Artikelen bij COM(2023)468 - Uitvoering en de resultaten van het Pericles IV-programma voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij in 2022 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)468 - Uitvoering en de resultaten van het Pericles IV-programma voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij in 2022. |
---|---|
document | COM(2023)468 |
datum | 2 augustus 2023 |
VERSLAG VAN DE COMMISSIE
AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK
betreffende de uitvoering en de resultaten van het Pericles IV-programma voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij in 2022
1. Algemeen
Het Pericles IV-programma (of “het programma”) is een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij. Het vervangt het Pericles 2020-programma (dat liep over de periode 2013-2020) en het Pericles-programma (dat liep over de periode 2002-2013). Het programma werd ingesteld bij Verordening (EU) 2021/840 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 20211. Bij Verordening (EU) 2021/1696 van de Raad van 21 september 2021 werd de toepassing ervan uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten2. Volgens Verordening (EU) 2021/840 loopt het programma tot en met 31 december 2027. Overeenkomstig artikel 12, lid 3, van de verordening moet de Commissie het Europees Parlement en de Raad jaarlijks informatie over de resultaten van het programma verstrekken. Met dit jaarlijkse verslag wordt voor het jaar 2022 aan die verplichting voldaan. Dit verslag verschaft informatie over de vastleggingen en de uitvoering van het Pericles IV-programma in 2022 en over de uitvoering in 2022 van acties die zijn vastgelegd in de voorgaande jaren en in het kader van de vorige generatie van het programma.
2. Vastleggingen in het kader van het jaarlijkse werkprogramma 2022
Het jaarbudget voor de uitvoering van het programma was voor 2022 vastgesteld op 850 169 EUR en werd gefinancierd uit begrotingsonderdeel 06.030100 van de algemene begroting 2022 van de Europese Unie. In totaal werd in 2022 een bedrag van 828 141,12 EUR vastgelegd, wat neerkomt op 97,41 % van het totale budget. Het programma is uitgevoerd door middel van acties met medefinanciering (subsidies) van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en door middel van “acties van de Commissie” die rechtstreeks door de Commissie worden georganiseerd. Het totale vastgelegde bedrag omvat ook een vastlegging van 27 350 EUR om de jaarlijkse kosten te dekken van het gebruik van het eGrants-instrument, een volledig elektronisch (papierloos) beheersysteem voor subsidies.
De uitvoering van het programma getuigt van de vastberadenheid van de lidstaten en de Commissie om de euro tegen valsemunterij te beschermen. Dankzij overleg over de meerjarenstrategie op de bijeenkomsten van de deskundigengroep eurovalsemunterij (ECEG) kon 97,41 % van het totale budget 2022 worden vastgelegd. Het programma heeft financiering vastgelegd voor in totaal acht projecten3. Alles samen werden met succes vijf subsidies toegekend voor aanvragen die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten hadden ingediend. Voorts werden drie acties van de Commissie gefinancierd.
Een van de acties van de Commissie is uitgevoerd in 2022, terwijl de twee andere acties van de Commissie en alle subsidies in 2023 en nadien zullen worden uitgevoerd.
Figuur I en figuur II: Soort gefinancierde acties en aantal acties per lidstaat (acties vastgelegd in 2022; zie bijlage I)
Hierbij kan worden aangetekend dat Italië en Spanje, twee van de lidstaten die het meest getroffen worden door eurovalsemunterij, ook dit jaar weer Pericles-subsidies hebben ontvangen. Daarnaast heeft ook Kroatië in 2022 subsidies in het kader van het programma ontvangen, hetgeen van bijzonder belang is gezien de toetreding van het land tot de eurozone per 1 januari 2023. Al deze inspanningen versterken de bescherming van de euro, hetgeen gunstig is voor alle andere lidstaten.
De acties waarvoor in 2022 vastleggingen hebben plaatsgevonden, kunnen als volgt worden uitgesplitst: drie uitwisselingen van personeel, twee technische opleidingen, twee seminars en één studie. De acties zullen zowel binnen als buiten de EU plaatsvinden, afhankelijk van de specifieke behoeften om de euro tegen valsemunterij te beschermen. Al van bij de aanvang heeft het programma zijn regionale aanpak geconsolideerd door acties uit te voeren waarbij regio’s in de wereld betrokken zijn die van bijzonder belang zijn in de strijd tegen valsemunterij.
3. Uitvoering van acties in 20224
Overzicht
Dit onderdeel analyseert de uitvoering van alle door Pericles gefinancierde acties tijdens het kalenderjaar 2022. Het omvat derhalve de uitvoering van zowel acties die zijn vastgelegd in het kader van de Pericles IV-begroting 2021 en 2022 (vijf subsidies en één actie van de Commissie) als acties die zijn vastgelegd in de eerdere Pericles 2020-begrotingen (zes subsidies). Een en ander onderstreept de continuïteit van het programma wat betreft de opzet ervan en getuigt van de doeltreffendheid van het Pericles-programma om de euro tegen valsemunterij te beschermen door middel van acties die op jaarbasis worden uitgevoerd.
