de algemene groepsvrijstellingsverordening ter bevordering van EU-programma’s
Om de wisselwerking tussen de EU-financieringsregels en de EU-staatssteunregels in het kader van het nieuwe meerjarig financieel kader 37 te verbeteren, heeft de Commissie in juli 2021 wijzigingen van de algemene groepsvrijstellingsverordening aangenomen 38 . Met deze wijzigingen wordt het toepassingsgebied van de verordening uitgebreid en worden de staatssteunregels die van toepassing zijn op nationale financiering die onder het toepassingsgebied van bepaalde onlangs goedgekeurde EU-programma’s valt, gestroomlijnd 39 .
Met de wijziging van de algemene groepsvrijstellingsverordening kan staatssteun die door nationale autoriteiten wordt verleend voor projecten die worden gefinancierd door op EU-niveau beheerde programma’s, rechtstreeks door de lidstaten worden uitgevoerd zonder voorafgaande aanmelding bij de Commissie. De lidstaten moeten de Commissie wel in kennis stellen van de steunmaatregelen nadat deze zijn vastgesteld. Daarnaast biedt de geactualiseerde algemene groepsvrijstellingsverordening de lidstaten de mogelijkheid om staatssteun te verlenen voor de digitale en de groene transitie. Zij biedt een zekere mate van flexibiliteit om snel steun te verlenen aan ondernemingen die hulp nodig hebben als gevolg van door onverwachte externe schokken veroorzaakte negatieve economische effecten. Het vrijstellen van brede categorieën staatssteun van voorafgaande aanmelding is een belangrijke vereenvoudiging en vergemakkelijkt een snelle uitvoering door de lidstaten.
Herziening van de algemene groepsvrijstellingsverordening in het kader van de Green Deal
De algemene groepsvrijstellingsverordening ondergaat momenteel een gerichte herziening die tot doel heeft de lidstaten in staat te stellen op snelle wijze meer steun voor groene projecten te mobiliseren, zonder voorafgaande goedkeuring van de Commissie. De herziening heeft tot doel het toepassingsgebied van de algemene groepsvrijstellingsverordening uit te breiden tot steun voor investeringen in nieuwe technologieën zoals waterstoftechnologie en koolstofafvang, -opslag of -gebruik, die essentieel zijn om strategische afhankelijkheden aan te pakken. Het toepassingsgebied van de algemene groepsvrijstellingsverordening zal worden uitgebreid tot gebieden die essentieel zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Green Deal, zoals hulpbronnenefficiëntie en biodiversiteit. Daarnaast is de herziening van de algemene groepsvrijstellingsverordening bedoeld om de bepalingen inzake steun voor investeringen op belangrijke beleidsterreinen zoals de energieprestatie van gebouwen en de infrastructuur voor opladen en tanken met het oog op schone mobiliteit te verfijnen. Tot slot zullen de regels voor de vaststelling van subsidiabele kosten en subsidiabele steunintensiteit worden versoepeld.
Vaststelling van de herziene richtsnoeren inzake risicofinanciering
In december 2021 heeft de Commissie de herziene richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicofinancieringsinvesteringen vastgesteld 40 . De herziene richtsnoeren bieden een aantal verbeteringen die de toepassing van de richtsnoeren gemakkelijker maken, de bestaande vereisten voor beoordeling vooraf consolideren en de verplichting om een analyse van de financieringskloof te verstrekken beperken tot de grootste risicofinancieringsregelingen. Bovendien voeren de herziene richtsnoeren vereenvoudigde voorwaarden in voor de beoordeling van regelingen die uitsluitend gericht zijn op start-ups en kmo’s die nog geen eerste commerciële verkoop hebben verricht. Met het oog op consistentie worden bepaalde definities in de richtsnoeren afgestemd op die in de algemene groepsvrijstellingsverordening 41 . De herziene richtsnoeren zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2022.
Vaststelling van de herziene mededeling inzake kortlopende exportkredietverzekering
In december 2021 heeft de Commissie een herziene mededeling inzake kortlopende exportkredietverzekering vastgesteld 42 . De mededeling bevat een beperkt aantal wijzigingen. De mededeling wijzigt bijvoorbeeld de subsidiabiliteitscriteria voor kmo’s die onder bepaalde omstandigheden in aanmerking kunnen komen voor een staatsverzekering. Volgens de vorige regels bedroeg de drempel voor kmo’s een jaarlijkse exportomzet van maximaal 2 miljoen EUR. In de herziene mededeling inzake kortlopende exportkredietverzekering wordt deze drempel verhoogd tot 2,5 miljoen EUR. De herziene mededeling inzake kortlopende exportkredietverzekering is op 1 januari 2022 in werking getreden.
Vaststelling van de herziene richtsnoeren regionale steunmaatregelen
Op grond van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen kunnen de lidstaten steun verlenen aan de minst begunstigde regio’s en aan regio’s die met overgangs- of structurele uitdagingen te maken hebben. De richtsnoeren waarborgen ook de integriteit van de eengemaakte markt en houden tegelijkertijd rekening met de cohesiedoelstellingen van de EU. Na de evaluatie van de huidige regels in 2019 43 en na een uitgebreide raadpleging van de belanghebbenden over de ontwerptekst heeft de Commissie in april 2021 de herziene richtsnoeren regionale steun vastgesteld 44 . De herziene richtsnoeren bevatten een aantal gerichte aanpassingen die inspelen op de ervaring die is opgedaan uit de toepassing van de vorige regels. Ook houden zij rekening met nieuwe beleidsprioriteiten in verband met de Europese Green Deal en de Europese industriële en digitale strategieën. De herziene richtsnoeren regionale steun zijn op 1 januari 2022 in werking getreden.
Publicatie van de evaluatie van de groepsvrijstellingsverordening voor de landbouw en de richtsnoeren
In mei 2021 publiceerde de Commissie een evaluatie van de groepsvrijstellingsverordening voor de landbouw en de richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 45 . De conclusie van de evaluatie luidde dat deze regels in het algemeen geschikt zijn voor het beoogde doel en voldoen aan de behoeften van de betrokken sectoren 46 . Er kunnen echter bepaalde gerichte herzieningen nodig zijn, waaronder verduidelijkingen van sommige concepten, verdere stroomlijning en vereenvoudiging, afstemming op de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid 47 en aanpassingen om rekening te houden met de huidige prioriteiten van de EU, met name de Europese Green Deal 48 . De volgende stap is het uitvoeren van een effectbeoordeling, waarin de tijdens de evaluatie aan de orde gestelde kwesties worden onderzocht. De Commissie verwacht dat de herziene regels tegen 31 december 2022 worden vastgesteld, wanneer de huidige regels komen te vervallen.
2.4. Aanpassing van DG Concurrentie aan de huidige en toekomstige handhavingsbehoeften
Digitale transformatie
De Commissie erkent de digitale transformatie als een belangrijke politieke prioriteit voor haar huidige mandaat (Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk), niet alleen om veranderingen op de markten te stimuleren, maar ook om modernisering van de overheidssector mogelijk te maken. In 2021 heeft DG Concurrentie een uitgebreide interne digitale strategie uitgewerkt en goedgekeurd, die de onderzoeksprocessen en andere activiteiten van DG Concurrentie efficiënter zal maken. Bovendien zal de digitale strategie de handhaving van het EU-mededingingsrecht versterken door te investeren in geavanceerde digitale oplossingen en door de dossierbeheersystemen van DG Concurrentie te moderniseren, met name door CASE@EC voor staatssteun en documentenbeheer in te voeren. De digitale strategie is stevig verankerd in de algemene digitale strategie van de Europese Commissie, waarmee de Commissie wordt omgevormd in een digitale, gebruikersgerichte en gegevensgestuurde organisatie.
DG Concurrentie ontwikkelt en verbetert digitale oplossingen ter ondersteuning van de interactie tussen externe belanghebbenden zoals nationale mededingingsautoriteiten, ondernemingen die actief zijn op de eengemaakte markt, advocatenkantoren en particulieren. In dit verband heeft DG Concurrentie in 2021 drie nieuwe digitale oplossingen gelanceerd: State Aid Reporting Interactive (SARI2), eConfidentiality en eRFI. DG Concurrentie startte ook een project om de op de EUROPA-website gepubliceerde informatie over zaken te vernieuwen, met het oog op een betere toegang tot, opsporing en export van openbare gegevens over het mededingingsbeleid (met inbegrip van staatssteun-, antitrust- en concentratiezaken en -besluiten). Vanwege de gevoelige en vertrouwelijke aard van de informatie die DG Concurrentie verwerkt, zijn IT-beveiligingsplannen voor zowel nieuwe als bestaande digitale oplossingen opgesteld of geactualiseerd. De nodige veiligheids- en monitoringmaatregelen worden uitgevoerd om de cyberveiligheid en de cyberveerkracht te verbeteren.
In 2021 bleef DG Concurrentie investeren in bedrijfsintelligentie, geavanceerde data- en machinelearningdiensten en oplossingen ter ondersteuning van onderzoeken. Een speciale eenheid verricht inlichtingen- en onderzoeksanalyses en biedt forensische IT-ondersteuning. Daarnaast verzamelt en analyseert de eenheid informatie uit openbare bronnen en verzamelt zij informatie die van belang kan zijn voor het opsporen van nieuwe zaken.
Middelen en organisatie
Om beter in te spelen op de veranderende beleidsontwikkelingen heeft DG Concurrentie in november 2021 een reorganisatie uitgevoerd binnen de bestaande organisatiestructuur. Het aantal eenheden dat zich bezighoudt met belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang is verhoogd van één naar twee. Ook is er een taskforce voor de wet inzake digitale markten opgericht om de goedkeuring en uitvoering van de wet inzake digitale markten te ondersteunen. Daarnaast heeft DG Concurrentie een versterkte eenheid opgericht om een meer gecoördineerde aanpak toe te passen van de gevolgen van belastingwetgeving en agressieve fiscale planning voor het staatssteunbeleid.
Het programma voor de eengemaakte markt
Het programma voor de eengemaakte markt werd in april 2021 vastgesteld 49 . Met een begroting van 4,2 miljard EUR voor de periode 2021-2027 biedt dit programma financiële steun om de governance en werking van de eengemaakte markt te versterken en omvat het een onderdeel voor mededinging, dat wil zeggen een specifieke begroting voor het mededingingsbeleid. Met een begroting van 20,4 miljoen EUR voor 2021 ondersteunde het programma voor de eengemaakte markt een doeltreffende en actuele handhaving van het mededingingsbeleid van de EU. Er werden ook middelen gebruikt voor samenwerking en partnerschappen met overheidsdiensten in de EU en wereldwijd, alsook voor maatregelen ter bevordering van de mededinging.
Bevordering van mededinging
In 2021 heeft de Commissie zich op meerdere niveaus ingezet voor de bevordering van en voorlichting inzake het mededingingsbeleid om de doeltreffendheid van het EU-mededingingsbeleid te ondersteunen, vooral door middel van de deelname van uitvoerend vicevoorzitter Vestager aan evenementen en persconferenties. Er werd gebruikgemaakt van persberichten, nieuwsbrieven en sociale media om de voordelen van het mededingingsbeleid bekend te maken. Ook werden er speciale evenementen op internationaal niveau of samen met de lidstaten georganiseerd. Als gevolg van de COVID-19-pandemie werden de meeste evenementen in 2021 in virtuele en/of hybride vorm gehouden.
