Artikelen bij COM(2024)650 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)650 - .
document COM(2024)650
datum 10 oktober 2024

Gezien:

- het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

- Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie1, dat op 1 juni 2021 in werking is getreden,

- Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2024 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (herschikking)2, en met name artikel 44,

- de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2024, zoals vastgesteld op 22 november 20233,

- gewijzigde begroting nr. 1/20244, vastgesteld op 25 april 2024,

- gewijzigde begroting nr. 2/20245, vastgesteld op 25 april 2024,

- ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/20246, vastgesteld op 9 april 2024,

- ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/20247, vastgesteld op 19 juli 2024,

dient de Europese Commissie bij het Europees Parlement en de Raad het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5 bij de begroting 2024 in.


WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING


De wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten en afdeling III zijn beschikbaar via EUR-Lex (https://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-en.htm).

TOELICHTING

1. Inleiding

Het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 5 voor het jaar 2024 heeft tot doel zowel de uitgaven- als de ontvangstenzijde van de begroting bij te werken.

De voorgestelde wijzigingen aan de uitgavenzijde van de begroting hebben betrekking op de volgende punten:

1. Een verhoging van het niveau van de betalingskredieten voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) met een totaalbedrag van 2,9 miljard EUR, onder meer in verband met de herprogrammering in verband met het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP). Deze bedragen konden niet worden opgenomen in de herschikkingen die zijn voorgesteld in de “algemene overschrijving” (DEC 11/2024) die op 3 oktober 2024 aan het Parlement en de Raad is voorgelegd;

2. Een actualisering van de behoeften voor de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s), rekening houdend met het feit dat verschillende overeenkomsten en de bijbehorende protocollen in 2024 niet zullen worden gesloten;

3. Een verhoging van de kredieten, in verband met de meest recente ramingen voor de aanpassing van de bezoldigingen, als volgt:

Rubriek 7

- Een verhoging van het niveau van de administratieve uitgaven voor het Comité van de Regio’s met 1,3 miljoen EUR;

- Een verhoging van de pensioenen van alle instellingen met 67,2 miljoen EUR, mede als gevolg van een groter aantal pensioengerechtigden;

- Voor de Commissie en de andere instellingen zal het effect van de hoger dan verwachte aanpassing van de bezoldigingen worden gedekt door interne herschikkingen;

Buiten rubriek 7

- Een verhoging van de EU-bijdrage aan verschillende gedecentraliseerde agentschappen met 12,1 miljoen EUR. Andere extra behoeften zullen worden gedekt door het vrijmaken van resterende kredieten en ingebouwde flexibiliteit.

4. Een aanpassing van de EU-bijdrage aan verschillende gedecentraliseerde agentschappen in verband met de uitvoering of andere specifieke redenen, als volgt:

- Een verhoging van de EU-bijdrage aan het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) met 1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten om zijn cyberbeveiliging te versterken, gecompenseerd door een verlaging van het Fonds voor interne veiligheid (ISF);

- Een verhoging van de EU-bijdrage aan het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) met 17 miljoen EUR aan vastleggingskredieten. Na een lager dan geplande uitvoering kan dit worden gecompenseerd door een verlaging van de EU-bijdrage aan het Asielagentschap van de Europese Unie (EUAA);

- Een verlaging van de aan de antiwitwasautoriteit (AMLA) toegewezen vastleggingskredieten als gevolg van de herziene behoeften aan kredieten in het eerste jaar van haar oprichting, naar aanleiding van vertragingen bij de aanwervingen;

- Een terugkeer van 2,8 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten naar het LIFE-programma. Gezien de vertragingen bij de vaststelling van het pakket nulverontreiniging zullen het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en het Europees Milieuagentschap (EEA) niet de overeenkomstige kredieten nodig hebben.

5. De invoering van machinevertaling heeft geleid tot aanzienlijke besparingen op sommige activiteiten van het Publicatiebureau, waardoor het niveau van de vastleggingskredieten voor het desbetreffende begrotingsonderdeel kan worden verlaagd.

6. Een aanpassing van de begrotingsnomenclatuur aan zowel de uitgaven- als de ontvangstenzijde en de toelichting bij de begroting naar aanleiding van de goedkeuring van het voorstel voor het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne (Ukraine Loan Cooperation Mechanism, ULCM)8.


In totaal komt het netto-effect van dit OGB op de uitgaven neer op een stijging van de vastleggingskredieten met 44,5 miljoen EUR en van de betalingskredieten met 2 954,8 miljoen EUR.

Aan de ontvangstenzijde omvat dit OGB 2 815 miljoen EUR aan definitieve boeten en dwangsommen die tot en met 30 september 2024 zijn betaald. Bijgevolg is het totale effect aan de ontvangstenzijde is een nettostijging van de bni-bijdragen met 139,9 miljoen EUR.

2. Actualisering van de uitgaven

2.1 Toegenomen behoeften aan betalingskredieten

De “algemene overschrijving” is een jaarlijkse procedure die op Commissieniveau wordt georganiseerd: alle directoraten-generaal en diensten worden verzocht begin september hun respectieve uitvoering van de lopende begroting tot het einde van het betrokken jaar te evalueren. Doel ervan is ervoor te zorgen dat de exacte behoeften worden gedekt en de begroting wat betreft betalingskredieten aan het eind van het jaar zo veel mogelijk wordt uitgevoerd door extra behoeften af te stemmen op verwachte onderbestedingen. Daartoe wordt jaarlijks een ad-hocverzoek om overschrijving overeenkomstig artikel 31 van het Financieel Reglement ingediend bij het Europees Parlement en de Raad.

