Toelichting bij COM(2000)570 - Standpunt van de EG betreffende een besluit van de gemengde commissie inzake wijziging van de sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie bij de Overeenkomst inzake onderlinge erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschapen Nieuw-Zeeland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

I. Achtergrond

1. De Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap (EG) en Nieuw-Zeeland werd door de Raad goedgekeurd bij besluit van 18 juni 1998  i en is in werking getreden op 1 januari 1999.

2. Op grond van artikel 12, lid 8, van de Overeenkomst hebben de partijen de algemene verplichting nieuwe of aanvullende overeenstemmingsbeoordelingsprocedures die gevolgen hebben voor een sector waarop een sectorbijlage van toepassing is, in het toepassingsgebied van de Overeenkomst op te nemen. De Gemeenschap heeft op 9 maart 1999 haar goedkeuring gehecht aan de nieuwe Richtlijn 99/5/EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, die sedert 8 april 2000 Richtlijn 98/13/EG vervangt. De sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie (ET-sectorbijlage) dient derhalve te worden gewijzigd, ten einde deze bijlage aan de nieuwe regelgeving in de Gemeenschap aan te passen.

II. Wijzigingen van de sectorbijlage betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie (ET)

3. Richtlijn 1999/5/EG betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur  i, waarbij Richtlijn 98/13/EG  i op 8 april 2000 werd ingetrokken, werd vastgesteld op 9 maart 1999. De bestaande ET-sectorbijlage bevat een verwijzing naar Richtlijn 98/13/EG en dient derhalve te worden geüpdatet ten einde deze bijlage aan de nieuwe regelgeving in de Gemeenschap aan te passen. De wijzigingen dienen meer in het bijzonder betrekking te hebben op:

- het ten opzichte van Richtlijn 98/13/EG gewijzigde toepassingsgebied van Richtlijn 99/5/EG;

- de gewijzigde overeenstemmingsbeoordelingsprocedures; en

- het gewijzigde verband met Richtlijn 73/23/EEG betreffende laagspanningsapparatuur en Richtlijn 89/336/EEG inzake elektromagnetische compatibiliteit.

4. De bestaande ET-sectorbijlage heeft geen betrekking op radiozenders. Het opnemen van de nieuwe Richtlijn in de bijlage heeft dus tot gevolg dat deze eveneens betrekking zal hebben op radioapparatuur. Overleg met de Nieuw-Zeelandse autoriteiten heeft geleid tot overeenstemming over zowel een toepasselijkheidsevenwicht door het van Nieuw-Zeelandse zijde opnemen van radioapparatuur als de wijzigingen welke in de ET-sectorbijlage dienen te worden aangebracht.

III. Besluitvormingsprocedures

5. Met betrekking tot dergelijke wijzigingen wordt in artikel 15, lid 4, van de Overeenkomst bepaald dat zij door de partijen in de gemengde commissie worden vastgesteld. Er is dus een besluit van de bij artikel 12 van de Overeenkomst ingestelde gemengde commissie nodig.

6. Met betrekking tot een besluit van de gemengde commissie wordt het standpunt van de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Besluit 98/509/EG van de Raad, vastgesteld door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, op voorstel van de Commissie.