3. Handhaving van het mededingingsbeleid droeg bij tot de digitale transitie en een sterke en veerkrachtige eengemaakte markt
Voorzitter Von der Leyen heeft met de grote ambitie “Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk” de digitale ruimte omschreven als een van haar topprioriteiten voor het mandaat van deze Commissie. Ondernemingen moeten op concurrerende markten innoveren en efficiënter worden om te floreren 50 . Dit geldt zowel voor innovatiegerichte en snel evoluerende digitale markten als voor markten die nog niet digitaal zijn. Een doeltreffende handhaving van de mededingingsregels van de EU en hervormingen van de regelgeving zijn van vitaal belang voor de digitale transformatie van de economie van de EU, voor het herstel van de COVID-19-pandemie en voor het versterken van de veerkracht van de eengemaakte markt.
3.1. Handhaving van de mededingingsregels heeft bijgedragen tot de digitale transitie en een sterke en veerkrachtige eengemaakte markt
In 2021 bleef de Commissie de mededingingsregels krachtig handhaven om beperkingen van mededinging op de eengemaakte markt aan te pakken.
Op de markten voor videospelletjes voor pc’s heeft de Commissie Valve, eigenaar van het online pc-spelplatform Steam en vijf uitgevers — Bandai Namco, Capcom, Focus Home, Koch Media en ZeniMax — een boete opgelegd van in totaal 7,8 miljoen EUR voor het beperken van de grensoverschrijdende verkoop van videospelletjes voor pc’s op basis van de geografische locatie van de klanten binnen de EER (“geoblocking”) 51 . De geldboeten voor de uitgevers, die in totaal meer dan 6 miljoen EUR bedroegen, werden verlaagd omdat de ondernemingen met de Commissie hebben meegewerkt. Valve koos ervoor niet mee te werken en kreeg een boete van meer dan 1,6 miljoen EUR.
In april 2021 heeft de Commissie Apple een mededeling van punten van bezwaar doen toekomen waarin zij voorlopig vaststelde dat Apple de mededinging op de markt voor muziekstreaming verstoorde door misbruik te maken van haar machtspositie voor de distributie van apps voor muziekstreaming via haar App Store 52 . De Commissie maakt bezwaar tegen het verplichte gebruik van het eigen in-app-aankoopmechanisme van Apple, dat ontwikkelaars van apps voor muziekstreaming ertoe verplicht om hun apps via de App Store van Apple te verspreiden. De Commissie is ook bezorgd over het feit dat Apple bepaalde beperkingen toepast op app-ontwikkelaars die hen beletten om iPhone- en iPadgebruikers te informeren over alternatieve, goedkopere aankoopmogelijkheden.
De Commissie heeft ook haar onderzoek naar de mogelijk concurrentieverstorende praktijken van Amazon voortgezet 53 . De Commissie is bezorgd dat Amazon de mededinging op onlindetailhandelsmarkten verstoort door systematisch gebruik te maken van niet-openbare bedrijfsgegevens van onafhankelijke verkopers die op het handelsplatform van Amazon verkopen. Deze praktijk komt ten goede aan de eigen retailactiviteiten van Amazon, die rechtstreeks concurreren met die van derde verkopers. In een afzonderlijke zaak onderzoekt de Commissie of Amazon een voorkeursbehandeling geeft aan haar eigen retailaanbod ten nadele van de verkopers van Amazonmarkten die gebruikmaken van de logistieke en leveringsdiensten van Amazon.
In juni 2021 opende de Commissie een formeel antitrustonderzoek om na te gaan of Facebook de mededingingsregels van de EU had geschonden door met name van adverteerders verzamelde reclamegegevens te gebruiken om met hen te concurreren op markten waar Facebook ook actief is, bijvoorbeeld rubriekadvertenties 54 . De Commissie vreest dat Facebook bij reclame op het sociale netwerk van Facebook gegevens van concurrerende aanbieders gebruikt om Facebook Marketplace een concurrentievoordeel te bezorgen. In het formele antitrustonderzoek zal ook worden beoordeeld of Facebook de online dienst voor rubriekadvertenties van de onderneming, Facebook Marketplace, al dan niet aan haar eigen sociale netwerk verbindt. De Commissie zal onderzoeken of de manier waarop Facebook Marketplace is ingebed in het sociale netwerk een vorm van concurrentieverstorende koppelverkoop is die de onderneming een voordeel verschaft bij het bereiken van klanten en concurrerende online rubriekadvertentiediensten uitsluit.
In juni 2021 opende de Commissie een formeel antitrustonderzoek naar de onlinereclamesector. De Commissie onderzoekt of Google haar eigen technologie voor online beeldreclame in de toeleveringsketen ad-tech heeft bevoordeeld ten voordele van YouTube en ten nadele van concurrerende aanbieders van reclametechnologiediensten, adverteerders en online-uitgevers 55 . Bovendien zal in het formele onderzoek worden onderzocht of Google de mededinging verstoort door de toegang van derden tot gebruikersgegevens voor reclamedoeleinden op websites en apps te beperken en dergelijke gegevens zelf te gebruiken. Het onderzoek van de Commissie richt zich op beeldreclame waarbij Google een aantal diensten aanbiedt aan adverteerders en uitgevers.
In november 2021 bevestigde het Gerecht grotendeels 56 het eerdere besluit van de Commissie in de Google Shopping-zaak.
De zaak Google Search (Shopping)
In juni 2017 had de Commissie Google een geldboete van 2,42 miljard EUR opgelegd wegens misbruik van haar marktdominante positie als zoekmachine doordat zij haar eigen prijsvergelijkingsdienst onrechtmatig begunstigde 57 . De prijsvergelijkingsfunctie van Google voor Europa is een product dat consumenten in staat stelt producten en prijzen online te vergelijken en aanbiedingen te vinden van onlinedetailhandelaren, waaronder onlinewinkels van fabrikanten, platformen (zoals Amazon en eBay) en andere wederverkopers. In 2008 heeft Google een strategie aangenomen om haar eigen prijsvergelijkingsdienst aan te zwengelen. Als gevolg van de illegale praktijken van Google is het verkeer naar de vergelijkingsdienst van Google aanzienlijk toegenomen, terwijl bij concurrerende prijsvergelijkingsdiensten het verkeer blijvend aanzienlijk is verminderd. Naar aanleiding van het besluit van de Commissie heeft Google haar zogenaamde shopping box gewijzigd om vergelijkingsdiensten van derden in de box te kunnen opnemen. In november 2021 bevestigde het Gerecht grotendeels 58 het besluit van de Commissie.
Op een markt voor farmaceutische producten heeft de Commissie in februari 2021 een reeks toezeggingen van Aspen 59 aanvaard, na een onderzoek naar de vermeende buitensporige prijzen van Aspen. Aspen stemde ermee in haar prijzen in heel Europa (behalve Italië) met gemiddeld 73 % te verlagen voor zes geneesmiddelen die essentieel zijn voor de behandeling van ernstige vormen van bloedkanker, waaronder myeloom en leukemie. Deze prijsverlagingen zullen aanzienlijke besparingen opleveren voor de gezondheidsstelsels in de EU en ervoor zorgen dat deze geneesmiddelen op de markt beschikbaar blijven.
In maart 2021 opende de Commissie een formeel antitrustonderzoek om vast te stellen of Teva de toetreding van nieuwe ondernemingen die concurreren met haar succesgeneesmiddel Copaxone, ten nadele van patiënten en gezondheidsstelsels, onrechtmatig had geblokkeerd of vertraagd 60 .
In maart 2021 heeft het Europees Hof van Justitie het eerdere besluit van de Commissie in de zaak Lundbeck betreffende “pay-for-delay”-overeenkomsten bevestigd.
Arrest van het Hof van Justitie in de zaak Lundbeck 61
In de zaak Lundbeck heeft het Europees Hof van Justitie de benadering van de Commissie 62 ten aanzien van pay-for-delay-overeenkomsten in de context van octrooigeschillen volledig bevestigd. Bij pay-for-delay-overeenkomsten biedt een farmaceutisch bedrijf overdrachten van waarde aan producenten van generieke geneesmiddelen aan om hen ertoe te bewegen de markt te verlaten of hun toetreding tot de markt te vertragen. In 2002 had Lundbeck met verschillende fabrikanten van generieke geneesmiddelen een aantal overeenkomsten gesloten met betrekking tot generieke versies van het merkgeneesmiddel citalopram van Lundbeck, een “blockbuster” antidepressivum. Deze ondernemingen kwamen met Lundbeck overeen dat zij niet tot de markt zouden toetreden in ruil voor aanzienlijke contante betalingen en andere stimulansen. Deze stimulansen liepen op tot tientallen miljoenen euro’s. Lundbeck sprak intern over de oprichting van een “club” en “een stapel $$$” die met de producenten van generieke geneesmiddelen zou worden gedeeld.
Het Hof van Justitie bevestigde de beoordeling van de Commissie dat dergelijke pay-for-delay-overeenkomsten gezien het doel ervan beperkingen vormden, omdat de overgedragen waarden geen andere verklaring konden hebben dan het belang van de partijen om geen mededinging op basis van verdienste uit te oefenen. Het Hof bevestigde ook dat Lundbeck en de producenten van generieke geneesmiddelen ten tijde van de overeenkomsten potentiële concurrenten waren, omdat de laatsten reële en concrete kansen hadden om tot de markt toe te treden en met Lundbeck te concurreren. Bovendien hadden zij niet te kampen met onoverkomelijke drempels voor toegang.
Na de start van het antitrustonderzoek naar de sector van het internet der dingen (IoT) voor consumenten in 2020 63 , publiceerde de Commissie in juni 2021 een voorlopig verslag voor raadpleging 64 . Het sectorale onderzoek was gericht op producten en diensten in verband met digitale spraakassistenten, slimme woningapparatuur en draagbare apparaten. Het eindverslag en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie zijn in januari 2022 gepubliceerd 65 .
Eindverslag van het sectorale onderzoek naar het consumentgerichte “internet der dingen”
In januari 2022 publiceerde de Commissie de bevindingen van haar sectorale onderzoek naar het internet der dingen (“IoT”) voor consumenten 66 . Deze sector groeit snel en er is steeds meer vraag naar spraakassistenten als gebruikersinterfaces voor interactie met andere slimme apparatuur en IoT-diensten voor consumenten. Er werd een aantal potentiële mededingingsproblemen vastgesteld, zoals exclusiviteit en koppelingspraktijken voor spraakassistenten die de mogelijkheid beperken om verschillende spraakassistenten op hetzelfde slimme apparaat te gebruiken, gebrek aan interoperabiliteit en beperking van de functionaliteiten van slimme apparaten van derden en IoT-diensten voor consumenten. Het complexe normalisatielandschap en de complexe eigendomstechnologieën kunnen het groeipotentieel van IoT-producten voor consumenten negatief beïnvloeden. Een ander punt van zorg was het beperken van de “out-of-the-box” -functies voor gebruikers. Andere potentiële beperkingen van de mededinging waren voorinstallaties, standaardinstellingen en prominente plaatsing van IoT-diensten voor consumenten op slimme apparaten of in verband met spraakassistenten. De informatie die is verzameld tijdens het sectorale onderzoek naar het IoT voor consumenten zal dienen als leidraad voor de toekomstige handhavings- en regelgevingsactiviteiten van de Commissie. Ook levert zij een bijdrage aan het wetgevingsdebat over het voorstel van de Commissie voor de wet inzake digitale markten.
