Artikelen bij COM(2023)533 - Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2023)533 - Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties. |
---|---|
document | COM(2023)533 ![]() ![]() |
datum | 12 september 2023 |
Artikel 1
Toepassingsgebied
1. Deze verordening is van toepassing op betalingen die worden verricht in het kader van transacties tussen ondernemingen onderling of van tussen ondernemingen en overheidsinstanties waarbij de overheidsinstantie schuldenaar is, en die leiden tot de levering van goederen of het verrichten van diensten tegen vergoeding (“handelstransacties”).
2. Het leveren van goederen of het verrichten van diensten als bedoeld in lid 1 omvat het ontwerp en de uitvoering van openbare werken, bouwwerken en civieltechnische werken.
3. Deze verordening is niet van toepassing op de volgende betalingen:
a) betalingen voor transacties met consumenten;
b) betalingen bij wijze van schadeloosstelling, met inbegrip van betalingen uit hoofde van verzekeringspolissen;
c) betalingen die voortvloeien uit verplichtingen die kunnen worden geannuleerd, uitgesteld of kwijtgescholden krachtens of in verband met insolventieprocedures of herstructureringsprocedures, met inbegrip van preventieve herstructureringsprocedures uit hoofde van Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad 55 .
4. Met uitzondering van artikel 3, lid 1, laat deze verordening de bepalingen van Richtlijn (EU) 2019/633 onverlet.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1) “onderneming”: een organisatie, ongeacht haar vorm en financieringswijze, die op onafhankelijke wijze een economische of beroepsmatige activiteit uitoefent;
2) “overheidsinstantie”: een aanbestedende dienst, zoals gedefinieerd in artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2014/23/EU, artikel 2, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/24/EU of artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2014/25/EU;
3) “betalingsachterstand”: een betaling die niet is verricht binnen de in artikel 3 bedoelde contractuele of wettelijke betalingstermijn;
4) “verschuldigd bedrag”: het bedrag dat binnen de in artikel 3 bedoelde contractuele of wettelijke betalingstermijn had moeten worden betaald, inclusief toepasselijke belastingen, rechten, heffingen of kosten als vermeld in de factuur of in een gelijkwaardig betalingsverzoek;
5) “executoriale titel”: beslissing, uitspraak, bevel tot betaling van een rechter of andere bevoegde autoriteit, onderhandse akte of een ander afgegeven document, ook als die voorlopig executoriaal zijn, strekkende tot onmiddellijke betaling dan wel betaling in termijnen, waarbij de schuldeiser wordt gemachtigd zijn vordering op de schuldenaar te doen innen door middel van gedwongen executie;
6) “eigendomsvoorbehoud”: contractuele afspraak volgens welke de verkoper eigenaar blijft van de goederen in kwestie totdat de prijs volledig is betaald;
7) “procedure voor aanvaarding of verificatie”: procedure waarbij de conformiteit van de geleverde goederen of de verrichte diensten met de eisen van het contract wordt vastgesteld;
8) “schuldenaar”: een natuurlijke of rechtspersoon of een overheidsinstantie die een betaling verschuldigd is voor een geleverd goed of een verrichte dienst;
9) “schuldeiser”: een natuurlijke of rechtspersoon of een overheidsinstantie die goederen aan een schuldenaar heeft geleverd of diensten heeft verricht voor een schuldenaar.
Artikel 3
Betalingstermijnen
1. Bij handelstransacties bedraagt de betalingstermijn niet meer dan dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum waarop de schuldenaar de factuur of een gelijkwaardig betalingsverzoek heeft ontvangen, mits de schuldenaar de goederen of diensten heeft ontvangen. Deze termijn geldt zowel voor transacties tussen ondernemingen onderling als tussen overheidsinstanties en ondernemingen. Dezelfde betalingstermijn geldt ook voor de levering op regelmatige en niet-regelmatige basis van niet-bederfelijke landbouw- en voedingsproducten als bedoeld in artikel 3, lid 1, punt a), i), tweede streepje, en artikel 3, lid 1, punt a), ii), tweede streepje, van Richtlijn (EU) 2019/633, tenzij de lidstaten voor dergelijke producten een kortere betalingstermijn vaststellen.
2. Bij wijze van uitzondering kan het nationale recht voorzien in een procedure voor aanvaarding of verificatie, maar alleen wanneer dat strikt noodzakelijk is vanwege de specifieke aard van de goederen of diensten. In dat geval bevat het contract een beschrijving van de bijzonderheden van de procedure voor aanvaarding of verificatie, met inbegrip van de duur ervan.
