Toelichting bij COM(2003)271 - Naar een wereldwijd partnerschap in de informatiemaatschappij: EU-standpunten voor de Wereldtop over de informatiemaatschappij van de VN (WSIS)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Avis juridique important

|
52003DC0271

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Naar een wereldwijd partnerschap in de informatiemaatschappij: EU-standpunten voor de Wereldtop over de informatiemaatschappij van de Verenigde Naties (WSIS) (Voor de EER relevante tekst) /* COM/2003/0271 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S - Naar een wereldwijd partnerschap in de informatiemaatschappij: EU-standpunten voor de Wereldtop over de informatiemaatschappij van de Verenigde Naties (WSIS) (Voor de EER relevante tekst)

1.

Inleiding



De Wereldtop over de informatiemaatschappij (WSIS: World Summit on the Information Society), die in december 2003 in Genève en in november 2005 in Tunesië zal plaatsvinden, is het allerbelangrijkste beleidsevenement op dit gebied sinds het begrip 'informatiemaatschappij' in het midden van de jaren negentig door de Europese Unie werd bedacht. Het doel is 'een gemeenschappelijke visie op en een gemeenschappelijk inzicht in de informatiemaatschappij te ontwikkelen en een strategisch actieplan voor samenwerking bij het realiseren van deze visie op te stellen' i. Deze top zal plaatsvinden op een moment waarop overal ter wereld wordt beseft dat de maatschappij als gevolg van snelle ontwikkelingen binnen de informatie- en communicatietechnologie over de gehele linie veranderingen doormaakt waarvan het einde nog niet in zicht is en die economische, sociale en culturele gevolgen hebben die verder strekken dan ooit voor mogelijk werd gehouden.

Deze ingrijpende veranderingen zijn al aan de orde gesteld op diverse andere internationale fora, zoals de G8 in het kader van het Handvest van Okinawa, de VN-besprekingen, en in het bijzonder door de oprichting van een taskforce voor digitale kanden of de ICT-taskforce van de VN. In de particuliere sector is het eveneens tot initiatieven gekomen, zoals het Economisch Wereldforum of de Global Business Dialogue over elektronische handel.

De visie van de EU op de informatiemaatschappij, die spreekt uit het beleid op talrijke gebieden zoals dat in het afgelopen decennium is vastgesteld, heeft wereldwijd de aandacht getrokken. Op zijn bijeenkomst van Lissabon in 2000 heeft de Europese Raad zich vastgelegd op de ontwikkeling van een op kennis gebaseerde economie. Dit besluit is niet onopgemerkt gebleven. De meeste landen zijn inmiddels bezig hun benaderingen voor het economisch en sociaal beleid te herzien en hebben belangstelling getoond voor de aanpak van de EU, in het bijzonder wat betreft eEurope, het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie, het beleid ten aanzien van onderzoek en technologische ontwikkeling, en het sociaal, economisch, onderwijs-, cultuur-, handels- en ontwikkelingsbeleid van de EU.

Bij de voorbereiding van de top hebben vele landen aangegeven te verwachten dat de Europese Unie een belangrijke rol zal gaan spelen, met name door inzicht te verschaffen in haar beleid ten aanzien van de informatiemaatschappij, ervaringen uit te wisselen en te beloven de ontwikkelingslanden en opkomende economieën op dit gebied terzijde te staan. De EU dient oog te hebben voor deze verwachtingen en aan te bieden haar aanpak met andere landen te delen en omgekeerd ook te leren van de ervaringen van haar partners waar ook ter wereld.

Het doel van deze mededeling is bij te dragen tot:

- de verduidelijking van de achtergronden door een beschrijving te geven van de hoofddoelstellingen van de WSIS en de belangrijkste kwesties voor de EU te inventariseren zodat de EU haar standpunt hierover kan bepalen;

- de coördinatie van de EU-bijdragen aan en de standpunten over de voorbereidingen voor de top en voor de top zelf;

- de opstelling van de uitgangspunten voor de Raad en het Europees Parlement voor conclusies die als grondslag voor het EU-standpunt bij de onderhandelingen over de WSIS-verklaring en het WSIS-actieplan zullen dienen.

2.

2. DE VOORBEREIDING VAN DE WSIS


Aanleiding voor de top is een resolutie i van de Internationale Telecommunicatie-unie (ITU) van 1998, die in januari 2002 nog eens door een resolutie i van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is bekrachtigd. In deze laatste resolutie worden alle relevante organisaties van de Verenigde Naties en intergouvernementele organisaties, met inbegrip van internationale en regionale instanties, alsmede niet-gouvernementele organisaties, de civiele samenleving en de particuliere sector, opgeroepen om actief deel te nemen aan de top en een doeltreffende bijdrage aan de top zelf en aan de voorbereiding ervan te leveren. De top zal plaatsvinden in twee fasen: bij de eerste fase, die in december 2003 in Genève zal plaatsvinden, treedt de Zwitserse regering als gastvrouw op, terwijl de tweede fase onder de hoede van de Tunesische regering in november 2005 in Tunis wordt georganiseerd. In deze mededeling wordt in de eerste plaats ingegaan op de voorbereidingen voor de eerste fase van de WSIS, de top in Genève dus.

Zoals gebruikelijk bij topconferenties van de VN zal ook de voorbereiding van de WSIS een regionale component omvatten met conferenties op alle continenten en diverse voorbereidingscommissies. Er zijn al vier regionale conferenties gehouden (in Bamako, Boekarest, Tokio en Punta Cana). Daarop zijn verklaringen vastgesteld over de voornaamste beleidspunten en -doelstellingen voor het betrokken continent op het stuk van de informatiemaatschappij. De Commissie heeft financiële steun verleend aan de regionale conferenties in Bamako en Punta Cana, respectievelijk voor de Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen, om de betrokken regio's te helpen met het voorbereidingsproces. De regionale conferenties hebben materiaal voor de voorbereidingscommissies opgeleverd.

De vergaderingen van de voorbereidingscommissie (PrepCom) zijn de belangrijkste evenementen waarop de betrokkenen - overheden, particuliere sector en civiele maatschappij - inhoudelijk ingaan op de voorbereiding van de WSIS. De eerste en de tweede PrepCom-vergadering werden in juli 2002, respectievelijk februari 2003 gehouden en de derde en laatste staat voor september 2003 gepland. In de laatste fase van het voorbereidingsproces zal het accent komen te liggen op de onderhandelingen over een politieke verklaring en een actieplan waaraan de staatshoofden en regeringsleiders op de top van Genève van 10-12 december 2003 hun goedkeuring moeten hechten.

