Artikelen bij COM(2025)30 - EU-kompas voor concurrentievermogen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)30 - EU-kompas voor concurrentievermogen. |
---|---|
document | COM(2025)30 |
datum | 29 januari 2025 |
Het EU-kompas voor concurrentievermogen
Europa heeft veel economische troeven, maar moet nu actie ondernemen om zijn concurrentievermogen te herstellen en zijn welvaart te waarborgen. De EU heeft alle kaarten in handen om een leidersrol te spelen in de mondiale economie van morgen: ongeëvenaard talent en een bekwame beroepsbevolking, veel privékapitaal, een eengemaakte markt van continentale omvang, een stabiele en voorspelbare juridische context, een rechtsstatelijk kader en een unieke sociale markteconomie. De afgelopen jaren heeft Europa laten zien opmerkelijk goed te kunnen reageren op opeenvolgende crises. Europa heeft niet alleen de pandemie doorstaan, maar ook de energieschok die Rusland met zijn energiechantage heeft veroorzaakt. Het heeft concrete vooruitgang geboekt met de dubbele digitale en groene transitie, en heeft beleidsmaatregelen en financieringsinstrumenten ingevoerd om het herstel te ondersteunen en de economische groei te vergroten.
De EU wordt al geruime tijd in haar ontwikkeling gefnuikt door bepaalde obstakels en structurele zwakheden en moet deze dringend aanpakken. Meer dan twintig jaar lang heeft Europa als gevolg van een aanhoudende achterstand in productiviteitsgroei geen gelijke tred kunnen houden met andere grote economieën. De EU is op het gebied van geavanceerde technologieën achteropgeraakt ten opzichte van de VS, terwijl China in veel sectoren een inhaalbeweging heeft gemaakt en de race om de leidersplaats op bepaalde nieuwe groeigebieden aan het winnen is. De achterliggende oorzaak is het gebrek aan innovatie. Europa slaagt er niet in zijn ideeën om te zetten in nieuwe, commercieel levensvatbare technologieën, en die technologieën in zijn industriële basis te integreren. Daarnaast zijn er nationale beperkingen die Europese bedrijven beletten de strijd voluit aan te gaan. Zij gaan gebukt onder de hoge energieprijzen en de grote regeldruk, en krijgen te maken met een steeds ongelijker mondiaal speelveld, waar derde landen op grote schaal subsidies verlenen aan de industrie. Europa is ook in toenemende mate afhankelijk geworden van strategische grondstoffen en sterk geconcentreerde toeleveringsketens.
Er moet dringend een resolute Europese respons komen om de toekomst van de EU als economische grootmacht, investeringsbestemming en productiecentrum veilig te stellen.
Voor Europa staat niet alleen de economische groei, maar de toekomst van het Europese model op het spel. Als Europa zijn productiviteit niet verhoogt, bestaat het gevaar dat de lage groei aanhoudt, wat neerkomt op lagere inkomens voor werkenden, minder welvaart voor kansarmen en minder kansen voor iedereen. Europa wordt geconfronteerd met een wereld gekenmerkt door rivaliteit tussen de grootmachten, concurrentie om technologische suprematie en een wedloop voor controle over hulpbronnen. In deze wereld is het concurrentievermogen van Europa niet los te zien van datgene waar Europa voor staat.
Onze vrijheid, veiligheid en autonomie zullen meer dan ooit afhangen van ons vermogen om te innoveren, te concurreren en te groeien. Dat zijn de sleutels tot de financiering van de technologie- en de energietransitie van de EU. Zij zullen ervoor zorgen dat ons unieke sociale model duurzaam blijft, en zullen Europa de middelen verschaffen om zijn veiligheid te waarborgen en een mondiale rol te spelen op het gebied van buitenlandse zaken. Het is van essentieel belang een kader te scheppen waarin bedrijven kunnen floreren en de kansen van slagen voor iedereen gelijk zijn. Het vergroten van het concurrentievermogen en de productiviteit zal hand in hand gaan met empowerment van mensen. De schone economie is een krachtige motor voor een concurrerender Europa. De EU moet zorgen voor een duurzaam welvarend en concurrerend Europa en moet daarbij haar unieke sociale markteconomie in stand houden, de dubbele transitie tot een goed einde brengen en haar soevereiniteit, economische veiligheid en mondiale invloed veilig stellen. Om het met de waarschuwende woorden van Mario Draghi te zeggen: een Europa dat zich neerlegt bij een gecontroleerde en geleidelijke economische achteruitgang, veroordeelt zichzelf tot een “langzame doodsstrijd”.
In februari 2024 bekrachtigden vertegenwoordigers van het Europese bedrijfsleven en de Europese vakbonden de Verklaring van Antwerpen, waarin wordt opgeroepen tot een Industrial Deal. Volgens het Letta-rapport1 moet Europa zijn eengemaakte markt veel meer als hefboom gebruiken, wil het niet aan belang inboeten in een wereld die wordt gekenmerkt door concurrentie tussen de grootmachten. Het risico van de-industrialisering en de economische problemen stonden centraal in het publieke debat in de lidstaten voorafgaand aan de Europese verkiezingen. Voortbouwend op de strategische agenda van de Europese Raad hebben de EU-leiders de Verklaring van Boedapest aangenomen, waarin wordt opgeroepen tot een deal voor het Europees concurrentievermogen.
Het Draghi-rapport2, dat is opgesteld op verzoek van Commissievoorzitter Von der Leyen, bevat een scherpe analyse van de problematische situatie waarin Europa zich bevindt. Volgens het verslag zal Europa niet meer kunnen terugvallen op een aantal factoren die in het verleden de groei hebben ondersteund: een sterke externe vraag als gevolg van een open mondiaal handelssysteem, toegang tot overvloedige voorraden goedkope fossiele energie, en het “vredesdividend” dat samenhangt met een periode van relatieve geopolitieke stabiliteit en dat de regeringen in de EU ruimte gaf om geld te besteden aan andere prioriteiten. Europa verliest deze groeimotoren net wanneer het enorme investeringen nodig heeft om zijn economie te moderniseren, de groene en de digitale transitie te financieren en de veiligheid te waarborgen. Het Draghi-rapport bevat een duidelijke diagnose en concrete aanbevelingen om Europa op een ander spoor te zetten. Het is tijd voor actie.
De nieuwe Commissie heeft een ambitieus, op de politieke beleidslijnen van de voorzitter gebaseerd politiek mandaat om een Commissie van groei en investeringen te zijn. Concurrentievermogen staat centraal in dit mandaat. Deze mededeling bevat een kompas dat richtinggevend zal zijn voor de werkzaamheden in de komende vijf jaar, alsook prioritaire acties om de economische dynamiek in Europa een nieuwe impuls te geven.
Een nieuw model voor concurrentievermogen, gebaseerd op innovatiegedreven productiviteit
Uit het Draghi-rapport blijkt dat innovatie centraal moet staan in de Europese vernieuwing en dat andere beperkingen die de groei in de weg staan, moeten worden weggenomen. De industriële structuur van Europa is statisch geworden en wordt gedomineerd door traditionele sectoren, die minder aan onderzoek en innovatie uitgeven dan de technologiegedreven sectoren in de VS; slechts weinig start-ups halen een kritieke massa met baanbrekende technologieën3. Met een bevolkingskrimp in het vooruitzicht kan Europa niet rekenen op een toename van de arbeidsinput om de toekomstige groei te stimuleren. De oplossing voor het verhogen van de productiviteit ligt dan ook niet in loonbeperking, maar in het opzoeken van innovatiegrenzen en investeren in vaardigheden.
Europa moet tegelijkertijd nog een aantal andere factoren aanpakken die zijn concurrentievermogen kunnen beperken. De overgang naar een koolstofvrije economie moet bevorderlijk voor het concurrentievermogen en technologieneutraal zijn en de omschakeling naar schonere energiebronnen moet zorgen voor lagere energiekosten en minder prijsvolatiliteit. De EU-regelgeving moet evenredig zijn. De EU moet ook de aanwezigheid van haar industrie in belangrijke technologische sectoren waarborgen en de risico’s voor haar eigen veiligheid en veerkracht als gevolg van afhankelijkheden beperken. Zo niet zal geopolitieke onzekerheid de vooruitzichten voor onze bedrijven vertroebelen en investeringen bemoeilijken.
Het kompas heeft tot doel datgene waarin Europa inherent sterk is, te stimuleren, de middelen waarover Europa beschikt, te benutten en belemmeringen op Europees en nationaal niveau weg te nemen.
Europa moet de plaats zijn waar de technologieën, diensten en schone producten van morgen worden uitgevonden, vervaardigd en op de markt gebracht, en waar we de koers richting klimaatneutraliteit aanhouden. Een Europa dat ook in de toekomst baanbrekend blijft op het gebied van innovatie in wetenschap en onderzoek. Dat toptalent van over de hele wereld aantrekt en behoudt en iedereen een hoogwaardige baan biedt. Waar opwaartse convergentie tussen regio’s onze positie in de wereld en onze eenheid versterkt. Dat uitblinkt als toonaangevende mondiale investeringsbestemming en dat ondernemerschap en het nemen van risico’s beloont.
Een kompas voor concurrentievermogen
Het kompas voor concurrentievermogen maakt van concurrentievermogen een van de overkoepelende actiebeginselen van de EU.
Het kompas heeft twee brede doelstellingen. Ten eerste: nagaan welke beleidsveranderingen Europa nodig heeft om naar een hogere versnelling te schakelen. Op sommige gebieden zal het bestaande beleid een upgrade moeten krijgen, op andere zal een grondige verandering aan de orde zijn om aan te sluiten bij de nieuwe realiteit. Ten tweede: nieuwe manieren van samenwerking ontwikkelen om de besluitvorming sneller en beter te maken, onze kaders en regels te vereenvoudigen en versnippering tegen te gaan. Europa kan zijn concurrenten van continentale omvang alleen partij geven als het EU-beleid en het nationale beleid op elkaar zijn afgestemd rond dezelfde doelstellingen en elkaar versterken. Aangezien veel belangrijke hefbomen – van belastingen tot arbeidsmarkten en industriebeleid – grotendeels of gedeeltelijk in handen zijn van de regeringen van de EU-lidstaten, zullen gecoördineerde nationale hervormingen en investeringen een belangrijk onderdeel van deze brede strategie vormen.
Volgens het Draghi-rapport zijn er drie transformatievereisten om het concurrentievermogen te stimuleren. Het kompas bevat een aanpak en een aantal vlaggenschipmaatregelen om elk van die vereisten de komende jaren in praktijk om te zetten:
- de innovatiekloof dichten;
- een gezamenlijke routekaart voor decarbonisatie en concurrentievermogen;
- buitensporige afhankelijkheden verminderen en de veiligheid vergroten.
Deze hoofdpunten worden aangevuld met maatregelen op het gebied van horizontale katalysatoren, die nodig zijn om het concurrentievermogen in alle sectoren te ondersteunen:
- vereenvoudiging van de regelgevingscontext, vermindering van de lasten en bevordering van snelheid en flexibiliteit;
- optimale gebruikmaking van de schaalvoordelen van de eengemaakte markt, door het wegnemen van belemmeringen;
- financiering via een spaar- en investeringsunie en een geheroriënteerde EU-begroting;
- bevordering van vaardigheden en hoogwaardige banen, met waarborging van sociale rechtvaardigheid;
- betere beleidscoördinatie op EU- en nationaal niveau.
Elk deel wordt afgesloten met een tijdlijn en een niet-uitputtende lijst van geplande initiatieven.
Figuur 1: het kompas voor concurrentievermogen
1 . De drie transformatievereisten voor het versterken van het concurrentievermogen
1.1. De innovatiekloof dichten
Het aandeel van Europa op het vlak van mondiale octrooien is vergelijkbaar met dat van de VS en China. Toch wordt slechts een derde van de octrooien die door EU-universiteiten zijn geregistreerd4, commercieel geëxploiteerd. Voor Europese onderzoekers en ondernemers ligt de weg van ontdekking en octrooiering naar de markt vol voetangels en klemmen.
De EU moet weer een positieve innovatiecyclus op gang brengen. Uit het Draghi-rapport blijkt dat productiviteitsgroei het resultaat is van een combinatie van twee krachten: enerzijds disruptieve innovatie, teweeggebracht door nieuwe, dynamische start-ups die het opnemen tegen gevestigde bedrijven, en anderzijds efficiëntieverbeteringen in volwassen traditionele bedrijfstakken die deze innovaties toepassen. Als deze twee krachten zwak zijn – zoals in Europa – verzandt de economie tot sectoren met een slinkend potentieel voor radicale innovatie, en stokt de financiering van O&O door de particuliere sector5. Als we willen dat de toekomst van de industrie in het teken staat van “made in Europe”, moet de EU de innovatiecyclus weer op gang brengen.