Uit de “algemene overschrijving” is gebleken dat de resterende goedgekeurde begrotingsmiddelen en de beschikbare bestemmingsontvangsten tot het einde van het jaar niet zullen volstaan om de geraamde betalingsbehoeften voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) te dekken, met name met betrekking tot de uitvoering van het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP). Daarom stelt de Commissie voor de EFRO-programma’s als volgt te versterken: 

- Programma's 2021-2027

Overeenkomstig de STEP-verordening9, die in maart 2024 in werking is getreden, hebben de lidstaten verzocht om wijzigingen van hun cohesieprogramma’s om daarin STEP-prioriteiten op te nemen, met een uitzonderlijke voorfinanciering van 30 % van de toewijzing voor STEP-prioriteiten, ten bedrage van 1,4 miljard EUR. De betaling van deze voorfinanciering is een wettelijke verplichting die bij de vaststelling van de begroting 2024 niet in aanmerking is genomen, aangezien er toen nog geen overeenstemming was bereikt over de tussentijdse herziening van het MFK. De ramingen van de lidstaten van juli bevestigen overigens dat de begroting 2024 volledig zal worden uitgevoerd.

- Voltooiing van eerdere programma’s en activiteiten

De STEP-verordening voorzag ook in de mogelijkheid van vrijwillige medefinanciering ten belope van 100 % voor uitgaven die zijn gedeclareerd in betalingsaanvragen die zijn ingediend in het boekjaar dat loopt van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024. Voorts is in de verordening een plafond van 1 % opgenomen voor tussentijdse betalingen in 2025, wat de lidstaten ertoe heeft aangezet hun betalingsaanvragen eerder in 2024 in te dienen. De combinatie van deze twee factoren heeft de indiening van betalingsaanvragen aanzienlijk versneld. Overeenkomstig de ramingen van juli zal dit resulteren in extra betalingsbehoeften ten belope van 1,5 miljard EUR voor 2024.

De in dit OGB nr. 5/2024 gevraagde verhoging van de betalingskredieten wordt hieronder uiteengezet:

EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
05 02 01EFRO — Beleidsuitgaven01 400 000 000
05 02 99 01Voltooiing van het EFRO – Beleidsuitgaven (vóór 2021)01 500 000 000
Totaal02 900 000 000

2.2 Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s)

De EU onderhandelt over bilaterale partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s) tussen de Europese Unie en derde partnerlanden, sluit deze overeenkomsten af en voert ze uit. Aangezien er bij de opstelling van de begroting 2024 nog onderhandelingen plaatsvonden over verscheidene PODV’s, blijft een bedrag van 49,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 25,8 miljoen EUR aan betalingskredieten beschikbaar in de vorm van reserves ter dekking van de overeenkomsten en protocollen inzake visserij tussen de Unie en de regeringen van specifieke derde partnerlanden die nog niet zijn goedgekeurd, overeenkomstig artikel 49 van het Financieel Reglement en punt 20 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 202010.

Gezien de stand van de onderhandelingen over de toekomstige protocollen:

- De onderhandelingen met Sao Tomé gaan op 1 oktober 2024 van start, terwijl de onderhandelingen met Cookeilanden naar verwachting in het 4e kwartaal van 2024 van start zullen gaan. De ondertekening van de nieuwe protocollen wordt echter pas in het eerste kwartaal van 2025 verwacht;
- De onderhandelingen met Ivoorkust zijn afgerond. Het nieuwe protocol zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2025 worden ondertekend, zodra de interne procedures zijn afgerond.

Wat de resterende kredieten in de reserve betreft, zal geen van de protocollen met Angola, Guinee, Liberia, Marokko en Senegal dit jaar worden gesloten:

- Voor Marokko heeft het arrest van het Hof van Justitie van 4 oktober 2024 in de gevoegde zaken C-778/21 P Commissie/Front Polisario en C-798/21 P Raad/Front Polisario gevolgen gehad voor het tijdschema van de onderhandelingen;
- Voor Angola, Guinee, Liberia en Senegal zijn de besluiten van de Raad tot opening van onderhandelingen over een nieuw protocol nog niet aangenomen.

De Commissie stelt daarom voor de bedragen die in 2024 niet nodig zijn, te annuleren. Dit komt overeen met 32,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 25,8 miljoen EUR aan betalingskredieten, en wel als volgt:

EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 08 05 01)- 32 857 566
- 25 750 000
Totaal- 32 857 566
- 25 750 000

2.3 Aanpassingen in verband met een hogere salarisaanpassing voor 2024

2.3.1 Europees openbaar bestuur (Rubriek 7)

In dit OGB nr. 5/2024 stelt de Commissie aanpassingen voor met betrekking tot rubriek 7 “Europees openbaar bestuur”, in verband met het effect van de verhoogde salarisaanpassing op de administratieve uitgaven: Er wordt nu een totale aanpassing van + 7,2 %11 in 2024 voorspeld, wat zal leiden tot een resterende aanpassing van + 4,1 %, bovenop de eerste aanpassing van + 3,0 % vanaf 1 januari, terwijl voor de begroting 2024 werd uitgegaan van een aanpassing van + 3,4 % die met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2024 had moeten worden toegepast. Bovendien is een aanpassing nodig voor een groter aantal nieuwe pensioengerechtigden in vergelijking met de ramingen bij de opstelling van de begroting 2024.

