Artikelen bij COM(2023)256 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 wat betreft de minimumeisen voor minimale onderbrekingen en dagelijkse en wekelijkse rusttijden in de sector van het ongeregeld personenvervoer - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)256 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 wat betreft de minimumeisen voor minimale onderbrekingen en dagelijkse en ... |
---|---|
document | COM(2023)256 |
datum | 24 april 2024 |
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 561/2006 wordt als volgt gewijzigd:
(1) artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
(a) punt n) wordt vervangen door:
“n) “geregeld personenvervoer”: nationaal en internationaal vervoer als gedefinieerd in artikel 2, punten 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad*;
_______
* Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).”;
(b) het volgende punt n bis) wordt ingevoegd:
“n bis) “ongeregeld personenvervoer”: nationaal en internationaal vervoer als gedefinieerd in artikel 2, punt 4, van Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad;”;
(2) aan artikel 7 wordt de volgende vierde alinea toegevoegd:
“Voor een bestuurder in het ongeregeld personenvervoer kan de in de eerste alinea bedoelde onderbreking ook worden vervangen door drie onderbrekingen van ten minste 15 minuten elk, verdeeld over de in de eerste alinea bedoelde rijperiode, op een wijze die voldoet aan de eerste alinea.”;
(3) artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
a) het volgende punt 2 bis wordt ingevoegd:
“2 bis. Mits de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht, mag een bestuurder die ongeregeld personenvervoer met een duur van ten minste 8 dagen verricht, op de volgende wijze afwijken van punt 2, eerste alinea:
a) de dagelijkse rusttijd wordt met ten hoogste 1 uur uitgesteld, mits de totale gecumuleerde rijtijd voor die dag niet meer dan 7 uur bedraagt;
b) de dagelijkse rusttijd wordt met ten hoogste 2 uur uitgesteld, mits de totale gecumuleerde rijtijd voor die dag niet meer dan 5 uur bedraagt.
Elk van de in de eerste alinea, punten a) en b), bedoelde afwijkingen mag slechts eenmaal worden gebruikt tijdens de in de eerste alinea bedoelde reis.
De bestuurder moet uiterlijk bij aankomst op de bestemming of op de geschikte stopplaats de reden van een dergelijke afwijking met de hand vermelden op het registratieblad of op een afdruk van zijn controleapparaat of in het dienstrooster.”;
b) in lid 6 bis worden de inleidende zin en punt a) vervangen door:
“In afwijking van lid 6 mag een bestuurder die één enkele ongeregelde passagiersdienst verricht, de wekelijkse rusttijd voor maximaal 12 opeenvolgende perioden van 24 uur na een vorige normale wekelijkse rusttijd uitstellen, mits:
a) de dienst ten minste 24 achtereenvolgende uren duurt;”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.