3. Wanneer het contract voorziet in een procedure voor aanvaarding of verificatie als bedoeld in lid 2, bedraagt de maximumduur van die procedure niet meer dan dertig kalenderdagen vanaf de datum van ontvangst van de goederen of diensten door de schuldenaar, zelfs indien deze goederen zijn geleverd of deze diensten zijn verricht vóór de verstrekking van de factuur of een gelijkwaardig betalingsverzoek. In dit geval start de schuldenaar de procedure voor aanvaarding of verificatie onmiddellijk na ontvangst van de verhandelde goederen en/of diensten van de schuldeiser. De betalingstermijn mag niet meer dan dertig kalenderdagen na afronding van die procedure bedragen.
4. De in lid 1 vastgestelde betalingstermijn is de maximale betalingstermijn en laat een eventuele kortere termijn uit hoofde van het nationale recht onverlet.
Artikel 4
Betalingen aan onderaannemers bij overheidsopdrachten
1. In het geval van overheidsopdrachten voor werken die onder de Richtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU, 2014/25/EU en 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad 56 vallen, verstrekken aannemers aanbestedende diensten of aanbestedende instanties in de zin van die richtlijnen het bewijs dat zij eventuele rechtstreekse onderaannemers die bij de uitvoering van de opdracht betrokken zijn, hebben betaald binnen de termijnen en onder de voorwaarden die in deze verordening zijn vastgesteld. Dit bewijs kan worden geleverd in de vorm van een schriftelijke verklaring van de aannemer en wordt voorafgaand aan of in het uiterste geval samen met elk betalingsverzoek door de aannemer aan de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie verstrekt.
2. Wanneer de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie het in lid 1 bedoelde bewijs niet heeft ontvangen of kennis heeft van een betalingsachterstand van de hoofdaannemer bij zijn rechtstreekse onderaannemers, stelt de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie de handhavingsautoriteit van de desbetreffende lidstaat daarvan onverwijld in kennis.
Artikel 5
Interest voor betalingsachterstand
1. In geval van betalingsachterstand is de schuldenaar interest voor betalingsachterstand verschuldigd, tenzij de schuldenaar niet aansprakelijk is voor de betalingsachterstand.
2. Interest voor betalingsachterstand is door de schuldenaar automatisch verschuldigd aan de schuldeiser, zonder dat de schuldeiser een aanmaning hoeft te sturen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) de schuldeiser heeft aan zijn contractuele en wettelijke verplichtingen voldaan;
b) de schuldenaar heeft de factuur of een gelijkwaardig betalingsverzoek ontvangen;
c) de schuldeiser heeft het in de factuur of het gelijkwaardige betalingsverzoek vermelde verschuldigde bedrag niet ontvangen binnen de contractuele of wettelijke betalingstermijn als bedoeld in artikel 3.
3. De schuldeiser kan geen afstand doen van zijn recht op interest voor betalingsachterstand.
4. De datum van ontvangst van de factuur of het gelijkwaardige betalingsverzoek mag niet bij contractuele overeenkomst tussen schuldenaar en schuldeiser worden vastgelegd.
5. De schuldenaar verstrekt de schuldeiser alle relevante informatie om ervoor te zorgen dat de factuur of een gelijkwaardig betalingsverzoek van de schuldeiser door de schuldenaar wordt aanvaard en onmiddellijk na ontvangst wordt verwerkt.
6. Indien aan de voorwaarden van lid 2 is voldaan, begint de interest voor betalingsachterstand aan te groeien vanaf de laatste van de volgende gebeurtenissen:
a) de ontvangst door de schuldenaar van de factuur of een gelijkwaardig betalingsverzoek;
b) de ontvangst door de schuldenaar van de goederen of diensten.
7. De interest voor betalingsachterstand groeit aan tot de betaling van het verschuldigde bedrag.
Artikel 6
Interestvoet voor betalingsachterstand
1. De interest voor betalingsachterstand komt overeen met de referentierentevoet, vermeerderd met acht procentpunt.
2. De lidstaten die de euro als munt hebben, zien erop toe dat de referentierentevoet overeenkomt met:
a) de door de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet, of
b) de marginale rentevoet die het gevolg is van tenders met fluctuerende rente voor de meest recente basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank.
3. In de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de referentierentevoet de door hun nationale centrale bank vastgestelde rentevoet.
4. De referentierentevoet voor de eerste helft van het desbetreffende jaar is de rentevoet die op 1 januari van dat jaar wordt vastgesteld. De referentierentevoet voor de tweede helft van het desbetreffende jaar is de rentevoet die op 1 juli van dat jaar wordt vastgesteld.
Artikel 7
Betalingsregelingen
Indien betaling geschiedt op basis van regelingen met betaling in termijnen en een van de afbetalingstermijnen niet op de afgesproken datum wordt voldaan, wordt de in artikel 5 bedoelde interest voor betalingsachterstand berekend over de achterstallige bedragen. Ook wordt een vergoeding betaald overeenkomstig artikel 8.