Het opstarten en opschalen van bedrijven in Europa wordt momenteel bemoeilijkt door marktfragmentatie, beperkingen op het vlak van risicokapitaal en gebrek aan innovatiesteun. Aanhoudende regelgevingsobstakels maken het lastig voor Europese start-ups om binnen de eengemaakte markt uit te breiden. Ze hebben ook minder dan hun Amerikaanse collega’s toegang tot durfkapitaal en andere vormen van risicokapitaal: in de EU bedraagt het aandeel mondiaal durfkapitaal dat wordt opgehaald, slechts 5 %, tegenover 52 % in de VS en 40 % in China6. Deze twee factoren versterken elkaar: door de lagere groeivooruitzichten voor startende EU-ondernemingen en de hogere faillissementskosten worden deze bedrijven minder aantrekkelijk voor investeerders, met als gevolg dat ze vaak in de VS op zoek gaan naar financiering en zich daar ook vestigen om te profiteren van het bredere markt- en klantenbestand.
Een specifieke EU-strategie voor startende en opschalende bedrijven zal de obstakels aanpakken die de oprichting en opschaling van nieuwe bedrijven in de weg staan. De strategie zal in eerste instantie de betrekkingen tussen universiteiten en het bedrijfsleven verbeteren en betere vooruitzichten scheppen voor de commerciële exploitatie van octrooien. Ze zal belemmeringen wegnemen die zijn ontstaan door het gebrek aan toegang tot risicokapitaal, de gefragmenteerde eengemaakte markt, de beperkte beschikbaarheid en mobiliteit van talent en geschoolde werknemers, en het gebrek aan adequaat gerichte innovatiesteun. De Europese wetgevingshandeling inzake innovatie zal zich richten op het verbeteren van de toegang van innovatieve bedrijven tot Europese onderzoeks- en technologie-infrastructuren, intellectuele activa die in het kader van door de overheid gefinancierde O&I-activiteiten zijn gegenereerd ter bevordering van octrooiering, en testomgevingen voor regelgeving waar innovatoren nieuwe ideeën kunnen ontwikkelen en testen.
Het zou een echte doorbraak zijn als op innovatieve bedrijven, ongeacht waar ze investeren en actief zijn op de eengemaakte markt, één enkele geharmoniseerde reeks EU-wijd geldende regels van toepassing zou zijn, in plaats van 27 verschillende wettelijke regelingen. Daarom zal de Commissie een 28e wettelijke regeling voorstellen, die de toepasselijke regels zal vereenvoudigen en de faillissementskosten zal reduceren, en die tevens ter zake doende aspecten op het vlak van vennootschaps-, insolventie-, arbeids- en belastingrecht zal behandelen.
Terwijl de innovatieve bedrijven in Europa groeien, zal de EU alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat zij over de nodige financiering beschikken. Europa heeft geen gebrek aan kapitaal, maar dit kapitaal wordt voornamelijk beschikbaar gesteld via bankfinanciering, veeleer dan via aandelenkapitaal of andere vormen van risicokapitaal. Om een geschikter financieringsklimaat voor startende en opschalende bedrijven te creëren, zullen in de komende initiatieven in het kader van de spaar- en investeringsunie maatregelen worden voorgesteld ter stimulering van Europees durfkapitaal (zie punt 2.3).
Voorts zal de Commissie in samenwerking met de EIB-groep en particuliere investeerders een TechEU-investeringsprogramma uitrollen om het tekort aan financiering te helpen overbruggen en zo disruptieve innovatie te ondersteunen, de industriële capaciteit van Europa te versterken en bedrijven op te schalen die investeren in innovatieve technologieën zoals AI, schone technologie, kritieke grondstoffen, energieopslag, kwantumcomputing, halfgeleiders, biowetenschappen en neurotechnologie.
Terwijl de visie op de toekomst van landbouw- en voedselsystemen zich verder ontwikkelt, moet ook het ondernemerschap in de landbouwsector steun krijgen vanwege zijn rol als motor voor innovatieve en duurzamere landbouwpraktijken.
Europa zal ook de innovatiepijplijn ondersteunen, waarbij verhoging en coördinatie van de O&O-uitgaven voor projecten met een grote impact een nieuw aandachtspunt zullen vormen. Om tot een beter algemeen klimaat voor het genereren van innovatie te komen, zal de Commissie een wetgevingshandeling inzake de Europese onderzoeksruimte voorleggen om de investeringen in O&O op te voeren tot de beoogde 3 % van het bbp, de onderzoekssteun meer toe te spitsen op strategische prioriteiten, de financieringsprioriteiten van de EU en de lidstaten beter op elkaar af te stemmen en de verspreiding van kennis en talent in heel Europa te bevorderen. Zoals voorgesteld in het Draghi-rapport, moeten de door de Europese Innovatieraad opgestarte werkzaamheden ter ondersteuning van de opschaling van ondernemingen met een hoog risico worden voortgezet en moet het nemen van meer risico’s in dat verband worden aangemoedigd; het Darpa-model kan daarbij als inspiratiebron dienen7.
Excelleren in de technologieën voor de economie van morgen
Terwijl de obstakels die opschaling in de weg staan, worden neergehaald, moet Europa zorgen voor de omstandigheden waarin geavanceerde technologieën kunnen gedijen. Om zijn technologische soevereiniteit en concurrentievermogen te versterken, moet Europa een voortrekkersrol spelen op het gebied van innovatie in technologiesectoren die van belang zullen zijn voor de economie van morgen – zoals AI, halfgeleider- en kwantumtechnologieën, geavanceerde materialen, biotechnologieën, schone-energietechnologieën, robotica, ruimtevaarttechnologieën en geconnecteerde en autonome mobiliteit.
Europa heeft het voortouw genomen door bedrijven die digitale technologieën ontwikkelen en exploiteren op de eengemaakte markt, een stabiel en veilig kader te bieden, met maatregelen zoals de dataverordening en de datagovernanceverordening, de verordening cyberweerbaarheid en de AI-verordening, en sectorale initiatieven zoals de verordening voor een nettonulindustrie en de Europese dataruimte voor gezondheid. De Europese normen hebben de ontwikkeling van het mondiale regelgevingskader beïnvloed. Om de productiviteitswinsten die technologie oplevert, te verzilveren, moet de nadruk nu gelegd worden op het nemen van faciliterende maatregelen voor ons technologisch talent en het stimuleren van industriële ontwikkeling van wereldklasse in de EU.
Europa heeft de computing-, cloud- en data-infrastructuur nodig die vereist is voor leiderschap op het gebied van AI. Het initiatief voor AI-fabrieken maakt deel uit van de strategie voor het AI-continent en heeft tot doel optimaal gebruik te maken van de voordelen van aggregatie- en netwerkeffecten op Europees niveau. In het kader van dit initiatief worden, op basis van het bestaande Europese EuroHPC-supercomputernetwerk van wereldklasse, “AI-fabrieken” opgericht om de rekenkracht van Europa te vergroten en toegankelijk te maken voor start-ups, onderzoekers en bedrijven die hun AI-modellen willen trainen, ontwikkelen en verbeteren. Tegelijkertijd zal de Commissie via een EU-wetgevingshandeling inzake cloud- en AI-ontwikkeling publieke en private initiatieven mobiliseren om nieuwe AI-gigafabrieken op te richten die gespecialiseerd zijn in het trainen van zeer grote AI-modellen voor het gebruik van belangrijke AI-ecosystemen in de hele EU. In de wetgevingshandeling zullen ook minimumcriteria voor in Europa aangeboden clouddiensten worden vastgesteld. Dit vormt een aanvulling op de steun voor het ontwerpen en vervaardigen van chips in Europa, onder meer via extra maatregelen voor geavanceerde AI-chips. Aangezien de beschikbaarheid van grote hoeveelheden hoogwaardige data een absolute vereiste is voor de ontwikkeling van AI, zal de Commissie een strategie voor een Europese data-unie voorstellen om een beter beveiligde uitwisseling van particuliere en publieke gegevens mogelijk te maken, het regelgevingskader en de toepassing ervan te vereenvoudigen en de ontwikkeling van nieuwe systemen of applicaties te versnellen.
Europa moet ook zijn leidende positie behouden op het vlak van kwantumtechnologieën, die een revolutie kunnen teweegbrengen op het gebied van digitale encryptiesystemen voor communicatie in het kader van veiligheid en defensie, gezondheidsscansystemen, de ontwikkeling van geneesmiddelen en zakelijke transacties. Op basis van de bestaande chipverordening zal een strategie en een wetgevingshandeling inzake kwantumcomputing worden opgesteld om versnippering van de regelgeving aan te pakken, EU- en nationale programma’s op elkaar af te stemmen en investeringen in pan-Europese infrastructuur voor kwantumcomputing, -communicatie en -detectie te ondersteunen.
Investeren in de nieuwe groeimotoren
De biowetenschappen stimuleren innovatie op het gebied van biotechnologie en hebben een groot potentieel voor het verbeteren van het concurrentievermogen in alle sectoren, of het nu gaat om farmaceutische of landbouwproducten, energie of voedingsmiddelen voor mens en dier. De EU-strategie voor de bio-economie zal de EU een plaats geven op de snel groeiende bio-economiemarkt, met zijn aanzienlijke groeipotentieel in de sectoren biogebaseerde materialen, biofabricage, biochemicaliën en agrobiotechnologie. Bovendien zal de strategie ons minder afhankelijk maken van fossiele brandstoffen, en de economische vooruitzichten van onze plattelandsgebieden verbeteren. Een nieuwe Europese wetgevingshandeling inzake biotechnologie zal voorzien in een toekomstgericht kader dat innovatie op gebieden als evaluatie van gezondheidstechnologie en klinische proeven stimuleert en dat in het algemeen bevorderlijk is om het potentieel van biotechnologieën voor onze economie te benutten.
De exponentiële toename van de vraag naar innovatieve geavanceerde materialen in de komende jaren zal investeringen aantrekken en een herstructurering van de mondiale toeleveringsketens teweegbrengen. De Commissie zal een wetgevingshandeling inzake geavanceerde materialen voorstellen met daarin de randvoorwaarden voor de gehele levenscyclus, van onderzoek en innovatie, over de oprichting van start-ups, tot productie en uitrol.
De ruimtevaart is een andere hoogtechnologische sector, die in 2030 naar verwachting negen keer groter zal zijn dan nu. Het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartsector moet op peil worden gehouden door de overheidsuitgaven beter te coördineren, de investeringen van Europese innovatieve startende en opschalende bedrijven te ondersteunen en de toeleveringsketen van de ruimtevaartsector veerkrachtiger te maken. Een voorstel voor een wetgevingshandeling inzake de ruimtevaart zal de werking van de interne markt voor ruimtevaartactiviteiten waarborgen en verbeteren aan de hand van een reeks maatregelen die de vereisten voor de veiligheid, veerkracht en duurzaamheid van ruimtevaartactiviteiten op het niveau van de Unie harmoniseren en de door nationale wetgeving veroorzaakte versnippering aanpakken.
Het mededingingsbeleid is ook een belangrijke hefboom om het concurrentievermogen van Europa te versterken. Strikte en doeltreffende handhaving in antitrust- en concentratiezaken overeenkomstig duidelijke en voorspelbare regels beschermt eerlijke concurrentie en zet bedrijven aan tot innovatie en efficiëntie. Tegelijkertijd is het in de wereldwijde wedloop om diepe technologieën en baanbrekende innovaties te ontwikkelen, zaak om het mededingingsbeleid gelijke tred laten houden met veranderende markten en technologische innovatie. Daarvoor is een nieuwe aanpak nodig die beter is afgestemd op gemeenschappelijke doelstellingen en die ondernemingen in staat stelt op te schalen op de wereldmarkten – steeds met waarborging van een gelijk speelveld op de eengemaakte markt.
Die aanpak moet tot uiting komen in herziene richtsnoeren voor de beoordeling van fusies, zodat innovatie, veerkracht en de investeringsintensiteit van de concurrentie in bepaalde strategische sectoren adequaat worden meegewogen in het licht van de acute behoeften van de Europese economie. Om de nieuwe aanpak van het EU-mededingingsbeleid om te zetten, moet de handhaving niet alleen worden vereenvoudigd en versneld, maar moet ze ook krachtiger en gerichter worden gemaakt. Dat zal zorgen voor een coherente aanpak die bevorderlijk is voor de algemene EU-doelstellingen, met name waar het erom gaat de innovatiekloof te dichten, in voorkomend geval te voorzien in een efficiënte schaal en de decarbonisatie van de EU-industrie te ondersteunen. Zo zal de Commissie het kader voor technologieoverdracht8 herzien om ervoor te zorgen dat ondernemingen beschikken over duidelijke, eenvoudige en actuele regels voor concurrentiebevorderende licentieovereenkomsten inzake technologie, en zodoende de verspreiding van technologie te vergemakkelijken, initiële O&O te stimuleren en innovatie te bevorderen. De handhaving van de digitalemarktenverordening zal gesloten ecosystemen openstellen en innovatieve bedrijven de mogelijkheid bieden nieuwe digitale diensten aan klanten voor te stellen. Tot slot zal de Commissie een breder gebruik van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI’s) stimuleren, in samenhang met het instrument voor de coördinatie van het concurrentievermogen (zie punt 2.5).
Innovatie verspreiden in de hele economie
Digitalisering en verspreiding van geavanceerde technologieën in de hele Europese economie zijn het tweede essentiële ingrediënt om de productiviteitsgroei in Europa op te voeren. Digitale technologieën zullen de komende tien jaar ca. 70 % van de nieuwe waarde in de mondiale economie creëren9.