3.2. Concentratiecontrole heeft bijgedragen tot de digitale transitie en een sterke en veerkrachtige eengemaakte markt
Concentratiecontrole zorgt ervoor dat de consolidatie op zodanige wijze plaatsvindt dat er voldoende concurrentiedruk behouden blijft op de markten waarvoor de fusie gevolgen heeft. Concentratiecontrole voorkomt het ontstaan van marktstructuren waarin bedrijven en consumenten te weinig keuzes hebben en te maken krijgen met minder innovatie, lagere kwaliteit of hogere prijzen. Voor concentratiecontrole is een beoordeling van de positieve en negatieve effecten van consolidatie nodig.
Op het gebied van concentratiecontrole bleef de Commissie in 2021 zeer actief. De Commissie heeft 396 concentratiebesluiten vastgesteld in verschillende sectoren (in 2020 stelde de Commissie 352 concentratiebesluiten vast), waarvan er 309 werden goedgekeurd volgens een vereenvoudigde procedure. De Commissie kwam tussenbeide in 14 voorgenomen overnamen, waarvan 11 transacties onder voorwaarden werden goedgekeurd. Drie aangemelde transacties werden door de partijen opgegeven en in fase II ingetrokken.
In maart 2021 heeft de Commissie, na een diepgaand onderzoek en onder voorwaarden, de overname van Eaton Hydraulics door Danfoss goedgekeurd 67 . De onderneming levert hydraulische onderdelen voor machines die in de landbouw, de industrie en de bouw worden gebruikt. De toezeggingen hadden betrekking op de mededingingsbezwaren van de Commissie en zorgden ervoor dat fabrikanten van machines verderop in de keten konden blijven profiteren van concurrerende prijzen en een ruime keuze aan innovatieve onderdelen voor hun producten.
In maart 2021 heeft de Commissie, na een diepgaand onderzoek en onder voorwaarden, de overname van GrandVision door EssilorLuxottica goedgekeurd 68 . De onderneming is actief op de markten voor eyewear-producten (zonnebrillen, lenzen en monturen) en de detailhandel in dergelijke producten. Door haar tussenkomst heeft de Commissie ervoor gezorgd dat de concurrentie op detailhandelsniveau levendig blijft en klanten in België, Italië en Nederland ten goede komt.
In april 2021 besloten Air Canada en Transat een voorgenomen fusieovereenkomst te beëindigen 69 . Dit volgde op een diepgaand onderzoek door de Commissie naar de in april 2020 aangemelde voorgenomen overname, dat was gericht op de overlappende activiteiten van de partijen op het gebied van passagiersluchtvervoer tussen de EER en Canada. De voorlopige bevindingen van de Commissie waren dat de voorgenomen transactie aanleiding zou geven tot mededingingsbezwaren op een groot aantal transatlantische routes en dat, op basis van de resultaten van de markttoets, de door de partijen geboden corrigerende maatregelen ontoereikend leken.
In december 2021 besloten de International Consolidated Airlines Group (IAG) en Air Europa hun voorgenomen fusieovereenkomst in te trekken 70 . De intrekking volgde op een diepgaand onderzoek door de Commissie naar de voorgenomen overname van Air Europa door IAG, die zeggenschap heeft over Iberia, British Airways en verschillende andere luchtvaartmaatschappijen 71 . De Commissie vreesde dat de voorgenomen transactie de concurrentie voor 70 stedenparen van herkomst en bestemming aanzienlijk zou kunnen verminderen binnen en naar/vanuit Spanje, waar beide luchtvaartmaatschappijen rechtstreekse diensten aanbieden.
In 2021 heeft de Commissie haar diepgaand onderzoek naar de voorgenomen overname van Daewoo Shipbuilding & Marine Engineering door Hyundai Heavy Industries Holding voortgezet. In januari 2022 verbood de Commissie de fusie omdat zij een machtspositie van de gefuseerde onderneming tot stand zou brengen en de mededinging op de wereldwijde markt voor de bouw van grote vloeibaargastankers zou hebben beperkt. Vloeibaar aardgas (LNG) draagt bij tot de diversificatie van de energiebronnen van de EU en verbetert de energiezekerheid.
3.3. Staatssteuntoezicht heeft bijgedragen tot de digitale transitie en de veerkracht van de eengemaakte markt
Breedbandinfrastructuur die voldoet aan de behoeften aan zeer hoge digitale snelheden, capaciteiten en kwaliteit is essentieel om de in de gigabitmaatschappij 72 en de digitale strategie 73 vastgestelde doelstellingen inzake connectiviteit van de EU tegen 2025 te verwezenlijken, alsook de in het Digitale kompas vastgestelde connectiviteitsdoelstellingen van de EU tegen 2030 74 . Staatssteun draagt bij tot de uitrol van hoogwaardige breedbandnetwerken in de EU door gevallen van marktfalen aan te pakken, d.w.z. situaties en gebieden waar commerciële exploitanten niet worden gestimuleerd om voldoende breedbanddekking te bieden.
In 2021 heeft de Commissie, naast projecten ter ondersteuning van de uitrol en het gebruik van vaste breedbanddiensten, verschillende projecten goedgekeurd met betrekking tot de uitrol van mobiele breedbanddiensten, waaronder, in mei 2021, een Duitse steunregeling van 2,1 miljoen EUR 75 en, in december 2021, een Spaanse regeling ter ondersteuning van de uitrol van passieve infrastructuur voor het aanbieden van mobiele communicatiediensten in gebieden zonder 4G-dekking 76 .
In juni 2021 stelde de Commissie vast dat de door de terrestrische exploitanten ontvangen steun voor de uitbreiding van het terrestrische televisienetwerk tot afgelegen gebieden in Spanje in strijd was met de EU-staatssteunregels. Na de nietigverklaring van een besluit van de Commissie van 2013 (met betrekking tot alle regio’s behalve Castilla-La Mancha) bevestigde de Commissie dat de exploitanten van terrestrische platformen tussen 2005 en 2008 een onverenigbaar selectief voordeel hadden genoten ten opzichte van hun concurrenten. Het Hof van Justitie heeft het besluit van de Commissie betreffende Castilla-La Mancha in september 2018 bevestigd 77 . Aangezien Spanje de steun slechts gedeeltelijk had teruggevorderd, heeft de Commissie een procedure bij het Hof van Justitie ingeleid. In april 2021 oordeelde het Hof dat Spanje de steun niet had teruggevorderd (C-704/19) 78 . De terugvordering van deze steun is aan de gang.
4. Handhaving van het mededingingsbeleid heeft bijgedragen tot de groene transitie
Het mededingingsbeleid van de EU is zeer geschikt om bij te dragen tot de milieu- en klimaatdoelstellingen van de EU, waaronder het koolstofvrij maken van de economie en de verschuiving in de vervoerssector van vervuilende fossiele brandstoffen naar alternatieve brandstoffen in overeenstemming met het mobiliteitsbeleid van de Commissie. De handhaving van het mededingingsrecht draagt bij tot de Europese Green Deal 79 door de markten efficiënt, eerlijk en innovatief te houden. In dit verband is een doeltreffende handhaving in het kader van het staatssteuninstrument essentieel om concurrentieverstoringen op de eengemaakte markt te voorkomen.
In februari 2021 organiseerde DG Concurrentie een conferentie van belanghebbenden om te bespreken hoe het antitrustbeleid, de concentratiecontrole en het staatssteunbeleid enerzijds en het milieu- en klimaatbeleid anderzijds elkaar het best aanvullen. Als follow-up publiceerde DG Concurrentie in september 2021 een mededingingsbeleidsnota over de wijze waarop het mededingingsbeleid de doelstellingen van de Green Deal kan en zal ondersteunen 80 .
4.1. Staatssteuntoezicht heeft bijgedragen tot de groene transitie
In 2021 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een aantal staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de groene transitie van de EU. Met name keurde de Commissie 18 maatregelen goed ter ondersteuning van hernieuwbare energie en 7 maatregelen ter ondersteuning van schone mobiliteit.
In januari 2021 stelde de Commissie een besluit vast tot goedkeuring van het tweede belangrijke project van gemeenschappelijk Europees belang inzake accu’s 81 . Het project, genaamd European Battery Innovation, zal onderzoek en innovatie in de waardeketen voor accu’s ondersteunen. De twaalf lidstaten zullen de komende jaren maximaal 2,9 miljard EUR financiering verstrekken. De verwachting is dat met de overheidsfinanciering nog eens 9 miljard EUR extra aan particuliere investeringen kan worden aangetrokken. Het project is een aanvulling op het eerste belangrijke project van gemeenschappelijk Europees belang in de waardeketen voor accu’s dat in december 2019 werd goedgekeurd 82 . Het project is in overeenstemming met het beleid van de Commissie om over te schakelen van het gebruik van fossiele brandstoffen naar alternatieve brandstoftechnologieën en de groene en de digitale transitie van de economie van de EU in het kader van de Europese Green Deal en de digitale strategie 83 , en om de veerkracht van de economie van de EU te vergroten.
In februari 2021 keurde de Commissie plannen van Roemenië goed om de modernisering van het stadsverwarmingssysteem in Boekarest te ondersteunen 84 . De door de structuurfondsen van de EU gefinancierde steunmaatregel van 254 miljoen EUR zal Roemenië helpen zijn energie-efficiëntiestreefcijfers te halen en zal bijdragen tot de vermindering van broeikasgassen en andere verontreinigende stoffen zonder de mededinging onnodig te verstoren.
In april 2021 heeft de Commissie haar goedkeuring gegeven voor de verlenging en wijziging van een Duitse regeling ter ondersteuning van de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen en mijngas, alsmede voor de verlaging van de kosten voor financiering van steun voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. De verlaging van de kosten zal beschikbaar zijn voor energie-intensieve bedrijven en walstroomvoorziening aan schepen die in havens zijn afgemeerd.
In mei 2021 keurde de Commissie een Deense steunregeling goed voor de ondersteuning van de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. De maatregel zal Denemarken helpen zijn streefcijfers voor hernieuwbare energie te halen zonder de mededinging onnodig te verstoren en zal bijdragen tot de Europese doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken 85 .
In juni 2021 keurde de Commissie de verlenging en wijziging goed van een bestaande Duitse regeling ter ondersteuning van de productie van elektriciteit door nieuwe, gemoderniseerde en aangepaste hoogrenderende warmtekrachtcentrales. De goedgekeurde regeling zal energie-efficiëntie bevorderen en bijdragen tot een verdere vermindering van de CO2-uitstoot 86 .
In juli 2021 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een Franse regeling ter waarde van 30,5 miljard EUR ter ondersteuning van exploitanten van onshore zonne- en windinstallaties en waterkrachtcentrales. De maatregel zal Frankrijk helpen zijn streefcijfers voor hernieuwbare energie te halen zonder de mededinging onnodig te verstoren en zal bijdragen tot de Europese doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken 87 .
Daarnaast heeft de Commissie in december 2021 haar goedkeuring gehecht aan een Duitse regeling van 900 miljoen EUR ter ondersteuning van investeringen in de productie van hernieuwbare waterstof in niet-EU-landen, die vervolgens in de EU wordt ingevoerd en verkocht 88 . De regeling, H2Global genaamd, heeft tot doel te voldoen aan de vraag in de EU naar hernieuwbare waterstof, die de komende jaren naar verwachting zal toenemen door de ontwikkeling van het onbenutte potentieel aan hernieuwbare hulpbronnen buiten de EU te ondersteunen. Daarnaast zal H2Global projecten ondersteunen die leiden tot een aanzienlijke vermindering van broeikasgasemissies, in overeenstemming met de milieu- en klimaatdoelstellingen van de Europese Green Deal.
