Artikelen bij COM(2024)386 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)386 - . |
---|---|
document | COM(2024)386 |
datum | 18 november 2024 |
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
Deze verordening stelt voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Oostzee de vangstmogelijkheden voor 2025 vast en wijzigt bepaalde bij Verordening (EU) 2024/257 vastgestelde vangstmogelijkheden in andere wateren.
Artikel 2
Toepassingsgebied
1. Deze verordening is van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie die actief zijn in de Oostzee.
2. Zij is tevens van toepassing op de recreatievisserij indien deze visserij in de betrokken bepalingen uitdrukkelijk wordt genoemd.
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013.
Daarnaast gelden de volgende definities:
(1) “deelsector”: een deelsector van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) in de Oostzee als gedefinieerd in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad0;
(2) “totale toegestane vangst” (TAC):
(a) in visserijen die onder de in artikel 15, leden 4 tot en met 7, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde vrijstelling van de aanlandingsverplichting vallen: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden aangeland;
(b) in alle overige visserijen: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden gevangen;
(3) “quotum”: een gedeelte van de TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;
(4) “recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee mariene biologische rijkdommen worden geëxploiteerd voor recreatieve, toeristische of sportieve doeleinden;
(5) “analytische beoordeling”: een kwantitatieve evaluatie van trends voor een bepaald bestand op basis van gegevens over de biologie en de exploitatie van dat bestand, ook gebaseerd op benaderende waarden, die blijkens wetenschappelijke toetsing van toereikende kwaliteit zijn om de basis te vormen voor wetenschappelijke adviezen;
(6) “analytische TAC”: een TAC waarvoor een analytische beoordeling beschikbaar is;
(7) “voorzorgs-TAC”: een TAC waarvoor geen analytische beoordeling beschikbaar is, maar waarvoor ofwel een beoordeling op basis van de voorzorgsbenadering beschikbaar is ofwel helemaal geen beoordeling beschikbaar is.
HOOFDSTUK II
VANGSTMOGELIJKHEDEN
Artikel 4
TAC’s en toewijzingen
De TAC’s, quota en, in voorkomend geval, de functioneel daarmee verbonden maatregelen zijn vermeld in de bijlage.
Artikel 5
Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden
1. De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig deze verordening over de lidstaten verdeeld zonder afbreuk te doen aan:
(a) uitwisselingen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;
(b) kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;
(c) extra aanlandingen die zijn toegestaan op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 of artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;
(d) hoeveelheden die worden ingehouden overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 of overgedragen op grond van artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;
(e) verlagingen uit hoofde van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
2. Bestanden waarvoor voorzorgs- of analytische TAC’s gelden in het kader van het meerjarenbeheer van de TAC’s en quota waarin Verordening (EG) nr. 847/96 voorziet, zijn vermeld in de bijlage bij deze verordening.
3. Tenzij anders vermeld in de bijlage bij deze verordening, is artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 van toepassing op bestanden waarvoor een voorzorgs-TAC geldt, en zijn artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing op bestanden waarvoor een analytische TAC geldt.
4. De artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 zijn niet van toepassing wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de jaarflexibiliteit waarin artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 voorziet.
Artikel 6
Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten
De bestanden van niet-doelsoorten binnen biologisch veilige grenzen als bedoeld in artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 waarop de afwijking van de verplichting om vangsten in mindering te brengen op de desbetreffende quota van toepassing is, zijn vermeld in de desbetreffende TAC-tabellen in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 7
Sluitingen ter bescherming van paaiende kabeljauw
1. Van 1 mei tot en met 31 augustus is het verboden om met welk vistuig dan ook te vissen in de deelsectoren 25 en 26.
2. Het verbod van lid 1 geldt niet voor:
(a) visserijverrichtingen die uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden, mits dat onderzoek wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad0;
(b) vissersvaartuigen van de Unie van minder dan twaalf meter lengte over alles die vissen met kieuwnetten, warnetten of schakelnetten, met geankerde beugen, beuglijnen, vrije beuglijnen, handlijnen en peuren of soortgelijk passief vistuig in gebieden met een waterdiepte van minder dan twintig meter volgens de coördinaten op de officiële zeekaarten van de bevoegde nationale autoriteiten;
(c) vissersvaartuigen van de Unie die in deelsector 25 vissen op pelagische bestanden voor rechtstreekse menselijke consumptie, met vistuig met een maaswijdte van 45 mm of minder, in gebieden waar de waterdiepte minder dan vijftig meter bedraagt volgens de coördinaten op de officiële zeekaart van de bevoegde nationale autoriteiten, en waarvan de aanlandingen zijn gesorteerd.