Het voorbereidingsproces is behoorlijk ingewikkeld, niet alleen vanwege de brede waaier van onderwerpen die gedekt wordt door het begrip 'informatiemaatschappij', maar ook door de uiteenlopende belangen van regeringen, particuliere sector, civiele samenleving en internationale organisaties die bij dit proces betrokken zijn. Bovendien heeft de deelname van de civiele samenleving en de particuliere sector, waarvoor de regels van het VN-stelsel nog steeds in ontwikkeling zijn, tot procedurele moeilijkheden geleid.

De ontwikkeling van de informatiemaatschappij heeft in sommige delen van de wereld tot ongerustheid geleid. De maatschappelijke en culturele gevolgen van de informatiemaatschappij in termen van toegankelijkheid van informatie, transparantie, emancipatie van minderheden of politieke oppositie, baren sommige regeringen zorgen. Bovendien vinden bepaalde ontwikkelingslanden dat het onderliggende economische model gunstig is voor geïndustrialiseerde landen en zijn zij voornemens de openstelling van economie te koppelen aan handelsbesprekingen.

3.

3. DE UITDAGINGEN VAN DE INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN DE EU-AANPAK


In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de uitdagingen van de informatiemaatschappij. Deze gelden zowel voor de geïndustrialiseerde wereld als voor de ontwikkelingslanden en hebben betrekking op de aard en de kwaliteit van hun onderlinge betrekkingen. Daarom wordt een korte uiteenzetting gegeven van de EU-aanpak en -ervaringen die als referentiekader voor de voorgestelde EU-standpunten kunnen dienen.

4.

3.1. Uitdagingen voor de top


De realiteit van de informatiemaatschappij doet zich steeds sterker gevoelen. Dit wordt duidelijk aan de hand van vele concrete voorbeelden uit ons dagelijks leven. Maar de veranderingen beperken zich niet tot technologie: zij hebben een ingrijpend en wereldwijd karakter en impliceren nieuwe vormen van communicatie, nieuwe economische en sociale structuren en nieuwe vormen van governance. De economie groeit steeds meer uit tot een op kennis gebaseerde activiteit. Net zoals bij evolutieprocessen is de informatiemaatschappij een product van verschillende krachten met kansen die worden aangegrepen dan wel worden gemist.

De uitdagingen schuilen in de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op de informatiemaatschappij en een gemeenschappelijk inzicht, zowel in de rol van het individu en de staat daarin, als in de nieuwe governance-structuren die zullen ontstaan. Het is daarom noodzakelijk deze thema's, die door de verbreiding van de informatiemaatschappij een extra dimensie hebben gekregen, aan de orde te stellen.

Tegelijkertijd wordt de ontwikkeling van de informatiemaatschappij nog steeds belemmerd door technische hinderpalen, obstakels in de regelgeving en andere belemmeringen die uit de weg moeten worden geruimd om ten volle van de mogelijkheden te kunnen profiteren en er tegelijkertijd voor te zorgen dat in een passende regelgeving met de behoeften van de informatiemaatschappij en haar burgers rekening wordt gehouden. Door de toenemende globalisering van de informatiemaatschappij worden ook kwesties aan de orde gesteld die vanwege hun grensoverschrijdende karakter voor alle landen van de wereld relevant zijn, zoals veiligheid en wereldwijde governance.

De digitale kloof is het centrale thema van de top. De verbreiding van de informatie- en communicatietechnologie (ICT) houdt zowel uitdagingen als beloften op het gebied van maatschappelijke en economische ontwikkeling in. Dit wordt nergens zo duidelijk als in de armste landen van de wereld. De ICT biedt ruime mogelijkheden om de maatschappelijke en economische ongelijkheid te verminderen en duurzame lokale welvaart te scheppen om zo tot bredere ontwikkelingsdoelstellingen bij te dragen. Maar als de ontwikkeling van de informatiemaatschappij niet op de juiste wijze geschiedt kan zij leiden tot een verdere marginalisering van de armen en ontevredenen, waardoor aan de bestaande ongelijkheden een digitale dimensie wordt toegevoegd zodat deze zowel in de ontwikkelingslanden als in de geïndustrialiseerde wereld nog worden verscherpt.

5.

3.2. De EU-aanpak


Op de Europese Raad van Lissabon heeft de EU bevestigd dat de informatiemaatschappij een van haar beleidsprioriteiten is en heeft zij zich tot doel gesteld van de Unie de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken die in staat is duurzame economische groei te paren aan meer werkgelegenheid en meer sociale samenhang. De bijbehorende beleidslijnen en actieplannen hebben geleid tot een reservoir van ervaringen die de EU bereid is te delen.

De Europese Unie is in 2000 met het eEurope-initiatief gekomen als belangrijkste instrument voor het realiseren van de doelstellingen van Lissabon i. De doelstelling van dit initiatief was ambitieus: elke burger, elke school en elk bedrijf on line brengen en ten volle profiteren van de mogelijkheden van de nieuwe economie ten aanzien van groei, werkgelegenheid en maatschappelijke insluiting. Het recente actieplan eEurope 2005 (goedgekeurd voor de periode 2003-2005 op de Europese Raad van Sevilla in 2002) gaat nog een stapje verder in de richting van de ontwikkeling en het gebruik van een infrastructuur van wereldklasse voor gemoderniseerde overheidsdiensten. Dit plan legt de nadruk op het gebruik van ICT om overheidsdiensten productiever en toegankelijker te maken, een gunstig klimaat voor e-business te scheppen en een breedbandige informatie-infrastructuur te realiseren, ook in afgelegen of dunbevolkte gebieden, en het stimuleert een multiplatformbenadering die gericht is op het gebruik van alle beschikbare platforms (zoals pc's, mobiele telefoons en digitale tv's) om de toegang tot de informatiemaatschappij te verbreden.

Het wordt aangevuld met een nieuw regelgevingskader voor elektronische communicatie i, dat voordelen oplevert voor de consument, het bedrijfsleven en de overige betrokkenen door te zorgen voor een concurrerende omgeving voor het verlenen van elektronische communicatiediensten waardoor de investeringen en de innovatie worden gestimuleerd, ruimte voor prijsverlagingen wordt gecreëerd en het aanbod voor de consument wordt verruimd. Het nieuwe regelgevingskader versnelt de overgang op een kenniseconomie dankzij duidelijke en stabiele voorschriften die de zekerheid voor investeerders verhogen. Bovendien streeft de EU ernaar de investeringen in onderzoek en ontwikkeling en technologische innovatie uiterlijk in 2010 te hebben verhoogd tot 3% van het BBP i. Naast deze nieuwe instrumenten dragen het bestaande EG-beleid en bestaande EG-acties op uiteenlopende gebieden bij tot de ontwikkeling van het Europese model voor de informatiemaatschappij. Zij zijn in dit verband eveneens relevant en betreffen met name het auteursrecht, e-business, databescherming, transparantie, enz.