Artikel 8
Vergoeding van invorderingskosten
1. Indien interest voor betalingsachterstand overeenkomstig artikel 5 verschuldigd wordt, is de schuldenaar de schuldeiser automatisch een forfaitaire vergoeding voor invorderingskosten verschuldigd ten bedrage van een vast bedrag van 50 EUR per handelstransactie.
2. De schuldenaar is de schuldeiser de in lid 1 bedoelde forfaitaire vergoeding verschuldigd zonder aanmaning, als vergoeding voor de eigen invorderingskosten van de schuldeiser.
3. De schuldeiser kan geen afstand doen van zijn recht op de in lid 1 bedoelde forfaitaire vergoeding.
4. Naast de in lid 1 bedoelde forfaitaire vergoeding kan de schuldeiser aanspraak maken op een redelijke schadeloosstelling door de schuldenaar voor alle door diens betalingsachterstand ontstane invorderingskosten bovenop die forfaitaire vergoeding.
5. Dit artikel laat het recht van de schuldeiser op eventuele andere vergoedingen onverlet.
Artikel 9
Nietige contractvoorwaarden en praktijken
1. De volgende contractvoorwaarden en praktijken zijn nietig:
a) het vaststellen van de betalingstermijn in strijd met artikel 3;
b) het uitsluiten of beperken van het recht van de schuldeiser op interest voor betalingsachterstand, als bedoeld in artikel 5, of het recht op vergoeding van invorderingskosten, als bedoeld in artikel 8;
c) het verlengen van de duur van de procedure voor aanvaarding of verificatie na de in artikel 3, lid 3, vastgestelde termijn;
d) het opzettelijk uitstellen of verhinderen van het tijdstip van verzending van de factuur.
2. De lidstaten zorgen voor adequate en doeltreffende middelen om een einde te maken aan de in lid 1 bedoelde contractvoorwaarden en praktijken.
3. De in lid 2 bedoelde middelen omvatten de mogelijkheid voor een organisatie die officieel is erkend als belangenbehartiger van schuldeisers of een organisatie die een rechtmatig belang heeft bij het vertegenwoordigen van ondernemingen, om zich tot de rechter of bevoegde administratieve instanties te wenden.
Artikel 10
Eigendomsvoorbehoud
Wanneer tussen schuldenaar en schuldeiser vóór de levering van de goederen uitdrukkelijk een eigendomsvoorbehoud is overeengekomen, blijft de schuldeiser eigenaar van de goederen totdat de prijs volledig is betaald.
Artikel 11
Transparantie
1. De lidstaten staan in voor volledige transparantie omtrent de in deze verordening neergelegde rechten en verplichtingen, onder meer door de toepasselijke interestvoet voor betalingsachterstand openbaar te maken.
2. De Commissie maakt de actuele interestvoeten voor betalingsachterstand die in de lidstaten van toepassing zijn op het internet bekend.
Artikel 12
Invorderingsprocedures voor onbetwiste schulden
1. Wanneer de schuld en de procedure niet worden betwist, verkrijgen schuldeisers, via een spoed- of andere procedure en ongeacht het verschuldigde bedrag, een executoriale titel binnen een periode van negentig kalenderdagen na de indiening van de vordering of het verzoek bij de rechter of een andere bevoegde autoriteit.
2. Bij de berekening van de in lid 1 bedoelde periode wordt geen rekening gehouden met het volgende:
a) de termijnen voor betekening en kennisgeving van stukken;
b) eventuele vertraging die te wijten is aan de schuldeiser.
3. Dit artikel laat de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1896/2006 onverlet.
Artikel 13
Handhavingsautoriteiten
1. Elke lidstaat wijst een of meer autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van deze verordening (“handhavingsautoriteit”).
2. In voorkomend geval nemen de handhavingsautoriteiten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de betalingstermijnen in acht worden genomen.
3. De handhavingsautoriteiten werken op doeltreffende wijze met elkaar en met de Commissie samen en verlenen elkaar wederzijdse bijstand bij onderzoeken met een grensoverschrijdende dimensie.
4. De handhavingsautoriteiten coördineren hun activiteiten met andere autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van andere Unie- of nationale wetgeving, onder meer door verplichtingen tot informatie-uitwisseling.
5. De handhavingsautoriteiten sturen de ontvangen klachten over betalingsachterstanden in de landbouw- en levensmiddelensector door naar de bevoegde handhavingsautoriteiten uit hoofde van Richtlijn (EU) 2019/633.
