Artikelen bij COM(2022)462 - Wijziging van de Richtlijnen 2000/14/EG, 2006/42/EG, 2010/35/EU, 2013/29/EU, 2014/28/EU, 2014/29/EU, 2014/30/EU, 2014/31/EU, 2014/32/EU, 2014/33/EU, 2014/34/EU, 2014/35/EU, 2014/53/EU en 2014/68/EU en tot invoering van noodprocedures voor conformiteitsbeoordeling, vaststelling van gemeenschappelijke specificaties en markttoezicht in geval van noodsituaties voor de eengemaakte markt

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1 
Wijzigingen van Richtlijn 2000/14/EG

Richtlijn 2000/14/EG wordt als volgt gewijzigd:

de volgende artikelen worden ingevoegd:

“Artikel 17 bis 
Toepassing van noodprocedures

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 17 ter, 17 quater en 17 quinquies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 17 ter, 17 quater en 17 quinquies uitsluitend van toepassing zijn op materieel dat in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevant is aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 17 ter, 17 quater en 17 quinquies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 17 quater, lid 2, tweede alinea, en artikel 17 quater, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van materieel dat overeenkomstig artikel 17 quater in de handel is gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 19 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 17 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevant materieel

1. Dit artikel is van toepassing op materieel dat is opgenomen in de in artikel 17 bis, lid 1, bedoelde uitvoeringshandeling en dat onderworpen is aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 14 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van materieel dat als crisisrelevant is aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van materieel dat als crisisrelevant is aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van materieel dat niet als crisisrelevant is aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van materieel dat als crisisrelevant is aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 17 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van materieel krachtens lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor als crisisrelevant aangemerkt materieel dat bij hen is aangemeld.

Artikel 17 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen


1. In afwijking van artikel 14 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen of het in gebruik nemen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van in artikel 12 bedoeld specifiek materieel dat is opgenomen in de in artikel 17 bis, lid 1, bedoelde uitvoeringshandeling en waarvoor de in artikel 14 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke eisen van deze richtlijn met betrekking tot de geluidsemissie in het milieu is voldaan.

2. De fabrikant van materieel waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het materieel in kwestie voldoet aan alle toepasselijke eisen van deze richtlijn met betrekking tot de geluidsemissie in het milieu en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat materieel waarvoor krachtens lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft verleend, niet verlaat.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit krachtens lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder het materieel in de handel mag worden gebracht of in gebruik mag worden genomen, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn met betrekking tot de geluidsemissie in het milieu is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van het materieel in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van het materieel in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van het materieel in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat het materieel in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van artikel 17 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

5. In afwijking van de artikelen 6 en 11 mag materieel waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, niet in het vrije verkeer in de Unie worden gebracht en mag het niet worden voorzien van de CE-markering. De markttoezichtautoriteiten zijn niet verplicht de geldigheid van door de bevoegde nationale autoriteiten van een andere lidstaat afgegeven vergunningen te erkennen.

6. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijk materieel.

7. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen of het in gebruik nemen van materieel overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

8. De toepassing van de artikelen 17 bis tot en met 17 quinquies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 14 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 17 quinquies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor materieel dat als crisisrelevant is aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor materieel dat als crisisrelevant is aangemerkt.”

2) Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

a) In lid 1 wordt de volgende zin toegevoegd na de eerste zin: “Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad*.” “Het comité als bedoeld in artikel 18:”;; “Het comité als bedoeld in artikel 18:”;

b) na lid 1 wordt het volgende lid toegevoegd:

“2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.”.

Artikel 2 
Wijzigingen van Richtlijn 2006/42/EG

In Richtlijn 2006/42/EG worden de volgende artikelen ingevoegd:

“Artikel 21 ter 
Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 21 quater tot en met 21 nonies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 21 quater tot en met 21 nonies uitsluitend van toepassing zijn op machines die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 21 quater tot en met 21 nonies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 21 quinquies, lid 2, tweede alinea, en artikel 21 quinquies, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van machines die overeenkomstig de artikelen 21 quinquies tot en met 21 octies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 22, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 21 quater
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante machines

1. Dit artikel is van toepassing op machines die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 12, waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van machines die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van machines die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van machines die niet als crisisrelevant zijn aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van machines die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 21 ter.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van machines krachtens de leden 2 en 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor als crisisrelevante goederen aangemerkte machines die bij hen zijn aangemeld.

Artikel 21 quinquies
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen

1. In afwijking van artikel 12 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen of het in bedrijf stellen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifieke machine die als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in artikel 12 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen is voldaan.

2. De fabrikant van machines waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat de machines in kwestie voldoen aan alle toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de machines waarvoor krachtens lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder de machines in de handel mogen worden gebracht of in bedrijf mogen worden gesteld, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van de machines in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van de machines in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van de machines in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de machines in kwestie weer in overeenstemming worden gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van artikel 21 quinquies, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

5. In afwijking van de artikelen 6 en 16 mogen machines waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering.

6. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn 57 voorziet met betrekking tot dergelijke machines.

7. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen of het in bedrijf stellen van machines overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

8. De toepassing van de artikelen 21 ter tot en met 21 nonies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 12 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 21 sexies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen en het in bedrijf stellen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de machines die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële gezondheids- en veiligheidseisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 van geharmoniseerde normen is bekendgemaakt die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.