Diverse partnerlanden hebben belangstelling getoond voor de benadering van de EU i. Verschillende onder hen hebben het eEurope-initiatief als uitgangspunt voor de ontwikkeling van hun eigen strategie genomen. De Unie en haar partners zijn een dialoog gestart over beleid en regelgeving, die zijn natuurlijke vervolg heeft gekregen vindt in de vaststelling van samenwerkingsprogramma's. Dit is het geval voor partnerlanden van de EU in Azië i, Latijns-Amerika [9] en het Middellandse-Zeegebied i.
eEurope+ vastgesteld, dat door eEurope is geïnspireerd, en hebben de Noord-Europese landen een vergelijkbare strategie ontwikkeld. Ook Zuidoost-Azië en opkomende economieën zoals Brazilië, Mexico en Marokko hebben e-strategieën vastgesteld.
IT&C werkt sinds 1999 samen met ontwikkelingslanden in Azië en steunt projecten op gebieden zoals landbouw, onderwijs, gezondheid, vervoer, toerisme en elektronische handel.

[9] "@LIS" (Alliance for the Information Society), waartoe in 2002 in Sevilla het initiatief is genomen.

Deze samenwerkingsprogramma's omvatten demonstratieprojecten op de gebieden onderwijs, gezondheid, lokale governance en in bredere zin 'e-inclusie'. Aanvullende initiatieven zijn gericht op de versterking van onderzoek- en belanghebbendennetwerken tussen de EU en haar partners. De ervaring die in de Gemeenschap in samenwerking met opkomende landen is opgedaan, zou een vervolg kunnen krijgen in het kader van de dialoog met de landen die de Overeenkomst van Cotonou hebben ondertekend, zoals de ACS-EG-Raad heeft aanbevolen.

6.

4. EU-PRIORITEITEN VOOR DE POLITIEKE VERKLARING EN HET ACTIEPLAN VAN DE WSIS


Op 21 maart 2003 zijn ontwerpteksten voor de politieke verklaring en het actieplan vrijgegeven die op de topconferentie moeten worden goedgekeurd. Het gaat om verre van definitieve versies die op een open intergouvernementele redactionele vergadering in juli 2003 nog verder zullen worden bijgesteld. Niettemin werd de opzet van deze documenten tijdens het voorbereidingsproces formeel goedgekeurd en hebben zij voor deze mededeling als uitgangspunt gediend.

Voor de politieke verklaring en het actieplan die op de top moeten worden vastgesteld, is dezelfde opzet gekozen. Dit betekent dat beide teksten elkaar tot op zekere hoogte overlappen. Om wille van de duidelijkheid zijn in dit hoofdstuk beide documenten samen in beschouwing genomen. De EU-uitgangspunten worden apart vermeld en waar relevant worden suggesties gegeven voor het actieplan.

7.

4.1. Algemene overwegingen inzake de politieke verklaring en het actieplan


8.

4.1.1. Doelstelling van en visie op de politieke verklaring


Voor de EU moet de politieke verklaring tot doel hebben:

- overeenstemming te bereiken over een visie die als een gezonde basis kan fungeren voor een passend wereldwijd raamwerk en als referentie voor regionale en nationale beleidssporen en acties;

- kernbeginselen te formuleren die als basis kunnen dienen voor een akkoord over de belangrijkste kwesties die relevant zijn voor de wereldwijde informatiemaatschappij;

- een politieke boodschap over te brengen waarmee elk land en elk individu ertoe wordt opgeroepen de door de informatiemaatschappij geboden kansen te benutten.

Voorts moet bij de ontwikkeling van een open, inclusieve, duurzame en vreedzame informatiemaatschappij worden voortgebouwd op een kernverzameling van beginselen die fundamenteel zijn voor een democratische samenleving. Deze beginselen staan in de discussie over de informatiemaatschappij doorgaans niet bovenaan de agenda. Niettemin is de EU overeenkomstig haar basisdocumenten i van mening dat de volgende beginselen in de informatiemaatschappij strikt gerespecteerd en verder uitgebreid moeten worden:

- Het recht op vrije meningsvorming en meningsuiting overeenkomstig de bepalingen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN.

- Het recht op toegang tot informatie is een van de steunpilaren voor de totstandbrenging van een door vrijheid en gelijkwaardigheid gekenmerkte samenleving. Het op grote schaal delen en verspreiden van informatie en kennis vormt de sleutel tot wederzijds respect voor waarden in de wereld en tot een vreedzame en duurzame ontwikkeling van samenlevingen. Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met eigendomsrechten, waaronder intellectuele eigendom.

- Het recht op onderwijs, dat onder meer verankerd is in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en andere even essentiële instrumenten voor de uitbanning van de armoede en de bestrijding van alle vormen van discriminatie; in de informatiemaatschappij is een specifieke inspanning nodig om computervaardigheden bij te brengen.

- De bevordering van en het behoud van de culturele verscheidenheid, die verankerd is in de Universele Verklaring over Culturele Verscheidenheid van de Unesco i en gedefinieerd is als de vrijheid van meningsuiting, pluralisme van de media en de mogelijkheid voor alle culturen om toegang te krijgen tot uitdrukkings- en verspreidingsmiddelen, alsmede de noodzaak van interculturele uitwisseling.

- De bevordering van de vrede en de menselijke waardigheid door het gebruik van ICT, in het bijzonder door zich vast te leggen op de opbouw van een betere democratie op basis van meer transparantie, meer betrokkenheid en goede governance op nationale en lokale niveaus; het respecteren van de rechten van het individu, in het bijzonder wat betreft de ontwikkeling van de individuele capaciteiten, de bescherming van gegevens en de veiligheid.

- De ontwikkeling van de informatiemaatschappij met een ethische dimensie in de zin van een internetruimte waarbinnen universele ethische waarden zoals eerlijkheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid worden gehandhaafd.

9.

4.1.2. Doelstelling en kenmerken van het actieplan


Het doel van het actieplan is de gemeenschappelijke visie op en het gemeenschappelijke inzicht in de informatiemaatschappij, zoals die in de politieke verklaring zijn neergelegd, te implementeren. Voor de EU moet dit daarom:

- een inventarisatie van de prioriteiten omvatten om de politieke verklaring in de realiteit te vertalen;

- een inventarisatie van concrete en tastbare doelstellingen omvatten, waarmee de mogelijkheden van ICT kunnen worden benut ten behoeve van duurzame economische en sociale ontwikkeling, met name op het gebied van de bestrijding van de armoede en het analfabetisme in alle landen van de wereld, en waarmee wordt bijgedragen tot realisatie van de VN-millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling;

- als gemeenschappelijke referentie dienen voor de bijdragen van alle betrokkenen om aldus een geaccepteerd kader voor samenhangende en cumulatieve acties en synergieën te bieden;

- duidelijk aanwijzingen bevatten in termen van follow-up, monitoring en methoden.