Artikel 14
Bevoegdheden van de handhavingsautoriteiten
1. De handhavingsautoriteiten beschikken over de middelen en deskundigheid die voor de uitoefening van hun taken noodzakelijk zijn en hebben de bevoegdheid om:
a) op eigen initiatief of op basis van een klacht een onderzoek in te stellen en uit te voeren;
b) van schuldeisers en schuldenaren te verlangen dat zij alle nodige informatie verstrekken om onderzoeken in verband met betalingsachterstand bij handelstransacties uit te voeren;
c) onaangekondigde inspecties ter plaatse te verrichten in het kader van hun onderzoeken;
d) besluiten te nemen waarbij een inbreuk op deze verordening wordt vastgesteld en de schuldenaar wordt verplicht tot betaling van interest voor betalingsachterstand overeenkomstig artikel 5, of waarbij de schuldenaar wordt verplicht de schuldeiser te vergoeden overeenkomstig artikel 8;
e) geldboeten, andere sancties en voorlopige maatregelen ten aanzien van de voor de inbreuk verantwoordelijke personen op te leggen, of procedures tot oplegging daarvan in te leiden;
f) de schuldenaar te verplichten de inbreuk te beëindigen;
g) hun besluiten als bedoeld in de punten d), e) en f) bekend te maken.
2. De lidstaten stellen voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
3. De lidstaten stellen de Commissie [uiterlijk op …/onverwijld] van die voorschriften en maatregelen in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen daarvan mee.
Artikel 15
Klachten en vertrouwelijkheid
1. Schuldeisers kunnen klachten richten aan de handhavingsautoriteit van de lidstaat van vestiging van de schuldeiser of aan de handhavingsautoriteit van de lidstaat van vestiging van de schuldenaar. De handhavingsautoriteit waarbij de klacht is ingediend, is bevoegd voor het handhaven van deze verordening.
2. Organisaties die officieel zijn erkend als belangenbehartiger van schuldeisers of organisaties die een rechtmatig belang hebben bij het vertegenwoordigen van ondernemingen, hebben het recht om op verzoek van een of meer van hun leden, of in voorkomend geval op verzoek van een of meer leden van hun ledenorganisaties, een klacht in te dienen bij de in artikel 13 bedoelde handhavingsautoriteiten, indien die leden menen dat zij worden benadeeld door een inbreuk op deze verordening.
3. Indien de klager daarom verzoekt, neemt de handhavingsautoriteit de nodige maatregelen om de identiteit van de klager op passende wijze te beschermen. De klager vermeldt alle informatie waarvoor hij om vertrouwelijkheid verzoekt.
4. De handhavingsautoriteit die de klacht ontvangt, stelt de klager binnen een redelijke termijn na ontvangst van de klacht in kennis van de wijze waarop zij voornemens is gevolg te geven aan de klacht.
5. Indien een handhavingsautoriteit van oordeel is dat er onvoldoende grond is om gevolg te geven aan een klacht, stelt zij de klager binnen een redelijke termijn na ontvangst van de klacht in kennis van de redenen voor haar besluit.
6. Indien een handhavingsautoriteit van oordeel is dat er voldoende grond is om gevolg te geven aan een klacht, start, verricht en voltooit zij binnen een redelijke termijn een onderzoek van de klacht.
7. Indien een handhavingsautoriteit vaststelt dat een schuldenaar inbreuk heeft gemaakt op deze verordening, eist zij van de schuldenaar dat hij de onwettige praktijk beëindigt.
Artikel 16
Alternatieve geschillenbeslechting
1. Onverminderd het recht van schuldeisers om klachten in te dienen uit hoofde van artikel 15 en de verplichtingen en bevoegdheden van de handhavingsautoriteiten als bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15, bevorderen de lidstaten het vrijwillige gebruik van doeltreffende en onafhankelijke mechanismen voor de alternatieve beslechting van geschillen tussen schuldenaren en schuldeisers.
2. Mechanismen voor de alternatieve beslechting van geschillen over betalingsachterstand moedigen de partijen bij een geschil aan om zelf een oplossing te vinden en zijn snel, efficiënt en kosteneffectief, met behoud van het vertrouwen tussen de partijen.
Artikel 17
Digitale instrumenten, kredietbeheer en opleidingen over financiële geletterdheid
1. De lidstaten maken zoveel mogelijk gebruik van digitale instrumenten met het oog op een doeltreffende handhaving van deze verordening.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat instrumenten voor kredietbeheer en opleidingen over financiële geletterdheid, waaronder gebruik van digitale instrumenten voor tijdige betalingen, beschikbaar en toegankelijk zijn voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Artikel 18
Verslag
Uiterlijk op [OP: please insert the date = 4 years after the entry into force of this Regulation] dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van deze verordening.
Artikel 19
Intrekking
Richtlijn 2011/7/EU wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar deze verordening.
Artikel 20
Inwerkingtreding en toepassing
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2. Zij is van toepassing vanaf [OP: please insert the date = 12 months after the date of entry into force of this Regulation].
3. Handelstransacties die na de datum van toepassing van deze verordening worden verricht, zijn onderworpen aan de bepalingen van de onderhavige verordening, ook indien het onderliggende contract vóór die datum is gesloten.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.