Artikelen bij COM(2023)754 - Versterking van de politiële samenwerking met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van migrantensmokkel en mensenhandel, en betreffende de versterking van de ondersteuning door Europol van de voorkoming en bestrijding van die strafbare feiten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Hoofdstuk I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Onderwerp en toepassingsgebied

Bij deze verordening worden regels vastgesteld om de politiële samenwerking en de ondersteuning van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) bij de voorkoming en bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel te versterken, door:

a) binnen Europol het Europees Centrum tegen migrantensmokkel op te richten en een governancekader vast te stellen voor de regulering en ondersteuning van zijn activiteiten;

b) de samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten, Europol en andere agentschappen van de Unie te verbeteren;

c) de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten onderling en met Europol te versterken;

d) Europol te voorzien van de nodige instrumenten om het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en hun wederzijdse samenwerking bij het voorkomen en bestrijden van strafbare feiten die onder de doelstellingen van Europol vallen, te ondersteunen en te versterken;

e) de samenwerking tussen Europol en derde landen te verbeteren.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

(1) “migrantensmokkel”: alle activiteiten als bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 van Richtlijn [XXX] [tot vaststelling van minimumvoorschriften ter voorkoming en bestrijding van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf in de Unie, en ter vervanging van Richtlijn 2002/90/EG van de Raad en Kaderbesluit 2002/946 van de Raad] 24 ;

(2) “mensenhandel”: alle activiteiten als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 25 ;    

(4) “bevoegde autoriteiten”: de bevoegde autoriteiten van de lidstaten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt a), van Verordening (EU) 2016/794;

(5) “immigratieverbindingsofficier”: een verbindingsofficier die door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat overeenkomstig zijn nationale recht in een derde land wordt ingezet om immigratiegerelateerde kwesties te behandelen, ook wanneer dit slechts een deel van zijn taken is.    

Hoofdstuk II

GOVERNANCEKADER VAN HET EUROPEES CENTRUM TEGEN MIGRANTENSMOKKEL

Artikel 3 - Europees Centrum tegen migrantensmokkel

Binnen Europol wordt het Europees Centrum tegen migrantensmokkel opgericht als een gespecialiseerd kenniscentrum van de Unie als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt l), van Verordening (EU) 2016/794. Het ondersteunt de lidstaten bij de voorkoming en bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel en voert de in de artikelen 5 en 6 omschreven taken uit.

Artikel 4 - Samenstelling van het Europees Centrum tegen migrantensmokkel

1. Het Europees Centrum tegen migrantensmokkel bestaat uit personeelsleden van Europol en betrekt vertegenwoordigers van de volgende entiteiten bij de uitvoering van de in artikel 5 bedoelde strategische taken:

a) een vertegenwoordiger van elke lidstaat, afkomstig van een in artikel 7 bedoelde nationale gespecialiseerde dienst;

b) een vertegenwoordiger van Eurojust;

c) een vertegenwoordiger het Europees Grens- en kustwachtagentschap;

d) naar goeddunken van Europol, en na raadpleging van de lidstaten, een of meer vertegenwoordigers die betrokken zijn bij de operationele uitvoering van de strategische en operationele prioriteiten van de Unie op het gebied van de bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel, met name in het kader van het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact).

Het Europees Centrum tegen migrantensmokkel houdt ten minste tweemaal per jaar een vergadering van de onder a) tot en met d) bedoelde entiteiten en de Commissie neemt daaraan deel.

Europol kan andere entiteiten uitnodigen om te worden betrokken bij de uitvoering van de in artikel 5 bedoelde activiteiten, met inbegrip van andere relevante organen of agentschappen van de Unie.

2. Het Europees Centrum tegen migrantensmokkel bestaat uit personeelsleden van Europol en betrekt vertegenwoordigers van de volgende entiteiten bij de uitvoering van de in artikel 6 bedoelde operationele taken:

a) voor elke lidstaat een in artikel 8 van Verordening (EU) 2016/794 bedoelde verbindingsofficier die specifiek is aangewezen om migrantensmokkel aan te pakken;

b) een verbindingsofficier van Eurojust als permanente vertegenwoordiger bij Europol;

c) een verbindingsofficier van het Europees Grens- en kustwachtagentschap als permanente vertegenwoordiger bij Europol.

