Artikelen bij COM(2024)278 - Wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft het elektronische certificaat van vrijstelling van btw

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.



Artikel 1

In artikel 151 van Richtlijn 2006/112/EG worden de volgende leden 1 bis en 1 ter ingevoegd:

“1 bis. Lidstaten gebruiken een elektronisch certificaat om te bevestigen dat een handeling in aanmerking komt voor een vrijstelling als bedoeld in lid 1, eerste alinea. De begunstigde instelling of persoon aan wie de vrijgestelde levering van goederen of dienst wordt verricht, geeft het certificaat af en ondertekent het samen met de gastlidstaat langs elektronische weg.

Wanneer de goederen of diensten bestemd zijn voor officieel gebruik, kunnen de lidstaten de begunstigde instelling of persoon ontheffen van de verplichting om een elektronisch ondertekend certificaat van vrijstelling van de gastlidstaat te verkrijgen, onder de door de lidstaten vast te stellen voorwaarden. Die ontheffing kan in geval van misbruik worden ingetrokken. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van het contactpunt dat is aangewezen om te bepalen welke diensten verantwoordelijk zijn voor de ondertekening van het certificaat langs elektronische weg en in hoeverre zij ontheffing van deze verplichting verlenen. De Commissie brengt de van de lidstaten ontvangen gegevens ter kennis van de andere lidstaten.

In afwijking van de eerste twee alinea’s kunnen de lidstaten ervoor kiezen de papieren versie van het certificaat in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad* te gebruiken voor elke handeling die tot en met 30 juni 2030 heeft plaatsgevonden.

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de technische details en specificaties vast met betrekking tot het elektronische formaat van het in de eerste alinea bedoelde certificaat en de verwerking ervan. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 bedoelde onderzoeksprocedure en het hiervoor bevoegde comité is het comité dat bij artikel 58 van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad is ingesteld.

1 ter. Onverminderd lid 3 is de begunstigde instelling of persoon die het certificaat heeft afgegeven en ondertekend, gehouden de btw te voldoen aan de lidstaat waar deze verschuldigd is, indien de in lid 1, eerste alinea, vastgestelde voorwaarden voor vrijstelling niet zijn vervuld of niet langer van toepassing zijn.

______________________

* Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 77 van 23.3.2011, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2011/282/oj).”.

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 2026 aan artikel 1 van deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder artikel 1 van deze richtlijn vallende gebied vaststellen.


Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.