Toelichting bij COM(2004)39-2 - Uitbreiding van de toepassing van Verordening (EG) nr. […] betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen tot de niet-deelnemende lidstaten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND

De voorgestelde wetgeving beoogt het gebruik te regelen van de vermelding 'euro' en 'eurocent' en van het euroteken (EUR) op metalen voorwerpen (medailles en penningen) die eruitzien als en/of de technische eigenschappen hebben van munten, en de mate van gelijkenis met de euromunten vast te stellen die voor medailles en penningen moet worden verboden. Het doel is het publiek te beschermen tegen fraude en verwarring in verband met de euromunten en tegelijkertijd gelijke voorwaarden te creëren voor de productie van dergelijke medailles en penningen.

Er zijn namelijk twee gevaren voor het publiek. In de eerste plaats zouden de burgers kunnen geloven dat metalen voorwerpen (medailles en penningen) de status van wettig betaalmiddel hebben indien de tekst die op de euromunten staat of het euroteken erop wordt vermeld. In de tweede plaats zouden medailles of penningen op frauduleuze wijze in muntautomaten kunnen worden gebruikt als zij qua grootte en metaaleigenschappen niet veel van euromunten verschillen.

Omdat de euromunten in een groot aantal lidstaten in omloop zijn, moet er een regeling komen die door alle deelnemers in acht wordt genomen. De maatregelen die reeds op communautair niveau zijn genomen, bleken niet voldoende om te voorkomen dat op euromunten lijkende voorwerpen in omloop kwamen.

Voor de invoering van de euromunten heeft de Gemeenschap het auteursrecht op de gemeenschappelijke zijde van de euromunten afgestaan aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten i. Als gevolg hiervan is het nationale recht nu van toepassing op de auteursrechtelijke bescherming, op basis van een gemeenschappelijk geheel van regels. Deze regels zijn bindend en verbieden onder meer de reproductie van de ontwerpen op metalen medailles en penningen. Aangezien deze regels alleen naar de ontwerpen zelf verwijzen, konden de lidstaten hier geen beroep op doen om medailles en penningen met een ontwerp dat op dat van de euromunten lijkt, te verbieden.

De aanbeveling van de Commissie van 19 augustus 2002 betreffende medailles en penningen die gelijkenis vertonen met de euromunten i beoogt bescherming te bieden tegen het gebruik van de vermelding 'euro' en 'eurocent' en van het euroteken i op medailles en penningen. Afgezien van het feit dat de aanbeveling alleen betrekking had op visuele aspecten, werd zij niet algemeen in nationaal recht omgezet, omdat de lidstaten de voorkeur gaven aan bindende communautaire wetgeving. De aanbeveling, op zich een bruikbare handleiding, bleek niet geheel effectief. Over het geheel genomen zijn nationale regels betreffende medailles en penningen zeldzaam en meestal van algemene aard. Ten slotte is uit de sinds de invoering van de euromunten opgedane ervaring gebleken dat het nodig was om behalve voor de visuele eigenschappen bindende regels voor de technische eigenschappen vast te stellen; deze regels zijn in de voorgestelde wetgeving opgenomen.

Uit het toenemende aantal incidenten met sterk op euromunten lijkende medailles blijkt dat er strengere en bindende maatregelen nodig zijn die in de gehele Gemeenschap gelijke voorwaarden scheppen met betrekking tot medailles en penningen. Bij deze incidenten ging het om op euromunten lijkende medailles waarvan er een als euromunt in omloop is gekomen, en om op munten lijkende voorwerpen die op frauduleuze wijze in muntautomaten werden gebruikt.

Het subcomité euromunten van het Economisch en Financieel Comité en de Muntdirecteuren van de EU hebben deze incidenten onderzocht en geconcludeerd dat een bindend rechtsinstrument met betrekking tot medailles en penningen nodig is om dergelijke gevallen aan te pakken. Dit voorstel houdt rekening met de opmerkingen die tijdens deze discussies werden gemaakt.

