Artikelen bij COM(2024)435 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)435 - .
document COM(2024)435
datum 3 oktober 2024



INLEIDING

Vijf miljoen EU-burgers wonen in de ultraperifere gebieden, de meest afgelegen delen van de Europese Unie: Frans-Guyana, Guadeloupe, Martinique, Mayotte, Réunion en Saint-Martin (Frankrijk), de Azoren en Madeira (Portugal) en de Canarische Eilanden (Spanje). Deze negen gebieden maken integraal deel uit van de EU en bevinden zich in de Atlantische en de Indische Oceaan, in het Caribisch gebied en in Zuid-Amerika.

De ultraperifere gebieden zijn unieke troeven die de EU als geheel ten goede komen, namelijk strategische ligging nabij derde landen, uitzonderlijke geografische kenmerken voor activiteiten op het gebied van ruimtevaart en astrofysica, hernieuwbare energiebronnen, rijke biodiversiteit en uitgestrekte maritieme zones. Tegelijkertijd hebben deze gebieden te kampen met permanente beperkingen, zoals de ultraperifere ligging, het insulaire karakter, de geringe omvang, de kwetsbaarheid voor klimaatverandering en de economische afhankelijkheid van enkele sectoren. In dit verband voorziet het Verdrag betreffende de werking van de EU (artikel 349) in specifieke maatregelen ter ondersteuning van de ultraperifere gebieden, waaronder aangepaste wetgeving, beleidsmaatregelen en programma’s van de EU. In deze geest heeft de Commissie sinds 2004 specifieke strategieën voor deze gebieden vastgesteld.

Sinds 2019 heeft de Commissie in een honderdtal beleidsmaatregelen, wetgevingshandelingen en programma’s van de EU de specifieke kenmerken van de ultraperifere gebieden aangepakt. In 2022 heeft de Commissie een mededeling getiteld “Mensen vooropstellen, zorgen voor duurzame en inclusieve groei en het potentieel van de ultraperifere regio’s van de EU ontsluiten”1 goedgekeurd, die een breder toepassingsgebied en meer ambitie dan eerdere strategieën bevat. In deze mededeling worden bijna tachtig specifieke acties op maat voorgesteld om de ultraperifere gebieden te ondersteunen. Voorts worden aanbevelingen gedaan aan de regionale en nationale overheden, die een hoofdrol spelen in hun ontwikkeling.

De fondsen van het cohesiebeleid spelen een sleutelrol bij de ondersteuning van de ultraperifere gebieden. In het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO)2, het Cohesiefonds3 en het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+)4 genieten deze gebieden de hoogste medefinancieringspercentages, een specifieke aanvullende toewijzing en uitzonderingen voor investeringen, zoals die voor havens, luchthavens en de verwerking van restafval. In het kader van de EU-begroting 2021-2027 heeft de Commissie uit hoofde van de fondsen voor het cohesie-, landbouw- en visserijbeleid 16 miljard EUR uitgetrokken voor de ultraperifere gebieden — een aanzienlijke stijging ten opzichte van de 13 miljard EUR voor de periode 2014-2020.

Er blijven echter grote uitdagingen bestaan op het gebied van levensomstandigheden, kansen en ontwikkeling in de ultraperifere gebieden. Zoals in het negende cohesieverslag5 wordt benadrukt, hebben de meeste van deze regio’s nog steeds te kampen met een laag bbp per hoofd van de bevolking6 (minder dan 75 % van het EU-gemiddelde), economische verschillen, hogere werkloosheid (met name voor jongeren) en een lager opleidingsniveau. Met name Mayotte, dat in 2014 het meest recente ultraperifere gebied is geworden, is de armste regio van de EU. De meeste van deze gebieden worden ook geconfronteerd met demografische uitdagingen, zoals een vergrijzing van de bevolking en het wegtrekken van jongeren. Daarom wordt in de mededeling van 2022 vooral gefocust op “mensen vooropstellen”.

De uitvoering van de mededeling van 2022 vordert gestaag, waarbij veel van de toezeggingen van de Commissie worden nagekomen. Het belang van de volledige uitvoering ervan werd benadrukt door het Europees Parlement (resolutie van 2023 over de mededeling)7, de Raad (conclusies van 2022 over de ultraperifere gebieden)8 en het Comité van de Regio’s (advies van 2023)9.

In dit verslag wordt de balans opgemaakt van de aanzienlijke vooruitgang die de Commissie heeft geboekt bij de uitvoering van de mededeling van 2022 in het kader van tal van beleidsmaatregelen, fondsen, programma’s en instrumenten van de EU, waarbij ongeveer twee derde van de acties reeds is uitgevoerd of nog loopt. In dit verslag worden ook de initiatieven van de ultraperifere gebieden en hun respectieve lidstaten belicht op basis van de aanbevelingen die in de mededeling aan hen zijn gedaan. In het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit verslag is gevoegd, ligt de nadruk op de belangrijkste steun van het cohesiebeleid in de ultraperifere gebieden, waarbij de nadruk wordt gelegd op bepaalde sectoren waar de behoeften het grootst zijn en waar de impact het meest significant is.

HERSTEL

De COVID-19-crisis heeft grote gevolgen gehad in de ultraperifere gebieden, met name op het gebied van vervoer, toerisme, onderwijs, opleiding en banen, en de toegang tot diensten10. Bovendien worden de ultraperifere gebieden blootgesteld aan hogere energieprijzen als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne. Deze gebieden ondervinden moeilijkheden om te herstellen, zij het in mindere mate op de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden.

De fondsen van het cohesiebeleid speelden een sleutelrol bij het herstel van deze gebieden en blijven hun ontwikkeling ondersteunen. Tijdens de COVID-19-crisis hebben de ultraperifere gebieden in het kader van het cohesiebeleid nog eens 2 miljard EUR ontvangen uit de herstelbijstand voor cohesie en de regio’s van Europa (React-EU)11. De herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunde overheidsinvesteringen en hervormingen om sterkere en veerkrachtigere economieën in deze gebieden op te bouwen. Andere EU-fondsen dragen ook bij aan het herstel ervan, zoals het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA).

De Commissie heeft een noodinstrument voor de eengemaakte markt voorgesteld om de kwetsbaarheid van de ultraperifere gebieden voor tekorten aan crisisrelevante goederen en diensten aan te pakken. In het kader van de wet inzake noodsituaties en veerkracht voor de interne markt12 kan de Commissie de lidstaten aanbevelen crisisrelevante goederen en diensten te verdelen in gebieden die zwaar worden getroffen door verstoringen van de toeleveringsketen, met inbegrip van de ultraperifere gebieden.

1. DUURZAAM EN INCLUSIEF HERSTEL EN GROEI

1. MENSEN VOOROPSTELLEN: EERLIJKE EN RECHTVAARDIGE KANSEN VOOR IEDEREEN

Armoede aanpakken en gelijkheid en inclusie bevorderen

De meeste ultraperifere gebieden hebben te kampen met een laag bbp per hoofd van de bevolking, geringe arbeidsproductiviteit en innovatieprestaties en hogere werkloosheids-, armoede- en schooluitvalpercentages in vergelijking met de gemiddelden van hun lidstaten en de EU. Deze uitdagingen werden consequent belicht in de landverslagen die in het voorjaarspakket van het Europees Semester13 zijn gepubliceerd.

Om armoede en sociale ongelijkheid te helpen verminderen, ondersteunt de Commissie de ultraperifere gebieden bij de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten, met name de fondsen van het cohesiebeleid en de herstel- en veerkrachtfaciliteit. In sommige van deze gebieden ondersteunt het ESF+ diensten voor actief ouder worden, ziektepreventie, steun voor kinderen en jongeren die met armoede of sociale uitsluiting worden bedreigd (Madeira, Mayotte, Frans-Guyana, Guadeloupe, Martinique, Réunion), langdurige zorg (Azoren) en de bestrijding van energiearmoede (Canarische Eilanden)14.

De Commissie ondersteunt verder de deelname van de ultraperifere gebieden aan het initiatief van de Europese regio’s voor de sociale economie. In 2023 hebben het overzeese gedeelte van de Franse kamer voor sociale en solidaire economie (ESS France Outre-mer) en de Canarische Eilanden zich bij dit netwerk aangesloten. Daarnaast besteden Mayotte, Frans-Guyana, Réunion en Saint-Martin middelen voor het cohesiebeleid aan de ontwikkeling van de sociale economie (zoals de oprichting van bedrijven en opleiding in verband met de sociale economie).

De Commissie monitort ook maatregelen om in deze gebieden armoede terug te dringen, integratie en gelijkheid te verbeteren en geweld tegen vrouwen te voorkomen. Zoals aanbevolen in de mededeling van 2022 hebben de lidstaten en de ultraperifere gebieden initiatieven genomen. Het gaat onder meer om de Franse armoedebestrijdingsstrategie voor de periode 2021-2030 met maatregelen die zijn gericht op de ultraperifere gebieden, de strategieën voor personen met een handicap en gelijkheidsplannen van de Azoren en Madeira, alsook de toegankelijkheidsaanpak van San Cristóbal de la Laguna (Canarische Eilanden), die in 2024 de Access City Award van de Commissie heeft ontvangen.

Voorts houdt de Commissie toezicht op de dimensie van de ultraperifere gebieden in de desbetreffende nationale actieplannen ter uitvoering van de Europese kindergarantie. De actieplannen van Frankrijk en Portugal omvatten maatregelen voor het welzijn van kinderen en gelijke kansen in deze gebieden. Spanje werkt samen met Unicef om de garantie op de Canarische Eilanden op koers te houden.

Toegang tot behoorlijke huisvesting, water, internet, betaalbaar vervoer en betaalbare energie

De Commissie steunt de ultraperifere gebieden en hun lidstaten bij het tot stand brengen van synergieën tussen nationale en EU-fondsen om de levensomstandigheden in de ultraperifere gebieden te verbeteren, aangezien de meeste ervan nog altijd de kloof op het gebied van toegang tot basisbehoeften moeten overbruggen.

In 2024 heeft de Commissie een onafhankelijke studie over de toegang van mensen tot huisvesting, drinkwater en sanitaire voorzieningen, elektriciteit en internet- en telefoonverbindingen in de ultraperifere gebieden15 gepubliceerd. Ondanks de geboekte vooruitgang, onder meer via EFRO-investeringen (2014-2020) en geplande steun (2021-2027), wordt geconcludeerd dat er nog steeds grote behoeften zijn, met name in sommige Franse ultraperifere gebieden.