De EU is in dit verband van mening dat bij de opstelling van het actieplan rekening moet worden gehouden met de volgende richtsnoeren:

- Bij het actieplan dient de nadruk te worden gelegd op een beperkte kernverzameling van beleidsprioriteiten die een duidelijke wereldwijde consensus weerspiegelen zodat het politieke steun krijgt en een kritische massa wordt bereikt in termen van activiteiten. Deze moeten zowel op nationale als op internationale niveaus in de formulering van beleid en programma worden geïntegreerd.

- Daartoe dient profijt te worden getrokken van de talrijke resultaten die al zijn bereikt en de schat aan ervaring die al is opgedaan. Het actieplan moet daarom uitdrukkelijk voortbouwen op de resultaten van bestaande ervaringen en kennis en er dient voor te worden gezorgd dat systematisch gebruik wordt gemaakt van uitwisseling van kennis en ervaring.

- Een sleutelfactor voor de omzetting van het actieplan in tastbare resultaten is dat alle betrokkenen, overheden, civiele samenleving en particuliere sector, hierbij worden betrokken en dat er daarbij een methode wordt gebruikt om de diverse spelers in staat te stellen een doeltreffende bijdrage te leveren. Met andere woorden: er is een definitie nodig van gemeenschappelijke doelstellingen en een gemeenschappelijke vertrekpunt om de synergie en samenhang tussen de initiatieven van de verschillende spelers te garanderen.

- Er moeten duidelijke aanwijzingen worden gegeven over de wijze waarop de afspraken zullen worden nagekomen aan de hand van een routekaart voor actie en een basis voor de evaluatie van de resultaten van de topconferentie op lange termijn. Bovendien blijkt uit de ervaring van de EU dat het van strategische belang is om zoveel mogelijk gebruik te maken van geharmoniseerde indicatoren en gemeenschappelijke meetmethoden om de vooruitgang te evalueren en benchmarking-operaties tussen landen en regio's mogelijk te maken.

10.

4.2. Kernbeginselen in het voorbereidingsproces


Bij de voorbereiding is een aantal afspraken gemaakt over beginselen waarop zowel de politieke verklaring als het actieplan moeten worden gestoeld. In deze paragraaf wordt een korte beschrijving gegeven van deze beginselen en worden voorstellen gedaan voor een EU-standpunt daarover.

11.

4.2.1. Basisomgeving, ontwikkeling van infrastructuur en toegang, opruimen van obstakels


In het EU-beleid zijn deze kwesties nauw met elkaar verweven en zij worden zij in het kader van eEurope gezamenlijk aangepakt. Dit betekent onder meer dat er behoefte is aan een raamwerk voor wet- en regelgeving dat bevorderlijk is voor investeringen, voor de populariteit van elektronische communicatiediensten onder het publiek, voor openheid en interoperabiliteit, alsmede voor de realisatie van een basisomgeving voor de ontwikkeling van een informatie-infrastructuur en -diensten door middel van een adequaat onderzoek- en innovatiebeleid.

Die faciliterende omgeving behelst ook het stimuleren van maatregelen die een 'prime pumping'-effect hebben op de ontwikkeling van nieuwe diensten en toepassingen. Dit zou kunnen leiden tot innovatieve partnerschappen tussen de openbare en de particuliere sector.

De uitdaging is om de mobilisatie van de marktkrachten te combineren met de noodzakelijke pioniersrol van de overheden met het oog op de realisatie van een geschikt raamwerk en het bevorderen van het solidariteitsmechanisme. Ontwikkelingslanden zouden kunnen profiteren van de totstandbrenging van passende regelgevings- en beleidskaders, onder meer op bijzondere gebieden die van belang zijn voor de consument, wiens vertrouwen in communicatiediensten een randvoorwaarde is voor de integratie van de ontwikkelingslanden in de internationale ICT-markt door middel van betere en goedkopere toegang tot informatietechnologie en communicatie dankzij een intensievere handel en hogere investeringen van de particuliere sector, met een lokaal karakter dan wel uit het buitenland afkomstig. Bovendien moeten landen worden aangemoedigd zich aan te sluiten bij de ITA-overeenkomst inzake de handel in informatietechnologieproducten en de markt voor basistelecommunicatievoorzieningen te liberaliseren en open te stellen voor meer concurrentie.

Voorstel voor het EU-standpunt voor de politieke verklaring:

- De ontwikkeling van regionale en nationale e-strategieën ondersteunen als kernonderdeel van de politieke verklaring van de WSIS.

Voorstel voor het EU-standpunt voor het actieplan:

- De ontwikkeling en implementatie van betrouwbare, transparante en niet-discriminerende raamwerken voor wet- en regelgeving voor elektronische communicatie stimuleren.

- Technische steun leveren voor e-strategieën en de daarvoor noodzakelijke regelgevingskaders realiseren.

- In het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda (DDA) landen aansporen zich aan te sluiten bij de ITA-overeenkomst inzake de handel in informatietechnologieproducten en de markt voor basistelecommunicatievoorzieningen te liberaliseren en open te stellen voor meer concurrentie.

12.

4.2.2. De rol van overheid, civiele samenleving en particuliere sector


Het succes van de wereldwijde verbreiding van de informatiemaatschappij is grotendeels afhankelijk van de inzet en betrokkenheid van alle spelers. De EU heeft hiervoor gezorgd bij de uitstippeling van haar eigen beleid. Daarom heeft de EU een duidelijk standpunt ingenomen en gestimuleerd dat de particuliere sector en de civiele samenleving volledig worden betrokken bij de voorbereiding van de topconferentie zelf. Met name in het actieplan moet deze benadering tot uitdrukking komen door een combinatie van maatregelen van nationale en supranationale overheden, en partnerschappen van uiteenlopende spelers.

De verbreiding van de informatiemaatschappij is voor een groot deel ook afhankelijk van de wijze waarop de lokale overheden hun taak vervullen als het eerste niveau van interactie tussen de burger en het publieke domein. Deze cruciale rol van de lokale overheden dient op de wereldtop erkenning te krijgen en het actieplan dient hun een speciale rol toe te bedelen.

Voorstel voor het EU-standpunt voor het actieplan:

- Ervoor zorgen dat alle spelers rechtstreeks worden betrokken bij de onderhandelingen over het actieplan en zich duidelijk vastleggen voor het follow-up proces.

- Initiatieven van betrokkenen steunen, met name de Top van de Steden die op 4 en 5 december in Lyon (Frankrijk) zal plaatsvinden.

13.

4.2.3. Capaciteitsopbouw


Wat capaciteitsopbouw betreft zal de EU zich voor de top richten op twee prioriteiten: e-leren en e-overheid, waarbij zal worden benadrukt dat het tevens noodzakelijk is aan capaciteitsopbouw te doen door samenwerking bij onderzoek en technologische ontwikkeling en door het stimuleren van opleidings- en mobiliteitsactiviteiten i.

