Toelichting bij COM(2001)379 - Maatregelen die de EG kan nemen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping en antisubsidiemaatregelen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit voorstel voor een Verordening van de Raad heeft ten doel de Gemeenschap de nodige rechtsinstrumenten te verschaffen voor de tenuitvoerlegging van aanbevelingen in de rapporten van het orgaan voor geschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) op het gebied van de antidumping- en antisubsidiemaatregelen, voor zover de instellingen van de Gemeenschap dit dienstig achten.

Antidumping- en antisubsidiemaatregelen worden genomen op grond van de specifieke verordeningen (basisverordeningen)  i van de Raad waarbij de WTO-overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT en de WTO-Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen in het Gemeenschapsrecht zijn getransponeerd. Deze basisverordeningen voorzien echter niet in specifieke maatregelen en procedures ter uitvoering van door het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO opgestelde rapporten.

Het ontbreken van specifieke implementatieregels heeft tot nog toe geen consequenties gehad in de praktijk. Op 12 maart 2001 heeft het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO evenwel een rapport van een WTO-panel, gewijzigd door de beroepsinstantie, goedgekeurd betreffende de zaak 'Europese Gemeenschappen - antidumpingrechten op de invoer van katoenachtig beddenlinnen uit India'. De Gemeenschap acht het thans dienstig een aantal van de bestaande maatregelen in overeenstemming te brengen met bepaalde bevindingen van dit rapport.

Hoewel de WTO-voorschriften de Gemeenschap er niet toe verplichten een door het orgaan voor geschillenbeslechting opgesteld rapport ten uitvoer te leggen, kan de Gemeenschap het onder bepaalde omstandigheden dienstig achten antidumping- of antisubsidieverordeningen te wijzigen teneinde deze in overeenstemming te brengen met dergelijke rapporten. Dit voorstel geeft de Raad in voorkomend geval de mogelijkheid met een eenvoudige meerderheid van stemmen op basis van een voorstel van de Commissie een krachtens de basisverordening genomen maatregel in overeenstemming te brengen met de aanbevelingen en voorschriften van een door het orgaan voor geschillenbeslechting opgesteld rapport. Het desbetreffende besluit van de Raad kan er op gericht zijn, afhankelijk van de omstandigheden en de aanbevelingen en uitspraken van het orgaan voor geschillenbeslechting, een maatregel te wijzigen, in te trekken, op te schorten of te herzien. Voorts is bepaald dat de Raad alle bijzondere maatregelen kan nemen die in de gegeven omstandigheden dienstig worden geacht.

In het voorstel zijn bovendien de regels en procedures opgenomen die gevolgd moeten worden wanneer een herziening wordt geacht de meest geschikte maatregel te zijn.

In tegenstelling tot procedures bij Europese rechtbanken is het beroep op de geschillenbeslechtingsprocedure van de WTO niet aan beperkingen in de tijd onderworpen. Aanbevelingen in door het orgaan voor geschillenbeslechting opgestelde rapporten hebben derhalve slechts een prospectief karakter. In het voorstel is dientengevolge bepaald dat alle krachtens deze verordening genomen maatregelen van kracht worden op de datum van hun inwerkingtreding, tenzij anders bepaald, en dat zij derhalve niet kunnen leiden tot terugbetaling van voor die datum ingevorderde rechten.

Voorgesteld wordt derhalve dat de Raad zijn goedkeuring hecht aan het bijgaande voorstel voor een verordening van de Raad inzake de maatregelen die door de Gemeenschap kunnen worden genomen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen.


2001/ 0146 (ACC)