In de studie wordt aanbevolen verder te investeren in sociale huisvesting om iedereen waardig onderdak te bieden in een context van hoge prijzen en demografische druk. Om dit probleem aan te pakken, besteden de Azoren en Madeira middelen uit het EFRO en het ESF+ aan het herstel van het bestaande sociale woningbestand en aan het aanpakken van materiële deprivatie. De herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunt ook inspanningen om woningnood aan te pakken, bijvoorbeeld sociale huisvesting voor kansarme gezinnen op Madeira en in Le Tampon op Réunion voor duurzame huisvesting.

In de studie over de levensomstandigheden wordt aanbevolen extra middelen uit te trekken voor infrastructuur om de toegang tot drinkwater in de Franse ultraperifere gebieden te verbeteren en in opslag- en technische oplossingen voor hergebruik van water te investeren. Op Mayotte, dat in 2023 te kampen had met een ernstige watercrisis, zal het EFRO investeringen in waterinfrastructuur meer dan verdubbelen, namelijk van 20 miljoen EUR in de periode 2014-2020 tot 47,5 miljoen EUR in de periode 2021-2027. Bovendien worden met het Franse “Plan Eau DOM” de Franse ultraperifere gebieden gesteund bij het verbeteren van de afvalwaterdiensten en de toegang tot drinkwater.

Hoewel de ultraperifere gebieden een duidelijke stijgende trend vertonen op het gebied van internetverbindingen, met name dankzij EFRO-steun, hebben de meeste ervan te maken met lagere internetsnelheden dan op het vasteland alsook met een gebrekkige aansluitinfrastructuur in plattelandsgebieden. Hun specifieke extra toewijzing in het kader van het EFRO wordt gebruikt voor de kosten van openbaredienstverplichtingen op het gebied van vervoer, waarmee de verbindingen tussen plattelands- en stedelijke gebieden en tussen de eilanden worden versterkt.

Alle ultraperifere gebieden worden geconfronteerd met uitdagingen als gevolg van de energiecrisis, die nog worden verergerd door hun intrinsieke kwetsbaarheden. Bovendien is het gemiddelde inkomen van huishoudens in sommige gebieden minder snel gestegen dan de energieprijzen. Met de wijziging inzake maatregelen ter ondersteuning van betaalbare energie (SAFE) in het kader van de REPowerEU-verordening werd flexibiliteit in de regels van het cohesiebeleid ingevoerd om kwetsbare huishoudens te ondersteunen bij het aanpakken van energiearmoede. Het Franse herstel- en veerkrachtplan financiert 70 % van het initiatief MaPrimeRenov om de energie-efficiëntie van particuliere woningen te stimuleren, ook in de ultraperifere gebieden.

Toegang tot gezondheidszorg

De Commissie vult de inspanningen van de lidstaten aan om de gezondheidszorgstelsels veerkrachtiger en toegankelijker te maken en ongelijkheden te verminderen, ook in de ultraperifere gebieden die bijzonder zwaar zijn getroffen door de COVID-19-crisis16.

De ultraperifere gebieden leggen fondsen van het cohesiebeleid en de herstel- en veerkrachtfaciliteit vast om hun gezondheidszorgstelsels te versterken, bijvoorbeeld om het netwerk van infrastructuur en diensten voor langdurige zorg (Madeira) uit te breiden of een telegeneeskundeplatform voor het monitoren van chronische wonden te ontwikkelen (Saint-Martin). In Guadeloupe is een lid van EuroBloodNet, dat tot de Europese referentienetwerken voor zeldzame en complexe ziekten behoort en dat zich met bloedziekten bezighoudt, gevestigd. Sommige ultraperifere gebieden en hun buurlanden ontwikkelen Interreg-projecten17 voor de preventie en behandeling van ziekten, zoals het CUREMA-project in het Amazonebekken en het MACbioIDi2-project in Macaronesië.

In 2023 heeft de Commissie besprekingen tussen de gezondheidsdiensten van de ultraperifere gebieden en de nationale gezondheidsautoriteiten van Frankrijk, Portugal en Spanje bevorderd om de deelname van de ultraperifere gebieden te vergemakkelijken en rekening te houden met hun behoeften in het EU4Health-programma. Ook werden regionale belanghebbenden aangemoedigd om via het platform voor gezondheidsbeleid deel te nemen aan openbare raadplegingen18. De werkprogramma’s EU4Health 2023 en 2024 hebben betrekking op de specifieke behoeften van de ultraperifere gebieden, zoals de capaciteit voor toezicht op afvalwater en de ontwikkeling van strategieën voor het aanleggen van voorraden.

Bovendien heeft de Autoriteit voor paraatheid en respons inzake noodsituaties op gezondheidsgebied tot doel te zorgen voor de beschikbaarheid van medische tegenmaatregelen bij paraatheid bij pandemieën in de hele EU, ook in de ultraperifere gebieden, die aan grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen worden blootgesteld.

Kansen voor jongeren: onderwijs, opleiding, ondersteuning van werkgelegenheid en ondernemerschap

Jongeren uit ultraperifere gebieden worden geconfronteerd met extra uitdagingen op het gebied van onderwijs, opleiding en het vinden van een baan, in vergelijking met continentaal Europa. Met name is in de ultraperifere gebieden sprake van de laagste arbeidsparticipatie van jongeren in de EU en zijn er veel jongeren die geen onderwijs of opleiding volgen en geen baan hebben (NEET’s)19.

Om deze kwesties aan te pakken, heeft de Commissie verschillende maatregelen genomen. In het bijzonder heeft zij in 2023 een subsidieregeling van 1 miljoen EUR in het kader van het EFRO opgezet ter ondersteuning van kleinschalige projecten onder leiding van jongeren of jongerenorganisaties in de ultraperifere gebieden om actieve spelers te worden in hun lokale gemeenschappen en die gericht zijn op het bevorderen van gelijkheid en inclusie. Van de bijna tweehonderd aanvragen die de Commissie in het kader van deze regeling heeft ontvangen, zullen naar verwachting ongeveer zeventig acties van september 2024 tot juni 2025 lopen.

Naar aanleiding van een voorstel van de Commissie om uitdagingen op het gebied van onderwijs, zoals voortijdig schoolverlaten, aan te pakken, heeft de Raad in 2022 een aanbeveling over trajecten naar succes op school20 aangenomen, waarin wordt gewezen op het belang van de ontwikkeling van beleid dat is afgestemd op de behoeften van de ultraperifere gebieden. Het ESF+ ondersteunt de bestrijding van voortijdig schoolverlaten door middel van adviesverlening en initiatieven voor academische ondersteuning.

In de Erasmus+-werkprogramma’s voor 2023 en 202421 heeft de Commissie bijzondere aandacht besteed aan jongeren in afgelegen of ultraperifere gebieden, door meer financiële steun te verlenen aan deelnemers uit deze regio’s22. Een soortgelijke aanpak wordt toegepast met het Europees Solidariteitskorps. De ultraperifere gebieden zijn ook betrokken bij vlaggenschipinitiatieven van Erasmus+23. In 2023 heeft de Commissie in het kader van de inclusie-actie DiscoverEU subsidies aan elf organisaties uit deze gebieden toegekend, zodat meer dan 180 jongeren door Europa konden reizen.

In het besluit over een Europees Jaar van de Vaardigheden24, dat onder meer is gebaseerd op het pact voor vaardigheden25, worden beperkingen in de toegang tot de arbeidsmarkt en bijscholingsmogelijkheden in deze gebieden benadrukt. De ultraperifere gebieden besteden ESF+-middelen aan opleiding (bv. cursussen internationalisering voor afgestudeerden op de Canarische Eilanden en stages bij het centrum voor artificiële intelligentie van Madeira) en aan de bevordering van ondernemerschap voor werkgelegenheid voor jongeren. Het Franse overzeese agentschap voor mobiliteit ondersteunt internationale opleidingsmobiliteit in de ultraperifere gebieden.

Het Talent Booster Mechanism, in het kader van de mededeling over het benutten van talent in Europa’s regio’s26, kan ultraperifere gebieden helpen om het geringe tertiair onderwijs en de uitstroom van hun geschoolde jongeren aan te pakken. Guadeloupe maakt deel uit van een van de werkgroepen in het kader van dit mechanisme. In 2024 heeft de Commissie de Azoren geselecteerd als een gebied dat geconfronteerd dreigt te worden met “lacunes bij de ontwikkeling van talent”27, en dit gebied zal in het kader van het mechanisme steun op maat krijgen. Het ESF+ ondersteunt in het kader van de versterkte jongerengarantie initiatieven ter bevordering van de werkgelegenheid voor jongeren, bijvoorbeeld op de Canarische Eilanden, met een specifiek opleidingsaanbod, waarin arbeidsmogelijkheden en -kansen in kaart worden gebracht (62 miljoen EUR). Jongeren in de Franse ultraperifere gebieden werden krachtens de herstel- en veerkrachtfaciliteit in het kader van het jeugdplan “1 jeune 1 solution” ondersteund. Het Portugese herstel- en veerkrachtplan ondersteunt de Azoren bij scholing en bijscholing door middel van opleiding en een leven lang leren op de Azoren.



2. VOORTBOUWEN OP TROEVEN EN OBSTAKELS AANPAKKEN, MET BIJZONDERE AANDACHT VOOR ESSENTIëLE SECTOREN

Onderzoek, innovatie en slimme specialisatie

De unieke troeven van de ultraperifere gebieden bieden een groot potentieel voor onderzoek en innovatie. In het kader van het programma Horizon Europa28 worden onderwerpen die relevant zijn voor de ultraperifere gebieden, in de thematische clusters opgenomen. Daarnaast komen entiteiten uit deze gebieden in aanmerking voor de acties “Verbreding van de deelname en verspreiding van excellentie”29, die bijdragen tot de opbouw van onderzoeks- en innovatiecapaciteit in landen met een achterstand. Als gevolg daarvan is de deelname van ultraperifere gebieden in het kader van Horizon Europa toegenomen30. Voorts ontvangen de ultraperifere gebieden in het kader van “Verbreden” steun voor 21 projecten om hun innovatiecapaciteit te vergroten en netwerken te vormen met toonaangevende EU-onderzoekspartners, zoals het QCIRCLE-kenniscentrum op het gebied van kwantumwetenschap (Canarische Eilanden, 14,5 miljoen EUR aan EU-financiering) en het project TwinSolar ter versterking van netwerkactiviteiten op energiegebied (Réunion, 1,5 miljoen EUR aan EU-financiering).