4.2 Handhaving van de mededingingsregels en concentratiecontrole hebben bijgedragen tot de groene transitie
In juli 2021 stelde de Commissie vast dat de autofabrikanten Daimler, BMW en de Volkswagengroep (Volkswagen, Audi en Porsche) de EU-antitrustregels hebben geschonden door heimelijk afspraken te maken over de technische ontwikkeling op het gebied van de zuivering van stikstofoxide voor dieselauto’s 89 . De Commissie heeft geldboeten van 875,2 miljoen EUR opgelegd nadat alle partijen waren overeengekomen de zaak in het kader van de schikkingsprocedure voor kartelzaken te schikken. Daimler kreeg geen geldboete opgelegd, omdat de onderneming het bestaan van het kartel aan de Commissie had onthuld. De autofabrikanten hadden heimelijk afspraken gemaakt om het volledige potentieel van een gezamenlijk ontwikkelde technologie ter beperking van schadelijke emissies van dieselauto’s in te perken door elkaar te kennen te geven dat zij er niet naar zouden streven om de EU-emissienormen voor auto’s te overtreffen.
In april 2021 heeft de Commissie de spoorwegondernemingen Österreichische Bundesbahnen (ÖBB), Deutsche Bahn (DB) en Société Nationale des Chemins de fer belges/Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) een geldboete van in totaal 48 miljoen EUR opgelegd voor hun deelname aan een kartel inzake klantentoewijzing 90 . De inbreuk had betrekking op grensoverschrijdende goederenvervoersdiensten per spoor in de EU die door ÖBB, DB en NMBS werden verricht in het kader van het vrachtverdelingsmodel en werden uitgevoerd met zogenaamde bloktreinen 91 . Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat de drie spoorwegondernemingen hun gedrag onderling coördineerden door heimelijk informatie uit te wisselen over verzoeken van klanten om concurrerende offertes en elkaar schaduwbestekken te verstrekken om hun respectieve bedrijfsactiviteiten te beschermen.
In september 2021 heeft de Commissie door Griekenland voorgestelde juridisch bindende maatregelen vastgesteld om de concurrenten van de Public Power Corporation (PPC) in staat te stellen meer elektriciteit op langere termijn af te nemen 92 . Griekenland heeft deze maatregelen ingediend om een einde te maken aan de verstoring als gevolg van de exclusieve toegang van PPC tot de op bruinkool gebaseerde productie, waarvan de Commissie en de rechterlijke instanties van de EU hebben vastgesteld dat zij ongelijke kansen creëren op de Griekse elektriciteitsmarkten. De voorgestelde corrigerende maatregelen komen te vervallen wanneer bestaande bruinkoolcentrales hun commerciële activiteiten stopzetten of uiterlijk op 31 december 2024 93 .
In december 2021 heeft de Commissie Abengoa S.A. en haar dochteronderneming Abengoa Bionenergía S.A. 94 een boete van 20 miljoen EUR opgelegd wegens deelname aan een kartel betreffende het mechanisme voor de groothandelsprijsvorming op de Europese ethanolmarkt. Biobrandstoffen kunnen bijdragen tot de bevordering van schoner vervoer en de vermindering van broeikasgasemissies en spelen daarom een sleutelrol in de groene transitie.
Op het gebied van concentratiecontrole heeft de Commissie de overname van Suez door Veolia 95 in december 2021 onder voorwaarden goedgekeurd. Veolia en Suez zijn actief in de sectoren waterzuivering en afvalbeheer. De twee ondernemingen bieden een breed scala aan diensten aan gemeentelijke en industriële klanten aan. Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat de transactie zou leiden tot aanzienlijke horizontale overlappingen op verschillende markten in Frankrijk en in de EER. Door deze overlappingen zou de concurrentiedruk van Suez op Veolia verdwijnen. Klanten zouden dus te maken hebben gekregen met een beperkte keuze aan diensten, vaak alleen binnen de gefuseerde entiteit, zonder een echte onderhandelingspositie te hebben.
5. Mededingingsbeleid heeft bijgedragen tot een economie die werkt voor de mensen
De sociale markteconomie is een van de fundamenten waarop de EU is gegrondvest en het mededingingsbeleid van de EU ligt daaraan ten grondslag. In 2021 ondersteunde DG Concurrentie deze grote ambitie door de mededingingsregels te handhaven en de mededinging op eerlijke en gelijke voorwaarden te beschermen. Met de digitale dimensie werd bijvoorbeeld rekening gehouden bij de uitvoering van de faciliteit voor herstel en veerkracht, de kapitaalmarktenunie, de bankenunie en het waarborgen van doeltreffende belastingheffing 96 .
5.1. Veerkrachtige Europese financiële diensten
Handhaving van mededingingsregels in financiële diensten
Het mededingingsbeleid van de EU speelt een belangrijke rol bij het waarborgen van eerlijke en gelijke concurrentie in de gehele financiëledienstensector. In 2021 richtte de Commissie zich sterk op de handhaving van de kartelregelgeving in de sector financiële diensten en legde zij 16 verschillende financiële instellingen boeten op van in totaal 740 miljoen EUR.
In april 2021 97 heeft de Commissie een besluit vastgesteld tegen Bank of America Merrill Lynch, Crédit Agricole, Credit Suisse en Deutsche Bank wegens deelname aan een kartel met betrekking tot in Amerikaanse dollar uitgegeven obligaties van supranationale instellingen, overheden en semioverheidsinstellingen (USD SSA-obligaties). De vier investeringsbanken werkten samen via een kerngroep van handelaren die commercieel gevoelige informatie uitwisselden. De deelnemers aan het kartel communiceerden via multilaterale of bilaterale chatrooms met behulp van Bloomberg-terminals.
In mei 2021 legde de Commissie een sanctie op voor een ander kartel voor de handel in obligaties, waarbij in totaal 371 miljoen EUR aan geldboeten werd opgelegd. De Commissie concludeerde dat Bank of America, Natixis, Nomura, RBS (nu NatWest), UBS, UniCredit en WestLB (nu Portigon) de EU-mededingingsregels hebben geschonden. Een groep handelaren van deze ondernemingen nam deel aan een kartel op de primaire en secundaire markten voor Europese staatsobligaties 98 .
In december 2021 heeft de Commissie een derde kartel op de Foreign Exchange spothandelsmarkt gesanctioneerd 99 . De Commissie heeft Barclays, RBS HSBC en Credit Suisse een geldboete van in totaal 344 miljoen EUR opgelegd (bovenop de 1,7 miljard EUR die reeds aan deze ondernemingen was opgelegd in de twee eerdere Forex-zaken).
In juni 2021 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar gericht aan Insurance Ireland, een vereniging van Ierse verzekeraars. De Commissie stelde zich voorlopig op het standpunt dat Insurance Ireland de EU-mededingingsregels had geschonden door de mededinging op de Ierse markt voor motorrijtuigenverzekeringen te beperken 100 .
Handhaving van staatssteun in financiële diensten
De Commissie heeft haar goedkeuring gehecht aan de verlenging van verschillende bestaande staatssteunregelingen die de lidstaten in staat stellen de veerkracht van de financiële sector te blijven versterken, zonder dat zij nieuwe staatssteun aan afzonderlijke financiële instellingen hoeven te verlenen. Daarnaast gaf de Commissie haar goedkeuring voor de verlenging van regelingen voor de herstructurering of het ordelijk verlaten van de markt van banken in nood in Polen 101 , Ierland 102 en Denemarken 103 . Ook heeft de Commissie mogelijke liquiditeitstekorten van banken in Griekenland aangepakt 104 . Tot slot gaf de Commissie goedkeuring voor de verlenging van marktconforme garantieregelingen voor de securitisatie van niet-renderende leningen in Griekenland (Hercules 105 ) en Italië (GACS 106 ). Deze garantieregelingen helpen banken hun balans op te schonen zonder het verstrekken van staatssteun of het verstoren van de mededinging.
Voor Cyprus 107 en Griekenland 108 heeft de Commissie indirecte staatssteun aan verschillende financiële instellingen goedgekeurd. De staatssteunregelingen zijn in de eerste plaats gericht op het verlenen van sociale steun aan kwetsbare huishoudens die hun woning dreigen te verliezen. Daarnaast heeft de Commissie toestemming gegeven voor de ondersteuning door de lidstaten van recent opgerichte kmo’s en start-ups, die vaak problemen ondervinden door een beperkte toegang tot financiering. Daartoe heeft de Commissie een wijziging van de bestaande risicofinancieringsregeling in Frankrijk goedgekeurd 109 .
5.2. Fiscale staatssteun en selectieve belastingvoordelen
De Commissie heeft in 2021 verschillende staatssteunregelingen goedgekeurd waarbij uitstel van betaling van belastingen werd verleend om de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie te verzachten. In januari 2021 heeft de Commissie op grond van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun een Litouwse steunregeling van 156 miljoen EUR goedgekeurd voor door de COVID-19-pandemie getroffen ondernemingen 110 . De overheidssteun omvat uitstel van belasting en belastinggerelateerde liquiditeitsmaatregelen (bijvoorbeeld betaling in termijnen van achterstallige belastingen, rentevrije perioden van de schuld en opschorting van de invordering van belastingschulden).
In maart 2021 besloot de Commissie het Verenigd Koninkrijk voor het Hof van Justitie te dagen wegens het niet volledig terugvorderen van onrechtmatige staatssteun ten belope van 100 miljoen EUR. De onrechtmatige staatssteun was tussen 2011 en 2013 verleend in de vorm van een belastingvrijstelling voor passieve rente en royalty’s in Gibraltar 111 . De Commissie had deze regeling voor vrijstelling van vennootschapsbelasting in 2018 onrechtmatig en onverenigbaar met de staatssteunregels verklaard en na meer dan twee jaar vanaf het besluit van de Commissie hadden de autoriteiten van Gibraltar minder dan 20 % van de totale onrechtmatige steun teruggevorderd 112 . Aangezien de betrokken steunbedragen en de verschuldigde terugvorderingsrente tussen mei 2021 en juli 2021 volledig waren terugbetaald op escrowrekeningen, heeft de Commissie haar eerdere besluit om de procedure van artikel 108, lid 2, VWEU tegen het Verenigd Koninkrijk in te leiden, ingetrokken.
5.3. Het mededingingsbeleid bleef de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie verzachten
De Commissie heeft gebruikgemaakt van de volledige flexibiliteit van de staatssteunregels voor uitzonderlijke omstandigheden om de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun aan te passen. De wijziging bood de lidstaten een instrumentarium op maat om de economie tijdens de COVID-19-pandemie te ondersteunen. Sinds de vaststelling ervan in maart 2020 heeft de Commissie de regels aangepast aan de ontwikkelingsbehoeften van de lidstaten en het bedrijfsleven. In januari en november 2021 zijn nog twee wijzigingen vastgesteld 113 . Met de zesde wijziging wordt een weg uitgestippeld naar een stapsgewijze uitfasering van de crisismaatregelen, waarbij cliff-edge-effecten worden vermeden en het risico op grotere economische verschillen tussen de lidstaten wordt beperkt.
Besluiten inzake staatssteun op grond van artikel 107, lid 3, punt b), VWEU en de tijdelijke kaderregeling
De Commissie heeft haar beoordeling van steunmaatregelen op grond van artikel 107, lid 3, punten b) en c), VWEU en de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun voortgezet. De tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, waarvan de oorspronkelijke einddatum 31 december 2020 was, voorziet in een aantal steunmaatregelen die de Commissie verenigbaar acht op grond van artikel 107, lid 3, punten b) en c), VWEU, zoals een beperkt steunbedrag, selectieve belastingvoordelen en staatsgaranties voor leningen. Eind 2021 had de Commissie meer dan 1180 besluiten in alle lidstaten genomen, ook in het kader van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun.