Administratieve uitgaven van de instellingen

Sinds de inwerkingtreding van het herziene Statuut12 in 2014 is het niveau van de aanpassing van de salarissen en pensioenen voor het personeel van alle EU-instellingen en -agentschappen gebaseerd op een niet-discretionaire methode die uit twee elementen bestaat. Het eerste element is de netto-ontwikkeling van de koopkracht van nationale ambtenaren uit een groep van 10 lidstaten13, die ten minste 75 % van het bbp van de EU vertegenwoordigen. Dit is de globale specifieke indicator (GSI). Het tweede element — de gemeenschappelijke index — houdt rekening met de inflatie in Brussel en Luxemburg. De automatische toepassing van de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen zorgt ervoor dat het systeem zowel de gebeurtenissen in de reële economie als de besluiten van de lidstaten weerspiegelt, zoals bevestigd door Eurostat in overleg met de nationale bureaus voor de statistiek.

In de begroting voor 2024 bedroeg de prognose voor het precentage van de jaarlijkse salarisaanpassing dat met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2024 zou moet worden toegepast, 3,4 % (effect van zes maanden). Dit percentage werd in november 2023 door de diensten van de Commissie berekend op basis van de geraamde ontwikkeling van de koopkracht en de kosten van levensonderhoud voor de referentieperiode (1.7.2023-30.6.2024), volgens de in het Statuut voorgeschreven methode.

Uit de meest recente beschikbare raming van de ontwikkeling van de koopkracht in de lidstaten van de groep van 10 lidstaten blijkt een stijging van 3,2 %, terwijl de gezamenlijke index van België en Luxemburg (JBLI) voor de relevante periode (+ 5,1 %) aanzienlijk hoger is dan oorspronkelijk geraamd. De totale salarisaanpassing die in 2024 moet worden toegepast, bedraagt dus + 7,2 %14. Na de tussentijdse aanpassing van 3,0 % zal met ingang van 1 juli 2024 een resterende salarisaanpassing van 4,1 %15 worden toegepast. Een actualiseringspercentage van 1,2 % wordt uitgesteld tot 1 april 2025, op grond van de bepalingen van de “matigingsclausule” overeenkomstig artikel 10 van bijlage XI bij het Statuut.

Overeenkomstig bijlage XI bij het Statuut zal het Eurostat-verslag op 31 oktober 2024 worden uitgebracht en zal het de aanpassing van de nominale nettobezoldigingen van de EU-ambtenaren in Brussel en Luxemburg met ingang van juli 2024 beschrijven om een parallelle ontwikkeling van de koopkracht met de ambtenaren in de lidstaten te handhaven.

Op basis van het verslag van Eurostat zal het verslag van de Commissie16 aan de Raad en het Europees Parlement in november worden goedgekeurd. Aangezien dit te laat zou zijn om een gewijzigde begroting formeel voor te stellen nadat het actualiseringspercentage is definitief is vastgesteld, is het passend de situatie te evalueren in het licht van de meest recente beschikbare prognoses. Overeenkomstig het begrotingsbeginsel van goed financieel beheer en begrotingswaarachtigheidsbeginsel is een voorstel om de begrotingskredieten voor salarissen en pensioenen te verhogen echter gerechtvaardigd.

De Commissie heeft alles in het werk gesteld om haar administratieve uitgaven onder controle te houden door een uitermate stabiel personeelsbeleid te voeren en door de niet-salarisgerelateerde uitgaven, zoals voor vergaderingen en comités, zo veel mogelijk te verlagen. Evenzo hebben de andere instellingen alles in het werk gesteld om in extra behoeften te voorzien door bestaande middelen te herschikken en niet-verplichte investeringen uit te stellen.

De instellingen hebben alles in het werk gesteld om de extra behoeften aan salarisuitgaven te dekken door middel van herschikking. Alleen het Comité van de Regio’s is niet in staat om intern aan deze behoeften te voldoen en verzoekt daarom om een verhoging van de salarisbegrotingsonderdelen. Niettemin is het noodzakelijk de administratieve uitgaven voor pensioenen te verhogen, waarvoor het werkelijke aantal gepensioneerden, bovenop het hogere actualiseringspercentage voor de pensioenen, hoger is dan verwacht.

Pensioenen

Wat de pensioenuitgaven betreft, laat de prognose van de behoeften tot eind 2024 een tekort zien van 71 miljoen EUR als gevolg van verschillende elementen die leiden tot een stijging van de geraamde pensioenuitgaven voor 2024:

- Een grotere toename van het aantal pensioengerechtigden (+ 165) in de loop van 2024 in vergelijking met de aannames die in de begroting 2024 zijn gebruikt (+ 14,7 miljoen EUR).
- Het effect van de hierboven beschreven wijziging van de jaarlijkse aanpassing voor pensioenen, met inbegrip van de extra behoeften voor 6 maanden als gevolg van de tussentijdse actualisering van de pensioenen met 3 % per 1 januari 2024 (58,1 miljoen EUR).

Tegelijkertijd wordt een overschot van ongeveer 2 miljoen EUR verwacht voor de begrotingsonderdelen voor pensioenuitgaven van voormalige leden van de instellingen.

