Toelichting bij COM(2010)292 - Europees comité voor het effectenbedrijf en het Europees Parlement inzake de onderlinge afstemming tussen de internationale standaarden voor financiële verslaggeving (International Financial Reporting Standards - IFRS) en de nationale algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles - GAAP) van derde landen SEC(2010)681 final

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52010DC0292

Verslag aan het europees comité voor het effectenbedrijf en het Europees Parlement inzake de onderlinge afstemming tussen de internationale standaarden voor financiële verslaggeving (International Financial Reporting Standards – IFRS) en de nationale algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles – GAAP) van derde landen SEC(2010)681 final /* COM/2010/0292 def. */


[afbeelding - zie origineel document] EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 4.6.2010


COM(2010)292 definitief

VERSLAG AAN HET EUROPEES COMITÉ VOOR HET EFFECTENBEDRIJF EN HET EUROPEES PARLEMENT

inzake de onderlinge afstemming tussen de internationale standaarden voor financiële verslaggeving (International Financial Reporting Standards – IFRS) en de nationale algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles – GAAP) van derde landen

2.

SEC(2010)681 final


VERSLAG AAN HET EUROPEES COMITÉ VOOR HET EFFECTENBEDRIJF EN HET EUROPEES PARLEMENT

inzake de onderlinge afstemming tussen de internationale standaarden voor financiële verslaggeving (International Financial Reporting Standards – IFRS) en de nationale algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles – GAAP) van derde landen

3.

I NLEIDING EN RECHTSGRONDSLAG


Sinds 1 januari 2005 moeten ondernemingen die aan een gereglementeerde markt van een EU-lidstaat zijn genoteerd hun geconsolideerde financiële overzichten opstellen overeenkomstig de IFRS zoals deze door de EU zijn goedgekeurd i. Met de Prospectusverordening i en de Transparantierichtlijn i werd het vereiste om financiële verslagen op te stellen op grond van de IFRS, dan wel op grond van bepaalde nationale grondslagen voor financiële verslaggeving van derde landen die gelijkwaardig zijn aan deze standaarden, uitgebreid tot uitgevende instellingen van derde landen die effecten openbaar aanbieden in de EU en tot uitgevende instellingen van derde landen waarvan effecten op een gereglementeerde markt van de EU worden verhandeld.

In december 2007 heeft de Commissie een mechanisme i opgezet om een besluit te nemen over de gelijkwaardigheid van algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles – GAAP). In december 2008 heeft de Commissie een beschikking i gegeven en een verordening i vastgesteld krachtens welke de US GAAP en de Japanse GAAP als gelijkwaardig met de IFRS worden aangemerkt, en binnen de EU tijdelijk, maar uiterlijk tot 31 december 2011, financiële overzichten worden aanvaard die conform de GAAP van China, Canada, India en Zuid-Korea zijn opgesteld.

In dit verband schrijft de EU-regelgeving i voor dat de Europese Commissie het Europees Comité voor het effectenbedrijf (ECEB) en het Europees Parlement (EP) regelmatig op de hoogte houdt van de vorderingen die deze landen met hun respectieve programma's hebben gemaakt.

In het eerste verslag van juli 2007 deed de Commissie verslag van de respectieve tijdschema’s die de nationale autoriteiten van bepaalde derde landen hebben opgesteld voor de afstemming van hun nationale GAAP op de IFRS i. In het tweede verslag van april 2008 onderzocht de Commissie de daadwerkelijk gemaakte vorderingen door de derde landen, met enerzijds hun programma’s voor de onderlinge afstemming en anderzijds de afschaffing van eventuele regels inzake aanpassingsvereisten die gelden voor uitgevende instellingen van de EU die ter beurze genoteerd zijn in de rechtsgebieden van deze derde landen.

Het onderhavige verslag beschrijft de laatste inspanningen die deze landen hebben geleverd inzake de overgang op de IFRS. In dit verband heeft de Commissie het Comité van Europese effectenregelgevers (CEER) gevraagd de laatste ontwikkelingen te beschrijven met betrekking tot de overgang op de IFRS in de landen die onlangs een overgangsperiode met de EU zijn overeengekomen (China, Canada, India en Zuid-Korea), onder meer door gebruik te maken van openbare of schriftelijke informatie die verstrekt is door regelgevers van de betrokken derde landen. Er diende speciale aandacht te worden besteed aan de praktische toepassing van de grotendeels op de IFRS afgestemde Chinese Accounting Standards for Business Enterprises (ASBE) op basis van de beschikbare verslagen.