Een sleutelfactor voor vooruitgang in de richting van de informatiemaatschappij is de ontwikkeling van het menselijk kapitaal. Met e-leren wordt de toegang tot leermiddelen en -diensten verbeterd, net als door wereldwijde uitwisseling en samenwerking. Het is een krachtig instrument voor persoonlijke ontwikkeling, voor het overbruggen van de digitale kloof, en voor het bevorderen van lokale inhoud en de linguïstische en culturele verscheidenheid. Het verbetert ook de voorwaarden voor permanente educatie, doordat mensen buiten het formele onderwijsproces worden bereikt en continue beroepsontwikkeling wordt gestimuleerd. Samen met traditionele vormen van onderwijs kan e-leren de ontwikkeling van de cognitieve en digitale vaardigheden stimuleren die nodig zijn om toegang te krijgen tot en gebruik te maken van kennis voor individuele en maatschappelijk relevante doeleinden. Een grootschalige verbreiding van computervaardigheden vormt, samen met universele toegang tot de ICT-infrastructuur, een essentiële factor voor het overbruggen van de digitale kloof.

Bij e-overheid moet het accent worden gelegd op efficiëntere dienstverlenging door de overheden en een beter beheer van de financiële, personele en openbare middelen en goederen op alle niveaus van de overheid, maar vooral op lokaal niveau, waarbij duurzaamheid, betrokkenheid, interoperabiliteit en transparantie gewaarborgd moeten zijn. De burger en het bedrijfsleven moeten centraal staan bij het ontwerpen van online-diensten die gemakkelijk toegankelijk zijn voor iedereen.

Voorstel voor het EU-standpunt voor de politieke verklaring:

- Brede politieke steun geven voor 'investeren in mensen', waarmee de weg wordt geplaveid voor een wereldwijde samenwerkingsbeweging in het veld.

- Bevorderen dat zowel vrouwen als jongeren bij dit proces worden betrokken.

- Profijt trekken van de voordelen van de ICT om bij te dragen tot een nauwere betrokkenheid en de emancipatie van minderheden en achterstandsgroepen.

Voorstel voor het EU-standpunt voor het actieplan:

- Een wereldwijd samenwerkingsinitiatief nemen op het gebied van e-overheid en e-leren.

14.

4.2.4. Vertrouwensopbouw en veiligheid


Veiligheid, bescherming van de privacy en de eigendom, en algemene governance in de betrokken sector zijn onmisbaar voor de ontwikkeling van het vertrouwen van de consument in de informatiemaatschappij. Dit is bijzonder relevant gezien de ongerustheid van de consument over verlies aan privacy, oneerlijke of onrechtmatige handelspraktijken, illegale en schadelijke inhoud en de bescherming van minderjarigen. Internetpiraterij is een ander bron van zorg voor het bedrijfsleven en de consument. De veiligheid van netwerken heeft zich ontwikkeld tot een kritische factor voor de continuïteit van de groei van de elektronische handel en het gebruik van nieuwe technologieën in bredere zin. Daarom dient meer aandacht te worden geschonken aan het verhogen van de betrouwbaarheid van systemen en toepassingen waarbij opslag en overdracht van gegevens plaatsvindt.

In een wereldwijde cultuur van computer- en netwerkbeveiliging is het van belang het juiste evenwicht te vinden tussen beveiligingsmaatregelen en de bescherming van de gegevens en privacy, en de introductie van nieuwe belemmeringen voor de handel te voorkomen. Tegelijkertijd is het de bedoeling om van de internetruimte een 'ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid' te maken. In dit verband dienen ook negatieve effecten van de digitale revolutie op de gelijkheid der seksen - zoals op ICT en media gebaseerd geweld tegen vrouwen, met inbegrip van strafbaar misbruik van ICT voor seksuele intimidatie, seksuele uitbuiting en handel in vrouwen en meisjes - te worden voorkomen en met alle beschikbare middelen te worden bestreden.

Communicatienetwerken omspannen de gehele wereld en de beveiligingsproblematiek maakt duidelijk dat er behoefte is aan hechtere internationale samenwerking en een gemeenschappelijke benadering. Ofschoon een groot aantal initiatieven enigszins aan de locale situatie moet worden aangepast, is het duidelijk dat er meer internationale samenwerking moet komen.

Om de veiligheid van netwerken en informatiesystemen in de EU te verbeteren heeft de Commissie onlangs een voorstel gedaan voor de oprichting van een Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging, dat als expertisecentrum voor computerbeveiligingskwesties moet dienen. Dit model zou kunnen worden gekoppeld aan andere internationale initiatieven waarmee de internationale samenwerking wordt verbeterd.

Voorstel voor het EU-standpunt voor de politieke verklaring:

- Het juiste evenwicht vinden tussen beveiligingsmaatregelen, vertrouwen en betrouwbaarheid, en bescherming van gegevens en de privacy.

- Voorkomen dat in deze sector nieuwe handelsbelemmeringen ontstaan of buitensporige verplichtingen worden opgelegd.

Voorstel voor het EU-standpunt voor het actieplan:

- Elk land verzoeken een centrum voor beveiligingskwesties op te richten en een open netwerk voor samenwerking tussen deze centra te vormen.

15.

4.2.5. ICT-toepassingen in de ontwikkelingssamenwerking


De EU beschouwt de ondersteuning en het gebruik van ICT niet zozeer als een prioritaire sector op zich, maar meer als een instrument om de doelstellingen ten aanzien van aandachtsgebieden en horizontale thema's van het nieuwe EG-ontwikkelingsbeleid te bereiken. De ICT dient niet onafhankelijk van zijn omgeving te worden beschouwd, maar als een onderdeel van een complete ontwikkelingsstrategie en een politieke dialoog met de begunstigde landen i. Een grote uitdaging bij de huidige veranderingen in verband met de revolutie in de informatiesector is e-inclusie. Onder e-inclusie worden activiteiten verstaan die gericht zijn op de verhoging van de samenhang binnen de context van de informatiemaatschappij, zoals toegang voor en deelname door iedereen, seksegerelateerde thema's, de toepassing van ICT in het dagelijks leven, op het werk, in het onderwijs en in de gezondheidszorg (e-gezondheidszorg). In het bijzonder zou met toepassingen van de e-gezondheidszorg een bijdrage kunnen worden geleverd aan de verhoging van de efficiëntie van gezondheidstoepassingen, de verbetering van de dienstverlening in de gezondheidszorg en een verhoging van de kwaliteit van de medische zorg.

De gereedschappen en instrumenten van de informatiemaatschappij kunnen een bijdrage leveren aan het bereiken van de VN-millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling ten aanzien van de bestrijding van de armoede en honger, de uitbanning van het analfabetisme, de verlaging van de kindersterfte, de verbetering van de positie van de vrouw, de verbetering van de gezondheid van moeders, de bestrijding van ziektes en de bevordering van duurzame ontwikkeling. Zij vormen evenwel ook een nieuwe uitdaging die verband houdt met de zogenaamde digitale kloof, de groeiende economische en sociale ongelijkheid als gevolg van de ongelijke kansen om toegang te krijgen tot deze gereedschappen en instrumenten.