De integratie van AI in strategische sectoren waar Europa traditioneel sterk staat, zal van cruciaal belang zijn om dat concurrentievoordeel te behouden. Momenteel maakt slechts een beperkt deel van de EU-bedrijven gebruik van digitale technologieën – voor AI is dit slechts 13 %10. De AI-toepassingsstrategie krijgt tot doel nieuwe industriële toepassingen van AI te stimuleren – bijvoorbeeld in de auto-industrie en in sectoren die actief zijn op het gebied van productie, energie, robotica, farmaceutica, luchtvaart en financiële diensten – en de overheidsdiensten te verbeteren, bijvoorbeeld op het vlak van gezondheidszorg en justitie.
De digitalisering van de overheidsdiensten en de integratie van AI in de overheidssector zullen het concurrentievermogen versterken. Een “CERN voor AI” zou zorgen voor betere EU-brede coördinatie en ondersteuning van deze vormen van verticaal AI-gebruik en het gebruik van AI in de wetenschap. De Europese Onderzoeksraad en de Europese Innovatieraad moeten elk op hun eigen bevoegdheidsgebieden en met aandacht voor dezelfde strategische belangen naar dat doel toewerken en nauwer samenwerken om resultaten te boeken.
Toonaangevende productiebedrijven moeten hun O&O-intensiteit verhogen en tegelijkertijd de verspreiding van innovatie versnellen. Strategische partnerschappen met start-ups kunnen de ontwikkeling van nieuwe producten en systemen bevorderen. De EU zal in het kader van haar onderzoeksfinanciering gerichte steun ten behoeve van het concurrentievermogen van de industrie verlenen en zal in dat verband de overgang van toegepast onderzoek naar de opschaalfase op een meer strategische en minder bureaucratische wijze aanpakken.
Om de innovatiekloof te dichten, zijn investeringen nodig in geavanceerde digitale infrastructuur, waaronder moderne glasvezelnetwerken, draadloze en satellietgebaseerde oplossingen en capaciteiten voor 6G en cloudcomputing. Europa ligt, wat infrastructuurverbindingen betreft, ver achter op de doelstellingen van het digitale decennium die het zelf voor 2030 heeft vastgesteld. Om de koers bij te sturen, zullen in een wetgevingshandeling inzake digitale netwerken oplossingen worden voorgesteld om de marktstimulansen voor de aanleg van de digitale netwerken van de toekomst te verbeteren, de lasten en nalevingskosten te verminderen en de digitale connectiviteit voor eindgebruikers te verbeteren door een geïntegreerde eengemaakte markt voor connectiviteit en een meer gecoördineerd EU-spectrumbeleid tot stand te brengen.
Vlaggenschipacties – Pijler 1
- EU-strategie voor startende en opschalende bedrijven [Q2 2025]
- 28e regeling [Q4 2025 – Q1 2026]
- Europese wetgevingshandeling inzake innovatie [Q4 2025 – Q1 2026]
- Wetgevingshandeling inzake de Europese onderzoeksruimte
- Initiatief voor AI-fabrieken [Q1 2025], AI-toepassing, AI in de wetenschap, en strategieën voor de data-unie [Q3 2025]
- EU-wetgevingshandeling inzake cloud- en AI-ontwikkeling [Q4 2025 – Q1 2026]
- Strategie [Q2 2025] en wetgevingshandeling inzake kwantumcomputing [Q4 2025]
- Wetgevingshandeling inzake biotechnologie en strategie voor de bio-economie [2025-2026]
- Strategie voor biowetenschappen [Q2 2025]
- Wetgevingshandeling inzake geavanceerde materialen
- Wetgevingshandeling inzake de ruimtevaart [Q2 2025]
- Herziening van de richtsnoeren inzake de controle op horizontale fusies
- Wetgevingshandeling inzake digitale netwerken [Q4 2025]
1.2. Een gezamenlijke routekaart voor decarbonisatie en concurrentievermogen
Europa heeft een ambitieus kader vastgesteld om zijn economie uiterlijk in 2050 koolstofvrij te maken. Europa zal de koers aanhouden, onder meer met de tussentijdse doelstelling om de emissies tegen 2040 met 90 % terug te dringen11. Dit kader biedt zowel ondernemingen als investeerders zekerheid en voorspelbaarheid, en kan het concurrentievermogen stimuleren mits de doelstellingen en het beleid goed op elkaar zijn afgestemd. Uit het Draghi-rapport blijkt bovendien dat beleidsmaatregelen voor decarbonisatie die goed zijn geïntegreerd met het industrie-, mededingings-, economisch en handelsbeleid, de groei fors aanjagen. Die overtuiging zal worden meegenomen in het Clean Industrial Deal-initiatief, dat ervoor moet zorgen dat de EU een aantrekkelijke productielocatie blijft, ook voor energie-intensieve sectoren, en dat schone technologie en nieuwe circulaire bedrijfsmodellen moet bevorderen, met als doel de overeengekomen decarbonisatiedoelstellingen te halen.
Betaalbare energie
Allereerst moet de EU het probleem van de hoge en volatiele energieprijzen voor Europese bedrijven en huishoudens aanpakken. De energieprijzen in de EU zijn veel hoger dan in concurrerende regio’s en variëren aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat. De oorzaken van de hoge energieprijzen in Europa zijn voor een deel structureel van aard. Europa is voor bijna twee derde van zijn energie aangewezen op de invoer van fossiele brandstoffen. De manier waarop Rusland deze afhankelijkheid in de context van zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft uitgebuit, is de belangrijkste oorzaak van de meest recente prijspieken. Om die afhankelijkheid te verminderen, heeft Europa tijd nodig, zodat het meer koolstofvrije energie kan produceren. Daarom moet de EU de transitie naar schone energie versnellen en elektrificatie stimuleren. Sommige kostencomponenten van de energieprijzen zijn echter terug te voeren op inefficiënties in de opbouw van de nettarieven, belastingen of een gebrek aan integratie van de energiemarkt, en daardoor kunnen de desbetreffende kosten op korte termijn worden gereduceerd.
Deze kwesties zullen worden behandeld in het actieplan voor betaalbare energie, aan de hand van een reeks maatregelen om huishoudens en industriële afnemers een bredere rechtstreekse toegang te bieden tot goedkope energie. Het plan zal ertoe bijdragen dat de baten van een vermindering van de energiekosten als gevolg van verdere marktintegratie worden benut, dat het gebruik van garanties en instrumenten voor risicovermindering wordt uitgebreid om het sluiten van langlopende stroomafnameovereenkomsten te vergemakkelijken, dat industriële afnemers worden gestimuleerd flexibele diensten op basis van vraagsturing aan te bieden, en dat een eerlijke toewijzing van energiesysteemkosten wordt aangemoedigd door een betere tariefopbouw.
Onmisbaar in dit plan zijn investeringen in de Europese netten om de voortgang naar een koolstofneutraal energiesysteem in goede banen te leiden, de risico’s op tijdelijke afschakeling van hernieuwbare energieproductie (“curtailment”) te verminderen en gebruik te maken van de voordelen die de eengemaakte energiemarkt biedt. Europa moet meer investeren in de modernisering en uitbreiding van zijn infrastructuurnetwerk voor energietransmissie en -distributie, en moet het tempo van de investeringen in netwerken voor het transport van elektriciteit, waterstof en koolstofdioxide en in opslagsystemen opvoeren.
Een businesscase voor schone productie
Om de economie om te schakelen naar schone productie en circulariteit moet de EU leidende markten en beleidsmaatregelen ontwikkelen om pioniers te belonen. Voor dit proces is er geen sterkere motor dan de kracht die besloten ligt in de interne EU-markt. Die kracht kan worden vrijgemaakt via nieuwe maatregelen om de vraag naar koolstofarme producten te stimuleren, zoals benchmarking/etikettering, de opname van vereisten of voorkeuren in overheidsopdrachten of het geven van financiële prikkels door middel van contracten ter verrekening van verschillen (“contracts for difference”). Als coördinator tussen de EU en de lidstaten zal de Commissie vraagbundeling stimuleren en de maatregelen tussen de lidstaten coördineren, onder meer via een ruimer en gemakkelijker gebruik van “veiling als dienst”-regelingen (“auction-as-a-service”12).
Parallel aan deze vraaggerichte prikkels hebben producenten van schone technologieën steun nodig om innovatieve activiteiten om te zetten in leiderschap op het gebied van productie. Om bedrijven, met name als ze energie-intensief zijn, beter te begeleiden bij hun inspanningen om over te schakelen op schone technologieën, is een flexibel en ondersteunend staatssteunkader nodig. In de Clean Industrial Deal zal de Commissie uiteenzetten hoe doelgerichte, vereenvoudigde steun investeringen voor decarbonisatie verder kan aanmoedigen en tegelijkertijd marktverstoringen kan voorkomen. In datzelfde verband zal de Commissie de lidstaten verzoeken ervoor te zorgen dat elementen van hun belastingstelsel die van invloed zijn op stimulansen voor particuliere investeringen, zoals afschrijvingsregels en belastingkredieten, de businesscase voor schone productie versterken.
Energie-intensieve sectoren, zoals de staal-, de metaal- en de chemische industrie, zijn uiterst kwetsbaar in deze fase van de transitie. Deze sectoren produceren bepaalde grondstoffen waar hele waardeketens op zijn aangewezen, en vormen daardoor de ruggengraat van het Europese productiesysteem. Om hen te helpen bij hun omschakeling zullen voor sommige van deze bedrijven op maat gesneden actieplannen worden gepresenteerd die in nauwe dialoog en nauw overleg met de belanghebbenden en in overeenstemming met de Clean Industrial Deal zijn opgesteld. Zo zal in het voorjaar van 2025 een actieplan voor staal en metaal worden voorgesteld, met concrete maatregelen op het gebied van investeringsbehoeften, toegang tot primaire en secundaire materialen en het gebruik van handelsbeschermingsinstrumenten, en met een langetermijnoplossing die de huidige vrijwaringsmaatregelen moet vervangen in het licht van de mondiale niet-marktgerelateerde overcapaciteit. Het pakket voor de chemische industrie dat eind 2025 wordt voorgesteld, zal van cruciaal belang zijn om het concurrentievermogen van de industrie en de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te waarborgen. In dit pakket zal ook de voorziening van kritieke chemische stoffen worden behandeld.
Mobiliteit en technologieneutraliteit zijn essentieel voor het concurrentievermogen. De Commissie is de strategische dialoog met de automobielsector gestart om de huidige uitdagingen dringend aan te pakken en concrete strategieën en oplossingen te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat deze belangrijke industrie in Europa een goede toekomst tegemoetgaat. In de dialoog zullen uitdagingen worden behandeld voor innovatie en leiderschap op het gebied van toekomstige technologieën, de schone transitie, decarbonisatie, toegang tot wereldwijd concurrerende inputs, voorzieningszekerheid, arbeid, vaardigheden, wereldwijde eerlijke handel en concurrentie, stroomlijning en uitvoering van de regelgeving en stimulering van de vraag door in oplaadinfrastructuur te investeren en het gebruik van elektrische voertuigen te stimuleren. De CO2-normen bieden zekerheid op de lange termijn om de nodige investeringen te kanaliseren. Bij de dialoog zullen we onmiddellijke oplossingen bedenken om het investeringsvermogen van de sector te waarborgen, door te kijken naar mogelijke flexibiliteit om ervoor te zorgen dat onze industrie concurrerend blijft zonder de algemene ambitie van de doelstellingen voor 2025 te verlagen. Om de doelstelling te bereiken om auto’s uiterlijk 2035 klimaatneutraal te maken, is bovendien een technologieneutrale aanpak nodig, waarin e-brandstoffen een rol spelen door middel van een gerichte wijziging in het kader van de geplande herziening van de verordening. De resultaten van de dialoog zullen worden meegenomen in een industrieel actieplan van de EU voor de automobielsector, met ambitieuze initiatieven aan de vraag- en aanbodzijde, zoals een voorstel om bedrijfsvloten te vergroenen.
Daarnaast zal de Commissie een investeringsplan voor duurzaam vervoer voorstellen met aanvullende maatregelen om de risico’s te verminderen voor de investeringen die nodig zijn om de oplaadinfrastructuur en de productie en distributie van hernieuwbare en koolstofarme vervoersbrandstoffen snel op te voeren. In een nieuwe strategie zal de nadruk worden gelegd op de rol die de Europese havens en maritieme industrie in de toekomstige economie van de EU zullen spelen, en zullen er ook extra inspanningen worden geleverd om de landsgrensoverschrijdende spoorverbindingen in de EU te verbeteren, zoals een plan voor een ambitieus Europees hogesnelheidsspoorwegnet.
Europa moet de koolstoflekkage in de industrie tegengaan. De stand van zaken van energie-intensieve industrieën die deel uitmaken van het Europees emissiehandelssysteem (ETS) en de noodzaak om gevallen van omzeiling en onbedoelde gevolgen voor waardeketens tot een minimum te beperken, zullen als basis dienen voor de komende evaluatie van het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie13. Om de doeltreffendheid van het mechanisme te verbeteren, zal bij deze evaluatie worden nagegaan of het toepassingsgebied kan worden uitgebreid tot andere sectoren en downstreamproducten, alsook welke maatregelen kunnen worden genomen om de gevolgen voor de uitvoer van relevante goederen aan te pakken. Dit zal de doelstelling om koolstoflekkage te voorkomen beter ondersteunen en een groter effect op de wereldwijde koolstofbeprijzing en bijgevolg een internationaal gelijk speelveld bewerkstelligen.