Sommige ultraperifere gebieden nemen deel aan de missie “Onze oceanen en wateren tegen 2030 herstellen” van Horizon Europa, zoals Madeira, de Azoren, de Canarische Eilanden en Réunion, die betrokken zijn bij het project BlueMissionAA (3 miljoen EUR aan EU-financiering). Het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) stelt activiteiten voor het opzetten van bedrijven, de ontwikkeling van vaardigheden en innovatiegerichte onderzoeksprojecten voor31. In 2024 heeft het EIT een strategie voor de ultraperifere gebieden van de EU32 gepubliceerd en streeft het ernaar om in het kader van zijn regionale innovatieregeling tegen 2025 drie “gemeenschapshubs” op te zetten om de interactie tussen lokale innovatie-actoren in de ultraperifere gebieden te bevorderen.

Om de innovatiecapaciteit en de deelname aan EU-waardeketens verder te ondersteunen, besteedt de Commissie bijzondere aandacht aan de ultraperifere gebieden in het kader van het instrument voor interregionale innovatie-investeringen (I3-instrument)33 (bonuspunten voor projecten met een deelnemer uit een ultraperifeer gebied); deze gebieden nemen nu deel aan zes projecten. De Commissie heeft ook een door de OESO geleid project gefinancierd ter ondersteuning van de deelname van deze gebieden aan internationale waardeketens (agrovoeding, bio-economie, hernieuwbare energie, blauwe economie en de creatieve sector)34.

De Commissie ondersteunt Réunion, de Azoren en Madeira verder in het kader van de praktijkgemeenschap voor slimme specialisatie bij het ontwerpen en uitvoeren van hun innovatiestrategieën, de zogeheten strategieën voor slimme specialisatie.

Mobiliteit en vervoer

Verschillende EU-fondsen ondersteunen mobiliteit in de ultraperifere gebieden, waarbij rekening wordt gehouden met hun afhankelijkheid van lucht- en zeevervoer.

In de periode 2021-2027 zal het EFRO 559 miljoen EUR investeren in mobiliteit en vervoer, met name 338 miljoen EUR in verband met openbaar vervoer in stedelijke gebieden in de ultraperifere gebieden. Het EFRO financiert in deze gebieden bij wijze van uitzondering luchthaveninfrastructuur, bijvoorbeeld de uitbreiding van de luchthaven Réunion Roland Garros, de eerste bioklimatologische terminal. Investeringen in havens komen ook in aanmerking en Guadeloupe heeft zijn EFRO-ESF+-programma 2021-2027 gewijzigd om er zijn Grand Port Maritime in op te nemen. Naast steun voor infrastructuur helpt de specifieke extra EFRO-toewijzing voor ultraperifere gebieden om hoge exploitatiekosten voor vervoer te compenseren. Het Portugese herstel- en veerkrachtplan ondersteunt de aankoop van nieuwe emissievrije bussen voor het openbaar vervoer op Madeira en elektrische veerboten op de Azoren.

Het werkprogramma van de Connecting Europe Facility (CEF) en de oproepen tot het indienen van voorstellen stimuleren specifiek aanvragen uit ultraperifere gebieden — met name voor zeehaveninfrastructuur — en met hogere medefinancieringspercentages35. De oproep tot het indienen van voorstellen 2024 in het kader van de faciliteit voor de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen voorziet in een medefinancieringspercentage van 70 % voor deze gebieden. In de herziene verordening betreffende het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T)36, die in 2024 is vastgesteld, wordt het aantal havens en luchthavens van ultraperifere gebieden uitgebreid. Het omvat ook stedelijke knooppunten in het uitgebreide netwerk, waardoor zij in aanmerking komen voor CEF-financiering, en mogelijkheden in toekomstige CEF-oproepen aldus toenemen.

De Commissie heeft de lidstaten en de ultraperifere gebieden aangemoedigd gebruik te maken van EU-instrumenten zoals de Gezamenlijke Ondersteuning van projecten in de Europese regio’s (Jaspers) ter ondersteuning van de capaciteit voor de ontwikkeling van grote projecten, bijvoorbeeld voor vervoer. Jaspers ondersteunt Frans-Guyana voor investeringen in wegen en plant soortgelijke steun voor Saint-Martin. Het ondersteunt ook de ontwikkeling van een vervoersplan op de Canarische Eilanden en de Azoren voor de wederopbouw van de haven37 op het eiland Flores na de passage van orkaan Lorenzo in 2019.

Toerisme en cultuur

De Commissie steunt het toerisme in de ultraperifere gebieden, dat tot hun belangrijkste economische activiteiten behoort. Zo ondersteunt het EFRO duurzaam toerisme op de Canarische Eilanden (40,5 miljoen EUR), toerisme en cultureel erfgoed op de Azoren (7 miljoen EUR), en toerisme en cultuur op Réunion (121 miljoen EUR) en in Frans-Guyana (10 miljoen EUR).

De Commissie heeft een oproep gedaan ter ondersteuning van duurzaam maritiem en kusttoerisme in de ultraperifere gebieden in het kader van het EFMZVA (2 miljoen EUR aan EU-steun). Hier kwamen twee projecten uit voort, één over blauw toerisme (Canarische Eilanden, Madeira, de Azoren en Martinique) en een ander over archeologisch onderwatererfgoed (Azoren, Madeira, Guadeloupe en Martinique). In het Spaanse herstel- en veerkrachtplan wordt 75 miljoen EUR toegewezen voor duurzaam toerisme op de Canarische Eilanden.

De Commissie schrijft oproepen uit voor verbintenissen in het kader van het transitietraject voor toerisme. In het kader van dit initiatief hebben de Azoren zich ertoe verbonden duurzaam toerisme te stimuleren en hebben zij een handvest aangenomen om een duurzamer bedrijfs- en governancemodel te bevorderen.

Het EFRO ondersteunt de unieke culturele en creatieve sector in alle ultraperifere gebieden. De Commissie heeft ook subsidies toegekend voor twee projecten, op de Azoren en op de Canarische Eilanden, in het kader van het programma Creatief Europa. In de periode 2021-2023 heeft de EU het Archipel.eu-proefproject medegefinancierd (1 miljoen EUR)38 ter ondersteuning van 51 projecten voor immaterieel cultureel erfgoed uit de ultraperifere gebieden en de landen en gebieden overzee (LGO).

Biodiversiteit

Verschillende nationale en regionale strategieën beogen de bescherming van de biodiversiteit te verbeteren, zoals het programma Blue Azores of de Franse nationale biodiversiteitsstrategie 2030, die voor elk gebied routekaarten voor herstel bevat.

Om de uitzonderlijk hoge biodiversiteitswaarde van de ultraperifere gebieden te beschermen, ontvangen sommige van deze gebieden steun in het kader van het LIFE-programma, waarin bijzondere aandacht en bonuspunten uitgaan naar aanvragen voor ultraperifere gebieden. Dat is het geval voor de Franse ultraperifere gebieden met het ARTISAN-project39 (10 miljoen EUR aan EU-financiering), dat zich bezighoudt met op de natuur gebaseerde oplossingen, of BIODIV’OM (5,6 miljoen EUR aan EU-financiering), dat gericht is op de bescherming van bedreigde soorten.

In 2023 heeft de Commissie in het kader van LIFE de subsidieregeling BESTLIFE2030 met een medefinancieringspercentage van 95 % geïntroduceerd ter ondersteuning van het behoud van de biodiversiteit in de ultraperifere gebieden en de LGO. De Commissie heeft voorgesteld de steun op te voeren door projecten ter bescherming van prioritaire habitats of soorten en nieuw beschreven soorten die — met name in de ultraperifere gebieden vanwege hun uitzonderlijk hoge biodiversiteitswaarde — als bedreigd worden beschouwd, met het maximale medefinancieringspercentage (75 %) op te nemen in het LIFE-werkprogramma voor de periode 2025-2027. Ook werd het MOVE-ON-proefproject voor het in kaart brengen en beoordelen van ecosystemen in de ultraperifere gebieden en de LGO uitgebreid.

Andere EU-fondsen ondersteunen de bescherming van de biodiversiteit; zo ondersteunt het Spaanse herstel- en veerkrachtplan technologieën voor het monitoren van ecosystemen of het onderzoek naar biologische invasies op de Canarische Eilanden (23 miljoen EUR).

In de in 2024 vastgestelde verordening natuurherstel40 wordt benadrukt dat rekening moet worden gehouden met de specifieke situatie van de ultraperifere gebieden, in overeenstemming met de EU-biodiversiteitsstrategie voor 203041.

Blauwe economie

De ultraperifere gebieden hebben een uniek potentieel voor de blauwe economie dankzij hun grote exclusieve economische zones. De meeste ultraperifere gebieden hebben uitgebreide strategieën voor een duurzame blauwe economie vastgesteld om traditionele en opkomende blauwe waardeketens te stimuleren en maken gebruik van synergieën in EU-steun om deze uit te voeren.

In haar herziene rechtskader voor staatssteun in de visserij- en aquacultuursector heeft de Commissie rekening gehouden met de specifieke kenmerken van deze gebieden. In 2023 heeft de Commissie de de-minimisverordening die van toepassing is op de visserij- en aquacultuursector, gewijzigd om de dringende veiligheidsproblemen van de kleinschalige kustvisserijvloot in de ultraperifere gebieden aan te pakken42, zodat de lidstaten de aankoop, modernisering of bouw van vissersvaartuigen van minder dan twaalf meter lang kunnen ondersteunen. De-minimissteun tot 40 000 EUR per onderneming kan zonder voorafgaande controle door de Commissie worden verleend, mits de lidstaten een centraal register opzetten.

Sinds 2018 voorzien de richtsnoeren voor staatssteun in de visserij- en aquacultuursector in de mogelijkheid steun te verlenen voor vernieuwing van de vloot in de ultraperifere gebieden, op voorwaarde dat het betrokken vlootsegment in evenwicht is met de visbestanden, zoals blijkt uit het meest recente nationale vlootverslag43. In 2023 werd in de herziene richtsnoeren voor staatssteun44 de mogelijkheid gecreëerd om steun te verlenen voor investeringen in uitrusting die bijdraagt tot de verbetering van de veiligheid van kleinschalige vaartuigen in deze gebieden. In het kader van deze richtsnoeren heeft de Commissie staatssteunregelingen goedgekeurd ter ondersteuning van de vernieuwing van de vissersvloot in één Portugese en in vijf Franse ultraperifere gebieden, op voorwaarde dat de lidstaten aantonen dat er een evenwicht bestaat tussen de visbestanden en de vangstcapaciteit van de vloot. In 2024 heeft de Commissie de beoordeling van het evenwicht van drie vlootsegmenten op Martinique, twee op Réunion, één op Guadeloupe en één op Madeira niet in twijfel getrokken, waardoor in het kader van deze regelingen in deze gebieden steun kon worden verleend. Daarnaast heeft de Commissie om buitengewone redenen van veiligheid en beveiliging in 2024 bij wijze van uitzondering ook steun in Guyana voor vaartuigen tot 24 meter goedgekeurd.

