Toelichting bij COM(2001)577 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2001)577 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel.
bron COM(2001)577 NLEN
datum 09-10-2001
Het in het Verdrag van Amsterdam vervatte streven geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen betekent een belangrijke factor in het kader van de Europese integratie. Voortbouwend op het Verdrag van Maastricht zijn er voorts nieuwe bevoegdheden aan de Europese Gemeenschap toegekend om maatregelen te nemen op het gebied van het immigratiebeleid, met name wat betreft de voorwaarden voor toelating en verblijf van onderdanen van derde landen. In de conclusies van de buitengewone Europese Raad van Tampere betreffende de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid binnen de Europese Unie is gewezen op het belang van een eerlijke behandeling van derdelanders die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven. De noodzaak van een doeltreffender beheer van de migratiestromen en de illegale immigratie en het belang van doeltreffende controle aan de buitengrenzen als noodzakelijk complement van deze beleidsmaatregelen werden eveneens benadrukt.

Naar aanleiding van het Actieplan van Wenen ter uitvoering van het Verdrag van Amsterdam en de richtsnoeren van Tampere stelt de Commissie binnen dit nieuwe institutionele kader maatregelen voor om reis- en verblijfsdocumenten beter te beveiligen.

De vaststelling van Verordening (EG) nr. 1683/95 van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel betekende een stap in de richting van de volledige harmonisatie van het visumbeleid.

Artikel 2 van deze verordening (die is gebaseerd op het voormalige artikel 100C, lid 3, van het EG-Verdrag) luidt als volgt: 'Bijkomende technische specificaties die het namaken en het vervalsen van het visum bemoeilijken, worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 6'. De Commissie heeft uit hoofde van deze bevoegdheid op 7.2.1996  i en op 27.12.2000  i twee beschikkingen vastgesteld betreffende bijkomende technische specificaties voor het uniforme visummodel.

Met het oog op de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam en de integratie van het Schengen-acquis in het kader van het Verdrag acht de Commissie het nodig bijkomende maatregelen te treffen met het oog op de veiligheid, zoals gemeenschappelijke bepalingen inzake de technische methoden en normen die moeten worden gehanteerd bij de invulling van het visum volgens het uniforme model.

Het geharmoniseerde stelsel van veiligheidskenmerken zal verdere waarborgen bieden tegen namaak en vervalsing en zo nodig de snelle invoering van nieuwe veiligheidskenmerken mogelijk maken. Door namaak en vervalsing van reis- en verblijfsdocumenten te verhinderen, wil de Commissie het veiligheidsniveau verder verhogen, hetgeen zowel in het Verdrag als door de Raad van Tampere als doelstelling wordt aangegeven.

Na de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten heeft zowel de Raad (JBZ) van 20.9.2001 als de Europese Raad van 21.9.2001 erop gewezen dat de Europese Unie onmiddellijk maatregelen moet nemen.

De lidstaten zijn van oordeel dat de bestaande veiligheidsnormen verder moeten worden verhoogd en dat er een strategie moet worden uitgestippeld waarbij gebruik wordt gemaakt van moderne technologieën om niet alleen fraude met documenten maar ook het frauduleuze gebruik ervan te bestrijden door een duidelijker verband tot stand te brengen tussen de houder en het visum.

Met dit voorstel wil de Commissie concrete maatregelen treffen, met het oog waarop zij voorstelt het comité inzake het uniforme visummodel de bevoegdheid te geven technische maatregelen te nemen inzake:

- de integratie van een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde foto teneinde een duidelijker verband tot stand te brengen tussen houder en visum,

- de mogelijkheid om de kleuren van het visum te veranderen indien dit om vervalsingen te verhinderen, dringend noodzakelijk is.

Dit vertegenwoordigt de eerste concrete stap in de richting van de integratie van verdere geavanceerde veiligheidsmaatregelen, die moeten worden ontwikkeld met gebruikmaking van nieuwe technologieën. Daartoe zal de Commissie in samenwerking met het comité de toekomstige ontwikkelingen van nabij volgen en eventueel noodzakelijk geachte voorstellen tot wijziging van de wetgeving overwegen.

De integratie van een foto zal voorts de mogelijkheid openen van opslag en retrieval in een toekomstig informatiesysteem betreffende visa.

De bevoegdheid om het voorstel in technisch opzicht uit te voeren, zal worden toegewezen aan de Commissie, die zal worden bijgestaan door het bij artikel 6 van Verordening 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel in het leven geroepen comité, en wel in overeenstemming met de in artikel 5 van Besluit 1999/468/EG  i vastgestelde procedure en overeenkomstig artikel 7 van dat besluit. De technische specificaties om de documenten in overeenstemming te brengen met de vereiste veiligheidsnormen zullen volgens deze procedure worden vastgesteld. Door deze werkwijze zal tevens worden gezorgd voor een voortdurende controle door technische deskundigen en voor eventueel noodzakelijke aanpassingen aan nieuwe situaties.

Bij dit voorstel wordt het voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel van 23.3.2001 (2001/0080 (CNS)) gewijzigd; tevens bevat het een geconsolideerde versie van alle aan te brengen wijzigingen. Voorts wordt in het voorstel rekening gehouden met de wensen die de lidstaten tijdens het onderhandelingsproces in de Raad te kennen hebben gegeven.

Artikelsgewijze toelichting



Artikel 1

In dit artikel worden de wijzigingen vermeld die moeten worden aangebracht in Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel; de uitvoerende bevoegdheden ten aanzien van de verordening worden toegewezen aan het bij artikel 6 van genoemde verordening opgerichte comité in overeenstemming met de regelgevingsprocedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG overeenkomstig artikel 7 van dat besluit.

Het comité dient niet alleen de nodige technische specificaties vast te stellen, maar ook de technische methoden en normen aan de hand waarvan de formulieren moeten worden ingevuld, en die verband houden met de beveiliging van het uniforme visummodel.

Ingevolge het tweede lid kan het comité de kleuren van het uniforme model in dringende gevallen wijzigen.

Er wordt een nieuwe alinea aan de Bijlage toegevoegd in verband met het aanbrengen van een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde foto op de linkerzijde van de zelfklever. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het bepaalde in het ICAO-document betreffende machineleesbare visa.

Er wordt een nieuwe alinea toegevoegd aan artikel 8 teneinde de lidstaten de nodige tijd te gunnen voor de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen - het zou immers om begrotings- en technische redenen onmogelijk zijn de foto terzelfder tijd in elk consulaat in het zelfklever te integreren.

Artikel 2

De gebruikelijke slotbepalingen.


2001/aaaa (CNS)