Toelichting bij COM(1999)487-1 - Identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(1999)487-1 - Identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten. |
---|---|
bron | COM(1999)487 |
datum | 13-10-1999 |
In het verslag, dat als begeleidend document is ingediend, is geconcludeerd dat er twee voorstellen nodig zijn. De twee voorstellen worden hierbij gepresenteerd.
Een belangrijk kenmerk van de voorstellen is dat zij op een andere juridische grondslag zijn gebaseerd dan Verordening nr. 820/97. Toen Verordening nr. 820/97 werd vastgesteld op grond van het vroegere artikel 43 van het Verdrag wendde de Commissie zich tot het Europese Hof van Justitie. Het arrest in Zaak C-269/97 is nog hangende. In deze voorstellen, die in overeenstemming zijn met het beleid van de Commissie op dit gebied, wordt artikel 152 van het nieuwe verdrag als rechtsgrond genomen, omdat sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam in lid 4, onder b), uitdrukkelijk het volgende is bepaald: 'in afwijking van artikel 37, maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied aan te nemen die rechtstreeks gericht zijn op de bescherming van de volksgezondheid'. Het is dan ook duidelijk dat de auteurs van het Verdrag wilden afwijken van de vroegere jurisprudentie van het Hof, zoals door de Commissie in het kader van zaak C-269/97 is bepleit. De voorstellen zijn direct gericht op de bescherming van de volksgezondheid. Artikel 251 van het Verdrag is dan ook de juiste rechtsgrondslag.
In het eerste voorstel worden de algemene bepalingen voor een in twee stappen in te voeren verplichte regeling vastgesteld. Er wordt een verplichte rundvleesetiketteringsregeling ingevoerd die in alle lidstaten verplicht wordt toegepast. Handelaren en organisaties die rundvlees in de handel brengen moeten op het etiket gegevens over bepaalde kenmerken van het rundvlees vermelden, alsmede gegevens over de plaats waar het dier of de dieren waarvan het vlees afkomstig is, is/zijn geslacht. De verplichte rundvleesetiketteringsregeling wordt op 1 januari 2003, of indien mogelijk vroeger, aangescherpt. Handelaren en organisaties die rundvlees in de handel brengen moeten bovendien informatie over de oorsprong van het product op het etiket moeten vermelden, met name de plaats waar het dier of de dieren waarvan het rundvlees afkomstig is, is/zijn geboren, gehouden en geslacht.
Bij het tweede voorstel gaat het erom de geldigheidsduur van de bestaande etiketteringsvoorschriften te verlengen zodat er genoeg tijd is om de voorgestelde verordening in het kader van de medebeslissingsprocedure goed te keuren. De voorgestelde verordening zou volgens de Commissie in minder dan 14 maanden tijd moeten worden goedgekeurd, en zij stelt dan ook voor om de tijdelijke verlenging in het kader van dit voorstel niet tot na 1 januari 2001 te laten doorlopen. Wanneer deze tijdelijke verlenging niet zou worden goedgekeurd, zou dit tot gevolg hebben dat de verplichte, op de oorsprong gebaseerde etiketteringsregeling die nu is vastgelegd in Verordening (EG) nr. 820/97, op 1 januari 2000 in werking treedt zonder dat daarvoor algemene bepalingen bestaan. Dit zou aanleiding geven tot een zeer onzekere en onbevredigende situatie voor de consumenten en handelaren in de rundvleessector in de Gemeenschap en in derde landen. Dergelijke problemen kunnen alleen worden vermeden door de huidige bij Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad vastgestelde regeling te verlengen.
Indien de Raad en het Parlement echter niet tot een besluit komen vóór 31.12.99, behoudt de Commissie zich de mogelijkheid voor om een urgent voorstel bij de Raad in te dienen dat vóór eind 1999 moet worden aangenomen op basis van het bestaande artikel 19 van Verordening nr. 820/97 (d.w.z. een besluit dat met gekwalificeerde meerderheid door de Raad wordt goedgekeurd op voorstel van de Commissie, en dat bedoeld is om het juridisch vacuüm te voorkomen dat door het automatisch verstrijken van de facultatieve regeling zou ontstaan).