De Commissie ondersteunt de lidstaten actief bij het verzamelen van met de visserij verband houdende gegevens, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van de ultraperifere gebieden, zoals weergegeven in de nationale werkprogramma’s voor gegevensverzameling en op basis van een thematische studie uit 2022. In de in 2024 goedgekeurde mededeling45 ter aanvulling van de bestaande richtsnoeren voor de beoordeling van het evenwicht van de vloot, met name voor de ultraperifere gebieden, wordt rekening gehouden met hun specifieke kenmerken. In 2024 heeft de Commissie ook de werkgroep van deskundigen inzake ultraperifere gebieden, die onder de bevoegdheid van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij valt, geheractiveerd om het verstrekken van advies over deze gebieden te vergemakkelijken.

De Commissie blijft rekening houden met de belangen van de ultraperifere gebieden bij de onderhandelingen over bilaterale partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij met niet-EU-landen. Dit moet ervoor zorgen dat de ultraperifere gebieden (bv. de Canarische Eilanden en Réunion) profiteren van de bedrijvigheid die door dergelijke overeenkomsten wordt gegenereerd, zodat hun vloten een billijk aandeel kunnen krijgen in de vangstmogelijkheden die in de wateren van andere landen worden verkregen. De overeenkomst tussen de EU en de Republiek der Seychellen, die in 2022 is verlengd, ondersteunt de duurzaamheid van visserij in de wateren van Mayotte.

De Commissie ondersteunt in het kader van het EFMZVA 2021-2027 duurzame visserij en aquacultuur alsook de blauwe economie in de ultraperifere gebieden, met een begroting van bijna 330 miljoen EUR. Ook worden de specifieke kenmerken van deze gebieden aangepakt om hun extra kosten te compenseren met een specifieke begroting (183 miljoen EUR). De Commissie heeft een formeel actieplan voor elk ultraperifeer gebied goedgekeurd om ervoor te zorgen dat de EU-steun aan de behoeften van elk gebied wordt aangepast. Bovendien heeft de Commissie specifieke territoriale analyses in de EU-waarnemingspost voor de blauwe economie en het verslag over de blauwe economie 2024 opgenomen, en de zeegebiedstrategie voor het Atlantische gebied en haar actieplan bevorderen een duurzame blauwe economie in de ultraperifere gebieden, in de regio Macaronesië en in het Caribisch gebied. In overeenstemming met de richtlijn maritieme ruimtelijke planning heeft het EFMZVA bovendien de goedkeuring van maritieme ruimtelijke plannen op de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en in Frans-Guyana ondersteund46.

De lidstaten en de ultraperifere gebieden leveren inspanningen op het gebied van gegevensverzameling om de kennis van visbestanden te verbeteren (bv. het Franse, door het EFMZVA gefinancierde project Accobiom). Frankrijk heeft de samenwerking met buurlanden versterkt om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij in de wateren van Frans-Guyana te bestrijden. Om beslissingen over ruimtelijke planning, projectontwikkeling en investeringen te ondersteunen, is het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Commissie momenteel bezig het potentieel van hernieuwbare offshore-energie in de ultraperifere gebieden in kaart te brengen.

Landbouw en plattelandsontwikkeling

De landbouwsector in de ultraperifere gebieden is van cruciaal belang om hun voedselautonomie te waarborgen. De Commissie heeft nauw samengewerkt met de lidstaten om ervoor te zorgen dat de strategische plannen van Frankrijk, Portugal en Spanje in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid tegemoetkomen aan de specifieke behoeften van hun ultraperifere gebieden. Deze plannen, die in 2022 werden goedgekeurd, bevatten een regionale dimensie. Bovendien hebben de meeste Franse ultraperifere gebieden plannen voor voedselautonomie goedgekeurd.

Het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)47 en de herstel- en veerkrachtfaciliteit ondersteunen de groene en de digitale transitie van de landbouw in deze gebieden. Deze fondsen ondersteunen initiatieven zoals de modernisering van landbouwbedrijven, steun voor agromilieu-initiatieven en biologische landbouw (bv. irrigatie-infrastructuur op de Canarische Eilanden, Réunion en Madeira). Het Elfpo ondersteunt verder onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten (bv. een suikerrietras dat bestand is tegen droogte) en projecten voor de ontwikkeling van toerisme, bedrijven en basisdiensten.

Het programma van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (Posei)48 is bedoeld om de landbouw in de ultraperifere gebieden te ondersteunen. In 2022 is de Commissie begonnen met een evaluatie van Posei om de doeltreffendheid, efficiëntie en EU-meerwaarde van de uitvoering ervan in de programmeringsperiode 2014-2020 te beoordelen. De evaluatie, die in 2025 zal worden gepubliceerd, zal bijdragen aan beschouwingen over hoe de toekomst op lange termijn van de landbouwsector in de ultraperifere gebieden kan worden veiliggesteld49.

Via het Elfpo en Posei heeft de Commissie ook bijgedragen tot het herstel van de schade die werd veroorzaakt door de uitbarsting van de vulkaan op La Palma. Het programma voor plattelandsontwikkeling 2014-202250 van de Canarische Eilanden werd in 2022 en 2023 gewijzigd om een totale nationale bijdrage van Spanje van 20 miljoen EUR toe te voegen om de getroffen landbouwbedrijven te herstellen en de productie weer op gang te brengen. Het Posei-programma voor de Canarische Eilanden werd gewijzigd, waardoor producenten (voornamelijk in de bananensector) inkomenssteun konden blijven ontvangen. Spanje ontving een verdere financiële bijdrage van 9,5 miljoen EUR uit het Solidariteitsfonds van de EU ter ondersteuning van essentiële nood- en herstelactiviteiten.

In 2022 heeft de Commissie een herziening van de richtsnoeren inzake staatssteun in de landbouw51 en de groepsvrijstellingsverordening voor de landbouw52 goedgekeurd. In de herziene richtsnoeren wordt de steunintensiteit in de ultraperifere gebieden voor verschillende soorten investeringen van 75 % tot 80 % verhoogd en worden specifieke bepalingen gehandhaafd, zoals exploitatiesteun ter compensatie van extra vervoerskosten voor in deze gebieden geproduceerde landbouwproducten. Deze specifieke regels maken het per geval mogelijk ook steun te verlenen voor andere extra kosten.


3. HET JUISTE DOEN: DE GROENE EN DE DIGITALE TRANSITIE BEVORDEREN

1. Groene transitie: op weg naar een duurzame economie

Klimaatactie

De ultraperifere gebieden zijn bijzonder kwetsbaar voor klimaatverandering en zijn sterk afhankelijk van vervoersconnectiviteit. Daarom heeft de Commissie in het herziene emissiehandelssysteem (ETS)53 bijzondere aandacht besteed aan hun connectiviteitsbehoeften.

Om de territoriale continuïteit te garanderen, zijn binnenlandse vluchten en vervoer over zee tussen een ultraperifeer gebied en elke andere luchthaven of haven in dezelfde lidstaat — met inbegrip van vluchten en zeereizen binnen hetzelfde ultraperifere gebied — tot 2030 van het ETS vrijgesteld. Ongeveer 1,6 miljard EUR is uit ETS-inkomsten opzijgezet om tot 2030 het prijsverschil tussen het gebruik van in aanmerking komende duurzame luchtvaartbrandstoffen en fossiele kerosine te dekken. Bijzondere aandacht wordt besteed aan luchthavens in ultraperifere gebieden, waar deze middelen het volledige prijsverschil met fossiele kerosine kunnen dekken. De Commissie zal in 2024 en vervolgens om de twee jaar verslag uitbrengen over de uitvoering van de uitbreiding van het ETS tot maritiem vervoer, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de ultraperifere gebieden. In 2026 zal zij de luchtvaartconnectiviteit van eilanden en afgelegen gebieden, zoals de ultraperifere gebieden, evalueren.

De Commissie heeft ook bijzondere aandacht besteed aan de ultraperifere gebieden in het kader van het Sociaal Klimaatfonds54, waarin is bepaald dat de lidstaten in hun sociale klimaatplannen rekening moeten houden met geografische kenmerken, waaronder de ultraperifere gebieden.

In het kader van de EU-adaptatiestrategie55 heeft de Commissie tien workshops in de verschillende bekkens van de ultraperifere gebieden georganiseerd. Het doel was uitwisselingen over oplossingen voor de aanpassing aan de klimaatverandering tussen deze gebieden en hun buurlanden te bevorderen, bijvoorbeeld over de veerkracht van kustgebieden, landbouw, biodiversiteit, waterbeheer en toerisme. De Commissie heeft een compendium met de meest innovatieve goede praktijken56 in dit verband gepubliceerd.

De Commissie heeft gewezen op de specifieke klimaatrisico’s van de ultraperifere gebieden in haar in maart 2024 goedgekeurde mededeling “Klimaatrisico’s beheren — De bevolking en de welvaart beschermen”57. De Europese klimaatrisicobeoordeling58 die de mededeling aanvult, bevat een specifiek hoofdstuk over ultraperifere gebieden, waarin de klimaatrisico’s waar deze gebieden voor staan, worden beschreven.

Het EFRO ondersteunt investeringen in de aanpassing aan de klimaatverandering en risicopreventie in alle ultraperifere gebieden (334 miljoen EUR in de periode 2021-2027), bijvoorbeeld op Guadeloupe en Martinique voor investeringen in seismische renovatie van scholen, en op Réunion voor maatregelen tegen erosie en overstroming van rivieren.

Sommige ultraperifere gebieden voeren projecten uit om de klimaatverandering aan te pakken, zoals het door LIFE gefinancierde project Adapt’Island inzake innovatieve en reproduceerbare technieken voor het herstel van kust- en mariene ecosystemen in het hele Caribisch gebied. Verschillende gebieden hebben ook wetgevingsinitiatieven vastgesteld, zoals de wet inzake klimaatverandering en energietransitie van de Canarische Eilanden.

Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie

De Commissie steunt de transitie van de ultraperifere gebieden naar een groenere energiemix om hun potentieel op het gebied van hernieuwbare energie, zoals hun enorme offshore-wind- en zonne-energie, te ontsluiten. Zij heeft in de EU-strategie voor zonne-energie59 op hun potentieel van zonne-energie gewezen. De Commissie ondersteunt de opwekking van hernieuwbare energie via verschillende EU-fondsen; zo besteden de Canarische Eilanden 42 miljoen EUR aan EFRO-financiering ter ondersteuning van hernieuwbare energie en ondersteunt het Portugese herstel- en veerkrachtplan tal van investeringen in hernieuwbare energie in de ultraperifere gebieden, zoals stimulansen voor huishoudens en kmo’s om fotovoltaïsche systemen op de Azoren aan te kopen (SOLENERGE-project).