Voorts is deze kwestie uitvoerig besproken met vertegenwoordigers van de muntautomatensector in het kader van hun regelmatige bijeenkomsten met de Commissie en de Muntdirecteuren van de EU. De muntautomatensector is sterk voorstander van een regelgevingskader zoals het onderhavige, aangezien hierdoor de kosten van fraude met verkoopautomaten kunnen worden teruggedrongen. Ten slotte werd in de voorgestelde verordening rekening gehouden met de opmerkingen van penningproducenten.

1.

2. DE VOORGESTELDE VERORDENING VAN DE RAAD


Artikel 1 geeft definities die in overeenstemming zijn met formele communautaire teksten, voorzover dergelijke definities voorhanden zijn. De definitie van medailles en penningen is in overeenstemming met die in de aanbeveling van de Commissie van 19 augustus 2002. Wat medailles en penningen van goud, zilver en platina betreft, zijn de uitsluitend voor deze Verordening voorgestelde gehalten, gezien het ontbreken van Europese wetgeving inzake edelmetaalgehalte en keurmerken op voorwerpen, gebaseerd op de minimumnormen in de lidstaten. De organisatiestructuur van het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETWC), dat reeds actief is, zal worden geconsolideerd bij een besluit van de Raad waarvoor de Commissie een voorstel heeft ingediend (COM (2003)426 of 17.7.2003). De aangewezen nationale autoriteiten die zijn vermeld, zijn de autoriteiten die in de lidstaten voor de muntuitgifte verantwoordelijk zijn (Bijlage II). Aangezien een aantal verzoeken betreffende op euromunten lijkende medailles uit landen buiten de EU afkomstig is, wordt voorgesteld dat in dergelijke gevallen de Commissie de aangewezen autoriteit is. Ten slotte is voor deze voorgestelde verordening de referentieband voor de afmetingen van de medailles en penningen van cruciaal belang. De referentieband legt een reeks combinaties tussen waarden voor diameter en waarden voor randdikte vast, waarbinnen de grootte van een medaille of penning wordt geacht te lijken op die van de euromunten.

Artikel 2 beschrijft de beperkingen die voor medailles en penningen gelden. Onder a) wordt het gebruik van de vermelding 'euro' of 'eurocent' of van het euroteken (gedefinieerd in bijlage I) op medailles en penningen verboden, aangezien dit ten onrechte de indruk zou kunnen wekken dat zij de status van wettig betaalmiddel hebben i. Onder b) worden medailles en penningen waarvan de afmetingen lijken op die van de euromunten, d.w.z. binnen de referentieband liggen, verboden. Het verbod geldt voor ontwerpen die 'erop lijken', aangezien de ontwerpen zelf door nationale bepalingen worden beschermd. Ten slotte wordt onder c) het ontwerp voor de rand van de munt van 2 euro beschermd. De ontwerpen van de gemeenschappelijke zijde en de nationale zijden van de euromunten, alsmede de ontwerpen voor de rand, worden beschreven in de bekendmaking van de Commissie van december 2001 i.

Artikel 3 beschrijft automatische uitzonderingen op de regels. Lid 1 staat het gebruik van de vermeldingen 'euro' en 'eurocent' en het euroteken zonder bijbehorende nominale waarde toe op medailles en penningen die qua afmetingen duidelijk van de euromunten verschillen (d.w.z. buiten de referentieband liggen). Lid 2 behelst een uitzondering op de groottebeperking van artikel 2, onder b), voor medailles en penningen die een groot gat in het midden en andere metaaleigenschappen hebben dan wel van goud, zilver of platina zijn gemaakt.