   Europol kan andere entiteiten uitnodigen om te worden betrokken bij de uitvoering van de in artikel 6 bedoelde activiteiten, met inbegrip van andere relevante organen of agentschappen van de Unie.

3. Voor de toepassing van lid 2 van dit artikel en overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt g), van Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad 26 zet Eurojust een overeenkomstig die verordening handelende verbindingsofficier in bij het Europees Centrum tegen migrantensmokkel.

4. Voor de toepassing van lid 2 van dit artikel en van artikel 68, lid 1, punt b), artikel 87, lid 1, punt d), en artikel 90 van Verordening (EU) 2019/1896, en overeenkomstig artikel 68, leden 2 en 5, van die verordening zet het Europees Grens- en kustwachtagentschap een overeenkomstig die verordening handelende verbindingsofficier in bij het Europees Centrum tegen migrantensmokkel.

5. Voor de toepassing van de leden 1 en 2, en om de uitvoering van de in de artikelen 5 en 6 van deze verordening vastgestelde strategische en operationele taken te vergemakkelijken, krijgt het Europees Centrum tegen migrantensmokkel de noodzakelijke ondersteuning van alle andere relevante onderdelen van de interne structuren van Europol.

Artikel 5 - Strategische taken van het Europees Centrum tegen migrantensmokkel

De strategische taken van het Europees Centrum tegen migrantensmokkel zijn:

a) strategische analyses en dreigingsevaluaties verstrekken om de Raad en de Commissie bij te staan bij de vaststelling van de strategische en operationele prioriteiten van de Unie op het gebied van de voorkoming en bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) 2016/794;

b) een kader bieden ter ondersteuning van de operationele toepassing van de strategische en operationele prioriteiten van de Unie op het gebied van de voorkoming en bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel, met name in het kader van Empact, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) 2016/794;

c) de coördinatie, samenwerking en uitwisseling van informatie over migrantensmokkel en mensenhandel tussen de agentschappen van de Unie, met name met het Europees Grens- en kustwachtagentschap, Eurojust en, in voorkomend geval, andere relevante organen of agentschappen van de Unie ondersteunen, in overeenstemming met hun respectieve rechtskaders, onder meer door middel van onderlinge werkafspraken, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt j), van Verordening (EU) 2016/794;

d) migrantensmokkel en mensenhandel in de Unie en in derde landen monitoren, in samenwerking met de lidstaten, relevante organen of agentschappen van de Unie en, in voorkomend geval, derde landen, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2016/794, en regelmatig informatie verstrekken aan de lidstaten en de Commissie, met inbegrip van geaggregeerde statistische gegevens en situatieupdates die zijn afgeleid van door de lidstaten gedeelde informatie;

e) strategische analyses en dreigingsevaluaties verstrekken ter ondersteuning van de uitvoering van in artikel 5 bis van Verordening (EU) 2016/794 bedoelde operationele taskforces en van de inzet van Europol voor operationele ondersteuning als bedoeld in artikel 5 ter van Verordening (EU) 2016/794, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2016/794;

f) strategische analyses en dreigingsevaluaties verstrekken ter ondersteuning van de uitvoering van artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2016/794 betreffende verzoeken om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar migrantensmokkel en mensenhandel, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2016/794;

g) strategische analyses en dreigingsevaluaties verstrekken aan de lidstaten en de Commissie en, in voorkomend geval, aan relevante agentschappen of organen van de Unie, met betrekking tot routes en werkwijzen die bij migrantensmokkel en mensenhandel worden gebruikt, met inbegrip van aanwijzingen dat mogelijk particuliere partijen worden gebruikt voor migrantensmokkel en mensenhandel, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2016/794;

h) strategische analyses en dreigingsevaluaties verstrekken aan de lidstaten en de Commissie en, in voorkomend geval, aan relevante agentschappen of organen van de Unie, met betrekking tot de voorkoming en bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2016/794;

i) een jaarverslag opstellen over migrantensmokkel en mensenhandel, waarin de belangrijkste operationele prioriteiten en mogelijke daarmee verband houdende acties op het niveau van de Unie in kaart worden gebracht, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt f), van Verordening (EU) 2016/794.