In 2021 heeft de Commissie bijvoorbeeld op grond van de tijdelijke kaderregeling een Griekse regeling van 800 miljoen EUR goedgekeurd ter ondersteuning van ondernemingen uit de toerismesector die door de COVID-19-pandemie zijn getroffen 114 . De Commissie concludeerde dat de maatregel noodzakelijk, passend en evenredig was om een ernstige verstoring in de Griekse economie op te heffen. Wat Italië betreft, heeft de Commissie in oktober 2021 op grond van de tijdelijke kaderregeling een Italiaanse regeling van 31,9 miljard EUR goedgekeurd ter ondersteuning van ondernemingen die door de COVID-19-pandemie zijn getroffen 115 .
Een aantal van deze maatregelen is medegefinancierd door het cohesiebeleid, volgens de twee door de Commissie ingevoerde maatregelenpakketten: het corona-investeringsinitiatief (CRII), het corona-investeringsinitiatief plus (CRII+) en het React-EU-pakket.
In maart 2021 keurde de Commissie een Franse staatsgarantieregeling goed van maximaal 20 miljard EUR ter ondersteuning van de economie in de context van de COVID-19-pandemie 116 . De regeling voorziet in langetermijnfinanciering voor ondernemingen en vergemakkelijkt nieuwe investeringen ter ondersteuning van het herstel van de COVID-19-pandemie.
Besluiten en beleidsinitiatieven inzake staatssteun in het kader van COVID-19
In augustus 2021 keurde de Commissie een reeks garanties goed voor synthetische securitisatietranches in het kader van het Europees Garantiefonds dat door de Europese Investeringsbank Groep wordt beheerd 117 . Het initiatief ondersteunt ondernemingen die in 22 deelnemende lidstaten door de COVID-19-pandemie zijn getroffen 118 .
Besluiten inzake staatssteun op grond van artikel 107, lid 2, punt b), VWEU
Op grond van artikel 107, lid 2, punt b), VWEU kan de Commissie steunmaatregelen van de lidstaten goedkeuren om ondernemingen te vergoeden voor schade die rechtstreeks is veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen zoals de COVID-19-pandemie (bijvoorbeeld op het gebied van vervoer, toerisme, cultuur, horeca en detailhandel). De lidstaten kunnen maatregelen tot vergoeding van schade op grond van artikel 107, lid 2, punt b), VWEU bij de Commissie aanmelden op voorwaarde dat de steun evenredig is en er een rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat tussen de buitengewone gebeurtenis (de COVID-19-pandemie) en de door de begunstigden geleden schade 119 .
Zo keurde de Commissie in januari 2021 een Duitse overkoepelende regeling van 12 miljard EUR goed om ondernemingen te vergoeden voor schade die zij hadden geleden als gevolg van beperkende maatregelen om de COVID-19-pandemie in te dammen 120 . In het kader van deze regeling hebben ondernemingen uit alle sectoren recht op vergoeding van de schade die zij tijdens de lockdownperioden hebben geleden als gevolg van beperkingen die de Duitse regering in maart/april en november/december 2020 heeft opgelegd.
In april 2021 gaf de Commissie haar goedkeuring op grond van artikel 107, lid 2, punt b), VWEU voor een Deense regeling van 1,74 miljard EUR om nertsenfokkers en nertsenfokkerijen te compenseren voor maatregelen die in het kader van de COVID-19-pandemie zijn genomen 121 . In mei 2021 keurde de Commissie een Duitse regeling van 10 miljard EUR goed om ondernemingen in alle sectoren te vergoeden voor schade als gevolg van de noodmaatregelen die zijn genomen om de verspreiding van COVID-19 te beperken 122 . Daarnaast heeft de Commissie in juli 2021 een Italiaanse regeling van 800 miljoen EUR goedgekeurd om luchthavens en grondafhandelingsbedrijven te compenseren voor de schade die door de COVID-19-pandemie was veroorzaakt, met name de reisbeperkingen die waren opgelegd om de verspreiding van het virus in te dammen 123 .
Staatssteun aan de luchtvaartsector
In 2021 bleef de luchtvaart een van de zwaarst door de COVID-19-pandemie getroffen sectoren. In dit jaar nam de Commissie 35 besluiten op grond waarvan staatssteun aan in de luchtvaartsector actieve ondernemingen werd toegekend om tegemoet te komen aan hun liquiditeits- en kapitaalbehoeften als gevolg van de COVID-19-pandemie. Deze staatssteunmaatregelen werden voornamelijk goedgekeurd op grond van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun of artikel 107, lid 2, punt b), VWEU.
De Commissie gaf haar goedkeuring voor staatssteun aan de luchtvaartmaatschappijen Air France 124 , TUI 125 , Scandinavian Airlines Systems 126 , Finnair 127 e.a. Bovendien heeft de Commissie verschillende reddings- of herstructureringsmaatregelen voor luchtvaartmaatschappijen zoals TAP 128 en Condor 129 beoordeeld en staatssteun goedgekeurd om de levensvatbaarheid van deze en andere luchtvaartmaatschappijen op de lange termijn te waarborgen.
In september 2021 stelde de Commissie twee besluiten vast ten aanzien van de Italiaanse luchtvaartmaatschappij Alitalia. Na diepgaand onderzoek naar twee staatsleningen ten bedrage van in totaal 900 miljoen EUR die in 2017 werden verstrekt, concludeerde de Commissie dat deze leningen onrechtmatige en onverenigbare staatssteun vormden 130 . In een afzonderlijk besluit 131 stelde de Commissie vast dat de nieuwe Italiaanse luchtvaartmaatschappij ITA, die een deel van de activa van Alitalia zal overnemen, niet de economische opvolger van Alitalia is en dus niet aansprakelijk is voor de terugbetaling van de onrechtmatige steun die Alitalia heeft ontvangen. Bovendien stelde de Commissie vast dat de kapitaalinjectie van 1,35 miljard EUR in ITA marktconform was. Bijgevolg vormden de kapitaalinjecties geen staatssteun op grond van de EU-regels.
De faciliteit voor herstel en veerkracht is operationeel geworden — Voorbereiding op het einde van de crisis
Op 19 februari 2021 trad de faciliteit voor herstel en veerkracht in werking 132 . Zij financiert hervormingen en investeringen in de lidstaten vanaf het begin van de pandemie in februari 2020 tot en met 31 december 2026. De faciliteit voor herstel en veerkracht staat centraal in NextGenerationEU, een tijdelijk herstelinstrument dat de Commissie in staat stelt middelen bijeen te brengen om de onmiddellijke economische en sociale schade als gevolg van de COVID-19-pandemie te helpen herstellen.
De faciliteit voor herstel en veerkracht 133 moet de economische en sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie verzachten en de EU duurzamer en veerkrachtiger maken en beter voorbereiden op de uitdagingen en kansen van de groene en de digitale transitie. De faciliteit stelt de Commissie in staat middelen aan te trekken om de lidstaten te helpen bij de uitvoering van hervormingen en investeringen die in overeenstemming zijn met de prioriteiten van de EU.
Om van de steun van de faciliteit voor herstel en veerkracht gebruik te kunnen maken, moeten de lidstaten plannen voor herstel en veerkracht indienen bij de Commissie. In deze plannen worden de hervormingen en openbare investeringsprojecten beschreven die elke lidstaat met steun van de faciliteit voor herstel en veerkracht wil uitvoeren. DG Concurrentie heeft richtsnoeren verstrekt 134 om de uitvoering van de plannen voor herstel en veerkracht te begeleiden en te vergemakkelijken om ervoor te zorgen dat ondersteunde investerings- en hervormingsprojecten verenigbaar zijn met de staatssteunregels. DG Concurrentie heeft de lidstaten ook praktische richtsnoeren verstrekt voor een snelle behandeling van aanmeldingen voor staatssteun in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht 135 .
6. De krachten bundelen voor een Europese en wereldwijde mededingingscultuur
6.1. Beleidscohesie via het Europees mededingingsnetwerk
In 2021 is de Commissie blijven toezien op een coherente toepassing van de artikelen 101 en 102 binnen het gehele Europese mededingingsnetwerk (ECN) 136 . Twee van de belangrijkste mechanismen van samenwerking en ondersteuning in het kader van Verordening (EG) nr. 1/2003 zijn ten eerste de verplichting van de nationale mededingingsautoriteiten om de Commissie in het stadium van de eerste formele onderzoeksmaatregel in kennis te stellen van nieuwe onderzoeken en ten tweede de Commissie te raadplegen over beoogde beslissingen. In 2021 werden binnen het netwerk 145 nieuwe onderzoeken gestart en werden 84 geplande besluiten ingediend.
Naast de samenwerkingsmechanismen uit Verordening (EG) nr. 1/2003 waarborgen ook andere samenwerkingsprocessen binnen het ECN een coherente handhaving van de mededingingsregels van de EU binnen de jurisdicties. De leden van het ECN komen regelmatig bijeen om recent geopende zaken, beleidskwesties en strategische zaken te bespreken. In 2021 werden er 37 vergaderingen tussen horizontale werkgroepen en sectorspecifieke subgroepen georganiseerd, waarbij functionarissen van de mededingingsautoriteiten van de EU van gedachten wisselden en ervaringen deelden.
In 2021 heeft de Commissie de lidstaten gevolgd en geholpen bij hun inspanningen om de ECN+-richtlijn 137 in hun nationale wetgeving op te nemen. Dit diende vóór 4 februari 2021 te gebeuren. In maart 2021 heeft de Commissie inbreukprocedures ingeleid tegen 22 lidstaten omdat zij niet hadden meegedeeld dat zij de ECN+-richtlijn vóór het verstrijken van de termijn hadden uitgevoerd. Van de 22 lidstaten hebben er 14 vóór eind 2021 kennis gegeven van de uitvoering. Alvorens de inbreukprocedure af te sluiten, zal de Commissie nagaan of de ECN+-richtlijn correct is uitgevoerd. In 2021 is de Commissie de overige lidstaten blijven bijstaan bij het afronden van de uitvoering van de richtlijn.
6.2. Samenwerking op het gebied van het mededingingsbeleid wereldwijd
Multilaterale betrekkingen
In 2021 heeft de Commissie haar actieve betrokkenheid bij internationale fora op het gebied van de mededinging voortgezet, zoals het Competition Committee van de OESO, het International Competition Network (ICN) en de Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling (UNCTAD).
Tijdens de vergaderingen van het Competition Committee van de OESO in 2021 heeft de Commissie bijgedragen aan besprekingen over handhaving van de mededingingsregels en alternatieven voor regelgeving, programma’s voor de naleving van de mededingingsregels, potentiële concurrentie, methoden om de concurrentie op de markt te meten, milieuoverwegingen bij de handhaving van de mededingingsregels en de bevordering van concurrentieneutraliteit door mededingingsautoriteiten. Als medevoorzitter van de Unilateral Conduct Working Group van het ICN heeft de Commissie een meerjarig project voortgezet om dominantie en marktmacht op digitale markten te beoordelen. In 2021 nam de Commissie deel aan de 19e vergadering van de intergouvernementele groep van deskundigen inzake mededingingsrecht en mededingingsbeleid van de UNCTAD.