3. Het is van 15 januari tot en met 31 maart verboden met welk vistuig dan ook te vissen in de deelsectoren 22 en 23 en van 15 mei tot en met 15 augustus in deelsector 24.
4. Het verbod van lid 3 geldt niet voor:
(a) visserijverrichtingen die uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden, mits dat onderzoek wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1241;
(b) vissersvaartuigen van de Unie van minder dan twaalf meter lengte over alles die vissen met kieuwnetten, warnetten of schakelnetten, met geankerde beugen, beuglijnen, vrije beuglijnen, handlijnen en peuren of soortgelijk passief vistuig in gebieden met een waterdiepte van minder dan twintig meter volgens de coördinaten op de officiële zeekaarten van de bevoegde nationale autoriteiten;
(c) vissersvaartuigen van de Unie die in deelsector 24 vissen op pelagische bestanden voor rechtstreekse menselijke consumptie, met vistuig met een maaswijdte van 45 mm of minder, in gebieden waar de waterdiepte minder dan veertig meter bedraagt volgens de coördinaten op de officiële zeekaart van de bevoegde nationale autoriteiten, en waarvan de aanlandingen zijn gesorteerd;
(d) vissersvaartuigen van de Unie die met dreggen vissen op tweekleppige weekdieren in deelsector 22 in gebieden met een waterdiepte van minder dan twintig meter volgens de coördinaten op de officiële zeekaarten van de bevoegde nationale autoriteiten.
5. Kapiteins van vissersvaartuigen van de Unie als bedoeld in lid 2, punt b) of punt c), en lid 4, punt b), punt c) of punt d), zorgen ervoor dat hun visserijactiviteiten te allen tijde door de controleautoriteiten van de bevoegde lidstaat kunnen worden gemonitord.
Artikel 8
Maatregelen betreffende de recreatievisserij op kabeljauw in de deelsectoren 22 tot en met 26
Recreatievisserij op kabeljauw is verboden in de deelsectoren 22 tot en met 26.
Artikel 9
Maatregelen betreffende de recreatievisserij op zalm in de deelsectoren 22 tot en met 31
1. Recreatievisserij op zalm is verboden in de deelsectoren 22 tot en met 31. Elk incidenteel gevangen zalmexemplaar wordt onmiddellijk weer in zee vrijgelaten.
2. In afwijking van lid 1 is de recreatievisserij op zalm ten noorden van 59° 30′ NB van 1 mei tot en met 31 augustus toegestaan in gebieden binnen vier zeemijl gemeten vanaf de basislijnen.
3. Dit artikel geldt onverminderd strengere nationale maatregelen uit hoofde van de artikelen 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1380/2013.
Artikel 10
Maatregelen voor de instandhouding van de zeeforel- en zalmbestanden in de deelsectoren 22 tot en met 32
1. In de deelsectoren 22 tot en met 32 mogen vissersvaartuigen van de Unie niet vissen op zeeforel buiten vier zeemijl gemeten vanaf de basislijnen. Bij het vissen op zalm buiten vier zeemijl gemeten vanaf de basislijnen in deelsector 32 mogen bijvangsten van zeeforel op geen enkel moment aan boord of bij aanlanding na elke visreis meer bedragen dan 3 % van de totale zalm- en zeeforelvangst.
2. Het is verboden om in de deelsectoren 22 tot en met 31 met beuglijnen op zeeforel of zalm te vissen buiten vier zeemijl gemeten vanaf de basislijnen.
3. Dit artikel geldt onverminderd strengere nationale maatregelen uit hoofde van de artikelen 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1380/2013.
Artikel 11
Toezending van gegevens
Lidstaten die op grond van de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens aan de Commissie toezenden over hoeveelheden van bestanden die gevangen of aangeland zijn, gebruiken daarvoor de bestandscodes van de bijlage bij deze verordening.
HOOFDSTUK III
SLOTBEPALINGEN
Artikel 12
Wijziging van Verordening (EU) 2024/257
Verordening (EU) 2024/257 wordt als volgt gewijzigd:
(1) In deel B van bijlage IA wordt tabel 122 vervangen door:
“
Tabel 122
”.
(2) [placeholder voor andere wijzigingen in Verordening (EU) 2024/257 van de Raad].
Artikel 13
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing van 1 januari tot en met 31 december 2025.
In afwijking van de tweede alinea geldt het volgende:
(a) artikel 12, punt (1), is van toepassing van 1 november 2024 tot en met 31 oktober 2025;
(b) [placeholder voor andere wijzigingen in Verordening (EU) 2024/257 van de Raad].
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.