Artikel 6 - Operationele taken van het Europees Centrum tegen migrantensmokkel

De operationele taken van het Europees Centrum tegen migrantensmokkel zijn:

a) onderzoeks- en operationele acties coördineren, organiseren en uitvoeren ter ondersteuning en versterking van acties van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ter voorkoming en bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel, ook wanneer deze strafbare feiten worden gefaciliteerd, bevorderd of gepleegd via internet, met inbegrip van sociale media, en ook in het kader van het inzetten van Europol voor operationele ondersteuning, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punten c) en m), van Verordening (EU) 2016/794;

b) grensoverschrijdende informatie-uitwisselingsactiviteiten, operaties en onderzoeken van de lidstaten ondersteunen, alsook gemeenschappelijke onderzoeksteams en operationele taskforces op het gebied van migrantensmokkel en mensenhandel, onder meer door analytische, operationele, technische, forensische en financiële ondersteuning te bieden, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt h), van Verordening (EU) 2016/794;

c) administratieve, logistieke, financiële en operationele ondersteuning verlenen aan door lidstaten geleide operationele activiteiten, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) 2016/794;

d) de uitvoerend directeur van Europol ondersteunen bij het evalueren, overeenkomstig artikel 5 ter, lid 3, van Verordening (EU) 2016/794, van verzoeken van de lidstaten om Europol in te zetten voor operationele steun in verband met migrantensmokkel en mensenhandel, onder meer bij het prioriteren van dergelijke verzoeken op basis van operationele behoeften;

e) gevallen van migrantensmokkel en mensenhandel identificeren waarvoor mogelijk een operationele taskforce moet worden opgericht overeenkomstig artikel 5 bis van Verordening (EU) 2016/794, en de uitvoerend directeur van Europol informeren over dergelijke gevallen;

f) gevallen van migrantensmokkel en mensenhandel identificeren waarvoor mogelijk Europol moet worden ingezet voor operationele ondersteuning overeenkomstig artikel 5 ter van Verordening (EU) 2016/794, en de uitvoerend directeur van Europol informeren over dergelijke gevallen;

g) gevallen van migrantensmokkel en mensenhandel identificeren die mogelijk de toepassing vereisen van artikel 6 van Verordening (EU) 2016/794 op verzoeken van Europol om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen, en de uitvoerend directeur van Europol informeren over dergelijke gevallen;

h) gevallen van migrantensmokkel en mensenhandel identificeren waarvoor mogelijk samenwerking met derde landen nodig is, onder meer door de uitwisseling van persoonsgegevens.

Hoofdstuk III

SAMENWERKING TUSSEN DE LIDSTATEN EN EUROPOL OP HET GEBIED VAN VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN MIGRANTENSMOKKEL EN MENSENHANDEL

Artikel 7 - Nationale gespecialiseerde diensten ter voorkoming en bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel

1. Elke lidstaat wijst uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening binnen zijn bevoegde autoriteiten overeenkomstig het nationale recht een of meer gespecialiseerde diensten aan om migrantensmokkel en mensenhandel te voorkomen en te bestrijden, onder meer door middel van strafrechtelijke onderzoeken. Onmiddellijk na die aanwijzing stelt de betrokken lidstaat de Commissie daarvan in kennis.

2. Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn overeenkomstig lid 1 van dit artikel aangewezen gespecialiseerde diensten alle relevante informatie over strafrechtelijke onderzoeken naar migrantensmokkel en mensenhandel en alle uit die onderzoeken voortvloeiende informatie verzamelen, en deze informatie zo spoedig mogelijk delen met Europol en andere lidstaten overeenkomstig artikel 8.