Artikel 21 septies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. De Commissie is bevoegd om uitvoeringshandelingen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor als crisisrelevante goederen aangemerkte machines vast te stellen die de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 22, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte machines tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt geactiveerd is overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt]. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 7 worden machines die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage I beschreven essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 21 ter, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte machines die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende machines een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage I zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 21 octies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bestrijken voor machines die zijn opgenomen in de in artikel 21 ter, lid 1, bedoelde uitvoeringshandeling.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 22, lid 3, bedoelde procedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte machines tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 21 ter, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte machines die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichte gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende machines een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 21 nonies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor machines die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor machines die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

Artikel 3 
Wijzigingen van Richtlijn 2010/35/EU

Richtlijn 2010/35/EU wordt als volgt gewijzigd:

Het volgende hoofdstuk 5 bis wordt ingevoegd:

“HOOFDSTUK 5 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 33 bis 
Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 33 ter, 33 quater en 33 quinquies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 33 ter, 33 quater en 33 quinquies uitsluitend van toepassing zijn op vervoerbare drukapparatuur die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevant is aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 33 ter, 33 quater en 33 quinquies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

4. Artikel 33 quater, lid 2, tweede alinea, en artikel 33 quater, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.


5. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van vervoerbare drukapparatuur die overeenkomstig artikel 33 quater in de handel is gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 38 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 33 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante vervoerbare drukapparatuur

1. Dit artikel is van toepassing op vervoerbare drukapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt en die onderworpen is aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 12 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van vervoerbare drukapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparatuur die niet als crisisrelevant is aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van vervoerbare drukapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 33 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van vervoerbare drukapparatuur krachtens lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor als crisisrelevant aangemerkte vervoerbare drukapparatuur die bij hen is aangemeld.

Artikel 33 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen


1. In afwijking van artikel 12 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van specifieke vervoerbare drukapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in artikel 12 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke eisen van deze richtlijn en van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG is voldaan.

2. De fabrikant, importeur, distributeur en gebruiker van vervoerbare drukapparatuur waarop de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat de vervoerbare drukapparatuur in kwestie voldoet aan alle toepasselijke eisen van deze richtlijn en van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en zijn verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant, importeur, distributeur en gebruiker treffen tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de vervoerbare drukapparatuur waarvoor uit hoofde van lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft verleend, niet verlaat.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit krachtens lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder de vervoerbare drukapparatuur in de handel mag worden gebracht of in bedrijf mag worden gesteld, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn en van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van de vervoerbare drukapparatuur in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van de vervoerbare drukapparatuur in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van de vervoerbare drukapparatuur in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de vervoerbare drukapparatuur in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van artikel 33 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

5. In afwijking van de artikelen 14 en 16 mag vervoerbare drukapparatuur waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft verleend niet verlaten.

6. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke vervoerbare drukapparatuur.

7. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen van vervoerbare drukapparatuur overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

8. De toepassing van de artikelen 33 bis tot en met 33 quinquies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 12 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 33 quinquies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor vervoerbare drukapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt.

De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor vervoerbare drukapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt.”.

2. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

Artikel 38 - bis Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 9 van Richtlijn 2008/68/EG ingestelde comité voor het vervoer van gevaarlijke goederen. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad*.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.”.

Artikel 4 - Wijzigingen van Richtlijn 2013/29/EU

In Richtlijn 2013/29/EU wordt het volgende hoofdstuk 5 bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK 5 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 42 bis 
Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 42 ter tot en met 42 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 42 ter tot en met 42 octies uitsluitend van toepassing zijn op pyrotechnische artikelen die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 42 ter tot en met 42 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van pyrotechnische artikelen die overeenkomstig de artikelen 42 quater tot en met 42 septies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 44, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 42 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante pyrotechnische artikelen

1. Dit artikel is van toepassing op alle pyrotechnische artikelen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 17 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van pyrotechnische artikelen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparatuur die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparatuur die niet als crisisrelevant is aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van pyrotechnische artikelen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 42 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van pyrotechnische artikelen uit hoofde van lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor als crisisrelevante goederen aangemerkte pyrotechnische artikelen die bij hen zijn aangemeld.

Artikel 42 quater Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen

1. In afwijking van artikel 17 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifiek pyrotechnisch artikel dat als crisisrelevant is aangemerkt, waarvoor de in artikel 17 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen is voldaan.

2. De fabrikant van een pyrotechnisch artikel waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het pyrotechnisch artikel in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

3. De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat pyrotechnisch artikelen waarvoor krachtens lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

4. In elke door een nationale bevoegde autoriteit krachtens lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder het pyrotechnisch artikel in de handel mag worden gebracht, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële veiligheidseisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van het pyrotechnisch artikel in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van het pyrotechnisch artikel in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van het pyrotechnisch artikel in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat het pyrotechnisch artikel in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

5. In afwijking van artikel 42 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

6. In afwijking van de artikelen 4 en 20 mogen pyrotechnische artikelen waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, niet in het vrije verkeer in de Unie worden gebracht en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering. De markttoezichtautoriteiten zijn niet verplicht de geldigheid van door de bevoegde nationale autoriteiten van een andere lidstaat afgegeven vergunningen te erkennen.

7. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke pyrotechnische artikelen.

8. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen van een pyrotechnisch artikel overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

9. De toepassing van de artikelen 42 bis tot en met 42 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 17 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 42 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat pyrotechnische artikelen die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële veiligheidseisen van bijlage I vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële veiligheidseisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 van geharmoniseerde normen is bekendgemaakt die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.