Bovenstaande elementen leiden tot een totaal tekort van 71 miljoen EUR voor de pensioenuitgaven. Er wordt voorgesteld 3,8 miljoen EUR over te hevelen van andere begrotingsonderdelen in de begrotingsafdeling van de Commissie waarvoor enige overschotten zijn vastgesteld. In totaal zou hierdoor het nettoverzoek om verhoging kunnen worden teruggebracht tot 67,2 miljoen EUR.

Algemene en gedetailleerde impact per afdeling

In totaal wordt voorgesteld de niet-gesplitste uitgaven van rubriek 7 (Europees openbaar bestuur) voor 2024 met 68,5 miljoen EUR te verhogen. Het komt overeen met een stijging van 1,3 miljoen EUR voor de administratieve uitgaven van het Comité van de Regio’s en 67,2 miljoen EUR voor de pensioenen van alle instellingen.

Het algehele effect op de uitgaven is als volgt:

Bedragen in EUR
Begroting 2024 (incl. GB nr. 1/2024 en OGB’s nrs. 2 en 4/2024)Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2024Begroting 2024
Pensioenen en Europese scholen2 812 624 76267 200 0002 879 824 762
Pensioenen2 565 464 00067 200 0002 632 664 000
Europese Scholen247 160 762247 160 762
Administratieve uitgaven van de instellingen9 175 375 8411 300 0009 176 675 841
Commissie4 221 841 2254 221 841 225
Overige instellingen4 953 534 6161 300 0004 954 834 616
Europees Parlement2 382 263 5742 382 263 574
Raad676 881 123676 881 123
Hof van Justitie van de Europese Unie503 782 531503 782 531
Rekenkamer185 655 890185 655 890
Europees Economisch en Sociaal Comité164 945 524164 945 524
Comité van de Regio’s121 878 3451 300 000123 178 345
Europese Ombudsman13 667 46613 667 466
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming24 329 46024 329 460
Europese Dienst voor extern optreden880 130 703880 130 703
Totaal11 988 000 60368 500 00012 056 500 603

De gedetailleerde impact per afdeling is als volgt:

Afdeling III – Europese Commissie
Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
21 01 01Pensioenen en toelagen67 200 00067 200 000
Totaal67 200 00067 200 000

Afdeling VII – Europees Comité van de Regio's
Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
1200Salarissen en toelagen1 300 0001 300 000
Totaal1 300 0001 300 000


Aangezien er geen marge beschikbaar is onder rubriek 7, is het onvermijdelijk een beroep te doen op het enkelvoudig marge-instrument onder rubriek 7 voor een extra bedrag van 68,5 miljoen EUR, hetgeen leidt tot het gebruik van het enkelvoudig marge-instrument uit hoofde van artikel 11, lid 1, punt a), voor een bedrag van 283,5 miljoen EUR in 2024 om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen.

2.3.2 Administratieve uitgaven buiten rubriek 7 – gedecentraliseerde agentschappen

De hierboven beschreven verhoogde salarisaanpassing voor 2024 leidt ook tot extra behoeften aan salarisuitgaven in verhouding tot de administratieve uitgaven in de rubrieken 1 tot en met 6, die de Commissie heeft kunnen dekken met de vrijmaking van resterende kredieten en ingebouwde flexibiliteit.

Voor gedecentraliseerde agentschappen daarentegen zijn de mogelijkheden voor interne herschikkingen beperkt en daarom stelt de Commissie voor de EU-bijdrage met 1,7 % te verhogen, toegepast op titel 1 “Personeelsuitgaven” van de begroting van de agentschappen, rekening houdend met de verhouding tussen de EU-bijdrage en de totale begroting van de agentschappen. Bij deze stijging met + 1,7 % is rekening gehouden met het effect van zowel (1) de lager dan verwachte salarisaanpassing 2023 (+ 2,7 %) en (2) hoger dan voorspelde salarisaanpassing voor de begroting 2024 (+ 7,2 %), in vergelijking met de aannames die ten grondslag liggen aan de begroting 2024 (+ 4,4 % in 2023 en + 3,4 % in 2024). Om de impact te beperken, werd eerst getracht met interne herschikkingen tegemoet te komen aan de behoeften die voortvloeien uit de gevolgen van de salarisaanpassing. Voor sommige gedecentraliseerde agentschappen is dus geen verhoging van de EU-bijdrage nodig. Bovendien wordt voorgesteld Frontex niet op te nemen in de verhoging, met name vanwege een nog steeds vrij aanzienlijk vacaturepercentage en omdat de salarissen een geringer deel van de totale begroting van het agentschap uitmaken, waardoor er meer ruimte blijft voor interne herschikkingen.

Het totale effect op de uitgaven van 12,1 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten ziet er als volgt uit:

- Rubriek 1 – Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
02 10 01Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)361 932361 932
02 10 03Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)354 714354 714
02 10 04Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (ENISA)244 326244 326
02 10 05Bureau voor ondersteuning van Berec (Berec-Bureau)81 59481 594
02 10 06Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)193 651193 651
03 10 01 01Europees Agentschap voor chemische stoffen – Wetgeving over chemische producten835 000835 000
03 10 01 02Europees Agentschap voor chemische stoffen – Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving86 58586 585
03 10 02Europese Bankautoriteit (EBA)231 319231 319
03 10 03Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)168 038168 038
03 10 04Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)216 832216 832
04 10 01Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma404 623404 623
Totaal3 178 6143 178 614
- Subrubriek 2b – Veerkracht en waarden

