Artikelen bij COM(2024)101 - Voortzetten van gecoördineerde maatregelen ter reductie van de gasvraag - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)101 - Voortzetten van gecoördineerde maatregelen ter reductie van de gasvraag. |
---|---|
document | COM(2024)101 ![]() ![]() |
datum | 25 maart 2024 |
(1) De lidstaten zouden, met het oog op het vrijwaren van de gasvoorzieningszekerheid van de Unie, moeilijkheden bij de levering van gas moeten aanpakken in een geest van solidariteit, door verbeterde coördinatie, monitoring en rapportage van de nationale gasvraagreductie.
(2) De lidstaten zouden naar beste vermogen hun gasverbruik in de periode van 1 april 2024 tot en met 31 maart 2025 (de “reductieperiode”) met ten minste 15 % moeten reduceren ten opzichte van hun gemiddelde gasverbruik in de “referentieperiode” van 1 april 2017 tot en met 31 maart 2022.
(3) Met het oog op het reduceren van het gasverbruik in elke lidstaat tijdens de “reductieperiode” zou de gasvraag 15 % lager moeten zijn in vergelijking met zijn referentiegasverbruik. Onder “referentiegasverbruik” wordt het gemiddelde gasverbruik van een lidstaat gedurende de referentieperiode verstaan. Voor lidstaten waarvan het gasverbruik in de periode van 1 april 2021 tot en met 31 maart 2022 met ten minste 8 % gestegen is ten opzichte van het gemiddelde gasverbruik gedurende de referentieperiode, betekent “referentiegasverbruik” alleen het gasverbruik in de periode van 1 april 2021 tot en met 31 maart 2022.
(4) Deze aanbeveling is niet gericht tot een lidstaat waarvan het elektriciteitssysteem alleen synchroon gekoppeld is aan het elektriciteitssysteem van een derde land indien hij losgekoppeld wordt van het systeem van dat derde land zolang er geïsoleerde elektriciteitssysteemdiensten of andere diensten aan de elektriciteitsnetbeheerder moeten worden verleend om de veilige en betrouwbare werking van het elektriciteitssysteem te waarborgen.
(5) Deze aanbeveling is niet gericht tot een lidstaat zolang die lidstaat niet rechtstreeks aangesloten is op een gassysteem van een andere lidstaat.
(6) Een lidstaat zou de mogelijkheid moeten hebben om het referentiegasverbruik dat wordt gebruikt voor de berekening van het streefdoel inzake vraagreductie op grond van punt 3 te beperken met het gasvolume dat gelijk is aan het verschil tussen zijn in bijlage I bis bij Verordening (EU) 2022/1032 vastgestelde tussentijdse streefdoel voor 1 augustus 2022 en het werkelijke volume van opgeslagen gas op 1 augustus 2022, indien die lidstaat op die datum aan het tussentijdse streefdoel voldeed.
(7) Een lidstaat zou de mogelijkheid moeten hebben om het referentiegasverbruik dat wordt gebruikt voor de berekening van het streefdoel inzake vraagreductie op grond van punt 3 te beperken met het gasvolume dat gedurende de referentieperiode als grondstof is verbruikt. Onder “grondstof” wordt verstaan het “niet-energetisch gebruik van aardgas” als bedoeld in de energiebalansberekeningen door de Commissie (Eurostat).
(8) Een lidstaat zou ook de mogelijkheid moeten hebben om het referentiegasverbruik dat wordt gebruikt voor de berekening van het streefdoel inzake vraagreductie op grond van punt 3 te beperken met het volume toegenomen gasverbruik als gevolg van de overstap van steenkool op gas voor stadsverwarming, indien die toename in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 maart 2024 ten minste 8 % bedraagt ten opzichte van het gemiddelde gasverbruik tijdens de referentieperiode en voor zover die toename rechtstreeks aan de overstap kan worden toegeschreven.