De Commissie zette haar inspanningen ter verbetering van de internationale subsidieregels voort. De hervorming van de subsidieregels is een van de belangrijkste prioriteiten van de EU bij de herziening van de handelsregels van de Wereldhandelsorganisatie, zoals bevestigd in de gezamenlijke verklaring van de EU, de VS en Japan 138 .
Bilaterale betrekkingen
In december 2021 startten de Commissie en de mededingingsautoriteiten van de VS de gezamenlijke dialoog tussen de EU en de VS over het mededingingsbeleid om een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen en de samenwerking op het gebied van het mededingingsbeleid en de handhaving van het mededingingsbeleid in de technologiesectoren te versterken 139 . De Commissie is in het kader van de respectieve samenwerkingsovereenkomsten in nauw contact gebleven met de Koreaanse commissie voor eerlijke handelspraktijken en de Japanse commissie voor eerlijke handelspraktijken 140 . In 2021 heeft de Commissie de onderhandelingen met Japan over een samenwerkingsovereenkomst op mededingingsgebied van de tweede generatie voortgezet 141 . Wat de ontwerpsamenwerkingsovereenkomst van de tweede generatie tussen de EU en Canada betreft, onderhoudt de Commissie regelmatig contact met het Canadese Competition Bureau om een oplossing te vinden voor gegevensbeschermingsnormen in Canada die in overeenstemming zijn met de normen die zijn vastgesteld in het advies van het Hof van Justitie over de overeenkomst tussen de EU en Canada inzake persoonsgegevens van passagiers van 2014 142 . Tot slot heeft de Commissie haar nauwe samenwerking op het gebied van het mededingingsbeleid met de Chinese overheidsdienst voor marktregulering in het kader van de samenwerkingsovereenkomsten van 2019 voortgezet 143 .
De Commissie streeft ernaar om bij onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten bepalingen inzake mededinging en toezicht op staatssteun op te nemen. In 2021 zette de Commissie de onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten met Australië, Azerbeidzjan, Chili, Indonesië, Nieuw-Zeeland en Oezbekistan voort.
Voor de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaat-lidstaten bestaat de belangrijkste beleidsdoelstelling van de Commissie erin hen te helpen bij het vaststellen van wettelijke kaders voor het mededingingsbeleid, het opzetten van goed functionerende, operationeel onafhankelijke mededingingsautoriteiten en het opbouwen van solide handhavingsresultaten. In 2021 bleef de Commissie toezien op de naleving door de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van hun verbintenissen in het kader van de stabilisatie- en associatieovereenkomsten.
Om de samenwerking op mededingingsgebied te ontwikkelen, is de Commissie ook blijven samenwerken met een aantal nationale en regionale autoriteiten in Afrika. In 2021 organiseerde de Commissie gezamenlijke workshops met de Zuid-Afrikaanse mededingingscommissie over digitale aspecten van het mededingingsbeleid en over samenwerking tussen mededingingsautoriteiten.
Een regelmatige en constructieve interinstitutionele dialoog
Het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s zijn belangrijke partners van de Commissie in de voortdurende dialogen over het mededingingsbeleid. Ondanks de COVID-19-pandemie werden de dialogen in 2021 voortgezet door middel van persoonlijke bijeenkomsten en deelname op afstand.
In het Europees Parlement nam uitvoerend vicevoorzitter Vestager in 2021 deel aan een aantal gedachtewisselingen, waaronder dialogen over de wet inzake digitale markten binnen de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie juridische zaken en de Commissie industrie, onderzoek en energie. Bovendien wisselde uitvoerend vicevoorzitter Vestager met de Subcommissie belastingaangelegenheden van gedachten over digitale belasting en staatssteun op belastinggebied. Daarnaast nam uitvoerend vicevoorzitter Vestager deel aan plenaire debatten over het mededingingsbeleid, de richtsnoeren voor staatssteun op het gebied van klimaat, energie en milieu, de wet inzake digitale markten en de Raad voor handel en technologie tussen de EU en de VS. Tot slot nam uitvoerend vicevoorzitter Vestager deel aan diverse gestructureerde dialogen met commissies van het Europees Parlement, bijvoorbeeld aan een gestructureerde dialoog met de Commissie economische en monetaire zaken.
In haar schriftelijk antwoord van september 2021 op de resolutie van het Parlement over het mededingingsbeleid (rapporteur Van Overtveldt; ECR, BE) heeft de Commissie onder meer gewezen op de vaststelling van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun, de COVID-19-crisis, onderzoeken naar de rulingpraktijken van de lidstaten en wijzigingen in de belastingwetgeving. Bovendien wees de Commissie op het voorstel voor een wet inzake digitale markten en de lopende herziening van de staatssteunregels (met name de herziening van de richtsnoeren na de zogenaamde geschiktheidscontrole).
In 2021 nam uitvoerend vicevoorzitter Vestager in de Raad deel aan gedachtewisselingen en debatten over mededingingsbeleidskwesties, waaronder verscheidene vergaderingen van de Raad Concurrentievermogen — Interne markt en industrie.
(1)
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een mededingingsbeleid dat geschikt is voor nieuwe uitdagingen, COM(2021) 713 van 18.11.2021.
(2)
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren, COM(2021) 223 final van 5.5.2021.
(3)
Verordening (EU) 2021/690 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken (programma voor de interne markt), en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014 en (EU) nr. 652/2014 (Voor de EER relevante tekst), PB L 153 van 3.5.2021, blz. 1. De verordening is met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 januari 2021.
(4)
De digitale toekomst van Europa vormgeven, publicatie van de Commissie van 19.2.2020, ISBN 978-92-76-16362-6.
(5)
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten (wet inzake digitale diensten) en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG, COM(2020) 825 final van 15.12.2020.
(6)
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector (wet inzake digitale markten), COM(2020) 842 final van 15.12.2020.
(7)
Persbericht, Regulering “bigtech”: Raad akkoord over sterkere concurrentie in digitale omgeving, 25 november 2021, beschikbaar op https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2021/11/25/regulating-big-tech-council-agrees-on-enhancing-competition-in-the-digital-sphere/ ; en persbericht, Wet inzake digitale markten: Parlement klaar om met Raad te onderhandelen, 15 december 2021, beschikbaar op https://www.europarl.europa.eu/news/nl/press-room/20211210IPR19211/digital-markets-act-parliament-ready-to-start-negotiations-with-council
(8)
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren, COM(2021) 223 final van 5.5.2021.
(9)
Het voorstel omvat drie instrumenten: i) voorgenomen concentraties waarbij de doelonderneming een EU-omzet van ten minste 500 miljoen EUR heeft en de buitenlandse financiële bijdrage meer dan 50 miljoen EUR bedraagt, moeten bij de Commissie worden aangemeld; ii) inschrijvingen in EU-aanbestedingsprocedures waarbij buitenlandse financiële bijdragen betrokken zijn, met een aanbestedingswaarde van ten minste 250 miljoen EUR, moeten bij de Commissie worden aangemeld; en iii) de Commissie krijgt de bevoegdheid om ambtshalve andere marktsituaties te onderzoeken, waaronder kleinere concentraties en kleinere aanbestedingsprocedures. De Commissie zou exclusief bevoegd zijn om de verordening te handhaven. Wanneer de negatieve effecten van de buitenlandse subsidie opwegen tegen de positieve effecten ervan, zal de Commissie bevoegd zijn om herstelmaatregelen op te leggen of toezeggingen te aanvaarden om de verstoring te verhelpen. Dergelijke maatregelen en toezeggingen omvatten een reeks structurele maatregelen of gedragswijzigingen, zoals de afstoting van bepaalde activa of het verbod van een bepaald marktgedrag. De Commissie zal ook bevoegd zijn om een gesubsidieerde concentratie of de gunning van een overheidsopdracht aan een gesubsidieerde inschrijver te verbieden.
(10)
Openbare raadpleging over de ontwerpherziening van de verordening inzake verticale overeenkomsten en verticale richtsnoeren, van 9.7.2021 tot en met 17.9.2021. Zie: https://ec.europa.eu/competition-policy/public-consultations/2021-vber_en
(11)
Werkdocument van de diensten van de Commissie — Evaluation of the Vertical Block Exemption Regulation, SWD(2021) 103 van 6.5.2021.
(12)
Openbare raadpleging — Horizontale overeenkomsten tussen ondernemingen, 13.7.2021-5.10.2021. Zie: https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/13058-Horizontal-agreements-between-companies-revision-of-EU-competition-rules/F_nl
(13)
In de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de VN zijn 17 duurzameontwikkelingsdoelstellingen (zoals klimaatactie, betaalbare en schone energie of industrie, innovatie en infrastructuur en doelstellingen) vastgesteld voor 169 streefdoelen (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, het versterken van de veerkracht en het aanpassingsvermogen bij klimaatgerelateerde rampen, het beëindigen van ontbossing en het herstellen van aangetaste bossen of het ontwikkelen van duurzame, veerkrachtige en inclusieve infrastructuur).
(14)
Een evaluatieverslag en een werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD) geven een samenvatting van de conclusies. Verslag van de Commissie, Evaluatieverslag van de Commissie over de werking van de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen (Verordening (EU) nr. 461/2010), COM (2021) 264 van 28.5.2021. Werkdocument van de diensten van de Commissie van de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen bij het verslag van de Commissie, Evaluatieverslag van de Commissie over de werking van de groepsvrijstellingsverordening motorvoertuigen (Verordening (EU) nr. 461/2010), SWD(2021) 112 van 28.5.2021.
(15)
Verordening (EU) nr. 330/2010 van de Commissie van 20 april 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen, PB L 102 van 23.4.2010, blz. 1.
(16)
Bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht, PB C 372 van 9.12.1997, blz. 5.
(17)
Werkdocument van de diensten van de Commissie, Evaluatie van de bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht van 9 december 1997, SWD(2021) 199 van 12.7.2021. Zie: https://ec.europa.eu/competition-policy/system/files/2021-07/evaluation_market-definition-notice_en.pdf
(18)
Collectieve arbeidsovereenkomsten voor zelfstandigen — toepassingsgebied van de EU-mededingingsregels, raadplegingsperiode 5.3.2021-31.5.2021. Zie: https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12483-Collective-bargaining-agreements-for-self-employed-scope-of-application-EU-competition-rules/F_nl
(19)
Mededeling van de Commissie, Richtsnoeren betreffende de toepassing van het mededingingsrecht van de EU op collectieve overeenkomsten inzake de arbeidsvoorwaarden van zelfstandigen zonder personeel, 9.12.2021, C (2021) 8838 final, bijlage. De ontwerprichtsnoeren maken deel uit van een pakket initiatieven van de Commissie met onder meer een voorstel voor een richtlijn ter verbetering van de arbeidsomstandigheden bij platformwerk en een mededeling over het benutten van alle voordelen van de digitalisering voor de toekomst van werk.
(20)
Werkdocument van de diensten van de Commissie, Evaluation procedural and jurisdictional aspects of EU merger control, SWD(2021) 66 final van 26.3.2021.
(21)
Mededeling van de Commissie, Handvatten voor de toepassing van het verwijzingsmechanisme van artikel 22 van de concentratieverordening op bepaalde categorieën zaken, PB C 113 van 31.3.2021, blz. 1.