Het EFRO ondersteunt de energie-efficiëntie van particuliere en openbare gebouwen. Martinique wijst 5 miljoen EUR aan EFRO-middelen toe voor de renovatie van woon- en openbare gebouwen, terwijl de Azoren EFRO-middelen toewijzen aan energie-efficiëntie (16,3 miljoen EUR) en aan de ontwikkeling van slimme energiesystemen, -netwerken en -opslag (7,5 miljoen EUR). De Interreg-programma’s bevorderen uitwisselingen tussen de ultraperifere gebieden en hun buurlanden op het gebied van energiebeheer.

Via het initiatief “Schone energie voor de eilanden van de EU” heeft de Commissie gerichte steun verleend en de capaciteitsopbouw in de ultraperifere gebieden bevorderd, zoals het Waste-To-Energy project (PI-project) in Saint-Martin, een studie over een batterijsysteem voor energieopslag op La Palma (Canarische Eilanden) en het H2PortoSanto-project voor het omzetten van restbiomassa in schone waterstof op Madeira.

De Commissie ondersteunt verschillende gebieden bij het opstellen van decarbonisatieplannen voor hun energiesystemen60 en ontwikkelt richtsnoeren voor de toegang van hernieuwbare energiebronnen tot netwerken en netbeheer op niet-onderling verbonden eilanden van de EU, die vier ultraperifere gebieden bestrijken61. In het kader van het initiatief “New Energy Solutions Optimised for Islands” (voor eilanden geoptimaliseerde nieuwe energieoplossingen) heeft de Commissie de overgang naar schone energie vergemakkelijkt, via de lokale energiegemeenschap op La Palma (Canarische Eilanden) en het H2-project op de Azoren.

De ultraperifere gebieden zijn het potentieel van waterstof aan het onderzoeken. Zo heeft de Europese Investeringsbank de routekaart voor waterstof van Guadeloupe gefinancierd (660 miljoen EUR) en heeft het Hyguane-project in Frans-Guyana tot doel om vanaf 2027 110 ton groene waterstof te genereren voor de voorziening van het Guyaanse ruimtevaartcentrum en de vervoerssector.

Verschillende gebieden hebben strategieën vastgesteld om de opwekking van hernieuwbare energie op te voeren, energie-efficiëntie te bevorderen en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Dit omvat de suikerenergiestrategie 2030 van de Azoren, de interconnectiviteit van elektriciteitsnetwerken tussen de Canarische eilanden en de meerjarige energieprogramma’s van de Franse ultraperifere gebieden.

Circulaire economie

De ultraperifere gebieden hebben een groot potentieel om oplossingen voor de circulaire economie te ontwikkelen. Het cohesiebeleid ondersteunt de ontwikkeling van de circulaire economie in de ultraperifere gebieden. Zowel het EFRO als Interreg ondersteunen afvalbeheer en afvalrecycling, bijvoorbeeld op Réunion met 18 miljoen EUR aan EFRO-financiering voor de circulaire economie en in het Caribisch gebied via het Interreg-project SARGOOD (450 000 EUR) voor de verzameling en valorisatie van sargassum. De ultraperifere gebieden profiteren ook van steun in het kader van het LIFE-programma (zo is het AgriLoop-project gericht op het opwaarderen van onderbenutte residuen tot te hergebruiken bioproducten met hoge meerwaarde).

Om uitwisselingen te vergemakkelijken en goede praktijken op het gebied van de circulaire economie te bevorderen, wordt er samengewerkt om een webinar over circulariteit in de ultraperifere gebieden te organiseren in het kader van het Europees stakeholdersplatform voor de circulaire economie, een éénloketsysteem voor evenementen, financieringsmogelijkheden en beste praktijken op het gebied van de circulaire economie.

Verschillende ultraperifere gebieden hebben strategieën ontworpen om afvalpreventie te bevorderen, afvalvalorisatie en -beheer te verbeteren en gevaarlijk afval te beheren. Het gaat onder meer om het regionale afvalpreventie- en afvalbeheersplan van Frans-Guyana en de regionale strategie voor afvalbeheer op Madeira. Verschillende ultraperifere gebieden hebben strategieën ontwikkeld om rekening te houden met de specifieke kenmerken van hun gebieden, zoals de conferentie over circulaire economie van de Azoren.



2. De digitale transitie bevorderen: nieuwe kansen benutten

De Commissie ondersteunt de ultraperifere gebieden actief bij het aanpakken van hun behoeften op het gebied van digitale connectiviteit vanwege hun afgelegen ligging ten opzichte van continentaal Europa.

In het kader van het digitale deel van de Connecting Europe Facility (CEF) voorziet de Commissie in hogere medefinancieringspercentages voor projecten waarbij de ultraperifere gebieden betrokken zijn en heeft zij financiering ter waarde van meer dan 125 miljoen EUR voor onderzeese kabelinfrastructuur in deze gebieden goedgekeurd. Eén project, dat gezamenlijk wordt gefinancierd door de CEF (30 miljoen EUR) en het EFRO (10 miljoen EUR), zal Frans-Guyana aansluiten op het kabelsysteem EllaLink dat Latijns-Amerika met Europa verbindt. Een ander project (40 miljoen EUR uit hoofde van de CEF) ondersteunt nieuwe onderzeese kabels die Lissabon met de Azoren verbinden en de Azoren met Madeira. De CEF zal ook steun verlenen voor onderzeese kabelinfrastructuur op de Canarische Eilanden (36 miljoen EUR) en de Franse ultraperifere gebieden in het Caribisch gebied (20,6 miljoen EUR)62.

De Commissie heeft in haar connectiviteitspakket63 gewezen op de afhankelijkheid van de ultraperifere gebieden van gegevens die via onderzeese kabels worden verstuurd. Zij heeft de lidstaten aanbevolen gerichte acties voor het verbinden van een lidstaat met zijn ultraperifere gebieden als een “kabelproject van Europees belang” aan te merken.

In de verordening van de Unie betreffende beveiligde connectiviteit64 wordt benadrukt dat satellietcommunicatiediensten in de ruimte bij afwezigheid van communicatiesystemen op de grond de meest haalbare optie zijn. Het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit moet connectiviteit in de hele Unie mogelijk maken, ook in de ultraperifere gebieden, en over de hele wereld.

Grondinfrastructuur in de ultraperifere gebieden is van cruciaal belang voor de ruimte, veiligheid en defensie, gezien hun strategische locaties en unieke capaciteiten, zoals vermeld in de gezamenlijke mededeling over een ruimtestrategie voor veiligheid en defensie van de Europese Unie65. Met name het Guyaanse ruimtevaartcentrum in Frans-Guyana en andere ruimtevaartprojecten in de ultraperifere gebieden dragen bij tot de versterking van de autonome toegang van de EU tot de ruimte en haar weerbaarheid in de ruimtevaart.

De Commissie bevordert digitale instrumenten in de ultraperifere gebieden via het netwerk van Europese digitale-innovatiehubs en de specifieke hubs in de ultraperifere gebieden die worden gefinancierd door het programma Digitaal Europa (DIGITAL), die opleidings- en netwerkmogelijkheden bieden66. De herstel- en veerkrachtfaciliteit kan voorzien in aanvullende financiering voor hubs (Smart Island Hub in Madeira)67 of kan investeren in de ontwikkeling van nieuwe sectoren (eGames Lab voor de ontwikkeling van een videogamesector op Madeira).

De Commissie heeft in haar eerste verslag over de staat van het digitale decennium68 de lidstaten aanbevolen particuliere investeringen aan te vullen om de connectiviteitslacunes van hun ultraperifere gebieden te dichten en digitale vaardigheden te bevorderen. Er zijn verschillende EU-financieringsinstrumenten beschikbaar voor de digitalisering van het onderwijs. Het EFRO ondersteunt de Canarische Eilanden bij de uitvoering van hun plan voor digitaal onderwijs. Het Portugese herstel- en veerkrachtplan ondersteunt digitale apparatuur en lerarenopleiding op Madeira (22 miljoen EUR). Met zijn initiatief “Guyane Connectée, combler les écarts” wil Frans-Guyana de satellietconnectiviteit verbeteren en de stroomvoorziening in klaslokalen veiligstellen.

De Commissie heeft de deelname van de ultraperifere gebieden aan webinars van het netwerk van breedbandcompetentiekantoren over slimme onderzeese kabels, satellietconnectiviteit en oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van CEF Digital aangemoedigd. Dit netwerk produceerde video’s over de ontwikkeling van breedband op Réunion en de Canarische Eilanden. In 2024 vonden twee specifieke webinars over mogelijkheden in het kader van het connectiviteitspakket plaats.

2. SAMENWERKING MET ANDERE EUROPESE REGIO’S, BUURLANDEN EN DAARBUITEN

Interreg en samenwerking met NDICI — Europa in de wereld en financieringsinstrumenten van de landen en gebieden overzee

De geografische ligging van de ultraperifere gebieden is een belangrijke troef voor de mondiale belangen van de EU. Daarom heeft de Commissie de ultraperifere gebieden bijzondere aandacht gegeven bij de herziening van strategieën en partnerschapsovereenkomsten tussen de EU en delen van de wereld waar de ultraperifere gebieden zijn gelegen, en heeft zij samenwerking met de LGO aangemoedigd.

In de nieuwe agenda voor de betrekkingen van de EU met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (LAC) wordt gewezen op de aanwezigheid van de EU in deze regio, via de ultraperifere gebieden, als een troef voor dit partnerschap69, en wordt beoogd de samenwerking tussen LAC, de ultraperifere gebieden en de LGO te versterken70. In het kader van de in 2023 ondertekende partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan71 wordt in de protocollen voor Afrika en het Caribisch gebied regionale samenwerking met de ultraperifere gebieden en de LGO gestimuleerd.

De Commissie heeft de externe dimensie van de Interreg-programma’s 2021-2027 voor de ultraperifere gebieden72 versterkt door te bepalen dat bij projecten ten minste één aangrenzend partnerland73 en/of LGO betrokken moeten zijn. In de periode 2014-2020 hebben de ultraperifere gebieden verschillende Interreg-projecten ontwikkeld om gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken, zoals de bestrijding van sargassum of een geïntegreerde noodrespons op regionale rampen. Dit wordt voortgezet in het kader van de programma’s voor de periode 2021-2027, waarin meer dan 19 miljoen EUR voor aanpassing aan de klimaatverandering wordt uitgetrokken.