Artikel 42 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. Wanneer pyrotechnische artikelen als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, is de Commissie bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor dergelijke pyrotechnische artikelen die de essentiële veiligheidseisen van bijlage I bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 44, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte pyrotechnische artikelen tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificaties verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 16 worden pyrotechnische artikelen die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage I beschreven essentiële veiligheidseisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 42 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte pyrotechnische artikelen die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende pyrotechnische artikelen een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële veiligheidseisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage I zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 42 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële veiligheidseisen van bijlage I bestrijken voor pyrotechnische artikelen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 44, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure en zijn van toepassing op in de handel gebrachte pyrotechnische artikelen tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 42 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte pyrotechnische artikelen die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichte gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende pyrotechnische artikelen een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 42 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor pyrotechnische artikelen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor pyrotechnische artikelen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

Artikel 5 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/28/EU

In Richtlijn 2014/28/EU wordt het volgende hoofdstuk 6 bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK 6 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 45 bis 
Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 45 ter tot en met 45 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 45 ter tot en met 45 octies uitsluitend van toepassing zijn op explosieven die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 45 ter tot en met 45 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 45 quater, lid 2, tweede alinea, en artikel 45 quater, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van explosieven die overeenkomstig de artikelen 45 quater tot en met 45 septies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 49, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 45 ter
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante explosieven

1. Dit artikel is van toepassing op explosieven die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 20 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van explosieven die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van dergelijke explosieven die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparaten die niet als crisisrelevant zijn aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van explosieven die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 45 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van explosieven krachtens lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor als crisisrelevante goederen aangemerkte explosieven die bij hen zijn aangemeld.

Artikel 45 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen

1. In afwijking van artikel 20 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifiek explosief dat als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in artikel 20 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen is voldaan.

2. De fabrikant van een explosief waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het explosief in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat explosieven waarvoor uit hoofde van lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder het explosief in de handel mag worden gebracht, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële veiligheidseisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van het explosief in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van het explosief in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van het explosief in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat het explosief in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van artikel 45 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

5. In afwijking van de artikelen 3 en 23 mogen explosieven waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering.

6. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke explosieven.

7. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen van een explosief overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

8. De toepassing van de artikelen 45 bis tot en met 45 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 20 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 45 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

a) Met het oog op het in de handel brengen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de explosieven die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële veiligheidseisen van bijlage II vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële veiligheidseisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.


Artikel 45 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. Wanneer explosieven als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, is de Commissie bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor dergelijke explosieven die de essentiële veiligheidseisen van bijlage II bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken en reeds overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 49, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte explosieven tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt]. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 19 worden explosieven die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage II beschreven essentiële veiligheidseisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 45 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte explosieven die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende explosieven een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële veiligheidseisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage II zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 45 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële veiligheidseisen van bijlage II bestrijken voor explosieven die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 49, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure en zijn van toepassing op in de handel gebrachte explosieven tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 45 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte explosieven die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichte gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende explosieven een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 45 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor explosieven die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor explosieven die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

Artikel 6 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/29/EU

In Richtlijn 2014/29/EU wordt het volgende hoofdstuk 5 bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK 5 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 38 bis 
Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 38 ter tot en met 38 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 38 ter tot en met 38 octies uitsluitend van toepassing zijn op drukvaten die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling van de Commissie als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 38 ter tot en met 38 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 38 quater, lid 2, tweede alinea, en artikel 38 quater, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van drukvaten die overeenkomstig de artikelen 38 quater tot en met 38 septies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 39, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 38 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante drukvaten

1. Dit artikel is van toepassing op drukvaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 13 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van drukvaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van drukvaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparaten die niet als crisisrelevant zijn aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van drukvaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 38 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van drukvaten uit hoofde van lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor als crisisrelevante goederen aangemerkte drukvaten die bij hen zijn aangemeld.

Artikel 38 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen


1. In afwijking van artikel 13 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen of het in gebruik nemen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifiek drukvat dat als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in artikel 13 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen is voldaan.

2. De fabrikant van een drukvat waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het drukvat in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat drukvaten waarvoor uit hoofde van lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder het drukvat in de handel mag worden gebracht of in gebruik mag worden genomen, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële veiligheidseisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van het drukvat in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van het drukvat in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van het drukvat in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat het drukvat in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van artikel 38 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

5. In afwijking van de artikelen 5 en 16 mogen drukvaten waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering en -opschriften.

6. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke drukvaten.

7. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen of het in gebruik nemen van een drukvat overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

8. De toepassing van de artikelen 38 bis tot en met 38 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 13 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 38 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen en in gebruik nemen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat drukvaten die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële veiligheidseisen van bijlage I vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële veiligheidseisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.

Artikel 38 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. Wanneer drukvaten als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, is de Commissie bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor dergelijke drukvaten die de essentiële veiligheidseisen van bijlage I bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) de ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.

2. De in lid 1 bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 39, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte drukvaten tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt]. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 12 worden drukvaten die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage I beschreven essentiële veiligheidseisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 38 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte drukvaten die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende drukvaten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële veiligheidseisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage I zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 38 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële veiligheidseisen van bijlage I bestrijken voor drukvaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 39, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure en zijn van toepassing op in de handel gebrachte drukvaten tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 38 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte drukvaten die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende drukvaten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 38 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor drukvaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor drukvaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

Artikel 7 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/30/EU

Richtlijn 2014/30/EU wordt als volgt gewijzigd:

Het volgende hoofdstuk 5 bis wordt ingevoegd:

“HOOFDSTUK 5 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 40 bis 
Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 40 ter tot en met 40 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 40 ter tot en met 40 octies uitsluitend van toepassing zijn op apparaten die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevant zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 40 ter tot en met 40 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van apparaten die overeenkomstig de artikelen 40 quater tot en met 40 septies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 41, lid 2 bis, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 40 ter
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante apparaten

1. Dit artikel is van toepassing op apparaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 14 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van uitrusting die niet als crisisrelevant is aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 40 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van apparaten uit hoofde van lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor apparaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en bij hen zijn aangemeld.

Artikel 40 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen

1. In afwijking van artikel 14 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen of het in gebruik nemen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifiek apparaat dat als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in artikel 14 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen is voldaan.