(22)
Op grond van artikel 22 van de concentratieverordening kunnen de lidstaten de Commissie verzoeken een concentratie te onderzoeken die geen EU-dimensie heeft maar die wel de grensoverschrijdende handel beïnvloedt en in significante mate gevolgen dreigt te hebben voor de mededinging op het grondgebied van de lidstaat of de lidstaten die het verzoek doet respectievelijk doen, ongeacht of die transactie moet worden aangemeld volgens de nationale regels inzake concentratiecontrole van de verwijzende lidstaat of lidstaten.
(23)
Mededeling van de Commissie, Zesde wijziging van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak en wijziging van de bijlage bij de mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering, 2021/C 473/01, C/2021/8442, PB C 473 van 24.11.2021, blz. 1.
(24)
Openbare raadplegingen van 7.6.2021 tot en met 2.8.2021. Zie: https://ec.europa.eu/competition-policy/public-consultations/2021-ceeag_en
(25)
Mededeling van de Commissie, Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie, C(2022) 481 final van 27.1.2022.
(26)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/qanda_22_566
(27)
In het verleden is financiering in het kader van de mededeling inzake belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang goedgekeurd voor projecten met betrekking tot batterijen, microprocessoren en bepaalde infrastructuur.
(28)
Openbare raadplegingen van 23.2.2021 tot en met 20.4.2021. Zie: https://ec.europa.eu/competition-policy/public-consultations/2021-ipcei_en
(29)
Mededeling van de Commissie, Criteria voor de beoordeling van de verenigbaarheid met de interne markt van staatssteun ter bevordering van de verwezenlijking van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang, C(2021) 8481 final.
(30)
Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie, PB C 198 van 27.6.2014, blz. 1.
(31)
Openbare raadplegingen van 8.4.2021 tot en met 3.6.2021. Zie: https://ec.europa.eu/competition-policy/public-consultations/2021-rdi_en
(32)
Mededeling van de Commissie, EU-richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken, PB C 25 van 26.1.2013, blz. 1.
(33)
Werkdocument van de diensten van de Commissie, Evaluation of the State Aid rules for broadband infrastructure deployment, SWD(2021) 194 final van 7.7.2021.
(34)
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij, COM(2016) 0587 final.
(35)
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Digitaal kompas: de Europese aanpak voor het digitale decennium, COM(2021) 118 final van 9.3.2021.
(36)
Ontwerp-mededeling van de Commissie, Richtsnoeren inzake staatssteun voor breedbandnetwerken, van 19.11.2021.
(37)
Zie: https://ec.europa.eu/info/strategy/eu-budget/long-term-eu-budget/2021-2027_nl
(38)
Verordening (EU) 2021/1237 van de Commissie van 23 juli 2021 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Voor de EER relevante tekst), PB L 270 van 29.7.2021, blz. 39. Overheidsfinanciering die voldoet aan de voorwaarden voor staatssteun als gedefinieerd in artikel 107, lid 1, VWEU, moet normaal gesproken bij de Commissie worden aangemeld en goedgekeurd voordat zij wordt uitgevoerd, om ervoor te zorgen dat overheidsuitgaven geen oneerlijke concurrentie veroorzaken voor ondernemingen die actief zijn op de interne markt van de EU. Lidstaten hoeven staatssteun echter niet bij de Commissie te melden als de betrokken steun aan alle betrokken criteria van de algemene groepsvrijstellingsverordening voldoet.
(39)
De betrokken nationale fondsen hebben betrekking op: financierings- en investeringsverrichtingen die door het InvestEU-fonds worden ondersteund; projecten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I) die in het kader van Horizon 2020 of Horizon Europa het excellentiekeurmerk hebben gekregen, alsook medegefinancierde onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten of teamvormingsacties in het kader van Horizon 2020 of Horizon Europa; bepaalde infrastructuurprojecten voor trans-Europese digitale connectiviteit die in het kader van de Connecting Europe Facility worden gefinancierd of een excellentiekeurmerk hebben gekregen; projecten in het kader van de Europese territoriale samenwerking, ook bekend als Interreg.
(40)
Mededeling van de Commissie, Richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicofinancieringsinvesteringen, PB C 508 van 16.12.2021, blz. 1).
(41)
Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Voor de EER relevante tekst), PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1.
(42)
Mededeling van de Commissie aan de lidstaten inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering, PB C 497 van 10.12.2021, blz. 5.
(43)
Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020, PB C 209 van 23.7.2013, blz. 1.
(44)
Mededeling van de Commissie, Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen, PB C 153 van 29.4.2021, blz. 1.
(45)
De geldigheid van deze regels werd eerder verlengd tot en met 31 december 2022. Zie: Mededeling van de Commissie tot wijziging van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 wat betreft de toepassingsperiode ervan en tot tijdelijke aanpassing van de richtsnoeren om rekening te houden met de impact van de COVID-19-pandemie (Voor de EER relevante tekst), PB C 424 van 8.12.2020, blz. 30.
(46)
In de evaluatie werd beoordeeld hoe de huidige regels hebben gepresteerd met het oog op de belangrijkste doelstellingen ervan: het tot een minimum beperken van de verstoring van mededinging en handelsverkeer in de land- en bosbouwsector; het waarborgen van de samenhang van de regels inzake staatssteun voor de landbouw met het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), met name de doelstellingen voor plattelandsontwikkeling in het kader van het GLB; het vereenvoudigen van de procedures en het verminderen van administratieve kosten. Zie: https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/2089-Richtsnoeren-inzake-staatssteun-in-de-landbouwsector-herziening_nl
(47)
Zie: https://ec.europa.eu/info/food-farming-fisheries/key-policies/common-agricultural-policy/new-cap-2023-27_en
(48)
Zie: https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/european-green-deal_nl
(49)
Verordening (EU) 2021/690 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van een programma voor de interne markt, het concurrentievermogen van ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, het gebied van planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, en Europese statistieken (programma voor de interne markt), en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 99/2013, (EU) nr. 1287/2013, (EU) nr. 254/2014 en (EU) nr. 652/2014 (Voor de EER relevante tekst), PB L 153 van 3.5.2021, blz. 1. De verordening is met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 januari 2021.
(50)
Het belang van mededinging en innovatie wordt ook benadrukt in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een kmo-strategie voor een duurzaam en digitaal Europa, COM(2020) 103 final van 10.3.2020, en in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Actualisering van de nieuwe industriestrategie van 2020: een sterkere eengemaakte markt tot stand brengen voor het herstel van Europa, COM(2021) 350 final van 25.5.2021.
(51)
Zaken AT.40413, Focus Home; AT.40414, Koch Media; AT.40420, ZeniMax; AT.40422, Bandai Namco en AT.40424, Capcom. Zie https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/es/ip_21_170
(52)
Zaak AT.40437 — Apple — App Store-praktijken (streamen van muziek). Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/speech_21_2093
(53)
Zaak AT.40462, Amazon Marketplace en zaak AT.40703 — Amazon — Buy Box. Zie:
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_20_2077
(54)
Zaak AT.40684, Facebook leveraging. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3
(55)
AT.40670 — Google — Adtech en gegevensgerelateerde praktijken. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3
(56)
Arrest van het Gerecht van 10.11.2021, zaak T-612/17, Google LLC en Alphabet, Inc./Europese Commissie, EU:T:2021:763.
(57)
Zaak AT.39740 Google Search (Shopping); Zie: https://ec.europa.eu/competition/antitrust/cases/dec_docs/39740/39740_14996_3.pdf
(58)
Arrest van het Gerecht van 10.11.2021, zaak T-612/17, Google LLC en Alphabet, Inc./Europese Commissie, EU:T:2021:763.
(59)
Zaak AT.40394, Aspen, Besluit van de Commissie van 10.2.2021 inzake een procedure op grond van artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 54 van de EER-Overeenkomst, C(2021) 724 final.
(60)
Zaak AT.40588, Teva Copaxone. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3
(61)
Arresten van het Hof van Justitie van 25.3.2021, C-586/16 P, Sun Pharmaceutical Industries en Ranbaxy (UK)/Commissie, EU:C:2021:241; C-588/16 P, Generics (UK)/Commissie, EU:C:2021:242; C-591/16 P, Lundbeck/Commissie, EU:C:2021:243; C-601/16 P, Arrow Group en Arrow Generics/Commissie, EU:C:2021:244; C-611/16 P, Xellia Pharmaceuticals en Alpharma/Commissie, EU:C:2021:245; en C-614/16 P, Merck KGaA/Commissie, EU:C:2021:246.
(62)
Besluit C(2013) 3803 final van de Commissie van 19.6.2013 in een procedure op grond van artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak AT.39226 — Lundbeck).
(63)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_20_1326
(64)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_21_2884
(65)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_22_402
(66)
Werkdocument van de diensten van de Commissie — Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Eindverslag — Sectoraal onderzoek naar het consumentgerichte internet der dingen, SWD (2022) 10 final van 20.1.2022.
(67)
Zaak M.9820 — Danfoss/Eaton Hydraulics.
(68)
Zaak M.9569 — EssilorLuxottica/GrandVision.
(69)
Zaak M.9489 — Air Canada/Transat.
(70)
Zaak M.9637 — IAG/Air Europa, PB C 519 van 22.12.2021, blz. 2.
(71)
Zaak M.9637 — IAG/Air Europa.
(72)
Mededeling van de Commissie, Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij, COM(2016) 587 van 14.9.2016.
(73)
Mededeling van de Commissie, De digitale toekomst van Europa vormgeven, van 19.2.2020. Zie:
https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/communication-shaping-europes-digital-future-feb2020_en_4.pdf
(74)
Mededeling van de Commissie, Digitaal kompas: de Europese aanpak voor het digitale decennium, COM(2021) 118 final van 9.3.2021.
(75)
Zaak SA.59574, Duitsland — Uitrol van hoogwaardige mobiele infrastructuur in Duitsland — DE, PB C 410 van 8.11.2021, blz. 1.
(76)
Zaak SA.64394 Faciliteit voor herstel en veerkracht — Spanje — Nationale steunregeling voor passieve infrastructuur voor mobiele netwerken.
(77)
Arrest van het Hof van Justitie van 20.9.2018, C-114/17, Koninkrijk Spanje/Europese Commissie, EU:C:2018:309.
(78)
Arrest van het Hof van Justitie van 29.4.2021, C-704/19, Europese Commissie/Koninkrijk Spanje, EU:C:2021:342.
(79)
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, De Europese Green Deal, COM(2019) 640 final.
(80)
https://ec.europa.eu/competition-policy/index/news/competition-policy-brief-12021-policy-support-europes-green-ambition-2021-09-10_en
(81)
Staatssteun: Commissie geeft groen licht voor 2,9 miljard euro overheidssteun van twaalf lidstaten voor een tweede pan-Europees onderzoeks- en innovatieproject doorheen de volledige waardeketen voor accu’s, persbericht van de Commissie van 26.1.2021. Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_21_226 De niet-vertrouwelijke versie van het besluit zal onder zaaknummers SA.55840 (België), SA.55831 (Duitsland), SA.55846 (Finland), SA.55858 (Frankrijk), SA.56665 (Griekenland), SA.55813 (Italië), SA.55844 (Kroatië), SA.55855 (Oostenrijk), SA.55859 (Polen), SA.55819 (Slowakije), SA.55896 (Spanje), en SA.55854 (Zweden) beschikbaar worden gesteld in het staatssteunregister op de mededingingswebsite. Zie: https://ec.europa.eu/competition/state_aid/register/
(82)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_19_6705
(83)
Mededeling van de Commissie, De digitale toekomst van Europa vormgeven, van 19.2.2020. Zie:
https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/communication-shaping-europes-digital-future-feb2020_en_4.pdf
(84)
Zaak SA.57425, Roemenië — Steunmaatregel voor de modernisering van het stadsverwarmingsnet van de gemeente Boekarest, PB C 177 van 7 mei 2021, blz. 1.