Net als met andere uitdagingen op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking, is het besluit om deze nieuwe mogelijkheden te omhelzen een zaak van de ontwikkelingslanden en de betrokkenen, met name de lokale gemeenschappen, zelf. Het is essentieel dat zij zich zelf eigenaar kunnen blijven noemen. De internationale gemeenschap kan van haar kant een actieve rol spelen door te wijzen op de potentiële voordelen van nieuwe beleidsvormen en door belangstellende landen hulp te bieden bij het vaststellen van een passend beleid dat is afgestemd op hun eigen situatie en prioriteiten.

Daartoe heeft de Commissie in samenwerking met ander grote internationale organisaties, zoals de VN-ITU en de Wereldbankgroep, een specifiek proefproject opgezet voor capaciteitsopbouw op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie in ontwikkelinglanden. Het initiatief tot dit proefproject, dat zal bijdragen tot de ontwikkeling van een beter en meer door de landen zelf geleid ICT-beleid, vooral in de minst ontwikkelde landen (LDC's), is genomen door het Europees Parlement i.

Voorstel voor het EU-standpunt voor de politieke verklaring:

- Erkenning van de mogelijkheden van de ICT om bij te dragen tot het bereiken van de VN-millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.

Voorstel voor het EU-standpunt voor het actieplan:

- Een wereldwijd initiatief op het gebied van de e-gezondheidszorg ondersteunen.

- Een wereldwijde actie steunen die gericht is op het toepassen van de ICT voor het realiseren van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, met name door het integreren van de ICT in de ontwikkelingshulp.

- Het uitvoeren en verbreiden van proefprojecten op het gebied van capaciteitsopbouw in de informatie- en communicatietechnologie in de ontwikkelingslanden samen met de VN-ITU en andere internationale instellingen.

16.

4.2.6. Bevordering van de culturele en linguïstische verscheidenheid


De opkomst van een wereldwijd verknoopte kenniseconomie zal centraal staan bij het tot stand brengen van een wereldwijde samenwerkingscultuur waarbij diverse, verschillende maar met elkaar samenwerkende culturen zijn betrokken, waardoor de dreiging van culturele scheidslijnen wordt omgezet in een verrijking door culturele verscheidenheid.

Een 'inclusieve' informatiemaatschappij die gebaseerd is op het behoud en de bevordering van de verscheidenheid aan culturele expressievormen, is bevorderlijk voor het wederzijds begrip en respect. De ICT en de media kunnen samen de linguïstische en culturele diversiteit bevorderen, onder meer door de productie, distributie, verspreiding en toegankelijkheid van lokale inhoud te bevorderen. Zij kunnen ook het vermogen van de overheden om een daarop gericht actief beleid te ontwikkelen, bevorderen. In dit opzicht is de productie en verspreiding van geschikte lokale inhoud in de moedertaal van de gebruiker van fundamenteel belang.

Het globaliseringsproces, dat door de snelle ontwikkeling van de ICT in de hand wordt gewerkt, vormt weliswaar een uitdaging op het gebied van de culturele verscheidenheid, maar schept ook de voorwaarden voor een hernieuwde dialoog tussen de verschillende culturen en de bevordering van kennis en wederzijds begrip, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de vrede en stabiliteit. In dit verband is de EU verheugd over de vaststelling van de Universele Verklaring over Culturele Verscheidenheid van de Unesco in november 2001 en steunt zij de implementatie van het bijbehorende actieplan, onder meer wat de wenselijkheid van een internationaal instrument voor culturele verscheidenheid betreft.

De EU bevordert de deelname van de verschillende spelers aan de ontwikkeling van meertalige, betaalbare toepassingen die de kwaliteit van het bestaan over de gehele linie verbeteren, maar met name op gebieden zoals onderwijs en gezondheidszorg, zowel wereldwijd als op het niveau van de lokale gemeenschappen i. De bevordering van de culturele verscheidenheid en identiteit, met inbegrip van de ontwikkeling van een gevarieerd aanbod aan informatie-inhoud en de digitalisering van het educatieve, wetenschappelijke en culturele erfgoed, moet een hoge prioriteit krijgen in de ontwikkeling van de informatiemaatschappij. Het onderzoek naar de maatschappelijke en culturele gevolgen van de ICT dient te worden voortgezet.

Voorstel voor het EU-standpunt voor de politieke verklaring:

- Prioriteit toekennen aan de culturele en linguïstische verscheidenheid door de bevordering en verspreiding van en toegang tot lokale inhoud te bevorderen.

17.

4.3. EU-prioriteiten in aanvulling op de in het voorbereidingsproces vastgestelde kernbeginselen


In de verklaring en in het actieplan wordt al verwezen naar de in deze paragraaf genoemde kwesties. De EU wenst echter de nadruk te leggen op het belang ervan door hen als aanvullende prioriteiten te beschouwen die speciale aandacht behoeven.

18.

4.3.1. Governance in de informatiemaatschappij


De EU heeft altijd benadrukt dat er behoefte is aan een wereldwijde inclusieve benadering van de informatiemaatschappij waarbij de diverse spelers worden betrokken. Daarom is een faciliterende omgeving die gebaseerd is op de volwaardige deelname van de particuliere sector en de civiele samenleving, essentieel. Deze zou gericht moeten zijn op de bevordering van het ondernemerschap door het creëren van raamwerken voor wet- en regelgeving, alsmede op de bevordering van de acceptatie van de informatiemaatschappij door de burger.

Door de toenemende globalisering van de informatiemaatschappij worden talrijke kwesties aan de orde gesteld die vanwege hun grensoverschrijdende karakter voor alle landen van de wereld, met inbegrip van opkomende economieën en ontwikkelingslanden, relevant zijn, zoals veiligheid, gegevensbescherming, intellectuele eigendom, privacy en internet-governance; maar ook de wereldwijde, op samenwerking gerichte solidariteitsinspanningen, zoals de activiteiten van multilaterale organisaties, verhogen de synergie tussen publieke donoren en maken dat de ICT een hogere prioriteit in het ontwikkelingsbeleid krijgt. Terwijl sommige thema's al in wereldwijd verband aan de orde zijn gesteld, zijn andere problemen nog niet opgelost.

Voorstel voor het EU-standpunt voor de politieke verklaring:

- Bevestigen dat de ontwikkeling van de informatiemaatschappij een 'inclusief' proces moet zijn dat gebaseerd is op volwaardige deelname van alle landen; dit 'inclusieve' proces dient ook open te staan voor deelname van de particuliere sector en de civiele samenleving. Dit moet ook tot uitdrukking komen in de internationale instanties voor governance van de informatiemaatschappij, met inbegrip van internet-governance.