2. De fabrikant van apparaten waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het apparaat in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat apparaten waarvoor uit hoofde van lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder het apparaat in de handel mag worden gebracht of in gebruik mag worden genomen, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële veiligheidseisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van het apparaat in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van het apparaat in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van het apparaat in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat het apparaat in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van artikel 40 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

5. In afwijking van de artikelen 5 en 17 mogen apparaten waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering.

6. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke apparaten.

7. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen of het in gebruik nemen van apparaten overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

8. De toepassing van de artikelen 40 bis tot en met 40 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 14 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 40 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen en in gebruik nemen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de apparaten die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële gezondheids- en veiligheidseisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.


Artikel 40 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. Wanneer apparaten als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, is de Commissie bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor dergelijke apparaten die de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 41, lid 2 bis, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte apparaten tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 13 worden apparaten die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage I beschreven essentiële eisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 40 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte apparaten die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende apparaten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële veiligheidseisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage I zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 40 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bestrijken voor apparaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 41, lid 2 bis, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte apparaten tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 40 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte apparaten die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichte gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende apparaten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 40 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor apparaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor apparaten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

3. In artikel 41 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

“2 bis. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.”.

Artikel 8 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/31/EU

In Richtlijn 2014/31/EU wordt het volgende hoofdstuk 5 bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK 5 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 40 bis 
Toepassing van noodprocedures en deactivering ervan

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 40 ter tot en met 40 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 40 ter tot en met 40 octies uitsluitend van toepassing zijn op werktuigen die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevant zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 40 ter tot en met 40 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 40 quater, lid 2, tweede alinea, en artikel 40 quater, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van werktuigen die overeenkomstig de artikelen 40 quater tot en met 40 septies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 41, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 40 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante werktuigen

1. Dit artikel is van toepassing op werktuigen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 13 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van werktuigen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van dergelijke werktuigen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van werktuigen die niet als crisisrelevant zijn aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van werktuigen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 40 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van werktuigen uit hoofde van de leden 2 en 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor werktuigen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en bij hen zijn aangemeld.

Artikel 40 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen

1. In afwijking van artikel 13 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifiek werktuig dat als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in artikel 13 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële eisen is voldaan.

2. De fabrikant van een werktuig waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het werktuig in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële eisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat werktuigen waarvoor uit hoofde van lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder het werktuig in de handel mag worden gebracht, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële eisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van het werktuig in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van het werktuig in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van het werktuig in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat het werktuig in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van artikel 40 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

5. In afwijking van de artikelen 5 en 16 mogen werktuigen waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering, noch van de aanvullende metrologische markering.

6. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke werktuigen.

7. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen van een werktuig overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

8. De toepassing van de artikelen 40 bis tot en met 40 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 13 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 40 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de werktuigen die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die een beschermingsniveau waarborgen dat gelijkwaardig is aan het door de essentiële eisen van bijlage I vereiste veiligheidsniveau, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële eisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante essentiële eisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


Artikel 40 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. Wanneer werktuigen als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, is de Commissie bevoegd om uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor dergelijke werktuigen die de essentiële eisen van bijlage I bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante essentiële eisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 41, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte werktuigen tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificaties verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 12 worden werktuigen die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage I beschreven essentiële eisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 40 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte werktuigen die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende werktuigen een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële eisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage I zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 40 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële eisen van bijlage I bestrijken voor werktuigen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 41, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte werktuigen tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 40 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte werktuigen die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende werktuigen een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 40 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor werktuigen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor werktuigen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

Artikel 9 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/32/EU

In Richtlijn 2014/32/EU wordt het volgende hoofdstuk 5 bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK 5 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 45 bis 
Toepassing van noodprocedures 
en deactivering ervan

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 45 ter tot en met 45 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 45 ter tot en met 45 octies uitsluitend van toepassing zijn op meetinstrumenten die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 45 ter tot en met 45 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 45 quater, lid 2, tweede alinea, en artikel 45 quater, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van meetinstrumenten die overeenkomstig de artikelen 45 quater tot en met 45 septies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 46, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 45 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante meetinstrumenten

1. Dit artikel is van toepassing op alle meetinstrumenten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 17 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van meetinstrumenten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van dergelijke meetinstrumenten worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van meetinstrumenten die niet als crisisrelevant zijn aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van meetinstrumenten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 45 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van meetinstrumenten uit hoofde van de leden 2 en 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor meetinstrumenten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en bij hen zijn aangemeld.

Artikel 45 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen

1. In afwijking van artikel 17 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen of de ingebruikneming op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifiek meetinstrument dat als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in artikel 17 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële eisen is voldaan.

2. De fabrikant van een meetinstrument waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het meetinstrument in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële eisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat meetinstrumenten waarvoor uit hoofde van lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder het meetinstrument in de handel mag worden gebracht of in gebruik mag worden genomen, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële eisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van het meetinstrument in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van het meetinstrument in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van het meetinstrument in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat het meetinstrument in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van de artikelen 7 en 20 mogen meetinstrumenten waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering, noch van de aanvullende metrologische markering.

5. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke meetinstrumenten.

6. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen of het in gebruik nemen van meetinstrumenten overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

7. De toepassing van de artikelen 45 bis tot en met 45 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 17 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 45 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen of in gebruik nemen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de meetinstrumenten die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële eisen van de relevante instrumentspecifieke bijlagen vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële eisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van bijlage I en van de relevante instrumentspecifieke bijlagen bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante essentiële eisen van bijlage I en van de relevante instrumentspecifieke bijlagen bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


Artikel 45 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. De Commissie is bevoegd om uitvoeringshandelingen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor als crisisrelevante goederen aangemerkte meetinstrumenten vast te stellen die de essentiële eisen van bijlage I en van de relevante instrumentspecifieke bijlagen bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van bijlage I en van de relevante instrumentspecifieke bijlagen bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante essentiële eisen van bijlage I en van de relevante instrumentspecifieke bijlagen bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 46, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte meetinstrumenten tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 14 worden meetinstrumenten die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage I en in de relevante instrumentspecifieke bijlagen beschreven essentiële eisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 45 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte meetinstrumenten die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende meetinstrumenten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële eisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage I en in de relevante instrumentspecifieke bijlagen zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 45 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële eisen van bijlage I en van de relevante instrumentspecifieke bijlagen bestrijken voor meetinstrumenten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 46, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte meetinstrumenten tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 45 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte meetinstrumenten die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichte gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende meetinstrumenten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 45 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor meetinstrumenten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor meetinstrumenten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

Artikel 10 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/33/EU

In Richtlijn 2014/33/EU wordt het volgende hoofdstuk V bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK V bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 41 -  bis  Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 41 ter tot en met 41 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 41 ter tot en met 41 octies uitsluitend van toepassing zijn op liften en veiligheidscomponenten voor liften die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 41 ter tot en met 41 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 41 quater, lid 3, tweede alinea, en artikel 41 quater, lid 6, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van liften en veiligheidscomponenten voor liften die overeenkomstig de artikelen 41 quater tot en met 41 septies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 42, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 41 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante liften en veiligheidscomponenten voor liften

1. Dit artikel is van toepassing op alle liften en veiligheidscomponenten voor liften die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig de artikelen 15 en 16 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van liften en veiligheidscomponenten voor liften die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van dergelijke liften en veiligheidscomponenten voor liften die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van liften en veiligheidscomponenten voor liften die niet als crisisrelevant zijn aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van liften en veiligheidscomponenten voor liften die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 41 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van liften en veiligheidscomponenten voor liften krachtens lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor liften en veiligheidscomponenten voor liften die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en bij hen zijn aangemeld.

Artikel 41 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen

1. In afwijking van artikel 15 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het aanbieden op de markt of het in bedrijf stellen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifieke veiligheidscomponent voor liften die als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in dat artikel bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen is voldaan.

2. In afwijking van artikel 16 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen of het in bedrijf stellen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifieke lift die als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in dat artikel bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures door derden die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen is voldaan.

3. De fabrikant van een lift of een veiligheidscomponent voor liften waarop de in de leden 1 of 2 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat de lift of de veiligheidscomponent voor liften in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat liften of veiligheidscomponenten voor liften waarvoor uit hoofde van de leden 1 of 2 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

4. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig de leden 1 of 2 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder de lift of de veiligheidscomponent voor liften respectievelijk in de handel mag worden gebracht, op de markt mag worden aangeboden of in bedrijf mag worden gesteld, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van de lift of de veiligheidscomponent voor liften in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van de lift of de veiligheidscomponent voor liften in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van de lift of de veiligheidscomponent voor liften in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de lift of de veiligheidscomponent voor liften in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

5. In afwijking van artikel 41 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 4 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

6. In afwijking van de artikelen 3 en 19 mogen liften of veiligheidscomponenten voor liften waarvoor overeenkomstig de leden 1 of 2 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering.

7. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke liften of veiligheidscomponenten voor liften.

8. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het respectievelijk in de handel brengen, op de markt aanbieden of het in bedrijf stellen van een lift of een veiligheidscomponent voor liften overeenkomstig de leden 1 of 2 wordt toegestaan.

9. De toepassing van de artikelen 41 bis tot en met 41 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 15 of 16 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 41 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen, op de markt aanbieden en in bedrijf stellen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de liften en veiligheidscomponenten voor liften die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële gezondheids- en veiligheidseisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 41 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. De Commissie is bevoegd om uitvoeringshandelingen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor als crisisrelevante goederen aangemerkte liften en veiligheidscomponenten voor liften vast te stellen die de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 42, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte liften en veiligheidscomponenten voor liften tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 14 worden liften en veiligheidscomponenten voor liften die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage I beschreven essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 41 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte liften en veiligheidscomponenten voor liften die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende liften en veiligheidscomponenten voor liften een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage I zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 41 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage I bestrijken voor liften en veiligheidscomponenten voor liften die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 42, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure en zijn van toepassing op in de handel gebrachte liften en veiligheidscomponenten voor liften tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 41 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte liften en veiligheidscomponenten die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichte gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende liften en veiligheidscomponenten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 41 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor liften en veiligheidscomponenten voor liften die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor liften en veiligheidscomponenten voor liften die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

Artikel 11 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/34/EU

In Richtlijn 2014/34/EU wordt het volgende hoofdstuk 5 bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK 5 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 38 bis 
Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 38 ter tot en met 38 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 38 ter tot en met 38 octies uitsluitend van toepassing zijn op producten die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 38 ter tot en met 38 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 38 quater, lid 2, tweede alinea, en artikel 38 quater, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van producten die overeenkomstig de artikelen 38 quater tot en met 38 septies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 39, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 38 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante producten

1. Dit artikel is van toepassing op alle producten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 13 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van producten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van producten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van producten die niet als crisisrelevant zijn aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van producten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 38 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van producten uit hoofde van lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor producten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en bij hen zijn aangemeld.

Artikel 38 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen


1. In afwijking van artikel 13 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen of het in bedrijf stellen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifiek product dat als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in dat artikel bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen is voldaan.

