Toelichting bij COM(2011)616 - Tenuitvoerlegging, werking en doelmatigheid van het .eu-top level domain

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52011DC0616

/* COM/2011/0616 definitief */ VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de tenuitvoerlegging, werking en doelmatigheid van het ".eu"- Top Level Domain


2.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD


over de tenuitvoerlegging, werking en doelmatigheid van het '.eu'- Top Level Domain

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Achtergrond



In april 2011 vierde het .eu-topniveaudomein (.eu TLD) zijn vijfde verjaardag. In deze vijf jaar is het .eu TLD het negende grootste topniveaudomein en het vijfde grootste landcode-TLD in de wereld geworden. Met meer dan 3,3 miljoen registraties is het .eu TLD voor Europeanen een waardevolle mogelijkheid geworden om een domeinnaam voor hun aanwezigheid op het internet te kiezen.

Dit verslag aan het Europees Parlement en de Raad heeft betrekking op de tenuitvoerlegging, de doelmatigheid en de werking van het .eu TLD gedurende de laatste twee jaar. Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 733/2002 betreffende de invoering van het .eu-topniveaudomein moet de Commissie een jaar na de aanneming van deze verordening en vervolgens om de twee jaar verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad.

Dit verslag volgt op de verslagen van 2007 i en 2009 i en behandelt de ontwikkelingen van het .eu TLD van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2011. Het besteedt onder meer aandacht aan de invoering van geïnternationaliseerde domeinnamen.

3.

HET RECHTSKADER VOOR .EU EN BASISBEGINSEL


Het .eu TLD is ingevoerd op basis van de volgende rechtsinstrumenten:

- Verordening (EG) nr. 733/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 22 april 2002 betreffende de invoering van het .eu-topniveaudomein (als gewijzigd) i (de kaderverordening );

- Verordening (EG) nr. 874/2004 van de Commissie van 28 april 2004 tot vaststelling van regels met betrekking tot het overheidsbeleid voor de toepassing en werking van het.eu-topniveaudomein en de beginselen inzake registratie (als gewijzigd) i (de PPR-verordening ).

In de verslagperiode werd Verordening (EG) nr. 874/2004 gewijzigd met het oog op de invoering van de geïnternationaliseerde domeinnamen (IDN's) onder het .eu TLD. Wijzigingsverordening (EG) nr. 560/2009 werd op 26 juni 2009 goedgekeurd i.

Het door de Commissie geselecteerde register i, EURid (European Registry for Internet Domains), is belast met de organisatie, het bestuur en het beheer van het .eu TLD. Het is een onafhankelijke organisatie die alle noodzakelijke beslissingen zelfstandig neemt in overeenstemming met de kaderverordening i. De Commissie houdt toezicht op het werk van het register zonder betrokken te zijn bij de dagelijkse activiteiten. Dit model van scheiding van taken voldoet aan de beginselen van niet-inmenging, zelfbeheer en zelfregulering, waarop het internet berust i.

4.

INVOERING VAN GEÏNTERNATIONALISEERDE DOMEINNAMEN (IDN'S)


IDN's onder het .eu-topniveaudomein

Het rechtskader van het .eu TLD bepaalt dat het register domeinnamen in alle alfabetische tekens van de officiële talen van de EU (bestaande uit het Latijnse, Cyrillische en het Griekse schrift) moet registreren, wanneer er afdoende internationale normen beschikbaar worden i.

Aanvankelijk konden domeinnamen alleen tekens bevatten van een beperkte groep karakters die op het Engelse alfabet is gebaseerd (gewoonlijk a-z, 0-9 en -). Daardoor was het niet mogelijk domeinnamen te registreren met speciale Latijnse lettertekens in sommige EU-talen of in niet-Latijns schrift (Bulgaars Cyrillisch en Grieks/Cypriotisch alfabet).

Om dit probleem op te lossen heeft de internationale internetgemeenschap verschillende jaren gewerkt aan de ontwikkeling van internationale domeinnamen (IDN), die het mogelijk maken een veel ruimer gamma van speciale lettertekens en niet-Latijnse schrifttekens te gebruiken (bijvoorbeeld letters met diakritische tekens als ‘é’, ‘ö’, ‘ç’ of ‘č’ en de meeste niet-Latijnse schriften).

Op 26 juni 2009 heeft de Commissie Verordening (EG) nr. 560/2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 874/2004 vastgesteld met het oog op de invoering van IDN's voor het .eu TLD i.