(9) Een lidstaat zou de mogelijkheid moeten hebben om het vraagreductiestreefcijfer met 8 procentpunten te beperken, mits hij aantoont dat zijn interconnectie met andere lidstaten gemeten in vaste technische uitvoercapaciteit minder dan 50 % bedraagt ten opzichte van zijn jaarlijks gasverbruik in 2021 en dat de capaciteit op de interconnectoren met andere lidstaten voor ten minste 90 % daadwerkelijk voor gastransport is gebruikt, tenzij de lidstaat kan aantonen dat er geen vraag was en dat de capaciteit maximaal was, en mits hij aantoont dat zijn nationale lng-faciliteiten commercieel en technisch klaar zijn om de op de markt gevraagde gasvolumes naar andere lidstaten te transporteren.
(10) Een lidstaat zou de mogelijkheid moeten hebben om vraagreductiestreefcijfers tijdelijk beperken in het geval van een elektriciteitscrisis om het risico voor de elektriciteitsvoorziening te beperken, met name indien er geen economische alternatieven voorhanden zijn ter vervanging van het gas dat noodzakelijk is om elektriciteit op te wekken zonder de voorzieningszekerheid ernstig in het gedrang te brengen. In dat geval wordt de lidstaat aanbevolen de redenen voor de beperking mee te delen.
(11) De door de lidstaten gekozen vraagreductiemaatregelen zouden duidelijk omschreven, transparant, proportioneel, niet-discriminerend en controleerbaar moeten zijn.
(12) Bij het treffen van maatregelen met gevolgen voor andere afnemers dan beschermde afnemers als gedefinieerd in artikel 2, punt 5), van Verordening (EU) 2017/1938 worden de lidstaten aanbevolen objectieve en transparante criteria te volgen, waarbij rekening wordt gehouden met hun economische belang en, onder meer, de volgende elementen:
(a)de gevolgen van een verstoring voor voorzieningsketens die van zeer groot maatschappelijk belang zijn;
(b)de mogelijke negatieve gevolgen in andere lidstaten, in het bijzonder voor voorzieningsketens van downstreamsectoren die van zeer groot maatschappelijk belang zijn;
(c)de mogelijk langdurige schade aan industriële installaties;
(d)de mogelijkheden om het verbruik te reduceren en producten in de Unie te vervangen.
(13) Bij hun besluit over maatregelen om gas te besparen, worden de lidstaten aanbevolen maatregelen ter reductie van gas dat in de elektriciteitssector wordt verbruikt, maatregelen ter bevordering van brandstofomschakeling in de industrie, nationale bewustmakingscampagnes, en gerichte verplichtingen ter beperking van verwarming en koeling, ter bevordering van de omschakeling naar hernieuwbare brandstoffen en ter beperking van het verbruik door de industrie te overwegen.
(14) De lidstaten worden aanbevolen de Commissie in kennis te stellen van nieuwe vraagreductiemaatregelen waarvan nog geen kennis aan de Commissie is gegeven uit hoofde van Verordening (EU) 2022/1369.
(15) De lidstaten worden aanbevolen hun uitvoering van de vraagreductiemaatregelen op hun grondgebied te monitoren en om hun gasverbruik ten minste om de twee maanden en uiterlijk op de 15e dag van de volgende maand via Eurostat aan de Commissie te rapporteren (in terajoule, TJ).
(16) Aanbevolen wordt om in die rapportage aan Eurostat een uitsplitsing op te nemen van het gasverbruik per sector, met inbegrip van het gasverbruik voor de volgende sectoren:
(a)gasinput voor de opwekking van elektriciteit en warmte;
(b)gasverbruik in de industrie;
(c)gasverbruik in huishoudens en voor diensten.
(17) Voor de toepassing van de aanbeveling in dit punt zouden de definities en statistische afspraken van Verordening (EG) nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad 12 als relevant moeten worden beschouwd.
(18) Verwelkomd wordt dat de Commissie de uitvoering van deze aanbeveling ondersteunt door de per sector verwezenlijkte vraagreductie en de genomen vraagreductiemaatregelen te monitoren, samen met de Groep coördinatie gas.