In dit verslag worden ook de laatste ontwikkelingen beschreven in landen waarvan de GAAP als gelijkwaardig zijn aangemerkt, zoals de Verenigde Staten en Japan, alsmede ontwikkelingen in bepaalde andere grote economieën zoals Argentinië, Brazilië, Mexico, Rusland en Taiwan. In een aantal rechtsgebieden, zoals Australië, Hongkong, Nieuw-Zeeland, Singapore en Zuid-Afrika, zijn de IFRS al volledig overgenomen of ingevoerd, zodat er door de Europese Commissie dus geen besluit hoeft te worden genomen over de gelijkwaardigheid.

4.

ONTWIKKELINGEN IN LANDEN WAARVAN DE GAAP ALS GELIJKWAARDIG ZIJN AANGEMERKT


O p 12 december 2008 heeft de Commissie een beschikking i gegeven en een verordening i vastgesteld waarin werd geconstateerd dat de US GAAP en de Japanse GAAP gelijkwaardig zijn met de IFRS voor toepassing binnen de Gemeenschap. Dit deel beschrijft de ontwikkelingen in deze landen gedurende de periode 2008-2009 op basis van openbaar beschikbare informatie.

5.

Verenigde Staten


Onderlinge afstemming

In 2006 hebben de Financial Accounting Standards Board (FASB) van de Verenigde Staten en de International Accounting Standards Board (IASB) een convenant gesloten waarin zij opnieuw hun streven hebben bevestigd om tot een onderlinge afstemming tussen de US GAAP en de IFRS te komen, en waarin een werkprogramma was opgenomen om dit doel te bereiken. Het CEER heeft bevestigd dat de belangrijkste verschillen die het in zijn advies aan de Commissie in 2005 heeft aangegeven, door beide organen ter hand zijn genomen. Een aantal kwesties (waaronder een onderling afgestemde standaard voor bedrijfscombinaties) is afgehandeld, terwijl andere nog lopen. De streefdatum van 2011 blijft onveranderd.

Op politiek niveau is in de conclusies van de G20 herbevestigd dat men blijft streven naar internationale oplossingen, ook op het gebied van financiële verslaggeving. Dit streven dient in specifieke beleidsbeslissingen te worden vertaald. De inspanningen om tot onderlinge afstemming te komen, dienen dan ook op praktisch niveau te worden geïntensiveerd, waarbij de doelstelling van kwalitatief hoogwaardige financiële verslaggeving het uitgangspunt moet blijven. In april 2009 hebben de IASB en de FASB hun agenda’s bijgesteld in verband met de financiële crisis. Bij het vaststellen van standaarden is het accent voor een deel verschoven van onderlinge afstemming naar dringendere kwesties met betrekking tot de crisis, waardoor het algehele afstemmingsproces enige vertraging heeft opgelopen. Met name de Amerikaanse bepalingen op het gebied van de bijzondere waardevermindering van voor verkoop beschikbare schuldinstrumenten, die naar aanleiding van de crisis met spoed werden aangepast, zorgden voor verdere verschillen met de verwante internationale standaard IAS 39. De IASB en de FASB werken sindsdien aan hun respectieve herziening van standaarden voor financiële verslaggeving met betrekking tot financiële instrumenten en dienen tot een onderling afgestemde aanpak te komen, die echter niet ten koste mag gaan van kwalitatief hoogwaardige financiële verslaggeving.

6.

Mogelijke overgang op de IFRS


In oktober 2008 bracht de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) een document voor openbare raadpleging uit, dat een stappenplan voor de overgang op de IFRS omvat. Volgens het voorgestelde stappenplan, waarin verschillende termijnen zijn vastgesteld, zou de SEC in 2011 besluiten of zou worden doorgegaan met het proces om vóór 2014 over te gaan op de IFRS. De uiterste termijn voor het indienen van opmerkingen werd verlengd van 19 februari tot 20 april 2009.

In februari 2010 nam de SEC unaniem een nieuw tijdschema aan, waarin van 2015 wordt uitgegaan als de vroegst mogelijke datum voor de toepassing van de IFRS door Amerikaanse ondernemingen. De SEC dringt erop aan meer onderzoek naar de IFRS te doen en in 2011 een beslissing te nemen over het al dan niet doorgaan met het proces om de IFRS toe te passen.

