Toelichting bij COM(2008)779 - Etikettering van banden met betrekking tot hun brandstofefficiëntie en andere essentiële parameters

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Achtergrond van het voorstel

Motivering en doel van het voorstel


Aangezien het wegvervoer verantwoordelijk is voor 23% van de totale CO2-emissies [1], is het beperken van het energieverbruik en van de emissies van voertuigen een grote uitdaging voor de EU.In het Actieplan voor energie-efficiëntie [2] en de mededeling 'Groener vervoer' [3] is aangekondigd dat in 2008 een voorstel inzake de energie-etikettering van banden zou worden gedaan. Het doel van dit voorstel is een marktverschuiving teweeg te brengen in de richting van brandstofefficiënte banden, ook banden met lage rolweerstand genoemd.Een geïntegreerde benadering van de etikettering van banden garandeert dat gestandaardiseerde informatie wordt verstrekt, niet alleen over de brandstofefficiëntie maar ook over de grip op nat wegdek en de rolgeluidemissies, zodat consumenten en eindgebruikers een geïnformeerde keuze kunnen maken. De etikettering heeft tot doel marktkrachten in beweging te brengen welke leiden tot een dynamische verbetering van alle parameters die verder reikt dan de minimum-typegoedkeuringseisen (de procedure voor toegang tot de EU-markt).

Algemene context


Aangezien banden 20 à 30% van het totale brandstofverbruik van een voertuig vertegenwoordigen, spelen ze een belangrijke rol in het terugdringen van het energieverbruik en de emissies van het wegvervoer. Dit brandstofverbruik is te wijten aan de rolweerstand van banden, die hoofdzakelijk het gevolg is van hysteresische verliezen (energieverliezen ten gevolge van het opwarmen en vervormen van de wielen tijdens het rijden). Nieuwe technologieën maken het mogelijk de rolweerstand te verkleinen. Momenteel varieert de rolweerstand van verschillende categorieën banden met bijna 100%. Voor personenauto's betekent dit een verschil in brandstofverbruik tot 10% tussen de banden met de kleinste en die met de grootste rolweerstand.Uit studies blijkt dat brandstofefficiënte banden ook rendabel zijn: de meerprijs van banden met een lagere rolweerstand wordt gecompenseerd door de brandstofbesparing die ze tijdens hun levensduur opleveren. Zowel de consument als de maatschappij in het algemeen hebben dus belang bij deze banden, omdat ze de brandstofkosten en de emissies van het wegvervoer doen dalen. Dit kan een indrukwekkend effect hebben op EU-niveau: uit de externe studie die in het kader van de effectbeoordeling is uitgevoerd, blijkt dat jaarlijks 0,56 tot 1,51 miljoen ton emissies kunnen worden bespaard, afhankelijk van de snelheid waarmee de markt voor deze banden zich ontwikkelt. Dit stemt overeen het uit het verkeer nemen van 0,5 tot 1,3 miljoen personenauto's in de EU (3 tot 8% van het aantal nieuwe geregistreerde personenauto's).Op de 'orginal equipment'-markt [4] zijn de autofabrikanten steeds de motor geweest achter de verbeteringen van de rolweerstand van banden, en dat zal ook in de toekomst zo blijven. Zij hebben er immers alle belang bij hun voertuigen uit te rusten met brandstofefficiënte banden omdat ze op die manier gemakkelijker kunnen voldoen aan de emissie-eisen van de typegoedkeuringswetgeving. In de verordening inzake de algemene veiligheid van motorvoertuigen [5] zullen minimumeisen inzake rolweerstand worden vastgesteld, waardoor de banden die het slechtst presteren op het vlak van brandstofefficiëntie zullen worden verboden. Door een gebrek aan informatie voor eindgebruikers, met name op de vervangingsmarkt, zullen deze twee stimulansen echter niet volstaan om de vereiste marktverschuiving teweeg te brengen.Op de vervangingsmarkt [6], die 78% van de bandenmarkt vertegenwoordigt, hebben consumenten en bedrijven geen toegang tot objectieve informatie over de rolweerstand. Zij kunnen dus niet de afweging maken tussen de hogere aankoopprijs van banden met lage rolweerstand en de brandstofbesparing die dergelijke banden opleveren. Uit marktonderzoek is gebleken dat er bij de consument wel degelijk interesse bestaat voor het kopen van brandstofefficiënte banden.De prestaties van banden zijn afhankelijk van verschillende parameters die elkaar onderling beïnvloeden. Het verbeteren van één parameter, bijvoorbeeld de energie-efficiëntie, kan negatieve gevolgen hebben voor andere parameters, zoals de grip op nat wegdek. Het verbeteren van de grip op nat wegdek kan dan weer een negatieve impact hebben op de rolgeluidemissies. De grip op nat wegdek en de rolgeluidemissies kunnen sterker worden verbeterd dan de minimumeisen van de typegoedkeuringswetgeving voorschrijven [7]. Het is dan ook in het belang van de maatschappij om, naast de rolweerstand, ook de optimalisering van deze twee parameters te stimuleren.De suboptimale marktverschuiving in de richting van brandstofefficiënte banden, die het gevolg is van een gebrek aan informatie, kan worden verbeterd door een etiketteringsregeling voor banden op EU-niveau. Deze regeling stelt de consumenten in staat een geïnformeerde keuze te maken, waardoor bandenfabrikanten worden aangemoedigd om hun producten te verbeteren, en draagt bij tot de bewustmaking rond dit thema.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Het voorstel inzake de etikettering van banden maakt deel uit van een geïntegreerde benadering die tot doel heeft het brandstofverbruik en de emissies van het wegverkeer te doen dalen. Dit voorstel is gericht op de vraagzijde en vormt een aanvulling op de typegoedkeuringswetgeving voor banden, die op de aanbodzijde gericht is omdat er minimumeisen voor fabrikanten in zijn vastgesteld. De in het voorstel voor een verordening inzake de algemene veiligheid van motorvoertuigen vastgestelde minimumeisen inzake rolweerstand, grip op nat wegdek en rolgeluidemissies, die in oktober 2012 van kracht zullen worden, garanderen een standaardkwaliteit voor banden. De etiketteringsregeling is de motor achter verbeteringen die verder gaan dan deze minimumeisen. In de context van de toegenomen concurrentie op de bandenmarkt zal deze regeling voor een gelijk speelveld zorgen en de fabrikanten de mogelijkheid bieden om profijt te trekken van productdifferentiëring, zodat de concurrentie niet alleen op de prijs gebaseerd is, maar ook op de kwaliteit van de producten. Door deze regeling zullen de op reputatie gebaseerde hinderpalen voor nieuwe marktdeelnemers waarschijnlijk ook verdwijnen. De O&O-investeringen van de bandensector zullen beter renderen omdat consumenten en eindgebruikers toegang krijgen tot objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over bandenparameters.Geharmoniseerde en nauwkeurige beproevingsmethoden zijn van essentieel belang om vergelijkbare informatie over bandenparameters op te stellen. Om de administratieve lasten en de beproevingskosten voor de fabrikanten te doen dalen, moeten dezelfde beproevingsmethoden worden gebruikt als die welke zijn gedefinieerd in de wetgeving inzake de typegoedkeuring van banden.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU


De etiketteringsregeling zal tot een groter aanbod van brandstofefficiënte banden leiden, wat bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstelling van 20% energiebesparing tegen 2020, die in het Actieplan voor energie-efficiëntie [8] is vastgesteld en vervolgens door de Raad Energie en door het Europees Parlement is onderschreven [9].Het voorstel spoort met de herziene strategie van de Commissie inzake CO2-emissies van personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen [10] en de input van de CARS 21-groep op hoog niveau [11]. Deze strategie is gebaseerd op een geïntegreerde benadering voor het bereiken van de doelstelling van 120g CO2-emissies per kilometer tegen 2012, waarbij 130g/km wordt bereikt via een wetgevingsinstrument inzake de emissies van personenauto's, gemeten bij de typegoedkeuring [12], en nog eens 10g/km of gelijkwaardig via een lijst aanvullende maatregelen, zoals het stimuleren van brandstofefficiënte banden. De erkenning van de etiketteringsregeling voor banden zal ook toenemen door synergieën met het herziene voorstel inzake informatie over personenauto's [13].Aangezien het stimuleren van een marktverschuiving naar brandstofefficiënte banden investeringen in O&O aanmoedigt, een gelijk speelveld voor alle marktdeelnemers creëert en de koolstofvoetafdruk van het wegverkeer doet afnemen en dus bijdraagt tot de beleidsdoelstelling inzake duurzame mobiliteit, spoort het met de Lissabonstrategie en de hernieuwde strategie inzake duurzame ontwikkeling.Een van de belangrijkste doelstellingen van het communautaire Lissabonprogramma voor de periode 2008-2010 [14] is het bevorderen van een 'een industriebeleid dat gericht is op duurzamere productie- en consumptiepatronen', zoals verder uitgewerkt in het actieplan inzake duurzame consumptie en productie en een duurzaam industriebeleid [15].Het etiketteren van banden speelt ook een belangrijke rol in de verwezenlijking van de in de EU-strategie voor het consumentenbeleid 2007-2013 [16] geformuleerde doelstelling 'Consumenten mondig maken', aangezien het de consumenten in staat stelt een geïnformeerde keuze te maken bij het kopen van vervangingsbanden.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Gedurende het hele proces zijn de meningen van belanghebbenden verzameld door middel van bilaterale vergaderingen en herhaaldelijk overleg met vertegenwoordigers van de lidstaten, ngo's, consumenten- en brancheverenigingen, de bandensector, wagenparkbeheerders, bandenhandelaars en autofabrikanten.- De eerste reacties werden verzameld tijdens de openbare raadpleging van het DG ENTR over geavanceerde veiligheid van motorvoertuigen, die in augustus 2007 werd gehouden en een voorstel bevatte voor de indeling van banden volgens categorieën van brandstofefficiëntie. Deze bepaling werd uiteindelijk uit het voorstel van ENTR geschrapt om een grondiger analyse mogelijk te maken, maar de feedback van deze raadpleging is toch in aanmerking genomen.- Op 21 april 2008 heeft een vergadering van de deskundigengroep met vertegenwoordigers van de bandensector plaatsgevonden om technische kwesties te verduidelijken.- Op 26 mei 2008 is een workshop met belanghebbenden georganiseerd. Het werkdocument, met vragen over diverse beleidskeuzes die tijdens de workshop werden behandeld, de antwoorden van de belanghebbenden en de notulen van de workshop, is gepubliceerd op de Europa-website.

