Artikelen bij COM(2024)478 - - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2024)478 - . |
---|---|
document | COM(2024)478 |
datum | 16 oktober 2024 |
Artikel 1
1. Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de 233ste zitting van de ICAO-Raad, of een daaropvolgende zitting, met betrekking tot de vaststelling van de voorgestelde wijzigingen van hoofdstuk 2 (“Inreis en vertrek van luchtvaartuigen”), hoofdstuk 3 (“Inreis en vertrek van personen en hun bagage”), hoofdstuk 6 (“Internationale luchthavens — faciliteiten en diensten voor het verkeer”) en hoofdstuk 8 (“Faciliteringsbepalingen voor specifieke thema’s”), punt C (“Facilitering van opsporing, redding, onderzoek van ongevallen en berging”), punt E (“Opzetten van nationale faciliteringsprogramma’s”), punt F (“Facilitering van het vervoer van personen met een handicap”) en punt G (“Bijstand aan slachtoffers van luchtvaartongevallen en hun familieleden”), vervat in amendement 30 van bijlage 9 — Facilitering bij het Verdrag van Chicago, opgenomen in staatsbrief EC 6/3 − 24/67, houdt in dat moet worden gestemd om deze wijzigingen in hun geheel te steunen.
2. Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen, mits de ICAO-Raad het voorgestelde amendement van bijlage 9 — Facilitering bij het Verdrag van Chicago, zoals bedoeld in lid 1, zonder ingrijpende wijzigingen vaststelt, is dat in antwoord op de respectieve ICAO-staatsbrief geen afkeuring moet worden geregistreerd, maar moet worden gemeld dat de vastgestelde maatregel zal worden nageleefd. Als de Uniewetgeving na de beoogde toepassingsdatum van de nieuwe SARP’s van die SARP’s zou afwijken, moet de ICAO overeenkomstig artikel 38 van het Verdrag van Chicago in kennis worden gesteld van een verschil met die specifieke SARP’s.
Daartoe dient de Commissie te zijner tijd en ten minste twee maanden vóór een door de ICAO vastgestelde termijn voor kennisgeving van verschillen, ter bespreking en goedkeuring bij de Raad een voorbereidend document in met de gedetailleerde verschillen die de lidstaten namens de Unie aan de ICAO moeten meedelen.
Artikel 2
Het in artikel 1, lid 1, genoemde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door de gezamenlijk in het belang van de Unie optredende lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-Raad.
Het in artikel 1, lid 2, bedoelde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door alle lidstaten van de Unie, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.