Om schone technologie en koolstofvrije productie in de EU te beschermen en te bevorderen, zullen de Clean Industrial Deal en de resultaten ervan verschillende beleidsinstrumenten gecoördineerd in gang zetten: van vergunningsfaciliteiten tot stimulansen voor het industriebeleid, van hervormde regels voor overheidsopdrachten tot handelsbeschermingsinstrumenten, van gerichte Global Gateway-investeringen en internationale partnerschappen tot ruimere markttoegang. Beleidsinterventies zullen gebaseerd zijn op een beoordeling van de behoeften en marktvooruitzichten, met bijzondere aandacht voor technologie die cruciaal is voor decarbonisatie en economische veerkracht, opkomende sectoren en technologie waarvan de huidige productie in de EU onder druk dreigt te komen te staan doordat internationale concurrenten profiteren van een ongelijk speelveld, subsidies of steunbeleid dat tot niet-marktgerelateerde overcapaciteit leidt. Energie-efficiënte technologieën worden grotendeels in Europa gemaakt en bieden de economie van de EU een concurrentievoordeel. Om klimaatneutraal te worden, zijn er negatieve emissies nodig. Er zullen stimulansen worden ontwikkeld, bijvoorbeeld bij de herziening van de ETS-richtlijn in 2026, om een businesscase op te bouwen voor permanente koolstofverwijderingen ter compensatie van resterende emissies uit sectoren die hun emissies moeilijk kunnen verminderen.
Tot slot zal in de visie voor de landbouw en de voedselproductie in de EU worden uiteengezet hoe de landbouw- en de voedingssector op lange termijn binnen de grenzen van onze planeet concurrerend en duurzaam kunnen blijven en de welvaart van de plattelandsgebieden, de voedselzekerheid en de veerkracht tegelijkertijd gewaarborgd kunnen worden. Met het Europees oceaanpact zal Europa zijn uitgestrekte maritieme gebied en kustlijn kunnen gebruiken om innovatie te stimuleren door nieuwe blauwe technologieën, de productie van schone energie en voedselzekerheid.
Het potentieel van de circulaire economie aanboren
Hulpbronnenefficiëntie en bevordering van het circulaire gebruik van materialen dragen bij tot decarbonisatie, concurrentievermogen en economische veiligheid. Het circulaire potentieel van de Europese herproductiemarkt zal tegen 2030 naar verwachting toenemen tot 100 miljard EUR tegenover 31 miljard EUR nu en 500 000 nieuwe banen creëren14. Europa moet ernaar streven een eengemaakte markt voor afval en secundaire en herbruikbare materialen tot stand te brengen om de efficiëntie te verhogen en recycling uit te breiden. Een voorstel voor een wetgevingshandeling inzake circulaire economie zal als katalysator dienen voor investeringen in recyclingcapaciteit en de EU-industrie aanmoedigen om nieuwe materialen doeltreffend te vervangen en de storting en verbranding van gebruikte grondstoffen te verminderen. Dit zal gepaard gaan met de invoering van eisen inzake ecologisch ontwerp voor belangrijke productgroepen.
Vlaggenschipacties Pijler 2
- Clean Industrial Deal en een actieplan voor betaalbare energie [Q1 2025]
- Wetgevingshandeling inzake een versnelling van industriële decarbonisatie [Q4 2025]
- Actieplan voor elektrificatie en pakket Europese netwerken [Q1 2026]
- Nieuw staatssteunkader [Q2 2025]
- Actieplan voor staal en metaal
- Pakket voor de chemische industrie [Q4 2025]
- Strategische dialoog over de toekomst van de Europese automobielsector en industrieel actieplan [Q1 2025]
- Investeringsplan voor duurzaam vervoer [Q3 2025]
- EU-havenstrategie en industriële maritieme strategie
- Plan voor hogesnelheidslijnen
- Evaluatie van het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie
- Wetgevingshandeling inzake circulaire economie [Q4 2026]
- Visie voor landbouw en voedsel [Q1 2025]
- Oceaanpact [Q2 2025]
- Wijziging van de klimaatwet
1.3. Buitensporige afhankelijkheden verminderen en de veiligheid vergroten
De wereldwijde verbindingen die de EU tot stand heeft gebracht, ondersteunen zowel economische groei als veiligheid. De EU staat erg open voor handel, die sterke verbanden creëert en diverse toeleveringsketens en nauwe allianties met belangrijke partners ondersteunt. Voor de toekomstige groei van de EU zal handel cruciaal zijn.
In een mondiaal economisch systeem dat wordt gefragmenteerd door geopolitieke concurrentie en handelsspanningen, moet de EU veiligheid en open strategische autonomie dieper in het economische beleid inbedden. Een veilige omgeving is een voorwaarde voor het economische succes en het concurrentievermogen van EU-bedrijven. Bedrijven doen geen langetermijninvesteringen in gebieden waar sprake is van onzekerheid over de veiligheid of bedreigingen voor kritieke infrastructuur, als ze vrezen dat hun toeleveringsketens verstoord en onderbroken zullen worden als gevolg van internationale spanningen, of als hun investeringen dreigen te verdwijnen door oneerlijke concurrentie als gevolg van een wereldwijd ongelijk speelveld. Tegelijkertijd kunnen veiligheid en veerkracht het concurrentievermogen en de innovatie aanjagen.
Handel en economische veiligheid
Handel met derde landen is een belangrijke motor voor de Europese welvaart. Vandaag de dag is de buitenlandse handel in goederen en diensten al goed voor een groot deel van het bbp van de EU. In 2023 bedroeg de trans-Atlantische handel tussen de EU en de VS meer dan 1,5 biljoen EUR; samen vertegenwoordigen de EU en de VS bijna 30 % van de wereldhandel. Vooruitblikkend wordt verwacht dat 90 % van de mondiale economische groei buiten Europa zal plaatsvinden. Een zeer open handel is daarom cruciaal: niet alleen om de Europese welvaart in stand te houden, maar ook om de veerkracht te vergroten.
Het vermogen van de EU om te diversifiëren en haar afhankelijkheid te verminderen zal afhangen van doeltreffende partnerschappen. De EU beschikt al over het grootste en snelst groeiende netwerk van handelsovereenkomsten ter wereld. Dat omvat 76 landen, die goed zijn voor bijna de helft van de handel van de EU. We zijn de belangrijkste handelspartner van 72 landen, die goed zijn voor 38 % van het mondiale bbp. In de hele wereld maken we ook Global Gateway-investeringspakketten beschikbaar op belangrijke gebieden die de economische belangen van Europa en haar partners met elkaar verbinden.
De afronding van de onderhandelingen over de overeenkomst tussen de EU en Mercosur en de actualisering van de algemene overeenkomst tussen de EU en Mexico toont hoe wederzijds voordelige handel hand in hand kan gaan met de creatie van een gelijk speelveld, wederkerigheid en meer economische veiligheid. Gerekend vanaf het referentiescenario van 84 miljard EUR aan jaarlijkse uitvoer uit de EU zullen EU-exporteurs dankzij de afschaffing van de hoge Mercosur-tarieven bijvoorbeeld meer dan 4 miljard EUR aan douanerechten per jaar kunnen besparen15 en een pioniersvoordeel kunnen bieden. De toegang tot overheidsopdrachten, exclusieve preferentiële toegang tot bepaalde kritieke grondstoffen en groene goederen, en de bescherming van meer dan 350 geografische aanduidingen van de EU voor traditionele levensmiddelen bieden grote kansen voor meer handel. Daarnaast wordt voorzien in waarborgen voor gevoelige sectoren16. De EU zal nauw met haar partners blijven samenwerken om haar uitgebreide netwerk van handelsovereenkomsten verder te vergroten, de markttoegang voor Europese bedrijven open te stellen, meer wederkerigheid te waarborgen en een open, op regels gebaseerde wereldhandel te bevorderen die wordt gereguleerd door een gemoderniseerde WTO.
De EU moet haar aanbod blijven aanpassen en nieuwe manieren blijven zoeken om partnerschappen te verdiepen en voordelen voor onze bedrijven te creëren, van digitale handelsovereenkomsten (de onderhandelingen met Korea zijn aan de gang en die met Singapore afgerond) en overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning (die de kosten van conformiteitsprocedures verlagen en al bestaan of nog in ontwikkeling zijn met partners zoals Australië, Canada, Japan, Nieuw-Zeeland, Zwitserland en de VS) tot overeenkomsten ter bevordering van duurzame investeringen (waarvan de eerste is afgerond en andere in ontwikkeling zijn). Daartoe zullen onze nieuwe partnerschappen voor schone handel en investeringen gerichte handels- en investeringsregels, Global Gateway-investeringen en samenwerking bij regelgeving samenbrengen in één overheidsbreed partnerschap. Ze zullen kansen bieden om de aanvoer van grondstoffen, schone energie, duurzame vervoersbrandstoffen en schone technologie uit de hele wereld veilig te stellen, en Europese duurzame investeringen op te schalen die ook gunstig zijn voor partnerlanden en bijdragen om de mondiale energiedoelstellingen die voorzitter Von der Leyen bepleit te verwezenlijken. In het kader van het nieuwe pact voor het Middellandse Zeegebied zal een ambitieus initiatief voor transmediterrane samenwerking op het gebied van energie en schone technologie grootschalige publieke en particuliere investeringen in hernieuwbare energie stimuleren.
Tegelijkertijd kunnen de handelsbetrekkingen van de EU soms risico’s met zich meebrengen. In een omgeving waarin de spanningen oplopen, kunnen buitensporige afhankelijkheden worden uitgebuit en zelfs als wapen dienen. Bepaalde derde landen kunnen hun industriebeleid inzetten om opzettelijk overcapaciteit en strategische afhankelijkheden te creëren. Daarom is het zaak de risico’s goed in te schatten en gericht en evenredig aan te pakken.
Als de Europese markt slechts van één of een handvol leveranciers van belangrijke goederen, diensten of andere inputs afhankelijk is, heeft de EU beleid en investeringen nodig om haar economische veiligheid te waarborgen en zo de mogelijkheid dat afhankelijkheden of economische dwang als wapen worden gebruikt, tot een minimum te beperken. In het Draghi-rapport is beschreven hoe Europa de veerkracht van zijn toeleveringsketens (met name voor kritieke grondstoffen), of de invoer van essentiële geavanceerde schone of digitale technologieën (zoals halfgeleiders) moet waarborgen. Een ander voorbeeld is de huidige afhankelijkheid van de toelevering van meststoffen, die de voedselzekerheid ondersteunen, en van werkzame bestanddelen voor kritieke geneesmiddelen, die essentieel zijn voor de volksgezondheid in het algemeen en bepaalde patiënten in het bijzonder.
Europa moet beleid blijven voeren om zijn afhankelijkheid van afzonderlijke of sterk geconcentreerde leveranciers in belangrijke strategische sectoren te verminderen door middel van recycling, onderzoek en innovatie, gerichte financiële steun om binnenlandse verwerkings- of productiecapaciteiten op te zetten of te stimuleren en back-ups te maken en voorraden aan te leggen, alsook de bovengenoemde bilaterale en multilaterale partnerschappen voor diversificatie voortzetten. Daarnaast zal de Commissie, tegen de achtergrond van de Russische energiechantage in het kader van zijn aanvalsoorlog, een stappenplan presenteren met rechtmatige maatregelen om de energie-invoer uit Rusland te stoppen.
In het kader van haar strategie voor economische veiligheid17 heeft de EU vier risicogebieden en tien kritieke technologieën aangemerkt. Voortbouwend op de lopende diepgaande risicobeoordelingen zullen er evenredige en gerichte risicobeperkende maatregelen ter bescherming, bevordering en partnerschapsvorming worden genomen om op de vastgestelde risico’s te reageren en de veerkracht te vergroten. Het gaat onder andere om maatregelen zoals de screening van buitenlandse directe investeringen, uitvoercontroles en toezicht op uitgaande investeringen. De Commissie zal samen met de G7-partners en andere gelijkgestemden economische veiligheidsnormen voor belangrijke toeleveringsketens ontwikkelen.
Oneerlijke concurrentie en het creëren van een gelijk speelveld
Als oneerlijke concurrentie onze eengemaakte markt bedreigt, moeten we ook onze beschermingsinstrumenten – zoals die voor handel – gebruiken en de verordening buitenlandse subsidies strikt handhaven. De juiste mix van deze elementen zal per sector verschillen. De EU zal ook blijven aandringen op gemoderniseerde WTO-regels.
Intensievere coördinatie tussen de lidstaten en vormen van bundeling van de vraag of gezamenlijke aankopen op EU-niveau kunnen de druk op buitenlandse leveranciers vergroten. Zo is het voor het concurrentievermogen van de EU van levensbelang om te zorgen voor een betrouwbare en gediversifieerde grondstoffenvoorziening, aangezien die een cruciale input zijn voor de energie-, voedings- en industriële sectoren. Voortbouwend op de uitvoering van de verordening kritieke grondstoffen moet een beleid worden gevoerd dat de bevordering van binnenlandse productie, de aanleg van voorraden en diversificatie combineert. Naar aanleiding van de recente ervaring met AggregateEU zal de Commissie een platform voor de gezamenlijke aankoop van kritieke grondstoffen creëren om de behoeften van de industrieën in de EU in kaart te brengen, de vraag te bundelen en gezamenlijke aankopen te coördineren. Evenzo zal de wetgevingshandeling inzake kritieke geneesmiddelen tot doel hebben de levering van kritieke geneesmiddelen en de ingrediënten ervan te verbeteren, marktfalen tegen te gaan en de afhankelijkheid te verminderen.