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


De raadpleging van belanghebbenden heeft geholpen bij het vaststellen van beleidsopties en het mogelijke ontwerp van de etiketteringsregeling. In het algemeen waren alle respondenten tijdens het raadplegingsproces voorstander van de invoering van een etiketteringsregeling. Zij hebben echter voorbehoud gemaakt bij bepaalde technische punten:- Tijdens de eerste openbare raadpleging van ENTR werd benadrukt dat bij het ontwerpen van een etiketteringsregeling voor brandstofefficiënte banden moest worden vermeden dat de veiligheidsprestaties van de banden zouden verslechteren. De bandensector heeft ertoe opgeroepen rekening te houden met alle relevante parameters en heeft daarom het concept van een 'geïntegreerde benadering voor bandenprestaties' ontwikkeld. Teneinde rekening te houden met deze opmerking voorziet de etiketteringsregeling in een classificering op basis van verscheidene criteria.- De Commissie werd verzocht ambitieuzere brandstofefficiëntiecategorieën voor te stellen en dezelfde indeling te volgen als voor huishoudtoestellen (een schaal van A tot en met G) [17]. De externe studie werd gevolgd door uitgebreid onderzoek om de precieze stand van de techniek vast te stellen en na te gaan welk technologisch potentieel er bestaat voor verdere verbetering van de brandstofefficiëntie van banden en de bijbehorende productiekosten. Bij het opstellen van de brandstofefficiëntiecategorieën is rekening gehouden met de resultaten van dit onderzoek; de categorieën werden zodanig opgesteld dat categorie A veeleisend genoeg was om de marktverschuiving naar brandstofefficiëntie banden teweeg te brengen, maar tegelijk te garanderen dat deze banden rendabel blijven voor de eindgebruikers, m.a.w. dat de hogere aankoopprijs wordt gecompenseerd door de brandstofbesparing.- Sommige belanghebbenden hebben gevraagd om rolgeluidemissies op te nemen in de etiketteringsregeling. Als reactie daarop werden rolgeluidemissies, die oorspronkelijk niet waren opgenomen, toch meegenomen in de effectbeoordeling.- Ten slotte werd uitgebreid gediscussieerd over de vraag of het relevant was om C2- en C3-banden (banden die gemonteerd zijn op lichte en zware bedrijfsvoertuigen) op te nemen in de etiketteringsregeling. De wegvervoersbedrijven en hun federatie, de Internationale Wegvervoerorganisatie (IRU), hebben ertoe opgeroepen deze bandencategorieën op te nemen in de etiketteringsregeling. Aangezien uit de effectbeoordeling bleek dat aanzienlijke brandstofbesparingen op deze markten mogelijk waren, werd besloten deze bandencategorieën in het wetgevingsvoorstel op te nemen.