19.

4.3.2. Bevordering van de economische groei


Het belang van de communicatiesector schuilt in zijn rol als motor voor groei en in de uitstraling ervan op de overige sectoren van de economie. De EU heeft hier onlangs op ingespeeld en heeft diverse maatregelen getroffen om een gezondere groei in deze sector te waarborgen i.

Bedrijfsprocessen moeten worden aangepast zodat intensiever gebruik kan worden gemaakt van ICT. Dit is van groot belang met name voor het MKB en het overheidsbeleid dient hierop in te spelen. Het gebruik van digitale technologieën heeft, als dit samengaat met de invoering van nieuwe vormen van arbeidsorganisatie en passende training van werknemers, een versterkend effect op de rol van het bedrijfsleven bij de bevordering van het ondernemerschap, de verwerving van kennis en de modernisering van vaardigheden, hetgeen ten goede komt aan de productiviteit, de inkomens en de werkgelegenheid, en bijdraagt tot de verbetering van de werkomstandigheden. Bij wijze van stimulans voor de acceptatie van ICT kunnen de overheden steun verlenen aan de introductie van e-business, in het bijzonder door voorschriften voor e-business vast te stellen en van e-business gebruik te maken in het kader van hun contacten met het bedrijfsleven.

De productie van kennis is in hoge mate afhankelijk van de bescherming van de intellectuele eigendom, ook wanneer het om een digitaal formaat gaat. De economische spelers moeten worden gestimuleerd om in nieuwe producten en diensten te stimuleren en zij dienen zich voldoende beschermd te voelen, onder meer tegen piraterij en vervalsing. Tegelijkertijd is het van belang dat de wetgeving in passende uitzonderingen hierop voorziet, waardoor de verspreiding van beschermde werken wordt bevorderd, gelet op het algemene belang.

Voorstel voor het EU-standpunt voor de politieke verklaring:

- De particuliere sector nogmaals duidelijk maken dat de communicatiesector en in het bijzonder het gebruik van ICT een motor van economische groei blijft.

- Het ondernemerschap stimuleren als de basismotor voor de verbreiding van ICT in alle lagen van de samenleving.

Voorstel voor het EU-standpunt voor het actieplan:

- De realisatie van passende raamwerken voor elektronische handel bevorderen en de overheden stimuleren gebruik te maken van elektronische transacties in hun openbare aanbestedingsprocedures.

20.

4.3.3. Bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie


In het verleden is gebleken dat onderzoek en onderwijs een sleutelrol spelen in de ontwikkeling van de maatschappij. Een van de kernmechanismen is samenwerking bij onderzoek en technologische ontwikkeling door middel van de maatregelen van het zesde OTD-kaderprogramma, dat in belangrijke maatregelen voorziet om de onderzoekcapaciteit uit te bouwen door middel van internationale mobiliteit van onderzoekers en onderzoekstages. Daarnaast zijn O&O en innovatie strategische gebieden voor de ontwikkeling van nieuwe producten en toepassingen, waaronder lokaal relevante ontwikkelingen, die de sleutel vormen tot werkelijke acceptatie door de gebruikers. Deze activiteiten omvatten ook de bevordering van software met open broncode en interoperabele platforms.

Vanuit dit standpunt bezien hebben netwerken en netwerkdiensten (zoals Grids) zich in het recente verleden ontwikkeld tot een van de meest doeltreffende instrumenten voor de verspreiding van informatie en kennis, waardoor wordt bijgedragen tot een kruisbestuiving van ideeën. Met een wereldwijd initiatief zou de synergie van internetwerking kunnen worden verhoogd in termen van productie, rijkdom en distributie van informatie, in het bijzonder in het kader van de huidige koppeling van nationale onderzoek- en opleidingsnetwerken (NREN's). De EU kan bouwen op een lange ervaring op dit terrein, met name met het GEANT-netwerk en de uitbreiding daarvan door middel van samenwerkingsprogramma's (EUMEDIS, @LIS) naar ontwikkelingsregio's.

Voorstel voor het EU-standpunt voor het actieplan:

- De verbetering van de samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, innovatie en onderzoekstages ondersteunen.

- Een wereldwijd onderzoek- en opleidingsnetwerk ontwikkelen op basis van de ervaringen met GEANT.

21.

4.4. Strategieën, programma's en methoden voor de uitvoering van het actieplan


Het ontwerpactieplan bevat een aantal aanwijzingen over de wijze van en de middelen voor de tenuitvoerlegging van het actieplan die de volgende opmerkingen rechtvaardigen.

22.

4.4.1. Dialoog en partnerschap in de kern van het proces


De top zou de mogelijkheid moeten bieden om de dialoog en het (OTD-)partnerschap in het veld een nieuwe impuls te geven en nieuwe manieren van samenwerking en tenuitvoerlegging te verkennen waarbij wordt geprofiteerd van de deelname van de civiele samenleving en de particuliere sector aan het proces. Het actieplan moet immers een combinatie worden van acties van nationale en internationale overheidsorganisaties en van partnerschappen tussen diverse groepen van spelers op pragmatische grondslag. De uitdaging is om de mobilisatie van de marktkrachten te combineren met de noodzakelijke pioniersrol van de overheden met het oog op de realisatie van een geschikt raamwerk en het bevorderen van het solidariteitsmechanisme. In dit verband zal bij een kernverzameling van activiteiten het accent worden gelegd op de bevordering van wereldwijde e-strategieën die moeten leiden tot een faciliterende omgeving en een raamwerk voor alle te ontplooien activiteiten.

De particuliere sector dient door middel van partnerschappen met andere spelers hierbij te worden betrokken. Tevens kan deze overwegen bij wijze van investering nieuwe markten te ontginnen en zichzelf ertoe te verbinden tegen gunstige voorwaarden ICT-goederen en -diensten te leveren aan specifieke categorieën gebruikers, met name non-profit-organisaties die direct bij de armoedebestrijding zijn betrokken.

Volgens hetzelfde principe kan door de interactie met de civiele samenleving het vermogen worden verbeterd om de collectieve kennis- en know-how-verwerving te ontwikkelen. Dit zou kunnen gebeuren door netwerken van spelers op de diverse terreinen tot stand te brengen of door middelen vrij te maken van met name lokale overheden, lokale ondernemers en NGO's. Deze zouden kunnen worden ingezet voor de ontwikkeling van lokale gemeenschappen en vrijwilligersprogramma's en -activiteiten op internetgebied.

23.

4.4.2. Heroriëntering van de inspanning op basis van de WSIS-prioriteiten


Veel wordt verwacht van de opschaling van succesvolle lokale ICT-gerelateerde projecten op het gebied van prioritaire toepassingen zoals gezondheids- en onderwijsprogramma's waarbij wordt voortgebouwd op de ervaring. Geschikte mechanismen kunnen worden aangewend om dit proces in goede banen te leiden door 1) de uitbreiding van het project te vergemakkelijken, 2) een beperkt aantal identieke proefprojecten op te starten en 3) de start van grootschaligere programma's voor te bereiden op basis van de proefprojecten.