Hoewel bepaalde Amerikaanse ondernemingen de IFRS volgens het oorspronkelijke stappenplan al in 2014 hadden mogen toepassen, maakte de SEC in februari 2010 bekend niet door te gaan met een facultatieve eerdere overstap. De SEC kan hier op een later tijdstip nog op terugkomen. In de verklaring van de SEC staat ook dat zij de mogelijkheid niet uitsluit dat Amerikaanse uitgevende instellingen in de toekomst zullen mogen kiezen tussen de toepassing van de IFRS en de US GAAP.

De Europese Commissie vindt het belangrijk dat de Amerikaanse SEC in 2011 zo snel mogelijk tot een positief besluit komt over de overgang op de IFRS. Zonder een duidelijke toezegging om voor Amerikaanse binnenlandse uitgevende instellingen naar een overgang op de IFRS toe te werken, bestaat het risico dat er vraagtekens worden geplaatst bij zowel de geloofwaardigheid van het IFRS-systeem als de deelname van niet-toepassende landen aan de bestuursstructuur van de IFRS-stichting.

7.

Aanpassingsvereisten


In november 2007 heeft de SEC besloten om buitenlandse uitgevende instellingen die hun financiële verslagen opstellen op grond van de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals deze door de IASB zijn vastgesteld, niet langer te verplichten hun financiële overzichten aan de US GAAP aan te passen. De beslissing van de SEC voorzag in een tijdelijke afwijking voor uitgevende instellingen van de EU die zich beriepen op de EU-uitzondering ("carve-out") inzake afdekkingstransacties ("hedge accounting") [van IAS 39] . Deze overgangsregeling kwam in november 2009 te vervallen.

8.

Japan


Onderlinge afstemming

Na de in 2008 genomen beslissing van de EU inzake de gelijkwaardigheid zijn de Japanse autoriteiten blijven werken aan de onderlinge afstemming tussen de Japanse GAAP en de IFRS.

In oktober 2008 gaf de Accounting Standards Board of Japan (ASBJ) twee persberichten uit over de bepaling van de reële waarde en de herclassificatie van obligaties naar aanleiding van met de crisis verband houdende aanpassingen door de IASB, zoals de herclassificatie van sommige financiële instrumenten.

In maart 2009 kwamen de ASBJ en de IASB in Tokio bijeen om de onderlinge afstemming tussen de Japanse GAAP en de IFRS te bespreken, en bevestigden zij opnieuw hun doelstelling om onderlinge afstemming van de standaarden te bereiken.

In september 2009 bevestigden de IASB en de ASBJ opnieuw hun voortdurende samenwerking bij het bereiken van onderlinge afstemming van standaarden voor financiële verslaggeving. Vertegenwoordigers van de ASBJ meldden dat er vorderingen zijn gemaakt met de onderlinge afstemming tussen de IFRS en de Japanse GAAP. De ASBJ reageerde niet alleen op de raadpleging van de IASB, maar stelde daarnaast een herziene standaard voor financiële verslaggeving vast ( ASBJ Statement No. 12 (revised 2009) Accounting Standard for Quarterly Financial Reporting ). Doel van deze wijzigingen is de voor financiële kwartaalverslagen geldende vereisten inzake informatieverschaffing te herzien ingeval er twijfels bestaan ten aanzien van de continuïteit van de onderneming. Bovendien heeft de ASBJ naar aanleiding van de beraadslagingen met de IASB een discussienota goedgekeurd over de financiële verslaggeving betreffende bedrijfscombinaties en zelf twee discussienota’s uitgebracht, één over voorzieningen en één over opbrengstverantwoording.

9.

Mogelijke overgang op de IFRS


Na de overeenkomst van Tokio i keurde de Business Accounting Council (BAC) i in juni 2009 een tussentijds verslag i goed voor de overgang op de IFRS in Japan. Volgens het voorgestelde tussentijds verslag zal vanaf het boekjaar dat op of na 31 maart 2010 wordt afgesloten, vrijwillige toepassing van de IFRS worden toegestaan voor geconsolideerde financiële overzichten van bepaalde internationaal opererende beursgenoteerde ondernemingen. De definitieve beslissing ten aanzien van de verplichte toepassing van de IFRS zou rond 2012 worden genomen. Een mogelijke termijn voor de verplichte toepassing van de IFRS is 2015 of 2016.

De ASBJ bracht in september 2009 een geactualiseerd projectplan uit voor de periode tot en met 2011. Bij het opstellen van het vernieuwde projectplan is onder meer uitgegaan van het voormelde, door de BAC gepubliceerde tussentijds verslag, waarin de ASBJ wordt aanbevolen om de onderlinge afstemming van standaarden voor financiële verslaggeving voort te zetten en te versnellen. Ook is rekening gehouden met het werkprogramma van de IASB voor de periode augustus 2009 – 2011.