(85)
Zaak SA.56831, Denemarken — Multitechnologische aanbestedingen voor steun in het kader van hernieuwbare energiebronnen 2021-2024, PB C 214 van 4.6.2021, blz. 1.
(86)
Zaak SA.56826, Duitsland — 2020 Hervorming van de steun voor warmtekrachtkoppeling, PB C 306 van 30.7.2021, blz. 1.
(87)
Zaak SA.50272, Frankrijk – Aanbestedingen voor hernieuwbare energie 2021-2026, PB C 450 van 5.11.2021, blz. 1.
(88)
Zaak SA.62619, Duitsland — H2Global. De publieke versie van dit besluit is nog niet beschikbaar. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3
(89)
Zaak AT.40178, Voertuigemissies, Zie: https://ec.europa.eu/competition/antitrust/cases1/202146/AT_40178_8022289_3048_5.pdf
(90)
Zaak AT.40330, Goederenvervoer per spoor. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3
(91)
In het kader van het vrachtverdelingsmodel, een contractmodel waarin het internationaal spoorwegrecht voorziet, bieden spoorwegondernemingen die grensoverschrijdende spoorwegdiensten verrichten de klanten één enkele totale prijs aan voor de vereiste dienst in het kader van één enkel multilateraal contract.
(92)
Zaak AT.38700 — Griekse ligniet- en elektriciteitsmarkten. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3
(93)
Griekenland heeft in 2018 dezelfde toezeggingen gedaan aan de Eurogroep als voorwaarde voor de toekenning van aanvullende financiële steun in het kader van het Europees stabiliteitsmechanisme voor financiële bijstand aan Griekenland.
(94)
Zaak AT.40054 – Ethanol benchmarks. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_40054
(95)
Zaak M.9969, Veolia / Suez. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3
(96)
Mededeling van de Commissie, Actieplan om belastingontduiking te bestrijden en belasting eenvoudig en gemakkelijk te maken (tweede kwartaal 2020), opgenomen in het aangepaste werkprogramma van de Commissie voor 2020, COM(2020) 440 final, bijlagen 1 en 2, van 27.5.2020.
(97)
Zaak AT.40346, Obligaties van overheden en semioverheidsinstellingen, https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_2004
(98)
Zaak AT.40324, Europese staatsobligaties. Zie: https://ec.europa.eu/competition/antitrust/cases1/202142/AT_40324_7971056_3662_3.pdf
(99)
Zaak AT.40135, FOREX https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/case_details.cfm?proc_code=1_AT_40135
(100)
Zaak AT.40511, Insurance Ireland: database verzekeringsclaims en toegangsvoorwaarden. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3
(101)
Zaak SA.63002, Polen — Elfde verlenging van de regeling inzake de gecontroleerde afwikkeling van kredietcoöperaties, PB C 285 van 16.7.2021, blz. 1; zaak SA.64522, Polen — Zesde verlenging van de afwikkelingsregeling voor coöperatieve banken en kleine handelsbanken, PB C 487 van 3.12.2021, blz. 1.
(102)
Zaak SA.62303, Ierland — Dertiende verlenging van de herstructurerings- en stabilisatieregeling voor kredietcoöperaties, PB C 240 van 18.6.2021, blz. 1; zaak SA.100030, Ierland — Veertiende verlenging van de herstructurerings- en stabilisatieregeling voor de sector kredietcoöperaties, PB C 487 van 3.12.2021, blz. 1; en zaak SA.62649, Ierland — Zeventiende verlenging van de afwikkelingsregeling voor de afwikkeling voor kredietcoöperaties voor 2020-2021, PB C 240 van 18.6.2021, blz. 1.
(103)
Zaak SA.58478, Denemarken — Derde verlenging van de afwikkelingsregeling voor kleine banken, PB C 60 van 19.2.2021, blz. 1.
(104)
Zaak SA.59030, Griekenland — Verlenging van de garantieregeling inzake krediet voor banken, PB C 144 van 23.4.2021, blz. 1.
(105)
Zaak SA.62242, Griekenland — Verlenging van de Hercules-regeling, PB C 214 van 4.6.2021, blz. 1.
(106)
Zaak SA.62880, Italië — Vierde verlenging van de Italiaanse garantieregeling voor de securitisatie van niet-renderende leningen, PB C 295 van 23.7.2021, blz. 1.
(107)
Zaak SA.63005, Cyprus — Regeling voor het beheer van leningen aan Cyprus in het kader van overheidsplannen voor huisvesting (OIKIA-regeling), PB C 366 van 10.9.2021, blz. 1.
(108)
Zaak SA.100197, Griekenland — Uitbreiding van SA.58555 “Tijdelijke beschermingsregeling hoofdwoning”. De officiële versie van dit besluit is nog niet gepubliceerd. De officiële versie van dit besluit is nog niet gepubliceerd. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=1,2,3
(109)
Zaak SA.59985, Frankrijk – Wijziging van het besluit inzake staatssteun SA. 55869 (2019/N): fiscale regeling voor kmo’s in het kader van investeringen in de fondsen FCPI en FIP, PB C 195 van 21.5.2021, blz. 1.
(110)
Zaak SA.60632, Litouwen — COVID-19 — Uitstel van betaling van belastingen, PB C 41 van 5.2.2021, blz. 1.
(111)
Besluit (EU) 2019/700 van de Commissie van 19 december 2018 inzake steunmaatregel SA.34914 (2013/C) die ten uitvoer is gelegd door het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot het vennootschapsbelastingstelsel in Gibraltar, C/2018/7848, PB L 119 van 7.5.2019, blz. 151.
(112)
Deze zaak heeft betrekking op feiten die hebben plaatsgevonden vóór de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.
(113)
Mededeling van de Commissie, Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PB C 91I van 20.3.2020, blz. 1), gewijzigd bij de mededelingen van de Commissie C(2020) 2215 (PB C 112I van 4.4.2020, blz. 1), C(2020) 3156 (PB C 164 van 13.5.2020, blz. 3), C(2020) 4509 (PB C 218 van 2.7.2020, blz. 3), C(2020) 7127 (PB C 340I van 13.10.2020, blz. 1), C(2021) 564 (PB C 34 van 1.2.2021, blz. 6) en C(2021) 8442 (PB C 473 van 24.11.2021, blz. 1).
(114)
Zaak SA.63123, Griekenland — COVID-19: Steun voor de toeristische sector, PB C 223 van 11.6.2021, blz. 1.
(115)
Zaak SA.62668, Italië — COVID-19 — IT — Automatische belastingmaatregelen en niet-terugvorderbare subsidies. Het besluit werd vastgesteld op grond van artikel 106, lid 2, en artikel 107, lid 2, punten a), b) en c), VWEU. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=3
(116)
Zaak SA.58639, Frankrijk — COVID-19: Garantieregeling voor participatieleningen en achtergestelde schulden, PB C 84 van 12.3.2021, blz. 1.
(117)
Bestaande uit de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF).
(118)
Zie het persbericht van de Commissie van 16.8.2021, https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_21_4204
(119)
Bijvoorbeeld schade als gevolg van quarantainemaatregelen die de begunstigde beletten zijn economische activiteit uit te oefenen. Andere soorten steun, die meer in het algemeen de economische neergang als gevolg van de coronapandemie aanpakken, moeten worden beoordeeld aan de hand van de verenigbaarheidsbeginselen van artikel 107, lid 3, punt b), VWEU en de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun.
(120)
Zaak SA.60045, Duitsland — Extra steun in november op grond van artikel 107, lid 2, punt b), VWEU-COVID, PB C 41 van 5.2.2021, blz. 1.
(121)
Zaak SA.61945, Denemarken — Steunregeling voor nertsenfokkers en aanverwante bedrijven die getroffen zijn door de uitbraak van COVID-19, PB C 195 van 21.5.2021, blz. 1.
(122)
Zaak SA.62784, Duitsland — COVID-19 — Artikel 107, lid 2, punt b), van de federale overkoepelende regeling, PB C 223 van 11.6.2021, blz. 1.
(123)
Zaak SA.63074, Italië — Schadevergoedingsregeling voor luchthaveninfrastructuurbeheerders en grondafhandelingsbedrijven in Italië, PB C 327 van 13.8.2021, blz. 1.
(124)
Zaak SA.59913, Frankrijk — COVID-19 — Herkapitalisatie van Air France en de holding Air France-KLM, PB C 240 van 18.6.2021, blz. 1.
(125)
Zaak SA.59812, Duitsland — COVID-19 — Herkapitalisatie van TUI. De publieke versie van dit besluit is nog niet beschikbaar. Zie: https://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?fuseaction=dsp_result&policy_area_id=3
(126)
Zaak SA. 63898, Zweden — COVID-19 — Staatslening aan SAS Consortium, PB C 33 van 21.1.2022; en zaak SA.63250, Denemarken — SA.63250 COVID-19 — Subsidielening aan SAS, PB C 33 van 21.1.2022.
(127)
Zaak SA.60113, Finland — Finnair — COVID-19 — Hybride lening, artikel 107, lid 2, punt b), PB C 240 van 18.6.2021, blz. 1.
(128)
Zaak SA.60165 — Portugal — Herstructureringssteun TAP SGPS.
(129)
Zaak SA.63203, Duitsland — Herstructurering van Condor, PB C 429 van 15.4.2021.
(130)
Zaak SA.48171 — Italië — Klachten inzake vermeende staatssteun aan Alitalia.
(131)
Zaak SA.58173 — Italië — Newco ITA; Zie het persbericht van de Commissie van 10.9.2021: State aid: Commission finds new air carrier ITA is not Alitalia’s economic successor and Italy’s capital injections into ITA are market conform, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_4665
(132)
Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit, PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17.
(133)
Zie het scorebord voor herstel en veerkracht, dat een overzicht geeft van de voortgang bij de uitvoering van de faciliteit voor herstel en veerkracht en de nationale plannen voor herstel en veerkracht: https://ec.europa.eu/economy_finance/recovery-and-resilience-scoreboard/index.html
(134)
Zie: https://ec.europa.eu/competition-policy/state-aid/coronavirus/rrf-guiding-templates_en
(135)
https://ec.europa.eu/competition/state_aid/what_is_new/practical_guidance_to_MS_for_notifications_under_RRF.pdf
(136)
Mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten, PB C 101 van 27.4.2004, blz. 43 en PB C 374 van 13.10.2016, blz. 10. Zie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A52004XC0427%2802%29
(137)
Richtlijn (EU) 2019/1 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot toekenning van bevoegdheden aan de mededingingsautoriteiten van de lidstaten voor een doeltreffendere handhaving en ter waarborging van de goede werking van de interne markt, PB L 11 van 14.1.2019, blz. 3.
(138)
Zie: https://trade.ec.europa.eu/doclib/press/index.cfm?id=2330
(139)
Zie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_21_6671
(140)
Zie: https://ec.europa.eu/competition-policy/international/bilateral-relations/korea_en https://ec.europa.eu/competition-policy/international/bilateral-relations/japan_en
(141)
Zie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX:22003A0722(01)
(142)
Zie: http://curia.europa.eu/juris/liste.jsf?pro=AVIS&num=C-1/15 Canada werkt momenteel aan een herziening van zijn binnenlandse privacywet.
(143)
Zie: https://ec.europa.eu/competition-policy/international/bilateral-relations/china_en