3. Elke lidstaat verbindt uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening zijn overeenkomstig lid 1 van dit artikel aangewezen gespecialiseerde diensten rechtstreeks met op de in artikel 2, punt w), van Verordening (EU) 2016/794 bedoelde applicatie voor veilige informatie-uitwisseling (Siena) van Europol. Onmiddellijk nadat die verbinding is gemaakt, stelt de betrokken lidstaat de Commissie daarvan in kennis.

4. Elke lidstaat stelt zijn overeenkomstig lid 1 aangewezen gespecialiseerde diensten voldoende middelen ter beschikking om ervoor te zorgen dat die gespecialiseerde diensten uitgerust zijn om migrantensmokkel en mensenhandel te voorkomen en doeltreffend te bestrijden, en om informatie overeenkomstig lid 2 op doeltreffende en efficiënte wijze te verzamelen en uit te wisselen.

5. Elke lidstaat stelt een passend aantal personeelsleden van de overeenkomstig lid 1 van dit artikel aangewezen gespecialiseerde diensten beschikbaar voor de in artikel 5 ter, lid 6, van Verordening (EU) 2016/794 bedoelde reservepool, zodat die personeelsleden als gedetacheerde nationale deskundigen door Europol kunnen worden ingezet voor operationele ondersteuning.

Artikel 8 - Verstrekking van informatie over strafbare feiten op het gebied van migrantensmokkel en mensenhandel aan Europol en de lidstaten

1. Elke lidstaat verstrekt Europol, overeenkomstig Verordening (EU) 2016/794, informatie die in het bezit is van zijn bevoegde autoriteiten en die betrekking heeft op strafbare feiten op het gebied van migrantensmokkel en mensenhandel.

2. Elke lidstaat verstrekt de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie tijdig aan Europol.

3. Elke lidstaat verstrekt de andere lidstaten en tegelijkertijd ook Europol informatie die in het bezit is van zijn bevoegde autoriteiten en die betrekking heeft op strafbare feiten op het gebied van migrantensmokkel en mensenhandel, indien er objectieve redenen zijn om aan te nemen dat die informatie relevant kan zijn voor die andere lidstaten met het oog op het voorkomen, opsporen of onderzoeken van dergelijke strafbare feiten in die lidstaten.

4. Elke lidstaat gebruikt Siena om de in lid 3 van dit artikel bedoelde informatie aan andere lidstaten en Europol te verstrekken, overeenkomstig artikel 8, lid 4, en artikel 18, lid 2, punt d), van Verordening (EU) 2016/794.

5. Elke lidstaat brengt zijn immigratieverbindingsofficieren in verbinding met Siena. Indien het om dwingende technische redenen in verband met de situatie in het derde land van inzet niet mogelijk is een immigratieverbindingsofficier in verbinding te brengen met Siena, verstrekt die immigratieverbindingsofficier de in lid 1 bedoelde informatie via andere beveiligde kanalen aan een nationale bevoegde autoriteit. Die bevoegde autoriteit verstrekt de informatie rechtstreeks of via de nationale Europol-eenheid aan Europol met behulp van Siena.

Hoofdstuk IV

VERSTERKING VAN DE ONDERSTEUNING DOOR EUROPOL VAN DE BESTRIJDING VAN MIGRANTENSMOKKEL EN MENSENHANDEL

Artikel 9 - Wijzigingen van Verordening (EU) 2016/794

Verordening (EU) 2016/794 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Aan artikel 2 worden de volgende punten w), x) en y) toegevoegd:

“w)    “Siena”: de beveiligde netwerkapplicatie voor informatie-uitwisseling, beheerd door Europol, die tot doel heeft de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en Europol te faciliteren;

x) “operationele taskforce”: een door de lidstaten met de steun van Europol opgezet coördinatiemechanisme tussen hun bevoegde autoriteiten om gezamenlijke, gecoördineerde en geprioriteerde criminele inlichtingenactiviteiten en onderzoeken uit te voeren naar een strafbaar feit dat onder de doelstellingen van Europol valt en dat een gecoördineerd en onderling afgestemd optreden vereist;

y) “inzet van Europol voor operationele ondersteuning”: het op verzoek van een lidstaat inzetten van personeelsleden van Europol of gedetacheerde nationale deskundigen op het grondgebied van die lidstaat om analytische, operationele, technische en forensische ondersteuning te bieden in samenwerking en overeenstemming met de bevoegde autoriteiten van die lidstaat.”;

