Artikelen bij COM(2023)331 - Wijziging van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 betreffende het stelsel van eigen middelen van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

Wijzigingen van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053


Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 wordt als volgt gewijzigd:


1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) aan lid 1 wordt het volgende punt e) toegevoegd:

“e) de toepassing van een uniform percentage van 30% op:

1) de opbrengsten van de veiling van rechten door de lidstaten overeenkomstig de artikelen 3 quinquies, 10 en 30 quinquies van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad1;

2) het bedrag dat wordt berekend door de jaarlijkse hoeveelheid emissierechten waarvoor de betrokken lidstaat een van de volgende toepast:

a) de optie voor voorlopige kosteloze toewijzing als bedoeld in artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG;

b) de mogelijkheid van beperkte annulering als bedoeld in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad2;

c) het gebruik van de in artikel 10 quinquies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde emissierechten voor veiling ten behoeve van het in artikel 10 quinquies, lid 3, van die richtlijn bedoelde moderniseringsfonds;

te vermenigvuldigen met de gemiddelde gewogen prijs van de overeenkomstig de artikelen 3 quinquies en 10 van Richtlijn 2003/87/EG door lidstaten op het gemeenschappelijke veilingplatform geveilde emissierechten in het jaar waarin deze rechten zouden zijn geveild.

3) het bedrag dat wordt berekend door de hoeveelheid overeenkomstig artikel 30 sexies, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG geannuleerde emissierechten te vermenigvuldigen met de gemiddelde gewogen prijs van de emissierechten die de lidstaten overeenkomstig artikel 30 quinquies van die richtlijn op het gemeenschappelijke veilingplatform hebben geveild in het jaar waarin deze emissierechten zouden zijn geveild.”

b) aan lid 1 wordt het volgende punt f) toegevoegd:

“f) de toepassing van een uniform afdrachtpercentage ten belope van 75% van de inkomsten uit de verkoop van certificaten van het bij Verordening (EU) [XXX] van het Europees Parlement en de Raad3 ingestelde mechanisme voor koolstofgrenscorrectie.”

c) aan lid 1 wordt het volgende punt g) toegevoegd:

“g) de toepassing van een uniform afdrachtpercentage van 15 % op het deel van de restwinsten van multinationale ondernemingen dat aan de lidstaten wordt toegewezen [overeenkomstig de richtlijn inzake de tenuitvoerlegging van de algemene overeenkomst inzake de herverdeling van heffingsrechten4.]”

d) “aan lid 1 wordt het volgende punt h) toegevoegd:

“h) de toepassing van een uniform afdrachtpercentage gelijk aan 0,5 % op de som van het bruto-exploitatieoverschot (B.2g) van de sectoren niet-financiële vennootschappen (S.11) en financiële instellingen (S.12) van elke lidstaat, zoals bepaald door de Commissie overeenkomstig de definities van het Europees systeem van rekeningen 2010 (ESR 2010), ingesteld bij Verordening (EU) nr. 549/2013.”

(ed) het volgende lid 2 bis wordt ingevoegd:

“2 bis. In afwijking van lid 1, punt e), is tot en met het begrotingsjaar 2030 het volgende van toepassing:

a) indien het aandeel van een lidstaat in het totale bedrag van de ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van lid 1, punt e), kleiner is dan 75 % van zijn aandeel in het bruto nationaal inkomen van de Unie, stelt die lidstaat een bedrag ter beschikking dat gelijk is aan 75 % van dat aandeel van het bruto nationaal inkomen, vermenigvuldigd met het totale bedrag van de ontvangsten die voortvloeien uit de toepassing van lid 1, punt e).

b) het aandeel van een lidstaat in het totale bedrag van de ontvangsten dat voortvloeit uit de toepassing van lid 1, punt e), mag niet meer bedragen dan 150 % van het aandeel van die lidstaat in het bruto nationaal inkomen van de Unie voor lidstaten met een bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking van minder dan 90 % van het gemiddelde van de Unie, gemeten in koopkrachtstandaard en berekend op basis van de cijfers voor 2020, voor de periode van 2023 tot en met 2027, en op basis van de cijfers voor 2025 voor de periode 2028-2030.

Onder bruto nationaal inkomen als bedoeld in de punten a) en b) wordt verstaan, het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen in de zin van artikel 1, lid 1, van Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad5.”


Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Het secretariaat-generaal van de Raad deelt dit besluit aan de lidstaten mee.

De lidstaten stellen de secretaris-generaal van de Raad onverwijld in kennis van de voltooiing van de volgens hun onderscheiden grondwettelijke bepalingen voor de aanneming van dit besluit vereiste procedures.

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand na de ontvangst van de laatste van de in de tweede alinea bedoelde kennisgevingen.

Artikel 1, lid 1, punt a), is van toepassing met ingang van 1 januari 2024 1 januari 2023 voor de inkomsten uit hoofde van artikel 3 quinquies en artikel 10 van Richtlijn 2003/87/EG, en met ingang van 1 januari 2028de dag na de laatste dag van de termijn voor omzetting van Richtlijn (EU) [XXX] van het Europees Parlement en de Raad6 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG voor de inkomsten uit hoofde van artikel 30 quinquies van Richtlijn 2003/87/EG.

Artikel 1, lid 1, punt b), is van toepassing met ingang van 1 januari 2026de datum van toepassing van Verordening (EU) [XXX] tot instelling van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens.

Artikel 1, lid 1, punt c), is van toepassing met ingang van de eerste dag van toepassing van de [richtlijn betreffende de uitvoering van de algemene overeenkomst inzake de herverdeling van heffingsrechten], of de dag van inwerkingtreding en vankrachtwording van het multilaterale verdrag, indien dat later is.

Artikel 1, lid 1, punt d), is van toepassing met ingang van 1 januari 2024.


Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.