In 2022 zijn er twaalf door Pericles gefinancierde acties uitgevoerd, waaronder:
- de volledige uitvoering van acht subsidieacties door de lidstaten: deze acties werden uitgevoerd door Spanje (drie acties), Portugal (twee acties), Nederland, Duitsland en Italië (telkens één actie);
- de gedeeltelijke uitvoering van drie subsidieacties door de lidstaten: bij deze acties gaat het om acties in meerdere fasen (d.w.z. uitwisseling van personeel en seminars) gespreid over meer dan één kalenderjaar en die gedeeltelijk werden uitgevoerd door Italië, Roemenië en Kroatië;
- de volledige uitvoering van één door de Commissie aanbestede actie.
De bovenstaande acties bestaan uit vijf uitwisselingen van personeel, vier conferenties en drie technische opleidingen (zie ook onderdeel 2). Naar schatting namen 599 deskundigen deel aan de bovengenoemde acties.
Figuur III en figuur IV: Herkomst en professionele achtergrond van de deelnemers (acties uitgevoerd in 2022; zie bijlage II)5
De deelnemers zijn afkomstig uit 51 landen. Het merendeel van de deelnemers aan opleidingen (78 %) kwam uit Europa: 65 % kwam uit lidstaten van de eurozone, terwijl het percentage deelnemers aan opleidingen uit lidstaten van buiten de eurozone goed was voor 13 % en dat van deelnemers uit niet-EU-landen in Europa 6 % bedroeg; 11 % van de deelnemers kwam uit Latijns-Amerika. Tot slot was 3 % van de deelnemers afkomstig van de Europese instellingen, 1 % kwam uit Afrika en het Midden-Oosten, en 1 % uit andere regio’s.
Wat de professionele achtergrond van de deelnemers betreft, blijkt 53 % van het totale deelnemersveld uit de politiediensten afkomstig. Die sterke vertegenwoordiging heeft te maken met het feit dat de politie zich bij de strijd tegen eurovalsemunterij in de frontlijn bevindt. Bij deze politiemensen gaat het om zowel rechercheurs als technici. Andere categorieën deelnemers zijn goed voor 47 % van het totaal, waarbij deskundigen van de nationale centrale banken 33 % vertegenwoordigen en daarmee de op één na grootste groep deelnemers vormen. Net zoals in 2021 lag in 2022 bij diverse acties de klemtoon op de deelname van centrale banken. Ook is er een aanzienlijke deelname van leden van de rechterlijke macht (5 %), vanuit Europese instellingen (3 %) en munthuizen (2 %) en douanediensten (<1 %), waardoor een heel scala aan professionele achtergronden vertegenwoordigd is. Tot slot zorgt de uitvoering van de actie van de Commissie “4e Platform 1210-bijeenkomst” voor het zesde jaar voor een groot aantal deelnemers uit de sector munttelmachines (2 %). Dit bevestigt nogmaals dat de particuliere sector een belangrijke stakeholder is in de strijd tegen valsemunterij. Bijgevolg beantwoordt de uitvoering van het programma dankzij zijn hoge mate van diversificatie aan het grensoverschrijdende en multidisciplinaire karakter van het programma, dat vereist is op grond van Verordening (EU) nr. 331/2014.
Belangrijkste punten van de uitvoering in 2022
Het programma is erin geslaagd om de regionale internationale samenwerking in Zuidoost-Europa en Latijns-Amerika in 2022 voort te zetten en verder te versterken:
- In 2022 zijn verschillende Pericles-acties uitgevoerd die gericht waren op het aanmoedigen en handhaven van een sterke samenwerking tussen de bevoegde nationale autoriteiten in Zuidoost-Europa. Daarbij ging het om uitwisselingen van personeel georganiseerd door het Italiaanse Comando Carabinieri Antifalsificazione Monetaria (CCAFM), de Italiaanse Guardia di Finanza (GDF) en de Roemeense politie (GIRP), alsmede om een uitwisseling van personeel georganiseerd door de Kroatische centrale bank (HNB); die had als belangrijkste doel het delen van goede praktijken op het gebied van procedures, kennis en ervaring om de Kroatische en Bulgaarse autoriteiten te ondersteunen bij de toetreding tot de eurozone.