Artikel 4, lid 1, geeft de aangewezen autoriteiten de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden toestemming te geven voor specifieke afwijkingen van de visuele kenmerken van artikel 2, onder a). Hierbij gaat het voornamelijk om gevallen waar het gebruik van de vermeldingen 'euro' of 'eurocent' of het euroteken praktisch is. Een typisch voorbeeld hiervan vormen casino's, waar penningen met een nominale waarde in euro worden verkocht tegen die nominale waarde. In sommige gevallen zijn dergelijke penningen nuttig voor de bedrijfsvoering van deze ondernemingen. Om de mogelijkheid van misbruik te beperken, moet de oorsprong van de betrokken medaille of penning duidelijk worden vermeld en moet de vermelding 'geen wettig betaalmiddel' erop worden aangebracht.

Artikel 4, lid 2, biedt de mogelijkheid om afwijkingen van de groottebeperking van artikel 2, onder b), toe te staan mits aan twee voorwaarden wordt voldaan: (i) de afmetingen van de medailles en penningen liggen weliswaar binnen de referentieband, maar niet in de onmiddellijke nabijheid van de euromunten; en (ii) de metaaleigenschappen verschillen voldoende van die van de euromunten. Dergelijke medailles en penningen kunnen normaal gesproken niet in plaats van euromunten in muntautomaten worden gebruikt. Een belangrijk element van artikel 4, lid 2, is dat het een flexibele toepassing overeenkomstig nationale voorschriften en gebruiken mogelijk maakt, zolang de strikte minimumvoorwaarden in acht worden genomen. Landen die medailles en penningen binnen de referentieband traditioneel niet toestaan, mogen dit blijven doen, hoewel enige grensoverschrijdende gevolgen kunnen optreden. Andere landen kunnen, onder de bovengenoemde voorwaarden, toestemming blijven geven.

Artikel 4, lid 3, stelt de bevoegdheid van de aangewezen autoriteiten vast om te verklaren of de in artikel 2, onder c), bedoelde mate van gelijkenis aanvaardbaar is.

Om de technische aspecten visueel te verduidelijken, bevat bijlage III een grafische weergave van de referentieband en de bijbehorende definities.

Om een bepaalde mate van harmonisatie bij de interpretatie van de verordening voor het toestaan van afwijkingen door de lidstaten te bewerkstelligen, wordt in artikel 5, lid 1, voorgesteld om alle afwijkingen te melden aan het ETWC. Het ETWC stelt een lijst op die de lidstaten kunnen raadplegen, en stelt zo nodig verslagen op. Daarnaast moest worden voorkomen dat de bedrijfsvoering van ondernemingen die voor hun bedrijfsactiviteiten penningen gebruiken (bijvoorbeeld casino's), zou worden verstoord. Daartoe wordt in artikel 5, lid 2, voorgesteld dat medailles en penningen die niet aan de regels voldoen maar bij de inwerkingtreding van deze verordening reeds bestonden, pas behoeven te worden vervangen aan het eind van hun levensduur, maar uiterlijk eind 2012. Deze penningen moeten echter wel volgens de geldende nationale procedures worden geregistreerd en gemeld aan het ETWC. In sommige gevallen is een dergelijke registratie niet nodig omdat als gevolg van nationale wetgeving of gebruiken geen op euromunten lijkende medailles of penningen bestaan.

Artikel 6 verplicht de lidstaten ertoe de nodige maatregelen te treffen om de goede tenuitvoerlegging van de voorgestelde verordening te waarborgen door middel van passende sancties die uiterlijk in januari 2005 worden goedgekeurd en die aan de Commissie worden medegedeeld.

Artikel 7 beperkt de toepasselijkheid van de verordening tot de deelnemende lidstaten, in overeenstemming met de gebruikte rechtsgrond, namelijk artikel 123, lid 4, van het EG-Verdrag. Zoals bijvoorbeeld ook bij Verordening nr. 1338/2001 het geval was, is een tweede verordening nodig om de gevolgen van de voorgestelde verordening uit te breiden tot de niet-deelnemende lidstaten.