2. De fabrikant van een product waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat producten waarvoor krachtens lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder het product in de handel mag worden gebracht of in bedrijf mag worden gesteld, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van het product in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van het product in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van het product in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat het product in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van artikel 38 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

5. In afwijking van de artikelen 5 en 16 mogen producten waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering.

6. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke producten.

7. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen of het in bedrijf stellen van een product overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

8. De toepassing van de artikelen 38 bis tot en met 38 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 13 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 38 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen of het in bedrijf stellen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de producten die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage II vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële gezondheids- en veiligheidseisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


Artikel 38 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. De Commissie is bevoegd om uitvoeringshandelingen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor als crisisrelevante goederen aangemerkte producten vast te stellen die de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage II bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 39, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte producten tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 12 worden producten die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage II beschreven essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 38 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte producten die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende producten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage II zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 38 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van bijlage II bestrijken voor producten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 39, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte producten tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 38 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte producten die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichte gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende producten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 38 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor producten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

1. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor producten die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

Artikel 12 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/35/EU

In Richtlijn 2014/35/EU wordt het volgende hoofdstuk 4 bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK 4 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 22 bis 
Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 22 ter, 22 quater en 22 quinquies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 22 ter, 22 quater en 22 quinquies uitsluitend van toepassing zijn op elektrisch materiaal dat in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevant is aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 22 ter, 22 quater en 22 quinquies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van elektrisch materiaal dat overeenkomstig de artikelen 22 ter en 22 quater in de handel is gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 23, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 22 ter 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. De Commissie is bevoegd om uitvoeringshandelingen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor als crisisrelevant aangemerkt elektrisch materiaal vast te stellen die de in artikel 3 bedoelde veiligheidsdoeleinden, zoals opgenomen in bijlage I, bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die het veiligheidsdoeleinde van bijlage I bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de relevante in artikel 3 bedoelde veiligheidsdoeleinden, zoals opgenomen in bijlage I bij deze richtlijn bestrijken en die reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 23, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebracht elektrisch materiaal tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd de artikelen 12, 13 en 14 wordt elektrisch materiaal dat in overeenstemming is met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in artikel 3 bedoelde en in bijlage I opgenomen veiligheidsdoeleinden, die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 22 bis, lid 3, wordt in de handel gebracht elektrisch materiaal dat in overeenstemming is met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat dat elektrisch materiaal een risico vormt voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de in artikel 3 bedoelde en in bijlage I opgenomen veiligheidsdoeleinden, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 22 quater 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de in artikel 3 bedoelde veiligheidsdoeleinden, zoals opgenomen in bijlage I, bestrijken voor elektrisch materiaal dat als crisisrelevant is aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 23, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebracht elektrisch materiaal tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandeling tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 22 bis, lid 3, wordt in de handel gebracht elektrisch materiaal dat in overeenstemming is met de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichte gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat dat elektrisch materiaal een risico vormt voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 22 quinquies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor elektrisch materiaal dat als crisisrelevant is aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor elektrisch materiaal dat als crisisrelevant is aangemerkt.”.

Artikel 13 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/53/EU

In Richtlijn 2014/53/EU wordt het volgende hoofdstuk 5 bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK V bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 43 -  bis  Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 43 ter tot en met 43 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 43 ter tot en met 43 octies uitsluitend van toepassing zijn op radioapparatuur die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevant is aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 43 ter tot en met 43 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 43 quater, lid 2, tweede alinea, en artikel 43 quater, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van radioapparatuur die overeenkomstig de artikelen 43 quater tot en met 43 septies in de handel is gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 45, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 43 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante radioapparatuur

1. Dit artikel is van toepassing op alle radioapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt en die onderworpen is aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 17 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van radioapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van radioapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van radioapparatuur die niet als crisisrelevant is aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van radioapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 43 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van radioapparatuur krachtens lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor radioapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt en bij hen is aangemeld.

Artikel 43 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen

1. In afwijking van artikel 17 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van specifieke radioapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in dat artikel bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële eisen is voldaan.

2. De fabrikant van radioapparatuur waarop de in lid 1 bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat de radioapparatuur in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële eisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant, importeur en distributeur treffen tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de radioapparatuur waarvoor uit hoofde van lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaat.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder de radioapparatuur in de handel mag worden gebracht, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële eisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van de radioapparatuur in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van de radioapparatuur in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van de radioapparatuur in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de radioapparatuur in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van de artikelen 9 en 20 mag radioapparatuur waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mag zij niet worden voorzien van de CE-markering.

5. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke radioapparatuur.

6. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen van radioapparatuur overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

7. De toepassing van de artikelen 43 bis tot en met 43 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 17 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 43 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de radioapparatuur die voldoet aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële eisen van artikel 3 vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten wordt geacht aan die essentiële eisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van artikel 3 van deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van artikel 3 van deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.

Artikel 43 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. De Commissie is bevoegd om uitvoeringshandelingen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties voor als crisisrelevant aangemerkte radioapparatuur vast te stellen die de essentiële eisen van artikel 3 bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van artikel 3 bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen die de relevante essentiële eisen van artikel 3 van deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 45, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte radioapparatuur tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificaties verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 16 wordt radioapparatuur die in overeenstemming is met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in artikel 3 beschreven essentiële eisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 43 bis, lid 3, eerste alinea, wordt in de handel gebrachte radioapparatuur die in overeenstemming is met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat die radioapparatuur een risico vormt voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële eisen die zij beoogt te bestrijken en die in artikel 3 zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 43 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële eisen van artikel 3 bestrijken voor radioapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 45, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure en zijn van toepassing op in de handel gebrachte radioapparatuur tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificaties verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 43 bis, lid 3, eerste alinea, wordt in de handel gebrachte radioapparatuur die in overeenstemming is met de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichte gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat die radioapparatuur een risico vormt voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 43 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor radioapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor radioapparatuur die als crisisrelevant is aangemerkt.”.