In december 2009 kwam het Japanse Financial Services Agency (JFSA) met de herziening van de regelgeving inzake informatieverstrekking door ondernemingen, die bepaalde Japanse ondernemingen toestaat de IFRS op vrijwillige basis toe te passen.

In de eerste maanden van 2010 heeft het JFSA een openbare raadpleging gehouden over de herziene regelgeving, met de bedoeling de lijst aan te vullen van de IFRS die voor vrijwillige toepassing in Japan in aanmerking komen. In maart 2010 sloot het JFSA de openbare raadpleging af en vulde de lijst van in aanmerking komende IFRS aan, waardoor bepaalde Japanse beursgenoteerde ondernemingen vanaf de geconsolideerde boekjaren die op of na 31 maart 2010 worden afgesloten, alle IFRS en IFRIC-interpretaties die voor 31 december 2009 door de IASB zijn goedgekeurd en vastgesteld, mogen gebruiken bij de vrijwillige toepassing van de IFRS in Japan i. Het JFSA maakte eveneens bekend dat het IFRS 9, de eerste fase van de door de IASB aangevatte herziening van IAS 39, zal opnemen in een pakket dat vanaf 10 maart 2010 door sommige Japanse ondernemingen op vrijwillige basis kan worden toegepast.

De ASBJ publiceerde in april 2010 een geactualiseerde versie van het projectplan voor de periode tot en met 2011 (zie bijlage). De ASBJ is nog steeds voornemens de punten die met de resterende verschillen tussen de bestaande Japanse GAAP en de IFRS verband houden, in 2010 af te handelen en is van plan om, conform het huidige werkprogramma van de IASB, in de eerste helft van 2011 consultatiedocumenten uit te brengen over de meeste projecten die in het convenant tussen de IASB en de Amerikaanse FASB zijn opgenomen.

10.

Aanpassingsvereisten


De Japanse autoriteiten leggen geen aanpassingsvereisten op aan uitgevende instellingen van de EU die hun financiële overzichten opstellen conform de IFRS zoals die door de EU zijn goedgekeurd.

11.

CHINA


In het geval van China heeft de Commissie het CEER om advies gevraagd over de praktische toepassing van de grotendeels op de IFRS afgestemde ASBE.

De Chinese autoriteiten besloten in februari 2006 de IFRS in hun wetgeving op te nemen, waarbij in sommige gevallen wijzigingen werden aangebracht om rekening te houden met lokale omstandigheden. Deze Accounting Standards for Business Enterprises (ASBE) werden op 1 januari 2007 voor alle beursgenoteerde Chinese ondernemingen verplicht gesteld.

Volgens een in november 2008 gepubliceerd verslag i van het Chinese ministerie van Financiën verliep de tenuitvoerlegging van de nieuwe ASBE voorspoedig en werd deze gerealiseerd zonder ernstige verstoring van de Chinese markten of van de rapportagecyclus i. In het verslag staat dat het Chinese ministerie van Financiën vindt dat de overgang op de ASBE de kwaliteit en betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving in China ten goede is gekomen, voornamelijk door de grotere transparantie bij de informatieverstrekking. Het ministerie is daarnaast van mening dat de op de IFRS afgestemde ASBE de Chinese markt aantrekkelijker maken voor buitenlandse uitgevende instellingen, en Chinese uitgevende instellingen ook in een betere positie plaatsen om internationale markten te betreden. Desondanks heeft het ministerie van Financiën in de financiële overzichten van 2007 enkele gebieden aangewezen waar de naleving verbeterd kan worden of waarvan de indruk bestond dat uitgevende instellingen problemen hadden ondervonden bij het bepalen van in het kader van de desbetreffende standaarden aanvaardbare toepassingen. Ten slotte is het ministerie voornemens maatregelen te treffen om de toepassing van de nieuwe standaarden in toekomstige verslagperioden te verbeteren.

In september 2009 heeft het ministerie van Financiën een consultatiedocument uitgebracht over het stappenplan voor verdergaande en volledige afstemming van de Chinese standaarden op de IFRS. De uiterste indieningstermijn voor opmerkingen was 30 november 2009.