Van 28.4.2008 tot en met 30.5.2008 heeft een openbare raadpleging via internet plaatsgevonden. De Commissie heeft 14 reacties ontvangen. De resultaten kunnen worden geraadpleegd op ec.europa.eu/energy/demand/legislation

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden


Het European Policy Evaluation Consortium kreeg de opdracht om tussen december 2007 en juli 2008 een externe studie uit te voeren, die als input voor de effectbeoordeling is gebruikt.

Gebruikte methode


De studie besteedde aandacht aan de technische achtergrond waarop het ontwerp van een etiketteringsregeling is gebaseerd, inclusief de afweging tussen bandenparameters, marktstructuur en kosten-batenanalyse.Het specifieke ontwerp van de bandencategorieën met betrekking tot brandstofverbruik en grip op nat wegdek is onder meer gebaseerd op de volgende factoren: (1) de stand van de techniek, (2) de productiekosten om een bepaald niveau van rolweerstand of grip op nat wegdek te bereiken in vergelijking met de brandstofbesparingen of verbeteringen van de veiligheid bepalen het (3) niveau van kostenefficiëntie dat de markt naar redelijke verwachtingen zal bereiken, (4) de nauwkeurigheid van de testmethoden, wat een invloed kan hebben op de grootte van de schalen van de indeling.

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen


Vertegenwoordigers van de lidstaten, ngo's, consumenten- en brancheorganisaties, de bandensector, bandenhandelaars en autofabrikanten zijn geraadpleegd.

Ontvangen en gebruikte adviezen


Er zijn geen potentieel ernstige risico’s met onomkeerbare gevolgen gesignaleerd.

De technische input en de kosten-batenanalyse maakten deel uit van de effectbeoordeling.

Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek


De externe studie kan worden gedownload op: ec.europa.eu/energy/demand/legislation

Effectbeoordeling


In de effectbeoordeling werden de volgende beleidsopties ter bevordering van een marktverschuiving naar brandstofefficiënte banden beoordeeld:Optie 1: geen EU-maatregelen. Dit basisscenario omvat de vaststelling van minimumeisen voor rolweerstand, zoals voorgesteld in de verordening inzake de algemene veiligheid van motorvoertuigen, en bestaande stimulansen voor autofabrikanten om hun voertuigen uit te rusten met brandstofefficiënte banden teneinde lagere emissieniveaus te bereiken dan die welke in de typegoedkeuringsprocedure zijn vastgesteld.Optie 2: etiketteringsregeling met 1 criterium voor banden van personenauto's (C1-banden), namelijk brandstofefficiëntie, en minimumeisen voor andere parameters (grip op nat wegdek en rolgeluidemissies). Optie 3: etiketteringsregeling met 2 criteria voor C1-banden, namelijk brandstofefficiëntie en grip op nat wegdek, en minimumeisen voor rolgeluidemissies.Optie 4: etiketteringsregeling met meerdere criteria voor C1-banden, namelijk brandstofefficiëntie, grip op nat wegdek en rolgeluidemissies.Optie 5: uitbreiding van de etiketteringsregeling voor C1-banden (optie 2, 3 of 4) tot C2- en C3-banden.Optie 6: economische instrumenten en openbare aanbestedingen.Uit de vergelijking van de beleidsopties blijkt dat de voordelen van een etiketteringsregeling met meerdere criteria voor C1-banden (optie 4) het grootst zijn als de regeling ook wordt uitgebreid tot C2- en C3-banden (optie 5). In vergelijking met optie 2 (etiketteringsregeling met 1 criterium) verloopt de marktpenetratie van brandstofefficiënte banden trager, maar dit wordt gecompenseerd door de toegenomen veiligheid. De uitbreiding van de etiketteringsregeling tot C2- en C3-banden zou leiden tot een veel grotere totale brandstofbesparing.