Om de financiering van gezamenlijke acties door Interreg en de externe financieringsinstrumenten mogelijk te maken, bieden de Interreg-verordening, de verordening betreffende het NDICI — Europa in de wereld en het besluit betreffende de LGO-associatie, met inbegrip van Groenland, de mogelijkheid om financiering te combineren. De diensten van de Commissie stellen met name de voorwaarden vast voor het opnemen van een geraamde aanvullende begroting (15 miljoen EUR) van het NDICI voor het Interreg-programma voor Madeira, de Azoren en de Canarische eilanden (MAC) en het Interreg-programma voor de Indische Oceaan. Het project ATLANTE, dat door de partners van het MAC-programma74 is goedgekeurd, zal van cruciaal belang zijn om deze doelstelling te bereiken. De Commissie heeft ook een begroting van 15 miljoen EUR uit de toewijzing uit hoofde van het besluit betreffende de LGO-associatie, met inbegrip van Groenland, goedgekeurd om de intraregionale samenwerking tussen de LGO en hun buurlanden, met inbegrip van de ultraperifere gebieden, te bevorderen. De Commissie is begonnen met besprekingen (bv. tijdens het LGO-EU-forum van 2024) over gemeenschappelijke prioritaire acties op het gebied van (infrastructuur voor) digitale connectiviteit en de blauwe en groene economie.

Met de steun van programma’s als Horizon Europa en het Interreg-programma voor het Atlantisch gebied werken de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden met andere Atlantische regio’s van de EU samen op het gebied van het beheer van zwerfvuil op zee (project Free LitterAT) en het koolstofvrij maken van havens (ENEPORTS-project).

Regeling van het handelsverkeer

Overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag moet, gezien de economische afhankelijkheid van de ultraperifere gebieden van een klein aantal producten, bijzondere aandacht worden besteed aan hun handelsbetrekkingen met buurlanden of landen die soortgelijke goederen produceren, in sommige gevallen tegen lagere kosten en volgens lagere gezondheids-, veiligheids- en milieunormen.

De Commissie is bij de onderhandelingen over handelsovereenkomsten rekening blijven houden met de belangen van de ultraperifere gebieden en met eventuele gevolgen voor deze gebieden, met name in de duurzaamheidseffectbeoordelingen vooraf en evaluaties achteraf. In de duurzaamheidseffectbeoordeling van 2023 ter ondersteuning van de verdieping van de tussentijdse economische partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de EU en Oostelijk en Zuidelijk Afrika werd gewezen op de specifieke situatie van de ultraperifere gebieden met betrekking tot landbouwproducten en visserij. In de duurzaamheidseffectbeoordelingen van 2024 ter ondersteuning van de onderhandelingen tussen de EU en India werd gewezen op de bezorgdheid van de ultraperifere gebieden ten aanzien van suiker en werd een casestudy over deze sector uitgevoerd, waarbij rekening werd gehouden met de bijdrage van Réunion aan de openbare raadpleging. In 2023 konden in de documenten over de effectbeoordeling van de associatieovereenkomsten tussen de EU en Midden-Amerika en tussen de EU en Colombia, Ecuador en Peru mogelijke negatieve gevolgen voor bananen en suiker in de ultraperifere gebieden niet worden uitgesloten; verdere beoordeling zou nodig zijn om die gevolgen vast te stellen. Bij de lopende evaluatie van de EPO tussen de EU en de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) wordt voorzien in een effectbeoordeling van de overeenkomst voor deze regio’s.

De meeste handelsovereenkomsten voorzien in een bilaterale vrijwaringsclausule, die doorgaans betrekking heeft op alle producten. Daarnaast bevatten sommige overeenkomsten specifieke bepalingen voor landbouwproducten en bevatten de meeste overeenkomsten ook specifieke vrijwaringsbepalingen voor de ultraperifere gebieden. Bovendien wordt preferentiële toegang tot de EU-markt voor gevoelige landbouwproducten (zoals suiker) alleen verleend in de vorm van tariefcontingenten, behalve in het geval van EPO’s met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen). Deze producten worden soms zelfs uitgesloten van de liberalisering in bilaterale overeenkomsten (zoals suiker en bananen in de geavanceerde kaderovereenkomst tussen de EU en Chili en de tussentijdse handelsovereenkomst).

De bananenhandel en -markt van de EU worden regelmatig door de Commissie gemonitord aan de hand van openbaar beschikbare marktverslagen om de markttransparantie te vergroten, en relevante maatregelen worden genomen om de productie in de EU (en in de ultraperifere gebieden) te beschermen en eerlijke concurrentie te waarborgen, ook met betrekking tot niet-EU-landen. In 2022 heeft de Commissie een studie over de bananenmarkt uitgevoerd, waarvan in het eindverslag werd geconcludeerd dat er een algemeen evenwicht bestaat tussen de belangen van bananenproducenten in de EU (ook in de ultraperifere gebieden), die van de ACS-landen (met historische rechtenvrije toegang voor hun ontwikkeling) en de verlaging van de rechten voor exporteurs uit Latijns-Amerika. Volgens deze beoordeling hebben deze internationale verplichtingen voor de EU de bananenproductie in de ultraperifere gebieden of de bananenmarkt van de EU niet gedestabiliseerd. Posei en de programma’s voor plattelandsontwikkeling waren van cruciaal belang om bananenproducenten in de ultraperifere gebieden te ondersteunen en de productie in de EU in stand te houden.

Tot slot heeft de Commissie de deelname van belanghebbenden uit de ultraperifere gebieden aan dialogen met het maatschappelijk middenveld75 en aan Access2Markets-workshops (in 2023 en 2024) bevorderd om de handel met niet-EU-landen te ondersteunen en het bewustzijn over handelsovereenkomsten te vergroten.

Migratie

Sommige ultraperifere gebieden, zoals de Canarische Eilanden, Mayotte en Frans-Guyana, kampen met een intense migratiedruk. De Commissie ondersteunt deze gebieden met verschillende EU-fondsen die de nationale financiering kunnen verhogen en aanvullen. De Commissie heeft voorzien in de mogelijkheid voor de fondsen van het cohesiebeleid — cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE) en Flexibele bijstand aan gebieden (FAST-CARE) — om acties te ondersteunen die gericht zijn op de integratie van migranten, zoals toegang tot de arbeidsmarkt en andere maatregelen die sociale integratie op lange termijn waarborgen, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting, gezondheidszorg, vertaling of opleiding.

De drie belangrijkste EU-fondsen voor migratie, grensbeheer en veiligheid zijn het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF), het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (voor het Schengengebied) en het Fonds voor interne veiligheid (ISF). De lidstaten moeten ervoor zorgen dat hun nationale programma’s in het kader van het AMIF, het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid, en het ISF de specifieke uitdagingen van de ultraperifere gebieden aanpakken. Daarnaast wordt uit hoofde van de thematische faciliteiten in het kader van deze fondsen financiering toegewezen aan nieuwe of onvoorziene behoeften, waaronder die waarmee ultraperifere gebieden worden geconfronteerd. De Commissie heeft de lidstaten ook aangemoedigd om de regionale autoriteiten te betrekken bij het aanpakken van hun zorgen. Het Interreg-programma MAC 2021-2027 (cohesiebeleid) ondersteunt mobiliteit en migratiebeheer (bijdrage van 8,5 miljoen EUR) ter aanvulling van de AMIF- en ESF+-middelen voor niet-begeleide minderjarigen, opvang aan de grens en bewustmakingscampagnes.

In het Franse programma in het kader van het AMIF wordt gewezen op de rol van regionale en lokale overheden, met name op het gebied van de integratie van vluchtelingen en migranten, met een hoger medefinancieringspercentage en een lagere financiële drempel voor subsidiabele projecten in de ultraperifere gebieden (van 500 000 EUR tot 200 000 EUR). In het Portugese programma financiert het AMIF de oprichting van tijdelijke facilitatiecentra op de luchthavens van Madeira en de Azoren en is het van plan projecten voor de integratie van migranten in beide gebieden te ondersteunen. In het kader van het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid werden middelen toegewezen voor de renovatie van posten voor grensbewaking en voor de koppeling ervan met het nationale (continentale) grensbewakingssysteem. In 2023 en 2024 verzocht Spanje om financiële steun in het kader van de noodhulp voor de thematische faciliteiten om de druk op het opvangsysteem van de Canarische Eilanden te verlichten (20 miljoen EUR, AMIF) en om de capaciteit van dit gebied te versterken voor het bijstaan en identificeren van immigranten die op zijn kusten aankomen (17,5 miljoen EUR, instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid). Dit werd door de Commissie toegekend.

De Commissie volgt de migratiesituatie, ondersteunt bewustmaking en moedigt het gebruik van EU-middelen voor migratie aan. De toezichtcomités voor de migratiefondsen van de drie lidstaten met ultraperifere gebieden bestaan uit vertegenwoordigers van deze gebieden. In 2022 en 2023 heeft de Commissie bijeenkomsten met Spanje en de Canarische Eilanden georganiseerd om de toename van het aantal aankomsten in de archipel te bespreken, met name het grote aantal niet-begeleide minderjarigen.

Met personeel dat op de Canarische Eilanden wordt ingezet, ondersteunen zowel Frontex als het Asielagentschap van de Europese Unie (EUAA) de Spaanse autoriteiten op het gebied van het beheer van de buitengrenzen en de opvang van migranten. Sinds 2023 helpt het EUAA Spanje, met inbegrip van de Canarische Eilanden, om het opvangsysteem voor niet-begeleide minderjarigen te versterken. In 2023 heeft de Commissie een actieplan voor de migratieroutes in het westelijke Middellandse Zeegebied en de Atlantische Oceaan voorgelegd, met maatregelen die gericht zijn op samenwerking met landen van herkomst en doorreis van irreguliere migranten.

Deze inspanningen worden op nationaal en regionaal niveau opgevoerd. Spanje heeft in het kader van de nationale begroting 2022 een samenwerkingsovereenkomst (50 miljoen EUR) met de Canarische Eilanden ondertekend om het toenemende aantal niet-begeleide minderjarigen aan te pakken. De Canarische Eilanden hebben eigen middelen toegewezen als aanvulling op de EU-financiering voor niet-begeleide minderjarigen en hebben specifieke programma’s voor hun overgang naar volwassenheid ontwikkeld.