In het verslag van de Wereldbank over de inachtneming van normen en codes (Report on the Observance of Standards and Codes – ROSC) van oktober 2009 werd China geprezen voor de indrukwekkende vorderingen die het heeft gemaakt met de totstandbrenging van een institutioneel kader voor administratieve verwerking, controle en financiële verslaggeving door ondernemingen i. In het verslag wordt herhaald dat China blijft streven naar de afstemming van de Chinese ASBE op de IFRS, waarbij tevens wordt vermeld dat de volledige afstemming naar verwachting tegen 2012 zal worden gerealiseerd.

De Commissie zal samen met het CEER de praktische uitvoering van de IFRS in de toekomst blijven volgen.

12.

AFSTEMMINGSWERKZAAMHEDEN DOOR DERDE LANDEN DIE VAN PLAN ZIJN OP DE IFRS OVER TE STAPPEN


IN februari 2009 verzocht de Commissie het CEER om haar op de hoogte te brengen van de vorderingen van bepaalde derde landen (Canada, Zuid-Korea en India) die een overgangsperiode met de EU zijn overeengekomen voor hun overstap naar de IFRS. Naar aanleiding van het verslag van het CEER i van juni 2009 berichten de diensten van de Commissie het volgende:

13.

Canada


In januari 2006 maakte de Canadian Accounting Standards Board (AcSB) zijn beslissing bekend om vóór 31 december 2011 volledig op de IFRS over te stappen voor de financiële verslaggeving door Canadese ondernemingen die openbare verantwoording dienen af te leggen. Tevens werd nadere informatie verstrekt over het programma en de vorderingen die de Canadese autoriteiten hiermee hebben gemaakt.

In de afgelopen twee jaar hebben de Canadese autoriteiten zich voortdurend ingezet voor een tijdige overgang naar de IFRS via verschillende publicaties, onlineopleidingen en ontwerpdocumenten. De AcSB publiceerde in november 2008 bijvoorbeeld de lijst van de IFRS die naar verwachting op de overgangsdatum in 2011 voor Canadese uitgevende instellingen zullen gelden. Meer recentelijk, in maart 2009, bracht de AcSB de tweede verzameldiscussienota uit, getiteld 'Adopting IFRSs in Canada II', over de stand van zaken rond Canada’s overgang op de IFRS. De Canadian Institute of Chartered Accountants (CICA) startte eveneens een gratis onlinecursus over de overgang op de IFRS en de gevolgen hiervan voor het Canadese bedrijfsleven.

De voorzitter van de AcSB, ten slotte, publiceerde in december 2008 een verklaring i waarin hij bevestigde dat de overgang op de IFRS nog op schema lag en dat noch de gevolgen van de onrust op de markt, noch de mogelijke beslissing van de SEC om de overgang op de IFRS in de Verenigde Staten uit te stellen, tot vertraging zouden leiden bij de overgang in Canada.

14.

Zuid-Korea


De Korean Financial Supervisory Commission (KFSC) en het Korean Accounting Institute (KAI) hebben zich er in maart 2007 publiekelijk toe verbonden om vóór 31 december 2011 op de IFRS over te stappen. Ook door deze instellingen werd informatie openbaar gemaakt met bijzonderheden over het programma en de vorderingen die de Zuid-Koreaanse autoriteiten bij de uitvoering daarvan hadden gemaakt.

In de afgelopen twee jaar hebben de Zuid-Koreaanse autoriteiten zich voortdurend ingezet voor een tijdige overgang naar de IFRS via verschillende publicaties, websites, regelgeving en de oprichting van een taskforce en een adviesgroep. In 2008 publiceerde het KAI bijvoorbeeld een volledige reeks van K-IFRS en startte het een programma voor het opleiden van erkende accountants en boekhoudkundig personeel binnen bedrijven. Verder heeft de KFSC het CEER verzekerd dat zij diverse wet- en regelgeving heeft herzien en gewijzigd om deze op de IFRS af te stemmen. Daarnaast heeft zij een website gelanceerd met informatie over de IFRS, regelgeving gepubliceerd krachtens welke ondernemingen verplicht zijn twee jaar voordat zij op de IFRS overgaan een IFRS-effectbeoordeling in hun financiële overzichten op te nemen, een adviesgroep opgericht voor de ondernemingen die als eerste op de IFRS overstappen, en een taskforce ingesteld om de vorderingen bij de uitvoering van het stappenplan te volgen.

15.