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
06 10 01Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding712 181712 181
06 10 02Europese Autoriteit voor voedselveiligheid1 179 1661 179 166
06 10 03 01Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau254 425254 425
07 10 01Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)275 758275 758
07 10 02Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)137 647137 647
07 10 03Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)217 343217 343
07 10 04Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)287 922287 922
07 10 06Europese Stichting voor opleiding (ETF)283 108283 108
07 10 07Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)594 629594 629
07 10 08Europees Openbaar Ministerie (EPPO)894 047894 047
07 10 09Europese Arbeidsautoriteit (ELA)266 861266 861
Totaal5 103 0875 103 087
- Rubriek 3 – Natuurlijke hulpbronnen en milieu

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
08 10 01Europees Bureau voor visserijcontrole209 032209 032
09 10 01Europees Agentschap voor chemische stoffen – Milieurichtlijnen en internationale verdragen55 91555 915
09 10 02Europees Milieuagentschap646 569646 569
Totaal911 516911 516
- Rubriek 4 – Migratie en grensbeheer

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
11 10 02Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (“eu-LISA”)773 078773 078
Totaal773 078773 078
- Rubriek 5 – Weerbaarheid, veiligheid en defensie

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
12 10 01Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)2 002 8952 002 895
12 10 02Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)89 93889 938
Totaal2 092 8332 092 833


2.4 Extra aanpassingen met betrekking tot gedecentraliseerde agentschappen

2.4.1 Verhoging voor het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

Begin juni 2024 was het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) het doelwit van een reeks cyberaanvallen. De incidenten werden onmiddellijk gemeld aan de bevoegde cyberbeveiligingsdienst voor de instellingen, organen en instanties van de Unie (CERT-EU). Na een volledig onderzoek dat in samenwerking met CERT-EU is opzet, bleek dat het agentschap moet overgaan tot een volledige wederopbouw van zijn IT-infrastructuur. Om de onmiddellijke kosten van de cyberaanvallen en de gevolgen daarvan voor Cepol te dekken, stelt de Commissie daarom voor de begroting van Cepol in 2024 te verhogen.

Voorgesteld wordt de voorgestelde verhoging van de EU-bijdrage aan Cepol met 1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten te verrekenen met de middelen voor het Fonds voor interne veiligheid (ISF). Hetzelfde bedrag aan betalingskredieten wordt overgeschreven van ISF naar Cepol via een autonome overschrijving.

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
12 10 02Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)1 064 0000
12 02 01Fonds voor interne veiligheid (ISF)-1 064 0000
Totaal00

In combinatie met de bovenvermelde, aan de salarisaanpassing gerelateerde verhoging (89 938 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten) wordt voor Cepol een totale verhoging van 1 153 938 EUR voorgesteld.

2.4.2 Verhoging voor eu-LISA

Aangezien de kostenstijgingen in verband met de “Wave 2-mijlpaal” van eu-LISA en de bijbehorende kaderovereenkomsten (met name het systeem voor het verstrekken van autorisaties vóór afreis aan reizigers die zijn vrijgesteld van visumplicht (Etias) en de interoperabiliteitseisen) hoger liggen dan begroot, stelt de Commissie voor de begroting van eu-LISA met 17 miljoen EUR aan vastleggingskredieten te verhogen. De budgettaire verhoging is noodzakelijk om met name te zorgen voor de financiering van de twee belangrijkste kaderovereenkomsten die eu-LISA gebruikt, namelijk het Transversal Engineering Framework en het Transversal Operations Framework, netwerkkosten en contractuele aanpassingen, uitbreiding van het toepassingsgebied van webdiensten en strengere vereisten voor externe dienstverleners die de activiteiten van eu-LISA rechtstreeks ondersteunen.

Het Asielagentschap van de Europese Unie (EUAA) heeft een overschot in zijn begroting vastgesteld als gevolg van onderbesteding op hun begrotingsonderdelen voor beleidsuitgaven (operationele plannen met de lidstaten) en langzamer dan verwachte aanwervingen van nieuw personeel. Daarom wordt voorgesteld de verhoging met 17 miljoen EUR aan vastleggingskredieten te financieren door middel van een compenserende verlaging van de EU-bijdrage aan het EUAA. De “algemene overschrijving” omvat ook een verdere verlaging van de begroting van het EUAA met 10 miljoen EUR aan betalingskredieten, waardoor meer middelen kunnen worden voorzien voor het belangrijkste begrotingsonderdeel van het instrument voor grensbeheer en visa (BMVI) waarmee uitstaande tussentijdse betalingen worden gefinancierd.

Bijgevolg zijn de voorgestelde – begrotingsneutrale – aanpassingen als volgt:

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
11 10 02Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht17 000 0000
10 10 01Asielagentschap van de Europese Unie-17 000 0000
Totaal00

In combinatie met de bovenvermelde, aan de salarisaanpassing gerelateerde verhoging (773 078 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten) wordt voor eu-LISA een totale verhoging van 17 773 078 EUR voorgesteld.

2.4.3 Verlaging voor de antiwitwasautoriteit (AMLA)

De antiwitwasautoriteit (AMLA) bevindt zich nog in een opbouwfase, die langer duurt dan aanvankelijk was voorzien. Dit heeft met name betrekking op aanwervingen. Na de eerste maanden van de opbouwfase van de AMLA is de behoefte aan kredieten in 2024 naar beneden bijgesteld. Daarom wordt voorgesteld de EU-bijdrage aan de AMLA te verlagen met 0,75 miljoen EUR aan vastleggingskredieten, zoals hieronder aangegeven.