Artikel 15 - Wijzigingen van Richtlijn 2014/68/EU

In Richtlijn 2014/68/EU wordt het volgende hoofdstuk 5 bis ingevoegd:

“HOOFDSTUK 5 bis 
NOODPROCEDURES

Artikel 43 -  bis  Toepassing van noodprocedures 

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 43 ter tot en met 43 octies van deze richtlijn alleen van toepassing zijn wanneer de Commissie een uitvoeringshandeling krachtens artikel 23 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] tot activering van artikel 26 van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt] met betrekking tot deze richtlijn heeft vastgesteld.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 43 ter tot en met 43 octies uitsluitend van toepassing zijn op drukapparaten en samenstellen die in de in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandeling als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

3. De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen ter omzetting van de artikelen 43 ter tot en met 43 octies van toepassing zijn tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt.

Artikel 43 quater, lid 2, tweede alinea, en artikel 17 quater, lid 5, zijn echter zowel van toepassing tijdens de noodfase voor de eengemaakte markt als na de deactivering of het verstrijken ervan.

4. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen voorschriften vast te stellen met betrekking tot de follow-upmaatregelen die moeten worden genomen ten aanzien van drukapparaten en samenstellen die overeenkomstig de artikelen 43 quater tot en met 43 septies in de handel zijn gebracht. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 44, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 43 ter 
Prioritering van de conformiteitsbeoordeling van crisisrelevante drukapparaten en samenstellen

1. Dit artikel is van toepassing op drukapparaten en samenstellen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt en die onderworpen zijn aan conformiteitsbeoordelingsprocedures overeenkomstig artikel 14 waarvoor de betrokkenheid van een aangemelde instantie is vereist.

2. De aangemelde instanties behandelen alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van drukapparaten en samenstellen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, met voorrang.

3. Alle in behandeling zijnde aanvragen voor conformiteitsbeoordeling overeenkomstig artikel 14 van drukapparaten en samenstellen die als crisisrelevant zijn aangemerkt, worden met voorrang behandeld, vóór alle andere aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van drukapparaten en samenstellen die niet als crisisrelevant zijn aangemerkt. Deze eis geldt voor alle aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van drukapparaten en samenstellen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, ongeacht of zij zijn ingediend vóór of na de activering van de noodprocedures uit hoofde van artikel 43 bis.

4. De prioritering van aanvragen voor conformiteitsbeoordeling van drukapparaten en samenstellen krachtens lid 3 leidt niet tot extra kosten voor de fabrikanten die deze aanvragen hebben ingediend.

5. De aangemelde instanties stellen alles in het werk om hun testcapaciteit te vergroten voor als crisisrelevante goederen aangemerkte drukapparaten en samenstellen die bij hen zijn aangemeld.

Artikel 43 quater 
Afwijking van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen

1. In afwijking van artikel 14 kan elke bevoegde nationale autoriteit op grond van een naar behoren gemotiveerd verzoek toestemming verlenen voor het in de handel brengen of het in bedrijf stellen op het grondgebied van de betrokken lidstaat van een specifiek drukapparaat of samenstel dat als crisisrelevant is aangemerkt en waarvoor de in dat artikel bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures die de betrokkenheid van een aangemelde instantie vereisen, niet zijn uitgevoerd door een aangemelde instantie, maar waarvoor is aangetoond dat aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen is voldaan.

2. De fabrikant van een drukapparaat of samenstel waarop de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergunningsprocedure van toepassing is, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het drukapparaat of samenstel in kwestie voldoet aan alle toepasselijke essentiële veiligheidseisen en is verantwoordelijk voor de naleving van alle door de nationale bevoegde autoriteit aangegeven conformiteitsbeoordelingsprocedures.

De fabrikant treft tevens alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat drukapparaten of samenstellen waarvoor uit hoofde van lid 1 een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, niet verlaten.

3. In elke door een nationale bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 1 afgegeven vergunning worden de voorwaarden en eisen vermeld waaronder het drukapparaat of samenstel in de handel mag worden gebracht of in bedrijf mag worden gesteld, met inbegrip van:

a) een beschrijving van de procedures waarmee met succes is aangetoond dat aan de toepasselijke essentiële gezondheids- en veiligheidseisen van deze richtlijn is voldaan;

b) specifieke eisen met betrekking tot de traceerbaarheid van het drukapparaat of samenstel in kwestie;

c) een einddatum van de geldigheid van de vergunning, die niet later mag vallen dan de laatste dag van de periode waarvoor de noodfase voor de eengemaakte markt is geactiveerd;

d) eventuele specifieke eisen met betrekking tot de noodzaak om de permanente conformiteitsbeoordeling van het drukapparaat of samenstel in kwestie te waarborgen;

e) maatregelen die na het verstrijken van de vergunning ten aanzien van de drukapparatuur of het samenstel in kwestie moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de drukapparatuur of het samenstel in kwestie weer in overeenstemming wordt gebracht met alle eisen van deze richtlijn.

4. In afwijking van artikel 43 bis, lid 3, eerste alinea, kan de nationale bevoegde autoriteit in voorkomend geval de voorwaarden van de in lid 3 van dit artikel bedoelde vergunning wijzigen, ook na de deactivering of het verstrijken van de noodfase voor de eengemaakte markt.

5. In afwijking van de artikelen 5 en 19 mogen drukapparaten of samenstellen waarvoor overeenkomstig lid 1 van dit artikel een vergunning is verleend, het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven niet verlaten en mogen zij niet worden voorzien van de CE-markering.

6. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaat waarvan de bevoegde autoriteit krachtens lid 1 een vergunning heeft verleend, hebben het recht op nationaal niveau alle corrigerende en beperkende maatregelen te nemen waarin deze richtlijn voorziet met betrekking tot dergelijke drukapparaten of samenstellen.

7. De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elk besluit waarbij het in de handel brengen van drukapparaten en samenstellen overeenkomstig lid 1 wordt toegestaan.

8. De toepassing van de artikelen 43 bis tot en met 43 octies en het gebruik van de in lid 1 van dit artikel beschreven vergunningsprocedure laten de toepassing van de relevante conformiteitsbeoordelingsprocedures van artikel 14 op het grondgebied van de betrokken lidstaat onverlet.

Artikel 43 quinquies 
Vermoeden van conformiteit op grond van nationale en internationale normen

Met het oog op het in de handel brengen, nemen de lidstaten alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de drukapparaten of samenstellen die voldoen aan de relevante internationale normen of aan de nationale normen die in de lidstaat van vervaardiging van kracht zijn en die het door de essentiële veiligheidseisen van bijlage II vereiste veiligheidsniveau waarborgen, door hun bevoegde autoriteiten worden geacht aan die essentiële veiligheidseisen te voldoen indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die in aanmerking zijn genomen bij het activeren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig artikel 15, lid 4, van [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 43 sexies 
Vaststelling van gemeenschappelijke specificaties die een vermoeden van conformiteit vestigen

1. Wanneer drukapparaten en samenstellen als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt, is de Commissie bevoegd om uitvoeringshandelingen voor dergelijke drukapparaten en samenstellen vast te stellen ter bepaling van gemeenschappelijke specificaties die de essentiële veiligheidseisen van bijlage II bestrijken indien:

a) er in het Publicatieblad van de Europese Unie geen referentie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 is bekendgemaakt van geharmoniseerde normen die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken; of

b) ernstige verstoringen van de werking van de eengemaakte markt, die hebben geleid tot de activering van de noodfase voor de eengemaakte markt de fabrikanten aanzienlijk beperken in hun mogelijkheden om gebruik te maken van de geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 die de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van bijlage II bij deze richtlijn bestrijken en reeds zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 44, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte drukapparaten en samenstellen tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificaties verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. Onverminderd artikel 12 worden drukapparaten of samenstellen die in overeenstemming zijn met de uit hoofde van lid 2 van dit artikel vastgestelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage II beschreven essentiële veiligheidseisen die door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan worden bestreken.

4. In afwijking van artikel 43 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte drukapparaten en samenstellen die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende drukapparaten en samenstellen een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

5. Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een in lid 1 bedoelde gemeenschappelijke specificatie niet volledig voldoet aan de essentiële veiligheidseisen die zij beoogt te bestrijken en die in bijlage I zijn opgenomen, stelt hij de Commissie daarvan in kennis met een gedetailleerde toelichting en beoordeelt de Commissie die informatie en wijzigt zij zo nodig de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie of trekt zij deze in.

Artikel 43 septies 
Vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties

1. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen is de Commissie bevoegd uitvoeringshandelingen vast te stellen ter bepaling van verplichte gemeenschappelijke specificaties die de essentiële veiligheidseisen van bijlage II bestrijken voor drukapparaten en samenstellen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen tot vaststelling van verplichte gemeenschappelijke specificaties worden vastgesteld na raadpleging van de sectorale deskundigen en overeenkomstig de in artikel 44, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Zij zijn van toepassing op in de handel gebrachte drukapparaten en samenstellen tot de laatste dag van de periode waarin de noodfase voor de eengemaakte markt actief blijft. In een vroeg stadium van de opstelling van de ontwerpuitvoeringshandelingen tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificaties verzamelt de Commissie de standpunten van de relevante instanties of deskundigengroepen die zijn opgericht uit hoofde van de desbetreffende sectorale wetgeving van de Unie. Op basis van die raadpleging stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling op.

3. In afwijking van artikel 43 bis, lid 3, eerste alinea, worden in de handel gebrachte drukapparaten en samenstellen die in overeenstemming zijn met de in lid 1 van dit artikel bedoelde gemeenschappelijke specificaties geacht in overeenstemming te zijn met deze richtlijn na het verstrijken of intrekken van een krachtens lid 2 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling en na het verstrijken of deactiveren van de noodfase voor de eengemaakte markt overeenkomstig [de verordening tot vaststelling van een noodinstrument voor de eengemaakte markt], tenzij er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de onder die gemeenschappelijke specificaties vallende drukapparaten en samenstellen een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen.

Artikel 43 octies 
Prioritering van de markttoezichtactiviteiten en wederzijdse bijstand tussen autoriteiten

1. De lidstaten geven voorrang aan de markttoezichtactiviteiten voor drukapparaten en samenstellen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.

2. De markttoezichtautoriteiten van de lidstaten stellen alles in het werk om bijstand te verlenen aan andere markttoezichtautoriteiten tijdens een noodsituatie voor de eengemaakte markt, onder meer door deskundigenteams in te zetten en uit te zenden om het personeel van markttoezichtautoriteiten die om bijstand verzoeken tijdelijk te versterken, of door logistieke steun te verlenen, zoals versterking van de testcapaciteit voor drukapparaten en samenstellen die als crisisrelevante goederen zijn aangemerkt.”.

Artikel 15 - Omzetting

1. De lidstaten stellen uiterlijk op [PB — datum invoegen — 6 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen, en maken deze bekend. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.

2. Zij passen die bepalingen toe vanaf […[PB — datum invoegen — 6 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn].

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

3. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 16 - Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 17 - Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.