India


In juli 2007 heeft het Institute of Chartered Accountants in India (ICAI) zich er publiekelijk toe verbonden om vóór 31 december 2011 over te stappen op de IFRS. De Indiase regering heeft haar voornemen om per 2011 afstemming met de IFRS te bereiken in mei 2008 publiekelijk bevestigd. Het ICAI had opgemerkt dat het mogelijk wijzigingen in de IFRS zou aanbrengen (bijvoorbeeld het verlangen van aanvullende informatie, het wijzigen van bepaalde terminologie of het schrappen van bepaalde opties of alternatieve procedures) teneinde met bepaalde Indiase omstandigheden rekening te houden. Naar verwachting zouden dit echter kleine wijzigingen zijn. Zowel het ICAI als de Indiase regering heeft overigens verklaard dat de Indiase standaarden tegen het einde van het programma volledig op de IFRS zouden zijn afgestemd.

In de afgelopen twee jaar hebben de Indiase autoriteiten zich voortdurend ingezet voor een tijdige overgang naar de IFRS via verschillende publicaties, opleidingen en studiebijeenkomsten. Het ICAI is bijvoorbeeld op dit moment bezig de Indiase standaarden voor financiële verslaggeving zodanig te wijzigen dat zij volledig aansluiten bij de IFRS. Daarnaast heeft het ICAI een gedetailleerd werkprogramma gepubliceerd en het startsein gegeven voor een kwalificatiecursus voor de IFRS om de kennis van de IFRS onder zijn leden te vergroten.

In februari 2010 heeft het Ministry of Corporate Affairs van India een plan goedgekeurd voor de gefaseerde overgang van beursgenoteerde en grote Indiase ondernemingen, met uitzondering van banken en verzekeringsmaatschappijen i, op bekendgemaakte Indiase standaarden die op de IFRS zijn afgestemd:

- in fase I zullen bepaalde ondernemingen i hun openingsbalans per 1 april 2011 aanpassen (indien het boekjaar op of na deze datum begint);

- in fase II zullen al dan niet beursgenoteerde ondernemingen met een nettowaarde boven de 500 crores Rs maar onder de 1000 crores Rs i hun openingsbalans per 1 april 2013 aanpassen (indien het boekjaar op of na deze datum begint);

- in fase III zullen beursgenoteerde ondernemingen met een nettowaarde van 500 crores Rs of minder hun openingsbalans per 1 april 2014 aanpassen (indien het boekjaar op of na deze datum begint, naargelang welk tijdstip het laatst valt).

Ondernemingen in de volgende categorieën worden niet verplicht de bekendgemaakte Indiase standaarden die op de IFRS zijn afgestemd, toe te passen (hoewel zij daar op vrijwillige basis wel voor kunnen kiezen), maar dienen zich alleen te houden aan de bekendgemaakte standaarden voor financiële verslaggeving die niet op de IFRS zijn afgestemd:

- niet-beursgenoteerde ondernemingen met een nettowaarde van 500 crores Rs of minder waarvan geen aandelen of andere effecten aan beurzen buiten India zijn genoteerd;

- kleine en middelgrote ondernemingen.

Naar verwachting zal vóór eind februari 2010 een apart stappenplan voor banken en verzekeringsmaatschappijen worden ingediend.

16.

ONTWIKKELINGEN IN ANDERE DERDE LANDEN


Naast de landen die in de vorige punten zijn besproken, zijn er diverse andere grote economieën die naar de overgang op de IFRS toewerken. In dit punt wordt algemene informatie verstrekt over recente ontwikkelingen in enkele andere grote economieën, waar de Europese Commissie via openbaar beschikbare informatie van op de hoogte is.

17.

Argentinië


In december 2009 keurde de Argentijnse nationale effectencommissie (Comisión Nacional de Valores - CNV) het vereiste goed dat alle ondernemingen die aandelen of obligaties te koop aanbieden aan het publiek, hun financiële overzichten met ingang van het boekjaar dat eindigt op 31 december 2012 overeenkomstig de IFRS moeten opstellen. Vanaf januari 2011 mogen ondernemingen hun financiële overzichten op vrijwillige basis conform de IFRS opstellen en indienen.

18.

Brazilië


In juli 2007 hebben de Braziliaanse Centrale Bank en de Braziliaanse effecten- en beurscommissie (Comissão de Valores Mobiliários - CVM) 2010 vastgesteld als uiterste termijn voor de overgang op de IFRS voor de geconsolideerde financiële overzichten van beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen. Vanaf 2007 tot en met 2009 was de toepassing van de IFRS door beursgenoteerde ondernemingen facultatief.

19.