- De Spaanse Brigada de Investigación del Banco de España (BIBE) organiseerde in 2022 een opleidingscursus over valsemunterij voor deskundigen uit Latijns-Amerikaanse landen, waar de autoriteiten van 17 Latijns-Amerikaanse landen in Lima (Peru) bijeenkwamen. Die cursus stimuleert maatregelen om de euro te beschermen tegen valsemunterij in landen in Latijns-Amerika die daar potentieel gevoelig voor zijn. Deze actie ondersteunde in de deelnemende landen de oprichting en het functioneren van nationale centrale bureaus voor de bestrijding van valsemunterij. Op basis van een eerdere opleiding volgens dezelfde opzet heeft Argentinië een dergelijk nationaal centraal bureau opgericht.
De uitvoering van het programma in 2022 werd ook gekenmerkt door diverse acties waar de klemtoon lag op thematische ontwikkelingen in de strijd tegen valsemunterij:
- In diverse acties ging het over de dreiging van het internet/darkweb wat betreft eurovalsemunterij, met bijzondere aandacht voor het mogelijke gebruik daarvan als distributieplatform. Het Duitse Bundeskriminalamt (BKA) organiseerde een reeks van drie workshops onder de naam “COPE”. Die dienden als bewustmaking en introduceerden noodzakelijke onderzoekstechnieken voor onderzoek naar valsemunterij in het kader van het internet/darkweb. Ook werden goede praktijken uitgewisseld via gevalstudies waarbij de deelnemers de verschillende stappen een onderzoek naar digitale valsemunterij overliepen. Voorts was ook op conferenties van de Nederlandse politie en de Portugese centrale bank de distributie van valse munten op het darkweb/internet een van de centrale thema’s.
- Een andere prioriteit die bij diverse acties aan bod kwam is de strijd tegen hoogwaardige categorieën vervalsingen, de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1210/2010 en het omgaan met voor circulatie ongeschikte euromunten. Bij acties rond deze thema’s ging het onder meer om de opleidingsactiviteit voor technische deskundigen over de analyse van vervalste munten die door de Spaanse centrale bank werd georganiseerd, alsmede de 4e “Platform 1210”-bijeenkomst die als actie van de Commissie werd georganiseerd en waar stakeholders uit de sector munttelmachines en nationale centra voor de analyse van muntstukken werden samengebracht.
4. Monitoring van de kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
Op grond van artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) 2021/840 moet in dit verslag rekening worden gehouden met de kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren van het Pericles IV-programma. De jaardata voor deze indicatoren zijn als volgt:
1. Het aantal ontdekte valse euro (bankbiljetten: 376 000 in 2022 / munten: 297 998 in 2022): De doelstelling voor deze indicator is, het aantal ontdekte valse euro’s (bankbiljetten en muntstukken) binnen een marge te houden van ± 5 % vergeleken met het gemiddelde over 2014-2020 (671 000/174 112). Het aantal valse bankbiljetten lag lager dan verwacht, terwijl het aantal valse munten hoger uitkwam. Daarbij moet wel worden aangetekend dat het verband tussen het programma en deze indicatoren alleen indirect is, aangezien uiteenlopende externe factoren een belangrijke rol spelen in de evolutie van deze indicatoren. Deze externe factoren zijn onder meer de voortgang van politieonderzoeken, het bedrag van het geproduceerde valse geld en de impact van de COVID-19-pandemie op de circulatie van contant geld.
2. Het aantal ontmantelde illegale werkplaatsen (10 in 2022): Voor het aantal ontmantelde illegale werkplaatsen is de doelstelling om dit aantal binnen een gemiddelde te houden van ± 10 % ten opzichte van 2019 (22). Het aantal in 2022 ontmantelde illegale werkplaatsen is lager dan verwacht. Zoals toegelicht bij indicator nr. 1, is het verband tussen het programma en deze indicator alleen indirect, aangezien uiteenlopende externe factoren een belangrijke rol spelen in de evolutie van de indicatoren.
3. Het aantal uniek bevoegde autoriteiten die aanvragen voor het programma hebben ingediend (6 in 2022): Met deze indicator wordt de belangstelling van de bevoegde nationale autoriteiten voor het programma gemeten. De mijlpaal voor 2024 is 12 en het streefdoel voor 2027 is 24. Het feit dat het aantal unieke aanvragers in het tweede jaar bijna 50 % van de mijlpaal voor 2024 bereikte, ligt in de lijn der verwachtingen.
4. Het tevredenheidspercentage van de deelnemers aan de door het programma gefinancierde acties (100 % in 2021): Deze indicator meet de kwaliteit van de opleidingen zoals die door de deelnemers wordt ervaren. De streefwaarde is 75 %. Het percentage positieve feedback ligt aanzienlijk boven de streefwaarde.
5. De feedback van deelnemers die reeds aan eerdere Pericles-acties hebben deelgenomen, over de impact van het programma op hun activiteiten op het gebied van de bescherming van de euro tegen valsemunterij (97,51 % in 2022): Deze indicator meet de duurzaamheid van de acties van het programma. De streefwaarde is 75 %. Het percentage positieve feedback ligt aanzienlijk boven de streefwaarde.