De Commissie heeft een effectbeoordeling uitgevoerd die in het werkprogramma is opgenomen. Het verslag kan worden geraadpleegd op: ec.europa.eu/governance/impact/cia_2008_en.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


Het voorstel heeft betrekking op het opzetten van een etiketteringsregeling voor bandenparameters, waaronder brandstofefficiëntie, grip op nat wegdek en rolgeluidemissies, voor C1-, C2- en C3-banden (banden voor personenauto's, lichte en zware bedrijfsvoertuigen). Op basis van deze regeling worden prestatiecriteria van banden ingedeeld in categorieën en vermeld op het etiket. Aldus wordt geharmoniseerde en gemakkelijk begrijpbare informatie gegeven aan de consumenten, bedrijven en detailhandelaars. Deze regeling garandeert dat de informatie via diverse media (elektronisch, catalogi, stickers) aan de eindgebruikers wordt meegedeeld.

Rechtsgrondslag


De rechtsgrondslag voor dit voorstel is artikel 95 van het Verdrag.

Subsidiariteitsbeginsel


Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt.

Zoals reeds benadrukt in verband met de tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake informatie over personenauto's [18], vormt het bestaan van 27 verschillende etiketteringsregelingen een grote last voor de fabrikanten, die hun producten op verschillende manieren moeten etiketteren naar gelang van het land waarin ze worden verkocht. Dit is niet bevorderlijk voor de vereiste marktverschuiving. De verschillen tussen de etikettering van producten zorgen voor verwarring bij de consument en verhinderen hem om een geïnformeerde keuze te maken. Bovendien hebben de lidstaten, consumentenverenigingen en de bandensector te kennen gegeven voorstander te zijn van een geharmoniseerde etiketteringsregeling.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt.

Een geharmoniseerde etiketteringsregeling zal de administratieve last voor de lidstaten en de bandensector verlichten, versnippering van de interne markt voorkomen en een gelijk speelveld voor iedereen tot stand brengen.

Het toepassingsgebied van het voorstel blijft beperkt tot de harmonisering van productinformatie; de tenuitvoerlegging en het markttoezicht vallen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Het voorstel gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van het wetgevingsvoorstel te bereiken. Om de kosten voor de bandenfabrikanten te beperken, wordt gebruik gemaakt van dezelfde tests als in de typegoedkeuringsprocedure. Vrijwillige aangifte zal leiden tot een verdere beperking van de kosten, die in het slechtste geval op 0,03 euro per band worden geschat. Het voorstel voorziet ook in de ontwikkeling van een sticker waarop het etiket in een verstaanbaar en taalonafhankelijk formaat wordt weergeven. Om de logistiekkosten tot een minimum te beperken, wordt gebruik gemaakt van pictogrammen die garanderen dat de etiketten verstaanbaar zijn zonder dat de bandensector of de bandenhandelaars een speciale sticker in alle officiële EU-talen hoeven aan te brengen. Op het internet is aanvullende informatie over de etiketten beschikbaar in de relevante talen. De begrijpelijkheid van de etiketten wordt ook vergroot door gebruik te maken van een lay-out die vergelijkbaar is met die welke in het kader van de richtlijn voor energie-etikettering van huishoudtoestellen wordt gebruikt.

De etikettering van banden hoeft niet te leiden tot een prijsstijging. Er zullen nog steeds budgetvriendelijke banden worden aangeboden in de handel; het enige verschil is dat de consumenten nu objectieve informatie over de kwaliteit van de banden krijgen, zodat de concurrentie niet alleen gebaseerd is op de prijs maar ook op de prestaties van de banden.

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: richtlijn.

Andere instrumenten zouden om de volgende redenen ongeschikt zijn.Markttoezicht en naleving van de richtlijn zijn van cruciaal belang om het succes van de regeling te garanderen. De lidstaten moeten daarom hun eigen toezichtsprocedures opstellen. Bewustmakingscampagnes op nationaal niveau om de etiketteringsregeling uit te legen, worden beter gericht tot eindgebruikers en consumenten. Daarom wordt voorgesteld een richtlijn vast te stellen, die in de wetgeving van de lidstaten moet worden omgezet.Het voorstel is opgezet volgens een 'opsplitsing in twee niveaus', waarbij de fundamentele bepalingen van de richtlijn volgens de medebeslissingsprocedure worden vastgesteld, terwijl de technische specificaties en de aanpassing aan de technische vooruitgang worden vastgesteld volgens de comitéprocedure, overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Europese Economische Ruimte


De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

E-