(2) Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

   a) lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

   i) punt c) wordt vervangen door:

“c)    coördineren, organiseren en uitvoeren van onderzoeks- en operationele activiteiten ter ondersteuning en versterking van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten:

i) die gezamenlijk met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden uitgevoerd;

ii) die overeenkomstig artikel 5 worden uitgevoerd in het kader van gemeenschappelijke onderzoeksteams, waar nodig in samenwerking met Eurojust;

iii) die overeenkomstig artikel 5 bis worden uitgevoerd in het kader van operationele taskforces;

iv) die overeenkomstig artikel 5 ter worden uitgevoerd in het kader van de inzet van Europol voor operationele ondersteuning;”;

   ii) punt h) wordt vervangen door:

“h)    steun bieden aan grensoverschrijdende informatie-uitwisselingsactiviteiten, operaties en onderzoeken van de lidstaten, evenals aan gemeenschappelijke onderzoeksteams en operationele taskforces, onder meer met analytische, operationele, technische, forensische en financiële steun;”;

   iii) punt l) wordt vervangen door:

“l)    gespecialiseerde kenniscentra van de Unie ontwikkelen voor de bestrijding van bepaalde soorten criminaliteit die binnen de doelstellingen van Europol vallen, met inbegrip van het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit en, overeenkomstig Verordening (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad* [verordening betreffende de bestrijding van migrantensmokkel], het Europees Centrum tegen migrantensmokkel;

_________

* Verordening (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de versterking van de politiële samenwerking met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van migrantensmokkel en mensenhandel, en betreffende de versterking van de ondersteuning door Europol van de voorkoming en bestrijding van dergelijke strafbare feiten, en tot wijziging van Verordening (EU) 2016/794 (PB L …, ELI: …)”;

   iv) punt s) wordt vervangen door:

“s) faciliteren van gezamenlijke, gecoördineerde en geprioriteerde criminele inlichtingenactiviteiten en onderzoeken, onder meer ten aanzien van de in punt r) vermelde personen, en onder meer door middel van operationele taskforces en de inzet van Europol voor operationele ondersteuning;”;

   v) het volgende punt z bis) wordt toegevoegd:

“z bis)    de lidstaten ondersteunen bij de doeltreffende en efficiënte verwerking van biometrische gegevens.”;

   b) lid 5 wordt vervangen door:

“5. Europol past bij de uitoefening van zijn taken geen dwangmaatregelen toe.

Op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en in overeenstemming met hun nationale recht kunnen personeelsleden van Europol tijdens de uitvoering van onderzoeksmaatregelen door die autoriteiten operationele ondersteuning bieden aan die autoriteiten, onder meer in het kader van de uitvoering van operationele taskforces en de inzet van Europol voor operationele ondersteuning, met name door grensoverschrijdende informatie-uitwisseling te faciliteren, door analytische, operationele, technische en forensische ondersteuning te bieden en door aanwezig te zijn tijdens de uitvoering van die maatregelen.

Personeelsleden van Europol hebben de bevoegdheid om zelf niet-dwingende onderzoeksmaatregelen uit te voeren, mits Europol daartoe door een lidstaat overeenkomstig zijn nationale recht is verzocht en de uitvoerend directeur Europol-personeelsleden heeft gemachtigd de gevraagde niet-dwingende onderzoeksmaatregelen uit te voeren.

Personeelsleden van Europol voeren dergelijke niet-dwingende onderzoeksmaatregelen uit in samenwerking en overeenstemming met de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat en overeenkomstig deze verordening en het nationale recht van die lidstaat.”;

(3) de volgende artikelen 5 bis en 5 ter worden ingevoegd:

“Artikel 5 bis

Operationele taskforces

1. De lidstaten kunnen een operationele taskforce opzetten voor de duur van bepaalde specifieke criminele inlichtingenactiviteiten of onderzoeken. Europol faciliteert het opzetten en ondersteunt de uitvoering van een operationele taskforce.