De EU moet de problematiek van oneerlijke concurrentie en mondiale productieovercapaciteit aanpakken. Die overcapaciteit wordt vaak aangestuurd door stelselmatige, door de staat veroorzaakte overinvesteringen en subsidies die in toeleveringsketens in kritieke en strategische industriële sectoren zijn geconcentreerd. Structurele, niet-marktgerelateerde overcapaciteit vertaalt zich in agressieve marktuitvoerstrategieën die de druk op de Europese producenten op een al ongelijk speelveld doen toenemen. Door het verlies van Europese productiecapaciteit en knowhow in kritieke sectoren zou de EU te afhankelijk kunnen worden van invoer in belangrijke segmenten van de economie.
De publieke sector speelt een centrale rol. In een wereld waarin andere grote spelers beperkingen opleggen aan de toegang tot hun markten en de productiecapaciteit voor kritieke technologieën willen vergroten, moet Europa zijn eigen capaciteiten veiligstellen. De Commissie zal voorstellen om bij overheidsopdrachten een Europese voorkeur in te voeren voor strategische sectoren en technologieën. Overheidsopdrachten zijn goed voor ongeveer 14 % van het bbp van de EU18. De geplande herziening van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten heeft tot doel de technologische veiligheid en de binnenlandse toeleveringsketens te verbeteren en de regels te vereenvoudigen en te moderniseren, met name voor start-ups en innovatieve bedrijven.
Defensie-industrie, veiligheid en paraatheid
De defensie-industrie van de EU is een belangrijke aanjager van concurrentievermogen, maar mist omvang en haalt niet alles uit haar potentieel. Hoewel EU-bedrijven in de defensiesector wereldwijd concurrerend zijn, hebben ze te lijden onder een combinatie van structurele zwakheden en decennia van onderinvestering. De sector is gefragmenteerd en wordt voornamelijk gekenmerkt door nationale spelers, die vaak actief zijn op relatief kleine binnenlandse markten, waardoor de bevoorradingscapaciteit afneemt. De investeringen in O&O voor defensie zijn aanzienlijk lager dan in de VS. Als gevolg daarvan is de EU sterk afhankelijk van leveranciers van buiten de EU. Er bestaat een materieel risico dat de EU achterblijft op het gebied van defensie-innovatie en de ontwikkeling van nieuwe geavanceerde wapensystemen, met negatieve overloopeffecten op technologieën voor dubbel gebruik. De Europese defensie-industrie moet de defensievermogens over het volledige spectrum kunnen bestrijken en de innovatie voor de hele economie kunnen aanjagen.
We moeten de inspanningen van de lidstaten vergroten en steunen om meer, beter, gezamenlijk en Europees te investeren19. Nauwere coördinatie is cruciaal om alle noodzakelijke defensievermogens en -infrastructuur (waaronder die voor dubbel gebruik) in Europa te financieren, te ontwikkelen, te produceren en in stand te houden. Om de schaal te vergroten, inefficiënties te verminderen en interoperabiliteit te bevorderen, moet Europa het samenwerkingsniveau op het gebied van defensie tussen de lidstaten aanzienlijk verhogen door de vraag te bundelen door vaker gezamenlijke aanbestedingen voor defensie te doen, snelle industriële opschaling en samenwerking voor gezamenlijke, op gemeenschappelijke Europese initiatieven toegespitste O&O te bevorderen, middelen te bundelen via defensieprojecten van gemeenschappelijk Europees belang, de industriële capaciteit van de EU te integreren, een eengemaakte markt voor defensie tot stand te brengen en de toegang tot financiering voor kmo’s te verbeteren. De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zullen een witboek over de toekomst van de Europese defensie presenteren, met daarin de maatregelen die nodig zijn om deze doelstellingen te verwezenlijken.
De ervaring heeft Europa geleerd wat de toegevoegde waarde van paraatheid is. Nu moeten er concrete maatregelen worden genomen. De EU en de lidstaten moeten een overheids- en maatschappijbrede aanpak hanteren om de economie en de burgers te beschermen, onder andere door uitgebreide publiek-private samenwerking en een nieuw beginsel van ingebouwde paraatheid. Bij beperkte industriële en productiecapaciteit kan de coördinatie van de aankoop of de aanleg van voorraden van goederen die van belang zijn bij crises, bijvoorbeeld gezamenlijk op EU-niveau plaatsvinden. Op basis van het Niinistö-verslag zullen de Commissie en de hoge vertegenwoordiger een strategie voor een paraatheidsunie presenteren waarin een gemeenschappelijke aanpak van bestaande en potentiële dreigingen wordt geschetst.
De toenemende hybride dreigingen vereisen een nauwere afstemming tussen de publieke en de particuliere sector. Het digitale tijdperk versnelt cyberdreigingen en -aanvallen. Hele economische sectoren en essentiële diensten20 zijn afhankelijk van de veerkracht van onze digitale, vervoers- en ruimtevaartinfrastructuur, energienetwerken en technologische hardware. Onderzeese kabels zijn een goed en recent voorbeeld van een gebied waar de veiligheidsrisico’s toenemen. Europa moet rekening houden met de risico’s voor de beveiliging van kritieke digitale en fysieke infrastructuur in alle stadia – van de bouw- en technologiekeuze tot de exploitatie en de herstelcapaciteit. In de strategie voor interne veiligheid zal een alomvattende EU-respons worden uiteengezet die het hoofd moet bieden aan online en offline bedreigingen van de veiligheid, en ervoor moet zorgen dat veiligheid door ontwerp in de wetgeving en het beleid van de EU wordt geïntegreerd.
De klimaatverandering en extreme weersomstandigheden vormen een steeds grotere bedreiging voor de Europese economische veiligheid. Daarom moeten de EU en de lidstaten hun veerkracht en hun paraatheid verbeteren, klimaatrisicobeoordelingen regelmatig actualiseren en de veerkracht van kritieke infrastructuur verbeteren door ontwerp. Klimaatbestendigheid in stadsplanning integreren, op de natuur gebaseerde oplossingen inzetten, natuurkredieten en aanpassingen in de land- en bosbouw ontwikkelen en de voedselzekerheid veiligstellen zijn ook mogelijkheden om de economie en de samenleving in de EU te beschermen tegen zware natuurrampen zoals overstromingen, droogte, bosbranden en stormen die toeleveringsketens en productielocaties in gevaar brengen. Daartoe zal een Europees klimaataanpassingsplan worden gepresenteerd.
Meer in het algemeen moeten de lidstaten de toenemende waterschaarste aanpakken door de waterbeheerpraktijken en -infrastructuur te verbeteren, de waterefficiëntie te verhogen en duurzaam watergebruik te stimuleren. Op EU-niveau zal de Commissie een Europese strategie voor waterweerbaarheid presenteren.
Vlaggenschipacties Pijler 3
- Ambitieuze handelsovereenkomsten en partnerschappen voor schone handel en investeringen sluiten en uitvoeren
- Trans-Mediterraan initiatief voor samenwerking op het gebied van energie en schone technologie [Q4 2025]
- Gezamenlijk aankoopplatform voor kritieke grondstoffen [Q2-3 2025]
- Herziening van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten
- Witboek over de toekomst van de Europese defensie [Q1 2025]
- Strategie voor een paraatheidsunie [Q1 2025]
- Strategie voor interne veiligheid [Q1 2025]
- Wetgevingshandeling inzake kritieke geneesmiddelen [Q1 2025]
- Europees klimaataanpassingsplan
- Strategie voor waterweerbaarheid [Q2 2025]
2. Horizontale katalysatoren voor het concurrentievermogen
2.1. Eenvoudiger, lichter, sneller: ervoor zorgen dat de EU-regelgeving bevorderlijk is voor het concurrentievermogen
De regeldruk is een rem op het concurrentievermogen van Europa geworden. Het EU-beleid voor betere regelgeving is geavanceerd, maar de regeldruk vormt voor twee op de drie bedrijven de belangrijkste belemmering voor langetermijninvesteringen21. Velen wijzen erop dat de complexiteit, de uiteenlopendheid en de duur van de vergunnings- en administratieprocedures Europa minder aantrekkelijk maken voor investeringen dan andere regio’s. Om het concurrentievermogen van Europa te herstellen, moet veel verder worden gegaan in het verminderen van de administratieve rompslomp. De regelgeving moet evenredig, stabiel, samenhangend en technologieneutraal zijn.
Alle EU-, nationale en lokale instellingen moeten zich sterk inspannen om eenvoudigere regels op te stellen en de administratieve procedures sneller te laten verlopen. Bedrijven en burgers moeten sneller en goedkoper toegang krijgen tot financiële middelen en administratieve besluiten. Voortbouwend op de vergunningverlening voor hernieuwbare energie en de verordening voor een nettonulindustrie zal de geplande wetgevingshandeling inzake een versnelling van industriële decarbonisatie bijvoorbeeld de versnelde vergunningverlening uitbreiden tot meer (bv. energie-intensieve) sectoren in transitie. De procedures voor belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang en voor energie-infrastructuurprojecten van gemeenschappelijk belang zullen eenvoudiger en sneller worden. Het voorstel voor het meerjarig financieel kader (MFK) biedt de gelegenheid om EU-financieringsinstrumenten – die momenteel over te veel programma’s zijn gefragmenteerd – beter toegankelijk te maken en te vereenvoudigen.
De Commissie zet de verandering in gang. De allereerste commissaris voor Uitvoering en Vereenvoudiging coördineert de werkzaamheden van de Commissie op dit gebied en stuurt de screening van het EU-acquis aan om na te gaan hoe de wetgeving waar nodig kan worden vereenvoudigd, geconsolideerd en gecodificeerd. Elke commissaris zal tweemaal per jaar een uitvoeringsdialoog met belanghebbenden houden om inzicht te krijgen in de uitvoeringskwesties, naar de bezorgdheden van de industrie te luisteren en mogelijkheden voor vereenvoudiging en lastenverlichting in kaart te brengen. De praktijkcontroles van de diensten van de Commissie met belanghebbenden zullen als basis dienen voor de stresstesten van de EU-regelgeving. Vereenvoudiging moet gebaseerd zijn op inzicht in de praktische werking van waardeketens en op een regelgevingskader dat gebaseerd is op vertrouwen en stimulansen in plaats van gedetailleerde controle. De Commissie zal volgende maand haar algemene aanpak voorstellen.
Deze Commissie zal een ongekende inspanning tot vereenvoudiging leveren. Het doel is de overeengekomen beleidsdoelstellingen op de eenvoudigste, doelgerichtste, doeltreffendste en minst belastende manier te verwezenlijken. Om de komende jaren duurzame en meetbare inspanningen te waarborgen, heeft de Commissie ambitieuze doelstellingen vastgesteld om de rapportagelast te verminderen: ten minste 25 % voor alle bedrijven en ten minste 35 % voor kmo’s. Rapportagelast is een onderdeel van alle administratieve lasten. Om onze ambitie verder te verhogen, moeten de doelstellingen om de lasten met 25 % en 35 % te verminderen in de toekomst betrekking hebben op de kosten van alle administratieve lasten, en niet alleen op rapportagevereisten. Dit resulteert in de doelstelling om de terugkerende kosten tegen het einde van het mandaat met ongeveer 37,5 miljard EUR te verminderen22. Voor kmo’s zullen specifieke maatregelen worden ingevoerd om het streefcijfer van 35 % te halen.
Het werk in dit verband begint volgende maand met de eerste van een reeks omnibuspakketten voor vereenvoudiging. De eerste omnibus zal onder andere betrekking hebben op een verregaande vereenvoudiging in rapportage over duurzame financiering, passende zorgvuldigheid op het gebied van duurzaamheid en taxonomie. In overeenstemming met de doelstellingen van het kader voor duurzame financiering om investeringen in de schone transitie te mobiliseren, zal de Commissie zorgen voor betere afstemming van de eisen op de behoeften van investeerders, evenredige tijdschema’s, financiële maatstaven die investeringen in kleinere bedrijven in transitie niet ontmoedigen, en verplichtingen die in verhouding staan tot de omvang van de activiteiten van verschillende bedrijven. Er zal met name aandacht worden besteed aan het doorsijpeleffect om te voorkomen dat kleinere bedrijven in de toeleveringsketens in de praktijk worden onderworpen aan buitensporige rapportagevereisten die de wetgevers nooit hebben beoogd.
Om te zorgen voor evenredige regelgeving die is aangepast aan de omvang van de bedrijven, zal er binnenkort een nieuwe definitie van kleine midcaps worden voorgesteld. Door een nieuwe bedrijfscategorie te creëren (groter dan kmo’s maar kleiner dan grote bedrijven) zullen duizenden bedrijven in de EU de vruchten plukken van vereenvoudigde regelgeving op maat in dezelfde geest als kmo’s. De Commissie bereidt ook een vereenvoudiging voor van het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie voor kleinere marktspelers.