3. VERSTERKING VAN HET PARTNERSCHAP, DE DIALOOG EN DE ONDERSTEUNING

De Commissie heeft de dialoog met de ultraperifere gebieden aanzienlijk versterkt door middel van formele jaarlijkse dialogen per gebied op het niveau van de commissarissen. Deze dienen om de ontwikkelingsstrategie van elk gebied te bespreken en na te gaan hoe de EU dit kan ondersteunen, en om oplossingen te vinden om knelpunten op het gebied van regelgeving of financiering weg te werken. De Commissie organiseert ook talrijke vergaderingen waarin verschillende diensten van de Commissie en het betrokken gebied en de lidstaat bijeenkomen om voor elk gebied concrete maatregelen op maat te bespreken.

De Commissie heeft gevolg gegeven aan haar toezegging om de ultraperifere gebieden te helpen verschillende steunmogelijkheden van de EU te benutten. Zij heeft een reeks specifieke workshops over concurrentieprogramma’s van de EU ontwikkeld (Connecting Europe Facility, Digitaal Europa, LIFE, Erasmus+, Horizon Europa, Creatief Europa en het programma voor de interne markt), informatie over alle relevante oproepen tot het indienen van projecten verstrekt en een uitsluitend voor deze gebieden bestemd adviesinstrument76 opgezet. Het nieuwe adviesinstrument op aanvraag ondersteunde een breed scala van publieke en particuliere belanghebbenden over de manier waarop regionale ontwikkelingsstrategieën moeten worden ontwikkeld of uitgevoerd, en om synergieën tussen mogelijkheden in het kader van EU-fondsen en -programma’s mogelijk te maken. De Commissie heeft ingestemd met steun voor 23 verzoeken om adviesdiensten op een groot aantal gebieden.

De ultraperifere gebieden moeten hun bestuurlijke capaciteit77 blijven versterken, ook met betrekking tot de cohesiebeleidsprogramma’s, met de steun van hun lidstaten en door ten volle gebruik te maken van de begroting voor technische bijstand dat hun in het kader van deze programma’s ter beschikking wordt gesteld. Bestuurlijke capaciteit is ook van cruciaal belang om de nodige hervormingen door te voeren om de investeringen optimaal te benutten.

De Commissie heeft de ultraperifere gebieden aangemoedigd om steun te vragen uit het instrument voor technische ondersteuning en heeft deze gebieden benaderd bij de uitrol van het instrument in 2023 en 2024 in Frankrijk, Portugal en Spanje. In 2023 heeft de Commissie technische ondersteuning aan de Franse ultraperifere gebieden verleend door middel van een project ter ondersteuning van hervormingen ter versterking van de capaciteit van de ultraperifere gebieden om toegang te krijgen tot financiering in het kader van horizontale programma’s van de EU. Zij heeft een vlaggenschipinitiatief over het wegnemen van hinderpalen voor regionale groei gelanceerd, waarbij met name aanvragen uit de ultraperifere gebieden worden aangemoedigd. In 2024 zal de Commissie de Franse ultraperifere gebieden ondersteunen bij het vergroten van de kennis van burgers over digitale financiën, onder meer door educatieve inhoud aan te bieden.

Staatssteun

De Commissie blijft rekening houden met de specifieke kenmerken van de ultraperifere gebieden om de kleine omvang van hun economieën te ondersteunen en heeft deze meegenomen in de herziening van de verordeningen en richtsnoeren inzake staatssteun in verschillende sectoren. Zo heeft de Commissie het in het herziene tijdelijke crisis- en transitiekader van 2023 mogelijk gemaakt meer steun te verlenen voor investeringen in de ultraperifere gebieden. Bij de herziening van de algemene groepsvrijstellingsverordening van 2023 heeft de Commissie een verhoging van 15 % van de steunintensiteit voor industrieel onderzoek en experimentele projecten in de ultraperifere gebieden in bepaalde steungebieden opgenomen, waardoor meer steun voor O&O-projecten in deze gebieden werd vergemakkelijkt. Ook heeft zij gunstige regionale steunbepalingen gehandhaafd die zowel de compensatie van ondernemingen in deze gebieden voor extra exploitatiekosten als een hogere steunintensiteit voor investeringssteun mogelijk maken. Voorts heeft de Commissie in 2023 een nieuwe algemene de-minimisverordening78 en een nieuwe de-minimisverordening voor diensten van algemeen economisch belang79 vastgesteld, waarbij de plafonds per onderneming worden verhoogd van respectievelijk 200 000 EUR tot 300 000 EUR en van 500 000 EUR tot 750 000 EUR over een periode van drie jaar, wat de ondernemingen in ultraperifere gebieden ten goede zal komen. Bovendien zijn de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen gewijzigd om een verhoging van de steunintensiteit tot 10 % mogelijk te maken voor projecten die binnen het toepassingsgebied van de verordening inzake het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP)80 vallen.

CONCLUSIES

De uitvoering van de mededeling “Mensen vooropstellen, zorgen voor duurzame en inclusieve groei en het potentieel van de ultraperifere regio’s van de EU ontsluiten” ligt op schema. In iets meer dan twee jaar tijd heeft de Commissie veel van haar toezeggingen gestand gedaan door rekening te houden met de specifieke kenmerken van de ultraperifere gebieden in tal van beleidsmaatregelen, wetgevingsvoorstellen, initiatieven en projecten. De ultraperifere gebieden en hun lidstaten dragen ook bij aan de uitvoering van de mededeling van 2022 en haar aanbevelingen, door verschillende nationale of regionale initiatieven te ontwikkelen, zoals hervormingen, wetten en plannen, financiële steunregelingen en projecten.

De door het cohesiebeleid gefinancierde investeringen spelen, net als in het verleden, nog steeds een sleutelrol in de ultraperifere gebieden. Andere EU-fondsen en -programma’s, zoals de herstel- en veerkrachtfaciliteit, de Connecting Europe Facility, het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur, Posei en LIFE, hebben in deze gebieden significante positieve gevolgen gehad op het gebied van vervoer, digitalisering, landbouw en milieu.

Voorts heeft de Commissie de specifieke kenmerken van de ultraperifere gebieden in tal van EU-beleidslijnen verankerd, zoals klimaatactie (regeling voor de handel in emissierechten), visserij (de-minimissteun voor kleinschalige visserijvloten), staatssteun (algemene groepsvrijstellingsverordening), digitalisering (connectiviteitspakket), vervoersconnectiviteit (trans-Europees vervoersnetwerk) en handel (duurzaamheidseffectbeoordelingen). De Commissie heeft ook specifieke instrumenten en mogelijkheden gecreëerd (zoals een specifiek adviesinstrument, workshops en jongerenprojecten) om de ultraperifere gebieden te helpen de verschillende mogelijkheden voor EU-steun te benutten, waarvan zij in toenemende mate profiteren.

Deze inspanningen moeten worden voortgezet. Zoals in het negende cohesieverslag wordt benadrukt, hebben de meeste ultraperifere gebieden een bbp per hoofd van de bevolking van minder dan 75 % van het EU-gemiddelde en worden sommige van deze gebieden geconfronteerd of dreigen zij te worden geconfronteerd met lacunes bij de regionale ontwikkeling81. Om de kloof op het gebied van levensomstandigheden met continentaal Europa te overbruggen, is het van essentieel belang te blijven investeren in de dekking van basisbehoeften, zoals water en huisvesting, en in de aanpak van (energie)armoede.

Overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag zal de Commissie bijzondere aandacht blijven besteden aan en maatregelen blijven nemen die zijn aangepast aan de permanente beperkingen van de ultraperifere gebieden82. Op maat gesneden steun van de EU is van essentieel belang om de ultraperifere gebieden en hun burgers in staat te stellen zich te ontwikkelen en baat te hebben bij het feit dat zij deel uitmaken van de eengemaakte markt. Dit omvat het aanpakken van de uitdagingen van de groene, digitale en demografische transities en het optimaal benutten van de kansen die deze bieden. Dit is met name van belang voor deze gebieden en voor de EU als geheel, die kan profiteren van hun potentieel in strategische sectoren zoals ruimtevaart, hernieuwbare energie, biodiversiteit of de blauwe economie, alsook van de kansen die deze gebieden bieden om andere continenten en regio’s van de wereld te bereiken. Om dit potentieel te ontsluiten, zal de Commissie steun blijven verlenen aan de ultraperifere gebieden in domeinen als vervoer, landbouw, visserij, handel, migratie en sociale kwesties.

De inspanningen van de EU om de ontwikkeling van de ultraperifere gebieden te ondersteunen en hun economische en sociale situatie te verbeteren, moeten gepaard gaan met inspanningen van de gebieden zelf en van hun lidstaten. Nog steeds zijn passende ontwikkelingsstrategieën, hervormingen en investeringen ten zeerste noodzakelijk om verschillen met de rest van de EU te verkleinen. Het is met name van essentieel belang om openbare diensten en het scheppen van banen in deze gebieden te ondersteunen, onder meer door de bestuurlijke capaciteit te versterken door gebruik te maken van de mogelijkheden die op EU- en nationaal niveau beschikbaar zijn. Daarnaast is EU- en nationale steun voor samenwerking met buurlanden van essentieel belang om ervoor te zorgen dat de ultraperifere gebieden goed worden geïntegreerd in regionale en mondiale waardeketens.

1 COM(2022) 198 final.

2 De EFRO-toewijzing voor 2014-2020 voor de ultraperifere gebieden bedroeg 4,7 miljard EUR (zonder React-EU-bedragen); de EFRO-toewijzing voor de periode 2021-2027 bedraagt 5,3 miljard EUR.

3 Voor de Azoren en Madeira; de totale toewijzing uit het Cohesiefonds voor 2014-2020 bedroeg 462 miljoen EUR; voor de periode 2021-2027 bedraagt deze 396 miljoen EUR.

4 De ESF+-toewijzing voor 2014-2020 voor de ultraperifere gebieden bedroeg bijna 2,1 miljard EUR (met inbegrip van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief en zonder React-EU-bedragen); de ESF+-toewijzing voor de periode 2021-2027 bedraagt 2,4 miljard EUR.

5 COM(2024149 final.

6 Het bbp gemeten in koopkrachtstandaard per inwoner als percentage van het EU-gemiddelde in 2022 blijft bijzonder laag in de ultraperifere gebieden. Het varieerde van 30 % op Mayotte en 40 % in Frans-Guyana tot 64 % op Réunion, 66 % op Guadeloupe, 68 % op de Canarische Eilanden, 70 % op Martinique, 71 % op de Azoren en 79 % op Madeira (geen gegevens beschikbaar voor Saint-Martin) (bron: Eurostat).