2. De lidstaten die een operationele taskforce opzetten, bereiken overeenstemming met Europol over de planning, coördinatie en uitvoering van de criminele inlichtingenactiviteiten en onderzoeken van de operationele taskforce.

3. De lidstaten die een operationele taskforce opzetten, zorgen voor samenhang en synergieën met het kader van het Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact).

4. De lidstaten die een operationele taskforce opzetten, kunnen besluiten andere lidstaten, derde landen en andere partners als bedoeld in artikel 23 uit te nodigen om deel te nemen aan de operationele taskforce of deze te ondersteunen. De deelname van derde landen en andere partners aan de operationele taskforce vindt plaats overeenkomstig deze verordening.

5. Ter ondersteuning van de uitvoering van een operationele taskforce stelt Europol de analytische, operationele, technische, forensische en financiële steun waarin deze verordening voorziet, beschikbaar overeenkomstig lid 2.

6. Elke lidstaat die een operationele taskforce opzet, eraan deelneemt of ondersteunt, doet, overeenkomstig de in lid 2 bedoelde planning, coördinatie en uitvoering het volgende:

a) onverwijld alle relevante informatie verstrekken aan Europol en aan de andere lidstaten die de operationele taskforce opzetten, eraan deelnemen of ondersteunen, met gebruikmaking van Siena, en, in voorkomend geval, informatie rechtstreeks toegankelijk maken overeenkomstig artikel 20, lid 2 bis;

b) gebruikmaken van de analytische, operationele, technische, forensische en financiële steun van Europol;

c) specifieke criminele inlichtingenactiviteiten en onderzoeken instellen overeenkomstig het nationale recht, indien dat nodig is om het strafbare feit waarop de operationele taskforce betrekking heeft, aan te pakken;

d) parallelle financiële onderzoeken instellen overeenkomstig het nationale recht en het Unierecht om criminele vermogensbestanddelen te identificeren en in beslag te nemen;

e) zijn verbindingsofficieren die zijn ingezet in derde landen waar criminele activiteiten worden onderzocht in het kader van de operationele taskforce, betrekken teneinde de samenwerking en informatie-uitwisseling te verbeteren, en Europol de verkregen informatie verstrekken, overeenkomstig het Unierecht en het nationale recht.

7. De uitvoerend directeur kan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten via hun nationale eenheden voorstellen een operationele taskforce op te zetten wanneer de uitvoerend directeur van oordeel is dat dit een meerwaarde zou bieden voor de bestrijding van een strafbaar feit dat onder de doelstellingen van Europol valt.

8. De raad van bestuur stelt uitvoeringsvoorschriften vast voor het opzetten en uitvoeren van operationele taskforces.

Artikel 5 ter

Inzet van Europol voor operationele ondersteuning

1. Een lidstaat kan, overeenkomstig zijn nationale recht, verzoeken om Europol in te zetten voor operationele ondersteuning op zijn grondgebied teneinde gebruik te maken van de analytische, operationele, technische, forensische en financiële steun van Europol ter voorkoming en bestrijding van strafbare feiten die onder de doelstellingen van Europol vallen.

2. De inzet van Europol voor operationele ondersteuning vindt plaats in het kader van complexe en grootschalige onderzoeken die de steun van Europol vereisen, onder meer in het kader van gemeenschappelijke onderzoeksteams of operationele taskforces, of ter ondersteuning van controles aan de hand van relevante databanken ter versterking van de controles aan de buitengrenzen van de Unie, of van ondersteuningsteams voor migratiebeheer overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad, of ter ondersteuning van de lidstaten bij grote internationale gebeurtenissen.