In de loop van het jaar en gedurende het hele mandaat zal de Commissie vereenvoudigingsmaatregelen blijven voorstellen op basis van een dialoog met belanghebbenden. De herziening van de Reach-verordening zal betrekking hebben op het bestaande acquis en nieuwe initiatieven voor chemische stoffen. Zo wordt een echte vereenvoudiging in de praktijk bewerkstelligd en wordt voor snellere besluitvorming over belangrijke gevaren, duurzaamheid, concurrentievermogen, beveiliging en veiligheid gezorgd. Naar aanleiding van de voorgestelde herziening van het farmaceutische kader van de EU om vergunningen te versnellen en regelgevingsprocedures te stroomlijnen, werkt de Commissie aan uitvoeringsmaatregelen voor de korte termijn om de lasten voor medische hulpmiddelen te verminderen en te vereenvoudigen. Voorts zal er dit jaar een aanzienlijk vereenvoudigingspakket worden voorgesteld om de lasten voor landbouwbedrijven en landbouwers te verminderen en te verlichten.
Een nieuwe kmo- en concurrentievermogenstest in effectbeoordelingen zal nieuwe initiatieven beter filteren en ook de verwachte effecten op kostenverschillen ten opzichte van internationale concurrenten beoordelen. Waar nodig zal er meer aandacht worden besteed aan de beoordeling van de kosten van voorgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen.
Om de rapportagelast te verminderen, zullen digitalisering en vereenvoudiging hand in hand gaan. Bedrijven en overheden moeten beter worden begeleid bij de uitvoering van EU-wetgeving, door middel van meer steun, capaciteitsopbouw en technische bijstand. Het gebruik van digitale instrumenten en AI om de vereenvoudigingsinspanningen op overheidsniveau te vergroten, moet worden vergemakkelijkt, met volledige landsgrensoverschrijdende interoperabiliteit voor oplossingen van overheidsinstanties zoals e-facturering, e-handtekeningen, e-indieningen en een digitaal productpaspoort. Waar mogelijk moet de rapportage digitaal gedaan worden op basis van gestandaardiseerde gegevens. Voortbouwend op het e-IDAS-kader van de EU zal de Europese portemonnee voor ondernemingen de hoeksteen zijn om eenvoudig en digitaal zaken te doen in de EU, waardoor bedrijven naadloos kunnen communiceren met alle overheidsdiensten.
Om te zorgen voor een gelijk speelveld in de hele eengemaakte markt en om versnippering en overregulering te bestrijden, zal de Commissie streven naar een krachtige aanpak van volledige harmonisatie en handhaving. Ze zal niet alleen werken aan de vereenvoudiging om registers bij te houden in het kader van de algemene verordening gegevensbescherming, maar ook aan een geharmoniseerdere uitvoering en handhaving.
Alle EU-instellingen moeten samenwerken om het rateleffect op regelgevingsgebied te vermijden. Alle instellingen moeten tijdens het hele wetgevingsproces streven naar betere regelgeving en daarbij de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid in acht nemen. Een herzien interinstitutioneel akkoord, opgesteld samen met het Europees Parlement en de Raad, zal ervoor zorgen dat de toezegging tot vereenvoudiging en de nadruk op de uitvoering van meet af aan in het wetgevingsproces worden opgenomen.
2.2. De eengemaakte markt van Europa optimaal benutten
De eengemaakte markt is cruciaal om een continentale omvang op te bouwen in een wereld van reuzen. Al dertig jaar lang is de eengemaakte markt Europa's beproefde motor voor het concurrentievermogen23. Vandaag de dag is ze de thuismarkt voor 23 miljoen bedrijven die goederen en diensten leveren aan bijna 450 miljoen Europeanen. Bedrijven hebben baat bij het vrije verkeer en een voorspelbaar bedrijfsklimaat dat wordt geschraagd door garanties om de rechtsstaat te eerbiedigen. Consumenten hebben een ruime keuze en genieten een hoge mate van bescherming. Maar de eengemaakte markt is nog lang niet af. Ondanks herhaaldelijke inspanningen om belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en mensen weg te nemen, blijven bepaalde belemmeringen hardnekkig aanwezig en ontstaan er telkens nieuwe belemmeringen en bronnen van versnippering.
Het jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen van 2025 toont wat er gebeurt als er geen actie wordt ondernomen: de afgelopen jaren heeft de marktintegratie aan kracht ingeboet. In 2023 is het aandeel van de handel tussen de lidstaten in het bbp van de EU gedaald, zowel voor goederen (23,8 %) als voor diensten (7,6 %)24. Binnen de eengemaakte markt is de omvang van de handel in landsgrensoverschrijdende diensten kleiner dan een derde van die in goederen en, anders dan bij goederen, niet groter dan de handel in diensten met niet-EU-landen. In het Letta-verslag zijn hardnekkige belemmeringen in kaart gebracht en is gewezen op de voordelen van een snellere integratie bij elektronische communicatie, energie en financiële markten, en van de totstandbrenging van een eengemaakte markt voor defensie.
Door de resterende belemmeringen weg te nemen en de eengemaakte markt uit te breiden zal het concurrentievermogen in al zijn dimensies worden bevorderd dankzij vergroting van de markten, verlaging van de energieprijzen en verbetering van de toegang25. Om de werking van de eengemaakte markt in alle sectoren te verbeteren, zal een horizontale strategie voor de eengemaakte markt het governancekader moderniseren, belemmeringen binnen de EU wegnemen, het ontstaan van nieuwe belemmeringen voorkomen, de samenwerking met de lidstaten bevorderen en een voorstel voor een nieuwe aanpak voor de uitvoering bevatten. Een versterkte taskforce voor de handhaving van de eengemaakte markt zal zorgen voor omzetting zonder onnodige lasten en voor de algemene uitvoering en handhaving van de EU-wetgeving. Er zullen verdere harmonisatiemaatregelen worden genomen om de resterende juridische versnippering te verminderen, in het belang van zowel de verdieping als de vereenvoudiging van de eengemaakte markt. Door de vroege en geleidelijke integratie van kandidaat-lidstaten in delen van de eengemaakte markt zullen bedrijven zich kunnen integreren in de Europese waardeketens, zal het convergentieproces vlotter verlopen en zullen de investeringen, de handel en het concurrentievermogen worden gestimuleerd.
Een gemoderniseerd cohesiebeleid is cruciaal voor meer groei, minder ongelijkheid en meer concurrentievermogen op de eengemaakte markt en om regio’s en gemeenschappen te ondersteunen bij hun ontwikkeling op lange termijn en hun rechtvaardige transitie.
De Commissie zal de kans grijpen om normalisatieprocessen sneller en toegankelijker te maken, met name voor kmo’s en start-ups. Het huidige Europese normalisatiestelsel reageert niet snel genoeg op snellere innovatiecycli in opkomende technologieën. Stelselmatige deelname aan mondiale normalisatieprocessen is van groot belang om resultaten te beïnvloeden die overeenkomen met de belangen van de EU en om de industrie te helpen concurrerende posities te behouden op belangrijke technologiemarkten zoals 5G- en 6G-telecommunicatie, AI, hernieuwbare-energietechnologieën, oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen, toegankelijkheid en het internet der dingen. Er moeten alternatieve opties worden gezocht om bedrijven rechtszekerheid te bieden over de naleving van de EU-regels in gevallen waar geharmoniseerde normen niet bestaan, niet beschikbaar zijn of dringend nodig zijn.
2.3. Financiering van het concurrentievermogen en een spaar- en investeringsunie
De EU wordt geconfronteerd met enorme financieringsbehoeften om haar reeds overeengekomen doelstellingen te verwezenlijken. Innovatie, de schone transitie, de digitalisering en de verspreiding van technologie in economische sectoren brengen zeer hoge kapitaalkosten met zich mee, onder meer voor de noodzakelijke grootschalige opschaling van gemeenschappelijke goederen zoals infrastructuur op het hele continent. De lidstaten hebben zich ertoe verbonden streefcijfers voor hernieuwbare energie te halen, de O&O-uitgaven te verhogen tot 3 % van het bbp, de defensie-uitgaven te verhogen tot ten minste 2 % van het bbp (voor NAVO-leden) en de digitale infrastructuur van de EU te moderniseren. In het Draghi-rapport worden de gecombineerde extra investeringsbehoeften in Europa tegen 2030 geraamd op 750-800 miljard EUR per jaar, wat betekent dat de totale investeringsquote van de EU met ongeveer 5 procentpunt van het bbp van de EU per jaar moet stijgen. Het zal dan op een niveau komen dat voor het laatst in de jaren 1960 en 1970 is bereikt. Voldoende publieke en particuliere investeringen zijn cruciaal om de productiviteitsgroei te stimuleren en de EU-doelstellingen voor innovatie, klimaatneutraliteit en defensie te verwezenlijken.
Voor een dergelijke grootschalige inspanning moeten de EU en haar lidstaten zich veel meer inzetten om particuliere investeringen te mobiliseren, onder meer met hulp van institutionele beleggers, en om overheidsfinanciering gerichter te gebruiken. Veel bedrijven hebben durfkapitaal en investeringen in eigen vermogen nodig om te gedijen, maar de EU is buitensporig afhankelijk van schuldfinanciering door banken26.
In 2022 spaarden huishoudens in de EU 65 % meer dan in de VS27. De financiële sector van de EU gebruikt dat spaargeld echter niet efficiënt voor productieve investeringen of besteedt onvoldoende kapitaal aan innovatie in de economie van de EU. Daardoor ontvangen burgers onvoldoende rente op hun spaargeld en wordt elk jaar 300 miljard EUR spaargeld van Europeanen geïnvesteerd in markten buiten de EU.
De EU moet over diepere en liquidere kapitaalmarkten beschikken en die integreren als een noodzakelijke stap om middelen uit de particuliere sector te gebruiken en deze op toekomstgerichte groeisectoren te richten. De bereidheid van particuliere investeerders om risico’s te nemen, moet worden gestimuleerd door overheidsgeld als anker te gebruiken.
De traditionele terughoudendheid moet worden overwonnen en de Commissie zal in 2025 een strategie voor een spaar- en investeringsunie presenteren, gevolgd door een reeks specifieke voorstellen, zodat EU-burgers welvarender kunnen worden en er kapitaal kan worden gemobiliseerd voor projecten in Europa. Daarvoor moeten goedkope spaar- en beleggingsproducten op EU-niveau worden gestimuleerd en retailbeleggers worden aangemoedigd om daar gebruik van te maken. De Commissie zal ook werken aan het potentieel van de particuliere en bedrijfspensioenen om EU-burgers te helpen hun pensioen te plannen en hun spaargeld in de economie te injecteren. Tegelijkertijd zal de Commissie maatregelen nemen om belemmeringen voor marktgestuurde consolidatie van de infrastructuur van de financiële markten weg te nemen.
Tot slot zal de Commissie maatregelen voorstellen ter bevordering van de securitisatiemarkt van de EU om extra financieringscapaciteit voor banken te creëren (die met name de kredietverlening aan bedrijven en kmo’s ten goede moeten komen), alsook maatregelen voor een veel uniformer toezicht; doorgaan met de hervorming en harmonisatie van de momenteel nog zeer versnipperde insolventiekaders in de hele EU, waaronder de rangorde van vorderingen en insolventietriggers en de regels voor financiële zekerheden en afwikkeling; en nationale fiscale barrières voor landsgrensoverschrijdende investeringen opheffen.
Betere economische coördinatie
Naast rechtstreekse overheidsinvesteringen zal er overheidssteun nodig zijn om de risico’s voor particuliere investeringen te verminderen en in de benodigde hoeveelheden aan te trekken. Vanwege de omvang van de nationale begrotingen van de lidstaten (ongeveer 50 % van het bbp van de EU) zal het vermogen van de EU om strategische overheidsinvesteringen (waaronder Europese collectieve goederen) te financieren, afhangen van de prioritering en coördinatie van het nationale macro-economische en begrotingsbeleid om dit doel te bereiken.
Het herziene kader voor economische governance van de EU ondersteunt deze doelstelling door de integratie van duurzaam begrotings- en groeibevorderend beleid te verbeteren via geleidelijkere aanpassingstrajecten die meer budgettaire ruimte bieden voor prioritaire hervormingen en investeringen vergeleken met het vorige regelgevingskader28. Bij de eerste beoordeling onder het nieuwe kader werd de aanpassingsperiode voor vijf lidstaten verlengd van vier tot zeven jaar, geschraagd door een reeks hervormings- en investeringsverbintenissen. In de toekomst moet de verbetering van de schuldhoudbaarheid door een geleidelijke begrotingsconsolidatie in toenemende mate samengaan met het waarborgen van overheidsinvesteringen, een grotere nationale verantwoordelijkheid en een betere handhaving.