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 03 10 05)-750 2810
Totaal-750 2810

2.4.4 Teruggave van een reserve aan het LIFE-programma – Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en Europees Milieuagentschap (EEA)

Als gevolg van vertragingen bij de goedkeuring van het voorstel van de Commissie voor het pakket nulverontreiniging, waarover nog wordt onderhandeld, zullen de voorgestelde nieuwe taken die aan het ECHA en het EEA zijn toegewezen, niet van start gaan in 2024. In de begroting 2024 werden de overeenkomstige kredieten van 2,8 miljoen EUR, afkomstig van het LIFE-programma, in een reserve geplaatst ten behoeve van deze twee agentschappen, in afwachting van de voortgang van het wetgevingspakket. Daarom stelt de Commissie in dit OGB nr. 5/2024 voor de overeenkomstige kredieten als volgt terug te brengen naar het LIFE-programma:

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 09 10 01)-1 596 375-1 596 375
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 09 10 02)-1 187 476-1 187 476
09 02 02Circulaire economie en levenskwaliteit2 783 8510
09 02 99Voltooiing van eerdere programma’s op het gebied van milieu- en klimaatactie (LIFE)

02 783 851
Totaal00

2.5 Verlaging van vastleggingskredieten - Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

Voor begrotingsonderdeel 03 20 03 01 is een overschot van 2,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten vastgesteld. Het is het gevolg van aanzienlijke besparingen naar aanleiding van het besluit om automatische vertaling op verzoek van de aankondigingen van de EU-instellingen te gebruiken. Een bedrag van 0,5 miljoen EUR zal worden overgeheveld via een autonome overschrijving naar andere maatregelen op het gebied van de interne markt, terwijl in dit OGB nr. 5/2024 wordt voorgesteld het resterende bedrag van 2,4 miljoen EUR te annuleren.

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
03 20 03 01Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening-2 420 0000
Totaal-2 420 0000

2.6 Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne (Ukraine Loan Cooperation Mechanism, ULCM)

In juni 2024 heeft de Europese Raad de Commissie, de hoge vertegenwoordiger en de Raad verzocht verder te werken aan het verstrekken van extra financiering aan Oekraïne tegen het einde van het jaar17. In overeenstemming met de resultaten van de G7-top van 13-15 juni 2024 zou dit de vorm aannemen van leningen waarvan de dekking van kosten en de terugbetaling worden verzekerd door toekomstige stromen van de uitzonderlijke opbrengsten uit geïmmobiliseerde Russische staatsactiva. Bijgevolg heeft de Commissie op 20 september 2024 een voorstel ingediend voor een verordening tot instelling van het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne (ULCM) en tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne18. Het ULCM zal de G7-partners ondersteunen bij het verstrekken van leningen aan Oekraïne, parallel aan de buitengewone MFB-lening van de EU, teneinde het tijdens de G7-top geplande totale bedrag te bereiken. Om de Commissie in staat te stellen de desbetreffende begrotingsverrichtingen tijdig te beheren na de vaststelling van de ULCM-verordening, stelt de Commissie voor in dit OGB nr. 5/2024 alle nodige aanvullende aanpassingen in de begrotingsnomenclatuur en de toelichting bij de begroting voor het jaar 2 024 aan te brengen. Daarom stelt de Commissie voor om binnen een nieuw specifiek hoofdstuk 14 11 (zonder kredieten) een nieuw begrotingsonderdeel op te zetten, en wel als volgt:

EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
14 11 01Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïnep.m.p.m.
Totaalp.m.p.m.


De bijbehorende toelichting is opgenomen in de begrotingsbijlage.

3. Actualisering van de ontvangsten

In OGB nr. 5/2024 wordt voorgesteld om in de begroting 2024 een bedrag van 2 815 miljoen EUR op te nemen als definitieve boeten en dwangsommen die tot oktober 2024 zijn betaald. Ook wordt voorgesteld om binnen een nieuw artikel “Steun voor Oekraïne” een nieuw begrotingsonderdeel voor ontvangsten voor het ULCM in te voeren.

Op de datum van vaststelling van dit OGB nr. 5/2024 zijn in de begroting 2024 geen negatieve ontvangsten opgenomen, aangezien deze mogelijkheid in het Financieel Reglement (herschikking) is opgenomen met ingang van 30 september 202419. De exacte bedragen van de compenserende rentebetalingen worden momenteel vastgesteld. Er blijft een toereikende buffer van ongeveer 1 200 miljoen EUR uit definitieve boeten beschikbaar om deze betalingen tot het einde van het jaar te dekken. Na betaling worden de negatieve ontvangsten opgenomen in het specifieke begrotingsonderdeel 4 2 5 “Rente, andere verschuldigde heffingen en negatieve rendementen op nietig verklaarde of verlaagde boeten”. In het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure zullen het Europees Parlement en de Raad ook aanvullende details over de desbetreffende bedragen en verrichtingen worden verstrekt.

Ook wordt voorgesteld om binnen een nieuw artikel “Steun voor Oekraïne” een nieuw begrotingsonderdeel voor ontvangsten voor het ULCM in te voeren.

3.1 Geldboeten en dwangsommen

Rekening houdende met de definitieve boeten en dwangsommen die tot oktober 2024 zijn betaald, wordt voorgesteld de volgende bedragen in de begroting 2024 op te nemen:

a. 2 502 miljoen EUR aan mededingingsboeten;

b. 52 miljoen EUR aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen geboekt wegens niet-nakoming van arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat zij een krachtens de Verdragen op hen rustende verplichting niet zijn nagekomen;

c. 257 miljoen EUR aan rente op boeten en dwangsommen;

d. 4 miljoen EUR aan overige geldboeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming, hoofdzakelijk vanwege bijdragen voor buitenmatige emissies.