5. Conclusies en vooruitzichten
Het Pericles IV-programma blijft, net als zijn voorganger, een belangrijk en efficiënt instrument in de strijd tegen valsemunterij. Het programma dient als basis om studies te ondersteunen, samenwerking in stand te houden en verder uit te bouwen, en goede praktijken uit te wisselen tussen alle spelers die bij de strijd tegen eurovalsemunterij betrokken zijn. Een en ander wordt ook bevestigd door het feit dat in 2022 van de totale begroting 97,41 % is vastgelegd, hetgeen getuigt van de belangstelling van de lidstaten voor het programma.
De Commissie verspreidt regelmatig de resultaten van de in het kader van het programma ondersteunde acties onder de deskundigen van de deskundigengroep eurovalsemunterij (ECEG). In 2021 vonden drie ECEG-bijeenkomsten plaats. Het programma sluit goed aan op en is complementair aan andere relevante programma’s en acties op Unieniveau, omdat het uitsluitend inzet op het voorkomen en bestrijden van een specifieke vorm van georganiseerde misdaad: eurovalsemunterij. Deze complementariteit blijkt duidelijk bij het instrument voor technische bijstand en informatie-uitwisseling (TAIEX) van DG NEAR, dat het vaakst wordt gebruikt ter ondersteuning van toetredingsonderhandelingen, en het Fonds voor interne veiligheid – Politie van DG HOME6, dat zich richt op misdaadpreventie en -bestrijding in het algemeen. Nu valsemunterij een van de prioriteiten in het operationele actieplan van Empact is7, zorgt de Commissie voor een nauwe coördinatie met de Empact-projectleiders om de twee financieringsbronnen onderling zo complementair mogelijk te maken.
Op basis van de uitkomsten van de uitvoering van het programma en de doorlopende analyse van opkomende dreigingen die binnen de ECEG worden besproken, zijn de volgende prioriteiten voor 2023 vastgesteld8:
- ondersteunen van activiteiten die inzetten op het versterken van samenwerking tussen de lidstaten die bijzonder worden getroffen door de productie en verspreiding van vals geld;
- stimuleren van samenwerking met autoriteiten uit derde landen waarvoor er vermoedens of bewijzen bestaan van de productie van valse euro’s;
- in stand houden van een doeltreffend kader voor de bescherming van de euro in Zuidoost-Europa;
- thematische ontwikkelingen:
- distributie van vervalsingen en hoogwaardige onderdelen op het darkweb, en van “movie money” en “prop copy”-producten online (met inbegrip van biljetten met gewijzigd ontwerp);
- steun voor de oprichting/versterking van nationale centrale bureaus;
- euromuntstukken: de strijd tegen hoogwaardige categorieën vervalsingen, de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1210/2010 en het omgaan met voor circulatie ongeschikte euromunten.
1 Verordening (EU) 2021/840 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot vaststelling van een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij voor de periode 2021-2027 (het “Pericles IV-programma”) en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 331/2014.
2 Verordening (EU) 2021/1696 van de Raad van 21 september 2021 waarbij de toepassing van Verordening (EU) 2021/840 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij voor de periode 2021-2027 (het programma “Pericles IV”) wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten.
3 Een omvattend overzicht van de in 2022 vastgelegde Pericles-acties is te vinden in bijlage I.
4 Een omvattend overzicht van de in 2022 uitgevoerde Pericles-acties is te vinden in bijlage II.
5 Alle data hebben betrekking op acties gefinancierd in het kader van zowel het Pericles IV-programma als het Pericles 2020-programma.
6 Verordening (EU) nr. 513/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer en tot intrekking van Besluit 2007/125/JBZ van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 93).
7 Empact (het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging) is een door de EU-lidstaten aangestuurd veiligheidsinitiatief om bedreigingen van de georganiseerde en zware internationale misdaad te identificeren, te prioriteren en aan te pakken. In 2021 werd Empact een permanent instrument, zoals bepaald in de conclusies van de Raad over de permanente voortzetting van de EU-beleidscyclus voor georganiseerde en zware internationale criminaliteit. Onder de lidstaten is Bulgarije de drijvende kracht achter de Empact-prioriteit die betrekking heeft op “misdrijven op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten, namaak van goederen en munten”.
8 De prioriteiten van het programma voor 2022 zijn een essentieel onderdeel van het jaarlijkse werkprogramma, dat is gehecht aan besluit van de Commissie van 28 januari 2022 betreffende de financiering van het Pericles IV-programma en de vaststelling van het jaarlijkse werkprogramma 2022 (C(2022) 406 final).
NL NL