Een heroriëntering van de EU-begroting
Met de verordening inzake het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) is de EU begonnen om financiering van elf verschillende financieringsprogramma’s over te hevelen naar industriële projecten in drie kritieke technologieën: digitale technologieën en deeptech-innovatie; schone en hulpbronnenefficiënte technologieën; en biotechnologieën. Dankzij een centraal STEP-portaal kunnen projectontwikkelaars, beheersautoriteiten en investeerders gemakkelijker en eenvoudiger toegang krijgen tot EU-financiering. Uit het STEP blijkt tot dusver de toegevoegde waarde van een heroriëntering van de begrotingssteun van de EU rond duidelijke en gedeelde prioriteiten voor het concurrentievermogen.
Het volgende MFK zal een kans vormen om verder te gaan en de structuur en toewijzing van de EU-begroting ter ondersteuning van de prioriteiten voor het concurrentievermogen te herzien. De EU-begrotingsuitgaven zijn momenteel versnipperd over te veel programma’s, die op het gebied van gecoördineerde strategische sturing vaak te wensen overlaten en erg complex zijn voor de begunstigden. De nadruk op het concurrentievermogen van de EU vereist een reeks gezamenlijk overeengekomen financieringsprioriteiten in de vorm van collectieve EU-goederen en investeringsprojecten voor meerdere landen, die moeten worden vastgesteld met behulp van versterkte instrumenten voor beleidscoördinatie (zie punt 2.5). In het volgende MFK moet een nieuw Europees Fonds voor concurrentievermogen op een beter geïntegreerde manier aan deze behoeften tegemoetkomen. Het fonds zal investeringscapaciteit creëren ter ondersteuning van strategische technologieën en productie (van AI tot ruimtevaart, van schone technologie tot biotechnologie enz.), die cruciaal zijn voor het Europese concurrentievermogen, waaronder onderzoek en innovatie, en belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang. Het zal helpen om particuliere investeringen aan te trekken en de risico’s ervan te verminderen.
Overheidsfinanciering alleen is niet voldoende: ook particulier kapitaal moet op grote schaal worden aangeboord. Het potentieel van de EIB-groep moet volledig worden benut om particuliere investeringen aan te trekken en de investeringskloof van Europa op alle prioritaire gebieden te overbruggen, van decarbonisatie tot defensie. Het netwerk van Europese stimuleringsbanken en andere internationale financiële instellingen kan ook helpen meer overheidsinvesteringen aan te trekken. Risicobeperkende financieringsinstrumenten en begrotingsgaranties zijn krachtige instrumenten gebleken en hebben tot nu toe een gemiddeld multiplicatoreffect van meer dan 15 keer. Voortbouwend op de succesvolle uitvoering van InvestEU – met 218 miljard EUR aan investeringen die al zijn gemobiliseerd29, waarvan 65 % uit particuliere bronnen – zal een breder gebruik van door de EU gefinancierde regelingen voor risicobeperking worden voorgesteld om investeringen met een hoger risico en investeringen in schaalvergroting in belangrijke economische sectoren te ondersteunen. Ook de eigen middelen van de EIB-groep moeten verder worden gemobiliseerd. Samen met de EU-middelen moet het mogelijk worden om garanties, leningen, blending- en andere soorten financiële instrumenten (zoals eigen vermogen) meer in te zetten voor alle beleidsprioriteiten die door de EU-begroting worden ondersteund. Het houdt ook in dat het toepassingsgebied van bestaande financieringsprogramma’s wordt uitgebreid, te beginnen met InvestEU, zodat de mandaten van de EIB-groep en de andere partners breder, eenvoudiger, sneller en flexibeler worden. De open architectuur van dergelijke instrumenten biedt een kans voor meer samenwerking en synergie met en tussen nationale stimuleringsbanken.
2.4. Bevordering van vaardigheden en hoogwaardige banen, met waarborging van sociale rechtvaardigheid
De mensen vormen de basis van het concurrentievermogen van Europa. In de EU wonen een aantal van ’s werelds beste wetenschappers en onderzoekers en bevinden zich levendige creatieve en culturele industrieën. De EU beschikt over veel geschoolde werknemers, goede onderwijs- en opleidingsstelsels, inclusieve arbeidsmarkten, non-discriminatiewetgeving en een robuuste welvaartsstaat. De Europese arbeidsmarkt ondergaat echter een ingrijpende transformatie. In de EU is het aantal werkenden in 2023 gestegen tot 216,5 miljoen mensen, waardoor de arbeidsparticipatie weliswaar een recordhoogte van 75,3 % heeft bereikt en de werkloosheid tot een historisch laag niveau daalde (6,1 %), maar er blijven tekorten aan vaardigheden en arbeidskrachten bestaan. Zo geven bijna vier op de vijf kmo’s in de EU aan moeilijkheden te hebben om werknemers met de juiste vaardigheden te vinden30.
Doeltreffend sociaal beleid op basis van de Europese pijler van sociale rechten is cruciaal om een concurrerend Europa te creëren. Een concurrerender economie met een hoge productiviteit zal ervoor zorgen dat ons sociaal model financieel duurzaam is op lange termijn en dat burgers duidelijk voor zich zien hoe ze economisch succes kunnen boeken. Alle Europeanen moeten kunnen bijdragen aan en baat hebben bij verbeteringen in het concurrentievermogen.
Er moet een goede afstemming tussen vaardigheden en de vraag op de arbeidsmarkt komen, en daarom zal de Commissie een initiatief presenteren om een Vaardigheidsunie op te bouwen. Daarin zal de nadruk liggen op investeringen, volwassenenonderwijs, een leven lang leren, de opbouw van toekomstbestendige vaardigheden, het behoud van vaardigheden, eerlijke mobiliteit, de aantrek en integratie van gekwalificeerde talenten uit derde landen en de erkenning van verschillende soorten opleidingen zodat mensen in de hele EU kunnen werken. De bij- en omscholing van de bestaande beroepsbevolking in Europa is essentieel om de overgang tussen banen en beroepen mogelijk te maken. De Vaardigheidsunie zal een strategisch plan voor STEM-onderwijs, een actieplan voor basisvaardigheden gericht op schoolonderwijs, en een Europese strategie voor beroepsonderwijs en beroepsopleiding omvatten en zal de alliantie van Europese universiteiten versterken. Evenzo vereist het belang van vaardigheden en beroepen voor de arbeidsmarkt een sterke dialoog met de sociale partners, waarbij de erkenning en validering van vaardigheden wordt vergemakkelijkt en wordt voortgebouwd op de huidige en toekomstige trends op het gebied van vaardigheden en de arbeidsmarkt. De werkzaamheden op dit gebied omvatten een initiatief voor de overdraagbaarheid van vaardigheden dat de erkenning van verworven vaardigheden bij mobiliteit moet vergemakkelijken. Daarnaast moet Europa ook een toegankelijker en aantrekkelijker bestemming worden voor geschoolde professionals uit derde landen – voor wie we concurreren met andere rechtsgebieden –, voortbouwend op de bestaande talentpartnerschappen met partnerlanden en de toekomstige EU-talentenpool.
Aangezien Europa wordt geconfronteerd met een krimpende bevolking in de werkende leeftijd, moet bovendien de participatie op de arbeidsmarkt worden verhoogd31. Tal van factoren beperken de toegang tot werk voor vrouwen, jongeren en ouderen die economisch actief willen blijven. Ook laaggeschoolden, mensen met een handicap en andere ondervertegenwoordigde groepen krijgen moeilijk toegang tot de arbeidsmarkt. Verhoging van de arbeidsparticipatie en de productiviteit hangt grotendeels af van eerlijke arbeidsomstandigheden, fatsoenlijke lonen, evenwicht tussen werk en privéleven en toegang tot betaalbare en hoogwaardige kinderopvang en langdurige zorg. Om deze en andere dimensies die de participatie op de arbeidsmarkt beïnvloeden aan te pakken, zal de Commissie met de sociale partners samenwerken om een routekaart voor hoogwaardige banen te presenteren. Voorts zal ze een plan voor betaalbare huisvesting voorstellen.
Tot slot verandert de arbeidswereld: nieuwe, snel groeiende economische sectoren ontwikkelen zich en werknemers hebben begeleidingstrajecten nodig om zich aan te passen om een baan te vinden en te behouden. Tijdens transities hebben ze ook een vangnet nodig. Met het Europees Semester zal sterk de nadruk worden gelegd op het aanmoedigen van de lidstaten om de socialebeschermingsstelsels te moderniseren en zo de toegang tot toereikende, efficiënte en doeltreffende bescherming voor alle werknemers te waarborgen. Pensioenhervormingen moeten gepaard gaan met initiatieven die een langer beroepsleven bevorderen, actief en gezond ouder worden ondersteunen en inclusievere arbeidsmarkten creëren.
2.5. De krachten bundelen voor een maximaal effect: het instrument voor de coördinatie van het concurrentievermogen
De EU zal haar doelstellingen alleen maar kunnen verwezenlijken als de beleidsmaatregelen van de lidstaten en de EU doeltreffender kunnen worden gecoördineerd. Europa kan meer bereiken als het zou samenwerken, maar slaagt daar tot nu toe niet in omdat het Europese industrie- en onderzoeksbeleid versnipperd is tussen de EU en de lidstaten en opgeknipt is in meerdere, ongecoördineerde doelstellingen. Op de eengemaakte markt voert elke lidstaat zijn eigen industrie- en steunbeleid om het nationale concurrentievermogen te versterken, zonder veel aandacht voor en soms zelfs ten nadele van andere lidstaten. Dat doet af aan de doeltreffendheid van dat beleid en die middelen en daardoor ook aan de algemene voordelen vanuit een EU-breed perspectief32.
De Commissie zal een nieuw instrument voor de coördinatie van het concurrentievermogen voorstellen aan de hand waarvan zij in het kader van geselecteerde sleutelgebieden en projecten die van strategisch belang en van gemeenschappelijk Europees belang worden geacht, samen met de lidstaten actie kan ondernemen rond gemeenschappelijke prioriteiten op het gebied van concurrentievermogen. Met het Europees Semester en NextGenerationEU is een succesvolle methode ingevoerd, waarbij hervormingen en investeringen worden gecombineerd om de prioriteiten van de EU op nationaal niveau uit te voeren. Deze aanpak moet worden aangevuld met gecoördineerde grensoverschrijdende en EU-brede acties.
Het instrument voor de coördinatie van het concurrentievermogen zal tot doel hebben het industrie- en het onderzoeksbeleid van de EU en van de lidstaten, alsook de investeringen in dat verband, op elkaar af te stemmen. Het instrument zal bijdragen tot de uitvoering van nieuwe belangrijke initiatieven en/of grensoverschrijdende projecten met een Europese meerwaarde die gericht zijn op structurele economische transformatie, productiviteit, langetermijngroei en hoogwaardige werkgelegenheid, en de eengemaakte markt ten goede komen. In nauwe samenwerking met de lidstaten en andere belangrijke belanghebbenden zal worden bepaald welke actie moeten worden ondernomen voor gezamenlijke prioriteiten op het gebied van concurrentievermogen, welke faciliterende hervormingen en investeringen nodig zijn en welke concrete projecten grensoverschrijdende coördinatie vereisen. Het coördinatie-instrument zal werken in samenhang met een gestroomlijnd Europees Semester, toegespitst op hervormingen en investeringen voor het concurrentievermogen op nationaal niveau. Beide zullen deel uitmaken van een coherent en slank sturingsmechanisme dat input moet leveren voor de besluitvorming over investeringen en hervormingen op EU- en nationaal niveau. Dit nieuwe sturingsmechanisme zal de EU-prioriteiten koppelen aan de EU-begroting; de investeringsunie kan er immers alleen maar komen als de uitgaven van de Unie en de publieke en particuliere uitgaven worden afgestemd op de EU-prioriteiten voor concurrentievermogen.
In de eerste fase zal de Commissie voorstellen om bij wijze van proefproject het beleid van de EU en de lidstaten te coördineren op een aantal geselecteerde gebieden die een duidelijke meerwaarde hebben voor het concurrentievermogen van de EU. Mogelijke gebieden zijn de energie- en vervoersinfrastructuur (bv. elektriciteitsnetten en -opslag, duurzame brandstoffen en oplaadinfrastructuur), digitale infrastructuur en verticaal AI-gebruik, biotechnologie en productiecapaciteit in andere belangrijke sectoren (bv. kritieke geneesmiddelen).
Gezien de grote investeringsbehoefte zal voor de uitvoering van dergelijke proefprojecten overheidsfinanciering beschikbaar moeten worden gesteld om zoveel mogelijk particulier kapitaal aan te trekken. De Commissie zal, in nauwe samenwerking met de lidstaten, monitoren in hoeverre de inspanningen voor meer afstemming daadwerkelijk vruchten afwerpen. Op basis van deze ervaring zal de Commissie samen met de lidstaten een sturingsmechanisme voor investeringen ontwikkelen. De Commissie is van plan om in het kader van die samenwerking een methode op te stellen voor het identificeren en definiëren van andere strategische infrastructuurnetwerken, sectoren of activiteiten die vanwege hun potentieel voor innovatie, decarbonisatie en economische veiligheid in aanmerking komen voor coördinatie op het vlak van investeringen en beleid in het kader van het instrument voor de coördinatie van het concurrentievermogen33.