Mexico


In november 2008 maakte de Mexicaanse nationale bank- en effectencommissie (Comisión Nacional Bancaria Y De Valores - CNBV), samen met het Mexicaanse orgaan dat belast is met het opstellen van standaarden voor financiële verslaggeving (Consejo Mexicano para la Investigación y Desarrollo de Normas de Información Financiera - CINIF), bekend dat Mexico in 2012 voor alle beursgenoteerde entiteiten op de IFRS zal overgaan. Vanaf 2008 mogen sommige entiteiten vervroegd op de IFRS overgaan, met inachtneming van door de CNBV op te stellen eisen.

20.

Rusland


In Rusland kondigde de regering in 2002 aan dat alle ondernemingen en banken hun financiële overzichten vanaf 1 januari 2004 overeenkomstig de IFRS moesten opstellen. Parallel daaraan worden de Russische nationale standaarden voor financiële verslaggeving technisch steeds verder op de IFRS afgestemd. Een wetsvoorstel om grote ondernemingen te verplichten hun financiële overzichten conform de IFRS op te stellen, is sinds 2004 in behandeling in het parlement. Er zijn geen aanwijzingen dat er substantiële vooruitgang is geboekt wat de verplichte toepassing van de IFRS betreft.

21.

Taiwan


In mei 2009 maakte de Taiwanese commissie voor financieel toezicht een stappenplan bekend voor de volledige overgang op de IFRS in Taiwan. In een eerste fase worden alle beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen die onder toezicht staan van deze commissie (met uitzondering van coöperatieve kredietinstellingen, creditcardondernemingen en verzekeringstussenpersonen) vanaf 1 januari 2013 verplicht de IFRS toe te passen. Vanaf 1 januari 2012 mogen alle beursgenoteerde ondernemingen vrijwillig op de IFRS overstappen. In een tweede fase worden niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen, coöperatieve kredietinstellingen en creditcardondernemingen vanaf 1 januari 2015 verplicht de IFRS toe te passen (facultatief vanaf 1 januari 2013).

22.

Conclusi ES


Na de aanname van twee maatregelen van de Commissie in december 2008 i heeft de Commissie het CEER verzocht haar op de hoogte te brengen van de ontwikkelingen in de vier landen (China, Canada, India en Zuid-Korea) waarvan de GAAP tijdelijk, namelijk tot 31 december 2011, als gelijkwaardig met de IFRS zijn aangemerkt. Uit de werkzaamheden van het CEER blijkt dat alle betrokken landen vorderingen hebben gemaakt met hun afstemmings- of overgangsprogramma’s.

De Commissie heeft de GAAP van de Verenigde Staten en Japan al erkend als gelijkwaardig aan de IFRS voor toepassing binnen de Gemeenschap. De Verenigde Staten hebben een openbare raadpleging over de overgang op de IFRS gehouden en besloten dat zij in 2011 een beslissing nemen of zij al dan niet naar een verplichte toepassing van de IFRS blijven toewerken. De Verenigde Staten hebben ook verklaard dat zij 2015 als de vroegst mogelijke datum voor verplichte toepassing van de IFRS aanhouden. De beslissing in 2011 is dus van cruciaal belang wat de onderlinge afstemming tussen de US GAAP en de IFRS betreft. Zonder een duidelijke verbintenis van de Verenigde Staten om naar de overgang op de IFRS toe te werken, bestaat het risico dat er vraagtekens worden geplaatst bij zowel de geloofwaardigheid van het IFRS-systeem als de deelname van niet-toepassende landen aan de bestuursstructuur van de IFRS-stichting. Japan heeft de werkzaamheden voortgezet om tot onderlinge afstemming tussen zijn GAAP en de IFRS te komen. Het land voorziet in de vrijwillige toepassing van de IFRS door bepaalde beursgenoteerde ondernemingen vanaf de geconsolideerde boekjaren die op of na 31 maart 2010 worden afgesloten. Japan heeft daarnaast bekendgemaakt dat het van plan is rond 2012 een beslissing te nemen over het al dan niet overstappen op de IFRS per 2015 of 2016.

Ook andere grote economieën, zoals Argentinië, Brazilië, Mexico en Taiwan, hebben recentelijk bekendgemaakt dat zij voornemens zijn op de IFRS over te stappen. In Rusland zijn er geen aanwijzingen dat er substantiële vooruitgang is geboekt wat de verplichte toepassing van de IFRS betreft.

In de komende jaren zal de Commissie, met technische bijstand van het CEER, de situatie blijven volgen en de voortdurende inspanningen beoordelen van derde landen die hun GAAP op de IFRS afstemmen of van plan zijn op de IFRS over te stappen.