7 C(2024) 480 final.

8 Conclusies van de Raad van 21 juni 2022 (10513/22).

9 COTER-VII/23, 153e zitting, 8 en 9 februari 2023.

10 Het bbp per hoofd van de bevolking van de ultraperifere gebieden is tussen 2019 en 2021 met 3,8 % gedaald (bron: negende cohesieverslag, berekeningen op basis van gegevens van Eurostat).

11 De totale toewijzing van React-EU aan het EFRO en het ESF voor de periode 2021-2022 bedroeg 2 miljard EUR.

12 Naar aanleiding van het politieke akkoord in februari 2024 (de definitieve goedkeuring wordt eind 2024 verwacht).

13 Ook in het werkdocument van de diensten van de Commissie over regionale trends voor groei en convergentie in de EU, SWD(2023) 173 final.

14 Advieshub energiearmoede.

15 ISBN 978-92-68-11899-3.

16 Tussen 2019 en 2020 bijvoorbeeld daalde het bbp op de Canarische Eilanden met 11 % en op Madeira met 7 %, in vergelijking met een daling van 7 % in Spanje en 3 % in Portugal.

17 Doelstelling “Europese territoriale samenwerking” (Interreg) ondersteund door het EFRO en externe financieringsinstrumenten.

18 De conferentie van voorzitters van de ultraperifere gebieden heeft bijgedragen aan de raadpleging over het EU4Health-werkprogramma 2024.

19 Zoals benadrukt in het voorstel voor een gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2024 van de Commissie — COM(2023) 904 final.

20 Aanbeveling van de Raad (2022/C 469/01).

21 C(2022) 6002 final. C(2023) 6157.

22 In zijn conclusies van 2024 over inclusieve samenlevingen voor jongeren verzoekt de Raad de lidstaten de duurzame mobiliteit van jongeren te bevorderen, met inbegrip van jongeren die in plattelands-, afgelegen, perifere en minder ontwikkelde gebieden en in ultraperifere gebieden wonen (13 mei 2024, 9849/24).

23 In 2023 zijn twee instellingen voor hoger onderwijs op de Canarische Eilanden geselecteerd om deel uit te maken van Europese Universiteiten. Drie organisaties van de Canarische Eilanden nemen deel aan het Centre of Vocational Excellence for Tourism Industry (kenniscentrum voor beroepsopleiding voor de toeristische sector).

24 Besluit (EU) 2023/936 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023.

25 Het pact voor vaardigheden is het vlaggenschipinitiatief van de Europese vaardighedenagenda 2020. Het bevordert gezamenlijke actie om het effect van investeringen in bij- en omscholing te maximaliseren. Sommige belanghebbenden op de Canarische Eilanden, de Azoren, Madeira en Guadeloupe hebben zich bij het pact aangesloten.

26 COM(2023) 32 final.

27 De lacunes bij de ontwikkeling van talent worden vastgesteld voor gebieden die ernstig te lijden hebben onder een krimpende beroepsbevolking, een laag percentage werknemers met een diploma van universitair of hoger onderwijs en weinig mobiliteit onder hun inwoners in de leeftijdsgroep van 15-39 jaar. Martinique en Guadeloupe hebben te maken met lacunes bij de ontwikkeling van talent; Réunion, de Azoren en Madeira dreigen ermee geconfronteerd te worden.

28 Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021.

29 C(2023) 2178 final.

30 Tot op heden bedragen de projecten in het kader van Horizon Europa (2021-2027) waarbij de ultraperifere gebieden betrokken zijn, al meer dan 84 miljoen EUR, ten opzichte van ongeveer 89 miljoen EUR voor de gehele Horizon 2020-periode (2014-2020).

31 Voorbeelden van projecten waarbij de ultraperifere gebieden betrokken zijn, zijn het INCORE-project van het initiatief inzake instellingen voor hoger onderwijs van het EIT, InnoFinRES ondersteund door de Klimaat-KIG van het EIT en Rethink Medical ondersteund door EIT Health.

32 EIT-strategie voor de ultraperifere gebieden van de EU.

33 Artikel 13 van Verordening (EU) 2021/1058 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021.

34 “Transforming economies in the EU outermost regions” (transformatie van economieën in de ultraperifere gebieden van de EU), EU-delegatieovereenkomst 2020CE160AT067.

35 Voor alle ultraperifere gebieden, studies 50 %, werken 70 %; voor de Portugese ultraperifere gebieden, tot 85 % in het kader van de cohesiemiddelen.

36 COM(2021) 812 final.

37 Samen met 168 miljoen EUR aan EFRO-steun.

38 Het project werd uitgevoerd door het Institut Français in partnerschap met de OCTA (associatie van de landen en gebieden overzee) en de APCA (Agência de Promoção da Cultura Atlântica).

39 ARTISAN — Achieving Resiliency by Triggering Implementation of nature-based Solutions for climate Adaptation at a National scale (veerkracht bewerkstelligen door de uitvoering van op de natuur gebaseerde oplossingen voor klimaatadaptatie op nationale schaal vast te stellen).

40 Verordening (EU) 2024/1991 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2024. Hiertoe moeten de betrokken lidstaten in voorkomend geval in hun herstelplannen een hoofdstuk met op maat gesneden maatregelen in deze gebieden opnemen.

41 COM(2020) 380 final.

42 Verordening (EU) 2023/2391 van de Commissie van 4 oktober 2023.

43 De nationale verslagen zijn opgesteld op basis van de gemeenschappelijke richtsnoeren voor vlootbeoordeling (COM(2014) 545 final).

44 C(2023) 1598 final.

45 COM(2024) 223 final.

46 Project “Advancing Maritime Spatial Planning in Outermost Regions” (bevordering van maritieme ruimtelijke planning in ultraperifere gebieden) (2021-2024, 2 miljoen EUR).

47 Het Elfpo ondersteunt de ultraperifere gebieden met bijna 1,3 miljard EUR (2023-2027): Frankrijk (906 miljoen EUR), Spanje (102,5 miljoen EUR) en Portugal (316 miljoen EUR).

48 De Posei-begroting bedraagt bijna 3,3 miljard EUR (2023-2027).

49 In mei 2024 heeft de Commissie de studie over de EU-steunregelingen voor de landbouw in de ultraperifere gebieden (Posei) en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee gepubliceerd, die in het evaluatieverslag van de Commissie zal worden meegenomen.

50 Programma’s voor plattelandsontwikkeling worden medegefinancierd uit het Elfpo en de nationale begrotingen.

51 C(2022) 9120 final.

52 Verordening (EU) 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022.

53 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003.

54 Verordening (EU) 2023/955 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023.

55 COM(2021) 82 final.

56 “Compendium of good practices and solutions for climate change adaptation in the outermost regions of the EU” (compendium van goede praktijken en oplossingen voor de aanpassing aan de klimaatverandering in de ultraperifere gebieden van de EU).

57 COM(2024) 91 final.

58 Europees Milieuagentschap, Europese klimaatrisicobeoordeling, EEA-verslag nr. 1/2024.

59 COM(2022) 221 final.

60 Madeira — Pico, Faial en São Jorge (Azoren) — La Graciosa en La Palma (Canarische Eilanden).

61 Canarische Eilanden, Azoren, Madeira en Réunion.

62 Nieuwe onderzeese kabels tussen de eilanden El Hierro en Tenerife (13 miljoen EUR) en tussen Gran Canaria, Lanzarote en Fuerteventura (23 miljoen EUR) op de Canarische Eilanden, en twee kabelprojecten waarbij de Franse ultraperifere gebieden in het Caribisch gebied betrokken zijn — CELIA (17 miljoen EUR) en Caribbean Connect (3,6 miljoen EUR).

63 COM(2024) 81 final; C(2024) 1181 final.

64 Verordening (EU) 2023/588 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2023.

65 Ruimtestrategie voor veiligheid en defensie van de Europese Unie, JOIN(2023) 9 van 10 maart 2023.

66 Bijvoorbeeld de hub CIDIHUB op de Canarische Eilanden voor de digitalisering van bedrijven, de EDIH op Réunion op het gebied van cyberbeveiliging met financiering uit het programma Digitaal Europa en de hub AzDIH op de Azoren.

67 Begroting van 598 886 EUR, voor 74 % medegefinancierd door de herstel- en veerkrachtfaciliteit.

68 Europese Commissie, directoraat-generaal Communicatienetwerken, Inhoud en Technologie, “2030 Digital Decade — Report on the state of the Digital Decade 2023”, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2023.

69 JOIN(2023) 17 final van 7.6.2023.

70 Verklaring van de top EU-Celac 2023, Brussel, 18 juli 2023.

71 De Samoa-overeenkomst (PB L 2023/2862 van 28.12.2023).

72 Macaronesië, Straat van Mozambique, Caribisch gebied, Indische Oceaan en Amazonië.

73 Een land of gebied dat wordt bestreken door een geografisch gebied in het kader van het NDICI, en steun ontvangt van de externe financieringsinstrumenten van de Unie (artikel 2 van Verordening (EU) 2021/1059 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021).

74 Azoren, Madeira, Canarische Eilanden, Kaapverdië, Senegal, Mauritanië, Ghana, Gambia, Ivoorkust, Sao Tomé en Principe.

75 Tussen de EU en India in 2023 en 2024, voor de evaluatie achteraf van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de SADC in 2023 en 2024, en voor de handelsbetrekkingen met Latijns-Amerika in 2024.

76 Adviesinstrument voor de ultraperifere gebieden van de EU op de Inforegio-webpagina.

77 Governance-indicatoren in het negende cohesieverslag.

78 Verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023.

79 Verordening (EU) 2023/2832 van de Commissie van 13 december 2023.

80 Verordening (EU) 2024/795 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024.

81 Lacunes bij de regionale ontwikkeling worden gedefinieerd als “de toestand van een regio die niet in staat is haar economische dynamiek op het gebied van inkomen, productiviteit en werkgelegenheid te behouden terwijl zij op deze terreinen ook achterblijft bij haar nationale en Europese tegenhangers” (Diemer et al., 2022: 489). De Canarische Eilanden worden geconfronteerd met lacunes bij de regionale ontwikkeling en Frans-Guyana dreigt ermee geconfronteerd te worden.

82 In zijn conclusies van 2024 over het negende cohesieverslag herinnerde de Raad aan de structurele sociale en economische situatie van de ultraperifere gebieden, zoals erkend in artikel 349 VWEU, en aan de rol die het cohesiebeleid moet spelen bij de ondersteuning van hun ontwikkeling en regionale integratie (conclusies van de Raad (18 juni 2024) 11347/24).

NL NL