De positieve ervaring met het STEP zou als basis kunnen dienen voor de beschikbaarstelling van financiële stimulansen ter uitvoering van gecoördineerde investeringen binnen het huidige MFK. In het kader van STEP is al meer dan 6 miljard EUR aan middelen van het cohesiebeleid voor de lidstaten en de regio’s herbestemd voor de ondersteuning van strategische doelstellingen, en 8,7 miljard EUR voor de vijf programma’s die rechtstreeks door de Commissie worden beheerd. Naast een verdere herprogrammering van de middelen van het cohesiebeleid komen ook de EIB-groep, nationale stimuleringsbanken en andere uitvoeringspartners in aanmerking om, op basis van een versterkte InvestEU-garantie, financiële stimulansen voor de uitvoering van de actieplannen beschikbaar te stellen. Dit vereist onder meer een herprogrammering van de NextGenerationEU-middelen van de lidstaten voor toewijzing aan de nationale compartimenten in het kader van InvestEU, alsook gerichte wijzigingen van de InvestEU-regels om de risicodragende capaciteit ervan te vergroten.
Binnen het volgende MFK zal de uitvoering van het instrument voor de coördinatie van het concurrentievermogen worden ondersteund door een nieuw Fonds voor concurrentievermogen. Het fonds moet een oplossing bieden voor de versnippering van onze uitgaven over een te groot aantal overlappende programma’s die vaak hetzelfde financieren, maar daarvoor telkens andere vereisten opleggen, wat het moeilijk maakt de financieringsmiddelen doeltreffend te combineren. Dankzij zijn brede architectuur zal het fonds een begeleidende rol spelen in alle fasen van het investeringstraject van Europese projecten, van onderzoek tot opschaling, industriële uitrol en productie. Het zal in staat zijn om al onze financiële instrumenten op een flexibele manier in te zetten: subsidies, leningen, aandelenkapitaal en aanbestedingen. Om de samenhang te waarborgen en de slagkracht te maximaliseren, kunnen de maatregelen die via het instrument voor coördinatie worden geïdentificeerd, bovendien financieel worden gestimuleerd en ondersteund met financiering die gekoppeld is aan toekomstige nationale plannen waarin belangrijke hervormingen en investeringen worden gecombineerd.
Vlaggenschipacties – katalysatoren
Omnibuspakket voor vereenvoudiging en definitie van kleine midcaps [26/2/2025]
- Europese portemonnee voor ondernemingen
- Strategie voor de eengemaakte markt [Q2 2025]
- Herziening van de normalisatieverordening
- Spaar- en investeringsunie [Q1 2025]
- Volgend MFK, met inbegrip van het Fonds voor concurrentievermogen en een instrument voor de coördinatie van het concurrentievermogen
- Vaardigheidsunie [Q1 2025]
- Routekaart voor hoogwaardige banen [Q4 2025]
- Initiatief voor de overdraagbaarheid van vaardigheden
3. Conclusie
De komende jaren moet Europa het kompas richten op vernieuwing van zijn concurrentiekracht. Europa beschikt over alle troeven om concurrerend te zijn in de wereldeconomie van morgen, maar moet dringend een versnelling hoger schakelen. Het moet zijn sterke punten uitspelen en snel zijn eigen traject uitzetten naar op innovatie gebaseerde productiviteitsgroei, op weg naar een koolstofneutrale toekomst. Het kompas voor concurrentievermogen toont de weg naar een EU waar innovatoren snel producten op de markt kunnen brengen en bedrijven gemakkelijk financiering kunnen vinden dankzij een particuliere kapitaalmarkt die geïntegreerd is, efficiënt werkt en de hele EU bestrijkt. Waar een startende onderneming zich op om het even welke plek van de eengemaakte markt kan vestigen en haar activiteiten – of het nu gaat om goederen of diensten – kan uitbreiden. Waar een billijk aandeel van de grootste mondiale spelers in de deeptech-sectoren Europees is, en waar productiesectoren en landbouwers erin slagen tegelijkertijd concurrerend te zijn en de transitie te maken naar koolstofarme en duurzame productie. Waar werknemers zich in hoogwaardige banen kunnen ontplooien en kunnen terugvallen op duurzame socialebeschermingsstelsels en vangnetten. Waar alle consumenten dankzij een van de grootste continentale markten en netwerkinfrastructuren ter wereld overal en altijd toegang hebben tot betaalbare, schone energie en betaalbare, schone producten. Waar de EU en de lidstaten hun collectieve gewicht in de schaal leggen om samen op te treden en buitensporige afhankelijkheden te verminderen.
In het kompas wordt een nieuwe benadering van concurrentievermogen voorgesteld, waarbij industriebeleid, investeringen en hervormingen worden gecombineerd rond een gemeenschappelijke visie. De ene component versterkt de andere. Voor een optimale werking van het industriebeleid en de investeringen moeten er hervormingen komen om de eengemaakte markt te verdiepen, door de omvang van de markt uit te breiden, de opschaling van bedrijven te vergemakkelijken en de concurrentiedruk op een gezond peil te houden ten behoeve van zowel bedrijven als werknemers. Grootschalige vereenvoudiging en een nieuw governancekader voor coördinatie op EU-niveau en op het niveau van de lidstaten liggen aan de basis van die aanpak.
De EU is niet als enige verantwoordelijk voor het concurrentievermogen. EU-instellingen, nationale regeringen, regionale overheden en bedrijven moeten allemaal hun schouders onder deze uitdaging zetten, door samen te werken aan dit gezamenlijke project en de inzet en samenwerking naar een hoger niveau te tillen. Het instrument voor de coördinatie van het concurrentievermogen zal essentieel zijn voor het verwezenlijken van de strategische prioriteiten. De Commissie zal bij de uitvoering van deze agenda nauw en regelmatig overleg plegen met belanghebbenden om prioritaire aandachtsgebieden in kaart te brengen en oplossingen te vinden om het ondernemingsklimaat vriendelijker te maken. De sociale dialoog zal een fundament blijven.
Het kompas zal gedurende deze hele mandaatsperiode het kader vormen voor de werkzaamheden van de Commissie. Er bestaat geen snelle oplossing om het concurrentievermogen te versterken. Sommige maatregelen in het kader van het kompas zullen al op korte termijn worden gepresenteerd en kunnen snel tastbare resultaten opleveren, maar een groot aantal vereist een gestage koers en zal pas op middellange termijn effect hebben. De vooruitgang van het kompas voor concurrentievermogen zal jaarlijks gemonitord en gerapporteerd worden in het kader van het jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen.
De tijd om in te grijpen is beperkt. De EU staat voor de keuze: eensgezind optreden voor een toekomst van duurzame welvaart voor iedereen, of zich neerleggen bij verdeeldheid en economische achteruitgang.
De Commissie verzoekt het Europees Parlement, de Raad, de Europese Raad en de sociale partners om het kompas voor concurrentievermogen te onderschrijven en actief bij te dragen aan de uitvoering van de daarin vervatte initiatieven.
1https://www.consilium.europa.eu/media/ny3j24sm/much-more-than-a-market-report-by-enrico-letta.pdf.
2https://commission.europa.eu/topics/strengthening-european-competitiveness/eu-competitiveness-looking-ahead_en.
3 Europese Commissie (2025), jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen. Ca. twee derde van het verschil in bbp per hoofd van de bevolking tussen de EU en de VS is hierop terug te voeren.
4Europese Commissie (2025), jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen.
5 IMF, Regional Economic Outlook Note Europe: Europe’s Declining Productivity Growth: Diagnoses and Remedies, 13 november 2024.
6 EIB, “The scale-up gap: Financial markets constraints holding back innovative firms in the European Union”, 2024.
7Draghi-rapport “The future of European competitiveness – In-depth analysis and recommendations”, blz. 248.
8 Groepsvrijstellingsverordening inzake technologieoverdracht en richtsnoeren inzake technologieoverdracht.
9 Wereld Economisch Forum, “For inclusive growth, leaders must embrace a global and open economic future”, januari 2025.
10Eurostat, EU-enquête inzake ICT-gebruik en e-handel in bedrijven, januari 2025. Het gebruik van AI neemt weliswaar jaar na jaar toe, maar blijft ver achter op wat mogelijk is.
11 Zie “De keuze van Europa: Politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie 2024-2029”.
12 Deze veilingsregeling is in het kader van het EU-innovatiefonds voor het eerst ingezet voor de waterstofbank en bood de lidstaten de gelegenheid steun te verlenen aan in aanmerking komende projecten waarvoor de EU-financiering ontoereikend was.
13 Deze evaluatie staat los van de huidige voorbereidingen om bepaalde aspecten van het mechanisme op korte termijn te vereenvoudigen. Zie punt 2.1.
14Wereldbank, 2022.
15Het gemiddelde invoertarief in Mercosur bedraagt 13,5 % en is hoger dan in veel andere regio’s. Het gemiddelde tarief van de EU voor alle ingevoerde goederen bedraagt daarentegen 1,8 %. De tariefliberalisering in het kader van Mercosur brengt dus grote voordelen voor de EU met zich mee.
16Met extra beschermingsmechanismen zoals vrijwaringsclausules kan de EU reageren als blijkt dat de invoer uit Mercosur, zoals van rundvlees binnen een tariefcontingent, de EU-markten ernstige schade berokkent. Naast vrijwaringsclausules zal de Commissie extra steun vrijmaken door een reserve van ten minste 1 miljard EUR aan te leggen voor het onwaarschijnlijke geval dat er zich na de uitvoering van de overeenkomst marktverstoringen voordoen.
17Gezamenlijke mededeling betreffende een “strategie voor economische veiligheid van de EU” (JOIN(2023) 20 final).
18Europese Commissie (2025), jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen.
19Gezamenlijke mededeling: “Een nieuwe strategie voor de Europese defensie-industrie – De paraatheid van de EU waarborgen door te zorgen voor een snel reagerende en weerbare Europese defensie-industrie” (JOIN(2024) 10 final).
20Zie het recente Europese actieplan voor de cyberbeveiliging voor ziekenhuizen en zorgaanbieders (COM(2025) 10 final).
21 Investeringsenquête 2023 van de EIB.
22Op basis van gegevens die beschikbaar zijn op nationaal en EU-niveau, en rekening houdend met de raming van de administratieve lasten door de Groep op hoog niveau Stoiber, heeft Eurostat het basisscenario voor de totale terugkerende (jaarlijkse) administratieve kosten in de EU geraamd op een bedrag dat kan oplopen tot 150 miljard EUR.
23Mario Monti, Een nieuwe strategie voor de eengemaakte markt ten dienste van de Europese economie en samenleving. Rapport ter attentie van de voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barroso, 9.5.2010.
24Europese Commissie (2025), jaarverslag over de eengemaakte markt en het concurrentievermogen.
25 Het IMF schat dat het ad-valoremequivalent van de resterende belemmeringen voor de handel binnen de EU kan worden vergeleken met een belasting van ongeveer 45 % voor de be- en verwerkende industrie en van 110 % voor de dienstensector. Het rechtstreekse effect van een vermindering van de geschatte sectorale belemmeringen binnen de EU tot het niveau van bepaalde staten van de VS, kan de productiviteit mogelijk met 6,7 % doen stijgen. IMF, Europe’s Declining Productivity Growth: Diagnoses and Remedies – Regional Economic Outlook, november 2024.
26 EU-bedrijven zijn veel minder afhankelijk van marktfinancieringsbronnen: minder dan 30 % van hun financiering is afkomstig van verhandelbare aandelen en schulden, tegenover bijna 70 % voor Amerikaanse bedrijven. Zie IMF, 2023, “IMF Background Note on CMU for Eurogroup”, 15 juni 2023.
27Autumn 2024 Economic Forecast: A gradual rebound in an adverse environment, november 2024.
28ECB Blog, “Mind the gap: Europe’s strategic investment needs and how to support them”, 2024, .
29InvestEU biedt brede investeringssteun via vier vensters: duurzame infrastructuur; onderzoek, innovatie en digitalisering; kmo’s; sociale investeringen en vaardigheden.
30()Eurobarometer, European Year of Skills – Skills shortages, recruitment and retention strategies in small and medium-sized enterprises.
31()Zie Europese Commissie, Demografische verandering in Europa: een toolbox voor actie (COM(2023) 577 final).
32IMF-werkdocument 24/249 “Industrial Policy in Europe: A Single Market Perspective”, door Andrew Hodge, Roberto Piazza, Fuad Hasanov, Xun Li, Maryam Vaziri, Atticus Weller, Yu Ching Wong, december 2024
33Het Draghi-rapport (blz. 41) bevat een nuttige – zij het noodzakelijkerwijs schematische en niet-uitputtende – aanzet daartoe, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen vier brede categorieën die elk een eigen beleidsmatige aanpak vereisen: i) bedrijfstakken waar het kostennadeel in Europa te groot is om de concurrentie op een ernstige manier aan te gaan en waar dringend moet worden gediversifieerd om afhankelijkheden te beperken, ii) bedrijfstakken waar de EU vooral oog heeft voor de plaats van productie (en daarmee samenhangende werkgelegenheid) en minder voor de plaats van herkomst van de technologieën, iii) bedrijfstakken waar Europese bedrijven relevante knowhow en productiecapaciteit moeten behouden, zodat de productie kan worden opgevoerd in geval van geopolitieke spanningen, en iv) “opkomende bedrijfstakken” waar de EU een innovatieve voorsprong heeft en waarin zij een groot groeipotentieel voor de toekomst ziet.
NL NL