Toelichting bij COM(2009)268 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 998/2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Dit voorstel van de Commissie heeft tot doel Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad [1] te wijzigen,

Het wordt ondersteund door een werkdocument van de diensten van de Commissie over de effectbeoordeling van de herziening van Verordening (EG) nr. 998/2003.

Wettelijk kader

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 998/2003 moeten als gezelschapsdier gehouden honden, katten en fretten die met hun eigenaar meereizen naar een andere lidstaat, vergezeld gaan van een paspoort of – in het geval van invoer – van een certificaat, waaruit blijkt dat zij een geldige vaccinatie tegen rabiës hebben ondergaan ('algemene regeling'). Met ingang van 3 juli 2011 is een elektronische identificatie voor honden, katten en fretten verplicht.

Met het oog op de bijzondere situatie ten aanzien van rabiës in Ierland, Malta, Zweden en het Verenigd Koninkrijk ('het VK') is bij Verordening (EG) nr. 998/2003 een overgangsperiode vastgesteld waarin voor de binnenkomst van honden en katten in die lidstaten strengere voorschriften gelden.

Gedurende dezelfde overgangsperiode mogen Finland, Ierland, Malta en Zweden en het VK de binnenkomst van gezelschapsdieren op hun grondgebied afhankelijk stellen van aanvullende voorschriften voor de lintworm Echinococcus en teken.

Aanvankelijk zou de overgangsperiode tot en met 3 juli 2008 duren. Zoals aanbevolen in het op 8 oktober 2007 overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 998/2003 goedgekeurde verslag van de Commissie, werd de overgangsperiode tot en met 30 juni 2010 verlengd bij Verordening (EG) nr. 454/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 998/2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren, wat betreft de verlenging van de overgangsperiode[2].

Probleemstelling

Met het oog op de vaststelling van de regeling die overeenkomstig artikel 23 van Verordening (EG) nr. 998/2003 vanaf 1 juli 2010 voor de artikelen 6, 8 en 16 van die verordening zal gelden, heeft de Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd op basis van haar verslag, waarbij zij rekening heeft gehouden met diverse adviezen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) over het risico van de insleep van rabiës, Echinococcus en teken in de vijf lidstaten door de intrekking van de nationale voorschriften, alsook met verscheidene recente gedachtewisselingen met belanghebbende partijen.

In de door EFSA vastgestelde adviezen werd geconstateerd dat in bepaalde lidstaten de prevalentie van rabiës onder de populatie van gezelschapsdieren niet onbeduidend is, hetgeen verband houdt met de rabiëssituatie van in het wild levende dieren. Voorts heeft de EFSA aanbevolen om risicobeperkende maatregelen uit te voeren ten aanzien van het verkeer van gezelschapsdieren uit die lidstaten.

De rabiës in die lidstaten wordt voornamelijk verspreid door in het wild levende dieren. Veldexperimenten hebben aangetoond dat door de uitbanning van rabiës onder in het wild levende dieren als gevolg van intensieve programma's voor orale vaccinatie van deze dieren, de ziekte bij huisdieren afneemt. De Commissie heeft een aantal programma's goedgekeurd om rabiës in die lidstaten met wortel en tak uit te roeien en is voornemens de EU-steun ten behoeve van de nationale programma's op het grondgebied van die lidstaten eind 2011 te beëindigen.

In het licht van de adviezen van de EFSA en de door de Gemeenschap ondersteunde programma's dient de overgangsmaatregel van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 998/2003 te worden verlengd tot en met 31 december 2011.

Voorts volgt uit de adviezen van de EFSA betreffende echinokokkose en teken dat zij aan de hand van de beschikbare gegevens niet in staat was om een bijzondere status van de vijf lidstaten die de overgangsregeling toepassen, met betrekking tot bepaalde teken en de lintworm Echinococcus multilocularis aan te tonen en het risico van de insleep van ziekteverwekkers door het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren te kwantificeren. .

Niettemin moet om redenen van samenhang eveneens de overgangsmaatregel van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 998/2003 tot en met 31 december 2011 verlengd worden.