Daarom wordt voorgesteld de in OGB nr. 4/2024 gerapporteerde bedragen ten belope van 614 miljoen EUR te verhogen met 2 815 miljoen EUR, wat neerkomt op een totaalbedrag van 3 429 miljoen EUR.

In de onderstaande tabel zijn de cijfers voor de desbetreffende ontvangsten vermeld.

EUR
Begrotingsonderdeel voor ontvangstenNaamBegroting 2024OGB nr. 5/2024Nieuw bedrag

4 2 0Geldboeten in verband met de toepassing van de mededingingsregels257 464 2072 502 502 3032 759 966 510
4 2 1Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire sommen340 653 16751 929 451392 582 618
4 2 4Rente op boeten en dwangsommen9 802 092256 590 258266 392 350
4 2 9Overige boeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming6 400 6853 875 62710 276 312
Totaal614 320 1512 814 897 6393 429 217 790

3.2 Gevolgen voor de bijdrage aan de eigen middelen op basis van het bni voor 2024

De herziene bijdragen aan de eigen middelen op grondslag van het bni, vergeleken met het OGB nr. 4/2024, zijn in de onderstaande tabel te vinden:

LidstaatOGB nr. 4/2024OGB nr. 5/2024Nieuw bedrag
(1)(2)(3) = (1) +(2)
België3 137 520 8264 860 8273 142 381 653
Bulgarije490 929 862760 577491 690 439
Tsjechische Republiek1 524 718 1322 362 1811 527 080 313
Denemarken2 045 789 8603 169 4562 048 959 316
Duitsland22 584 558 38234 989 29522 619 547 677
Estland192 975 003298 968193 273 971
Ierland2 070 413 4233 207 6032 073 621 026
Griekenland1 163 139 7031 802 0031 164 941 706
Spanje7 768 960 00912 036 1207 780 996 129
Frankrijk15 077 255 98323 358 55315 100 614 536
Kroatië425 510 887659 226426 170 113
Italië10 942 787 22816 953 19510 959 740 423
Cyprus145 650 292225 650145 875 942
Letland212 177 297328 717212 506 014
Litouwen374 044 146579 491374 623 637
Luxemburg275 312 135426 529275 738 664
Hongarije1 035 987 5651 605 0111 037 592 576
Malta95 647 207148 18295 795 389
Nederland5 464 910 2938 466 5545 473 376 847
Oostenrijk2 527 403 8383 915 6002 531 319 438
Polen4 123 400 6506 388 2104 129 788 860
Portugal1 388 121 0692 150 5571 390 271 626
Roemenië1 745 902 4262 704 8531 748 607 279
Slovenië334 363 876518 016334 881 892
Slowaakse Republiek647 634 5421 003 353648 637 895
Finland1 439 287 5602 229 8271 441 517 387
Zweden3 074 333 6594 762 9353 079 096 594
Totaal90 308 735 853139 911 48990 448 647 342

3.3 Nomenclatuurwijziging naar aanleiding van de goedkeuring van het voorstel van de Commissie tot instelling van het ULCM en tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

Als gevolg van de goedkeuring van het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het ULCM en tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (zie afdeling 3.1) wordt voorgesteld om binnen een artikel voor steun aan Oekraïne een nieuw begrotingsonderdeel voor ontvangsten te creëren: 6 6 4 2 “Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne”. Daarnaast wordt voorgesteld een technische correctie op te nemen om de referentie van het begrotingsonderdeel voor de faciliteit voor Oekraïne van “6 6 4” in “6 6 4 0” aan te passen.

De bijbehorende toelichting bij de begroting is opgenomen in de begrotingsbijlage.


4. Financiering

In totaal komt het netto-effect van OGB nr. 5/2024 neer op een stijging van de vastleggingskredieten met 44,5 miljoen EUR en van de betalingskredieten met 2 954,8 miljoen EUR in de begroting 2024.

Met betrekking tot het effect van de herziene salarisaanpassing voor 2024 stelt de Commissie, gezien het ontbreken van marges en ruimte voor herschikking in subrubriek 2b en rubriek 5, voor om overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) 2020/209320 middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter beschikking te stellen aan vastleggings- en betalingskredieten voor een bedrag van 5,1 miljoen EUR voor subrubriek 2b Veerkracht en waarden om de EU-bijdrage aan verschillende gedecentraliseerde agentschappen te verhogen, en voor een bedrag van 2,1 miljoen EUR voor rubriek 5 om de EU-bijdrage aan Europol en Cepol te verhogen. Daarnaast leidt de stijging van de uitgaven voor rubriek 7 tot een verhoging met 68,5 miljoen EUR van de bedragen die worden voorgesteld uit het enkelvoudig marge-instrument.