3. De uitvoerend directeur evalueert het verzoek van een lidstaat als bedoeld in lid 1 en kan de inzet van Europol voor operationele ondersteuning goedkeuren voor een beperkte periode die kan worden verlengd, rekening houdend met de operationele behoeften en de beschikbare middelen. Het besluit van de uitvoerend directeur is gebaseerd op een risicobeoordeling.

4. Zodra de uitvoerend directeur het verzoek van een lidstaat als bedoeld in lid 1 heeft goedgekeurd, komen die lidstaat en Europol gezamenlijk de modaliteiten overeen voor de inzet van Europol met het oog op operationele ondersteuning. De personeelsleden van Europol en de gedetacheerde nationale deskundigen die in de lidstaat worden ingezet, handelen overeenkomstig deze verordening, met name artikel 4, lid 5, en overeenkomstig het nationale recht van de lidstaat op het grondgebied waarvan zij worden ingezet.

5. In uitzonderlijke dringende gevallen die de onmiddellijke inzet van Europol vereisen met het oog op operationele ondersteuning op het grondgebied van een lidstaat, zorgen die lidstaat en de uitvoerend directeur ervoor dat de in de leden 1, 3 en 4 bedoelde stappen binnen een periode van 72 uur plaatsvinden.

6. Europol zet een reservepool van deskundigen van de lidstaten op die door Europol kunnen worden ingezet voor operationele ondersteuning. De reservepool vormt een reserve van deskundigen die in hun lidstaat werkzaam zijn en met dat doel onmiddellijk ter beschikking van Europol kunnen worden gesteld. De lidstaten zorgen ervoor dat hun deskundigen beschikbaar zijn om op verzoek van Europol als gedetacheerde nationale deskundigen door Europol te worden ingezet voor operationele ondersteuning.

7. De lidstaat op het grondgebied waarvan Europol wordt ingezet voor operationele ondersteuning, doet, overeenkomstig de in lid 4 bedoelde overeengekomen modaliteiten, het volgende:

a) Europol onverwijld alle relevante informatie verstrekken, waar mogelijk door informatie in nationale databanken rechtstreeks toegankelijk te maken voor het Europol-personeel en de gedetacheerde nationale deskundigen die op zijn grondgebied worden ingezet overeenkomstig zijn nationale recht;

b) gebruik maken van de analytische, operationele, technische en forensische steun die wordt geboden door het personeel van Europol dat op zijn grondgebied wordt ingezet;

c) het Europol-personeel en de gedetacheerde nationale deskundigen die op zijn grondgebied worden ingezet, in staat stellen aanwezig te zijn bij de uitvoering van onderzoeksmaatregelen.

8. De uitvoerend directeur kan de inzet van Europol voor operationele ondersteuning op het grondgebied van een lidstaat voorstellen aan de bevoegde autoriteiten van die lidstaat via zijn nationale eenheid wanneer de uitvoerend directeur van oordeel is dat dit een meerwaarde zou bieden voor de voorkoming of bestrijding van een strafbaar feit dat onder de doelstellingen van Europol valt.

9. De raad van bestuur stelt uitvoeringsregels vast voor de voorbereiding en uitvoering van de inzet van Europol voor operationele ondersteuning, met inbegrip van het aantal en het profiel van de in de reservepool op te nemen deskundigen en eventuele latere wijzigingen daarvan.

10. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing wanneer de inzet van Europol voor operationele ondersteuning plaatsvindt in een derde land als bedoeld in artikel 25, lid 1, punt a), b) of c).”;

___________

* Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1, ELI:  https://eur-lex.europa.eu/eli/reg/2019/1896/oj )”.

(5) in artikel 18, lid 2, wordt punt d) vervangen door:

“d)    het faciliteren, onder meer door middel van Siena, van de uitwisseling van informatie tussen lidstaten, Europol, andere organen van de Unie, derde landen, internationale organisaties en particuliere partijen;”;

(6) Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

   a) het zesde streepje “migrantensmokkel” wordt vervangen door:

“– migrantensmokkel”;

   b) het volgende streepje wordt toegevoegd:

“– schending van beperkende maatregelen van de Unie”.

Hoofdstuk V

SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 - Inwerkingtreding en toepasselijkheid

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.