De Commissie zal de inspanningen van de landen die zich ertoe hebben verbonden hun standaarden voor financiële verslaggeving op de IFRS af te stemmen of op de IFRS over te stappen, blijven ondersteunen.

23.

BIJLAGE bij het


Verslag inzake de onderlinge afstemming tussen de internationale standaarden voor financiële verslaggeving (International Financial Reporting Standards – IFRS) en de nationale algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving (Generally Accepted Accounting Principles – GAAP) van derde landen

24.

Bijlage 1: Beknopte actuele stand van de onderlinge afstemming of overgang op de IFRS van derde landen


Land Opmerkingen

Als gelijkwaardig met de goedgekeurde IFRS aangemerkt VS Sinds 1 januari 2009 erkent de EC de US GAAP als gelijkwaardig met de IFRS voor toepassing binnen de Gemeenschap. Na een openbare raadpleging over het stappenplan voor de overgang op de IFRS heeft de SEC besloten in 2011 een beslissing te nemen over het al dan niet doorgaan met de overgang op de IFRS. De VS hebben ook verklaard dat zij 2015 als de vroegst mogelijke datum aanhouden voor de verplichte toepassing van de IFRS.

Japan Sinds 1 januari 2009 erkent de EC de Japanse GAAP als gelijkwaardig met de IFRS voor toepassing binnen de Gemeenschap. Japan heeft bekendgemaakt dat het van plan is rond 2012 een beslissing te nemen over het al dan niet overstappen op de IFRS per 2015 of 2016. Japan voorziet in de vrijwillige toepassing van de IFRS door bepaalde beursgenoteerde ondernemingen vanaf de geconsolideerde boekjaren die op of na 31 maart 2010 worden afgesloten.

China China Sinds 1 januari 2009 aanvaardt de EC tijdelijk, namelijk uiterlijk tot 31 december 2011, financiële overzichten die conform de GAAP van China zijn opgesteld. De Chinese autoriteiten werken eraan om per 2012 volledige onderlinge afstemming te bereiken.

Van plan op de IFRS over te stappen Canada De EC aanvaardt tijdelijk, namelijk tot 31 december 2011, financiële overzichten die conform de GAAP van Canada zijn opgesteld. Canada is van plan in 2011 volledig op de IFRS over te stappen.

Zuid-Korea De EC aanvaardt tijdelijk, namelijk tot 31 december 2011, financiële overzichten die conform de GAAP van Zuid-Korea zijn opgesteld. Zuid-Korea heeft een plan bekendgemaakt om in 2011 op de IFRS over te stappen.

India De EC aanvaardt tijdelijk, namelijk tot 31 december 2011, financiële overzichten die conform de GAAP van India zijn opgesteld. India heeft een plan bekendgemaakt om in 2011 op de IFRS over te stappen.

Overige Argentinië Argentinië is van plan in 2012 op de IFRS over te stappen (facultatief vanaf januari 2011).

Brazilië Brazilië is van plan in 2010 op de IFRS over te stappen (vóór 2010 facultatief voor beursgenoteerde ondernemingen).

Mexico Mexico heeft bekendgemaakt dat alle beursgenoteerde ondernemingen per 2012 verplicht zijn de IFRS toe te passen (voor sommige entiteiten is een vroegere overstap (vanaf 2008) toegestaan, met inachtneming van bepaalde eisen).

Rusland Geen aanwijzingen dat er belangrijke ontwikkelingen zijn met betrekking tot de afstemming op de IFRS.

Taiwan Taiwan heeft bekendgemaakt dat alle beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen die onder toezicht staan van de Taiwanese commissie voor financieel toezicht, vanaf 1 januari 2013 verplicht zijn de IFRS toe te passen (facultatief voor alle beursgenoteerde ondernemingen vanaf 1 januari 2012). Niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen, coöperatieve kredietinstellingen en creditcardondernemingen zijn vanaf 1 januari 2015 verplicht de IFRS toe te passen (facultatief vanaf 1 januari 2013).
– Accounting and Auditing – People's Republic of China" (zie www.worldbank.org/ifa/rosc_aa_chn.pdf).
– de Nifty 50, ondernemingen die deel uitmaken van de BSE Sensex Index – de Sensex 30, ondernemingen met aandelen of andere effecten die genoteerd zijn aan beurzen buiten India, ondernemingen die al dan niet beursgenoteerd zijn en een nettowaarde van meer dan 1000 crores Rs hebben.