De betalingskredieten voor 2024 in verband met de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in 2021 tot en met 2024 worden geraamd op 1 758,3 miljoen EUR in lopende prijzen. Het geraamde betalingsschema van de desbetreffende uitstaande bedragen voor deze jaren wordt in de volgende tabel gespecificeerd:

Flexibiliteitsinstrument — betalingsprofiel (in miljoen EUR)
Jaar van beschikbaarstelling2024202520262027Totaal
20217,60007,6
202249,836,70086,5
2023279120,683,20482,8
20241 421,9107,683,746,31 659,5
Totaal1 758,3264,9166,946,32 236,4


 


5. Samenvatting per MFK-rubriek

In EUR
Begroting 2024 (incl. GB nrs. 1 tot en met 2/2024 en OGB nrs. 2 tot en met 4/2024)Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2024Begroting 2024 (incl. GB nrs. 1 tot en met 2/2024 en OGB nrs. 2 tot en met 5/2024)
VKBKVKBKVKBK
1Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid21 492 216 82120 826 810 8378 3333 178 61421 492 225 15420 829 989 451
Maximum21 598 000 00021 598 000 000
Marge105 783 179-8 333105 774 846
2Cohesie, veerkracht en waarden74 577 476 94933 732 782 2045 103 0872 905 103 08774 582 580 03636 637 885 291
waarvan onder flexibiliteitsinstrument1 306 281 3335 103 0871 311 384 420
Maximum73 289 000 00073 289 000 000
Marge17 804 38417 804 384
2a.Economische, sociale en territoriale samenhang64 665 195 61624 155 654 1522 900 000 00064 665 195 61627 055 654 152
Maximum64 683 000 00064 683 000 000
Marge17 804 38417 804 384
2b.Veerkracht en waarden9 912 281 3339 577 128 0525 103 0875 103 0879 917 384 4209 582 231 139
waarvan onder flexibiliteitsinstrument1 306 281 3335 103 0871 311 384 420
Maximum8 606 000 0008 606 000 000
Marge
3Natuurlijke hulpbronnen en milieu57 338 630 83954 151 402 941-31 946 050-24 838 48457 306 684 78954 126 564 457
Maximum57 449 000 00057 449 000 000
Marge110 369 16131 946 050142 315 211
waarvan: Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen40 517 278 00040 505 482 21340 517 278 00040 505 482 213
ELGF-submaximum41 649 000 00041 649 000 000
Afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de submarge722 000722 000
Netto-overschrijvingen tussen ELGF en Elfpo-1 046 000 000-1 046 000 000
Nettosaldo dat voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar is (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen ELGF en Elfpo)40 603 000 00040 603 000 000
ELGF-submarge85 722 00085 722 000
4Migratie en grensbeheer3 892 705 6713 248 967 443773 078773 0783 893 478 7493 249 740 521
Maximum4 020 000 0004 020 000 000
Marge127 294 329-773 078126 521 251
5Veiligheid en defensie2 697 177 9262 035 413 5312 092 8332 092 8332 699 270 7592 037 506 364
waarvan onder flexibiliteitsinstrument317 177 9262 092 833319 270 759
Maximum2 380 000 0002 380 000 000
Marge
6Nabuurschap en internationaal beleid16 731 000 00015 315 050 31316 731 000 00015 315 050 313
waarvan onder flexibiliteitsinstrument28 828 20428 828 204
waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)371 171 796371 171 796
Maximum16 331 000 00016 331 000 000
Marge
7Europees openbaar bestuur11 988 000 60311 988 000 60368 500 00068 500 00012 056 500 60312 056 500 603
waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)215 000 60368 500 00068 500 000283 500 603
Maximum11 773 000 00011 773 000 000
Marge
waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen9 175 375 8419 175 375 8411 300 0001 300 0009 176 675 8419 176 675 841
Submaximum9 006 000 0009 006 000 000
Submarge
Kredieten voor rubrieken188 717 208 809141 298 427 87244 531 2812 954 809 128188 761 740 090144 253 237 000
Maximum186 840 000 000170 543 000 000186 840 000 000170 543 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrument1 652 287 4631 751 178 2977 195 9207 195 9201 659 483 3831 758 374 217
waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)586 172 39968 500 000654 672 399
Marge361 251 05330 995 750 42531 164 639392 415 69228 048 137 217
Thematische speciale instrumenten6 517 600 4325 491 076 5596 517 600 4325 491 076 559
Totaal kredieten195 234 809 241146 789 504 43144 531 2812 954 809 128195 279 340 522149 744 313 559


1 Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).

2 PB L, 2024/2509, 26.09.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2509/oj.

3 PB L, 2024/207, 22.2.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/budget/2024/207/oj

4 PB L, 2024/1430, 5.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2024/1430/oj.

5 PB L, 2024/1509, 18.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2024/1509/oj.

6 COM(2024) 920 van 9.4.2024.

7 COM(2024) 931 van 19.7.2024.

8 COM(2024) 426 final.

9 PB L, 2024/795, 29.2.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/795/oj.

10 PB L 433I van 22.12.2020, blz. 46, ELI: https://eur-lex.europa.eu/eli/agree_interinstit/2020/1222/oj.

11 1,030*1,041=1,072

12 PB L 45 van 14.6.1962, blz. 1385, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1962/31(1)/oj.

13 BE, DE, ES, FR, IT, LU, NL, AT, PL, SE.

14 1,020*1,051=1,072.

15 1,072/1,030=1,041.

16Artikel 65, lid 1, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie verplicht de Commissie gegevens te verstrekken over de budgettaire gevolgen van de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren van de Unie in het licht van de actualisering 2024 van de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de EU en de toegepaste aanpassingscoëfficiënten.

17 EUCO 15/24.

18 COM(2024) 426 final.

19PB L, 2024/2509, 26.09.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2509/oj.

20Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/2093/oj).

NL NL