Bovendien dient een cumulatief kennisproces te worden gestimuleerd door systematische netwerkvorming van initiatieven aan de basis en de ontwikkeling van websites om op grote schaal de uitwisseling van informatie en ervaring te bevorderen, goede praktijken te stimuleren en van synergie- en peering-effecten te profiteren.

Bij internationale O&O-programma's zou het accent kunnen worden gelegd op onderzoek voor markten met een lage koopkracht, zoals onderzoek naar aangepaste technologieën en innovatieve marketing- en distributiesystemen voor dergelijke markten. Het hoofddoel is een deel van de O&O-activiteiten te heroriënteren de ontwikkelingslanden de mogelijkheid te geven eraan deel te nemen. Bij de projecten moeten worden uitgegaan van lokale ervaring en kennis, maar dient ook te worden geprofiteerd van de capaciteiten van multinationale ondernemingen.

De ontwikkeling van geschikte monitoring- en benchmarkingmethodes voor de ontwikkelingslanden en de opkomende economieën op basis van indicatoren waarmee de vooruitgang wordt getoetst aan duidelijk omschreven doelstellingen, is een andere belangrijke component van het welslagen van dergelijke initiatieven. De indicatoren en periodieke verslagen kunnen ook als basis dienen voor benchmarking-operaties en beoordelingen door vakgenoten en kunnen bijdragen tot de verspreiding van beste praktijken.

Voorstel voor het EU-standpunt voor het actieplan:

- Geslaagde lokale ICT-gerelateerde projecten opschalen.

- Cumulatieve kennisverwerving stimuleren door systematische netwerkvorming.

- O&O op het gebied van ontwikkeling aanmoedigen.

- Geschikte indicatoren voor benchmarking en monitoring ontwikkelen.

24.

4.4.3. Internationale en regionale samenwerking


De informatiemaatschappij is niet het exclusieve bevoegheidsterrein van één enkel VN-agentschap. Telecommunicatiekwesties worden behandeld door de ITU, maar ook de Unesco en de WHO onderzoeken de rol van de ICT op hun respectieve bevoegdheidsterreinen. Recentelijk is de ICT Task Force van de VN opgericht. Deze moet zich meer in het bijzonder gaan bezighouden met de problematiek van de informatiemaatschappij en de synergie tussen de activiteiten van de verschillende VN-agentschappen gaan versterken.

De EG en de lidstaten zijn betrokken bij en leveren een bijdrage aan de verschillende activiteiten van deze organen, evenals aan die van andere multilaterale organisaties zoals de Wereldbank en de OESO. Op de top zullen verzoeken tot samenwerking worden gedaan en de EU zal haar steun aanbieden overeenkomstig de prioriteiten die in deze mededeling zijn geschetst binnen de grenzen van de bestaande financieringsmechanismen en ontwikkelingshulp.

Anderzijds zouden in economische integratiezones (zoals de Mercosur) als gevolg van de harmonisatie van nationale kaders voor wet- en regelgeving en grensoverschrijdende akkoorden nieuwe regionale markten kunnen ontstaan. Zoals in de EU al is ervaren, leiden deze geïntegreerde markten tot nieuwe perspectieven voor investeringen, tot de opkomst van grote economische spelers en tot betere voorwaarden voor de consument als gevolg van een intensievere concurrentie.

25.

5. CONCLUSIES


Met de input van de Commissie, die door de Raad is gecoördineerd en vervolgens door het EU-Voorzitterschap is ingediend, heeft de Europese Unie al een belangrijke bijdrage geleverd aan de besprekingen in het kader van de eerste voorbereidingen voor de top. Het is van belang ervoor te zorgen dat de EU een constructieve rol in dit proces kan blijven spelen en op basis van de politieke richtsnoeren van de Raad en het Europees Parlement onderhandelingen kan voeren over haar standpunt.

In deze mededeling zijn de door de EU uit te dragen kernbeginselen, de algemene prioriteiten en doelstellingen, alsmede een aantal concrete suggesties voor de uitvoering uiteengezet. In het voorbereidingsproces dient de nadruk te worden gelegd op de volgende prioriteiten:

Het scheppen van de randvoorwaarden voor de informatiemaatschappij: een kernverzameling van beginselen vaststellen op basis van fundamentele mensenrechten - een faciliterende omgeving scheppen en voor capaciteitsopbouw zorgen waarbij in de eerste plaats in de mens wordt geïnvesteerd - de weg vrijmaken voor een informatiemaatschappij die onze waarden en normen evenals een adequate wijze van governance weerspiegelt.

Ontwikkeling van geschikte instrumenten: e-strategieën, waaronder passende regelgevingskaders, ontwikkelen en implementeren - alle spelers bij de informatiemaatschappij betrekken - kerntoepassingen, in het bijzonder op het gebied van e-overheid, e-leren, e-gezondheidszorg en e-business, ontwikkelen.

Profiteren van de voordelen van de informatiemaatschappij voor land en individu: de handhaving van de rechten van de mens en de rechtsorde verbeteren, met name de vrijheid van meningsuiting en het recht op communicatie en op toegang tot informatie en kennis - de VN-millenniumdoelstellingen realiseren - het functioneren van de democratie verbeteren, goede governance bevorderen en meer profijt trekken van betere overheidsdiensten - deelnemen aan grootschalige wetenschappelijke en culturele uitwisselingen - toepassen van ICT voor sociale ontwikkelingen en economische groei.

Vanwege de lijvige en nog aan verandering onderhevige agenda voor de top is op bepaalde punten niet uitvoerig ingegaan. Waar het om EU-beleid en/of bevoegdheden van de Gemeenschap gaat, zullen de al afgesproken EU-standpunten bij de onderhandelingen naar voren worden gebracht en worden verdedigd, zoals voor de gebieden elektronische handel, gegevensbescherming, illegale en schadelijke inhoud, intellectuele eigendomsrechten, mededingingsvoorschriften, enz. Volgens hetzelfde stramien zullen de EU-standpunten in andere fora, met name de Raad van Europa en de OESO, worden gebruikt om het proces voort te zetten.

De Raad en het Europees Parlement wordt verzocht hun goedkeuring aan deze standpunten te verbinden.

De Commissie is voornemens om na de top van Genève van 2003 opnieuw een mededeling in te dienen, waarin zij verslag zal uitbrengen over de resultaten van de top en over de voorbereiding van de tweede fase in de aanloop naar de top van Tunis van november 2005. Daarin zullen voorstellen worden opgenomen voor het EU-standpunt en de EU-benadering voor die conferentie.