Op 10 december 2009 is EURid van start gegaan met de registratie van IDN's. Sindsdien zijn domeinnamen beschikbaar gesteld in alle 23 officiële talen van de Europese Unie tot aan het laatste punt van elk .eu-adres (d.w.z. in het Latijns, het Cyrillisch en het Grieks alfabet).

De invoering van IDN's heeft van bij het begin veel belangstelling gewekt. In het eerste uur na de lancering werden 38 172 IDN's onder het .eu TLD geregistreerd. Einde maart 2011 waren er 56 961 domeinnamen geregistreerd met gebruik van IDN's.

5.

IDN's in het .eu-topniveaudomein


De invoering van IDN's op het topniveau, d.w.z. aan de rechterzijde van het laatste punt van een domeinnaam, is een aangelegenheid die onder de bevoegdheid van ICANN i valt. Op 16 november 2009 is ICANN gestart met het IDN country code TLD Fast Track Process i om de invoering van internet-topniveaudomeinextensies voor landcodes (bv. .gr, .bg, .eu) met gebruik van niet-Latijnse lettertekens (bv. Cyrillische, Griekse, Arabische en Chinese lettertekens) te vergemakkelijken. Het proces bestaat uit drie stappen: (i) het register van een land doet een aanvraag voor het gebruik van een IDN-"string" (de bestaande versie van zijn landcode (cc) TLD in een ander schrift), samen met de steun van de internetgemeenschap op het grondgebied van zijn land ('community support') en de reden voor zijn keuze (het criterium van ‘meaningfulness’); (ii) de gevraagde 'string' wordt dan beoordeeld door ICANN dat het verzoek doorzendt aan een onafhankelijk comité voor een onderzoek naar mogelijk conflict met bestaande TLD-strings (criterium van ‘confusability’); (iii) zodra de nieuwe string is goedgekeurd, wordt hij toegekend aan het register ('delegation').

In december 2010 had ICANN in het totaal 35 verzoeken uit 22 landen ontvangen. Tot op heden zijn het Russische, het Chinese en het Arabische schrift ingevoerd op het topniveau van hun respectieve landcodes (. РФ voor Rusland, .مصر voor Egypte, .لسعودية voor Saudi-Arabië, enz.).

EURid heeft op 5 mei 2010 bij ICANN een aanvraag ingediend voor open registratie voor de Cyrillische en Griekse versies van het .eu TLD. De aanvraag was gebaseerd op verzoeken aan de Commissie van Cyprus, Griekenland en Bulgarije i met betrekking tot de versies die zij verkozen voor de .eu-extensie (respectievelijk .ευ in het Grieks en .ею in het Cyrillisch).

ICANN heeft op de vergadering in Singapore erkend dat aan de eerste twee criteria (community support en meaningfulness) is voldaan en heeft dit in een brief aan de Commissie bevestigd. De derde fase – controle van de aangevraagde strings op mogelijke verwarring ('confusability) – is nog niet voltooid.

REGISTRATIE EN GEBRUIK VAN '.EU' DOMEINEN

In de verslagperiode is het .eu TLD gestaag blijven groeien, zoals de andere Europese landcode-TLD's (+6 % in 2010 en +5 % in 2009). Er waren 3,4 miljoen registraties, waardoor het domein het negende grootste TLD ter wereld en het vierde populairste landcode-TLD in Europa is geworden. Dit toont aan dat het het .eu TLD een waardevol en tastbaar instrument biedt aan bedrijven, ngo's en personen die hun Europese identiteit online willen uitdrukken.

In Europa zijn, wat het aantal registratie betreft, slechts drie landcode-TLD's belangrijker: .de (Duitsland), .uk (Verenigd Koninkrijk) en .nl (Nederland). Op wereldvlak hebben slechts vier generieke TLD's (.com, .net, .org en .info) en één landcode-TLD (.cn voor China) meer registraties. De grootste markten voor .eu-domeinen zijn Duitsland (31%), Nederland (13%), het Verenigd Koninkrijk (10%), Frankrijk (9%) en Polen (6%).

Na een aanvankelijke periode van snelle groei heeft het register een plateau bereikt. De macro-doelstelling van het register is het derde belangrijkste domein in de EU-landen te worden en zijn positie te consolideren in gebieden waar het reeds de tweede of derde plaats bekleedt. Gelet op de historische trend en de huidige marktsituatie heeft EURID tot doel een constante groei in registraties van ongeveer 5-8% per jaar te behouden. Het register heeft zich een aantal marketing- en communicatiedoelen voor ogen gesteld om deze doelstellingen te bereiken (b.v. voortbouwen op één boodschap : .eu toont dat u Europees bent , meerjarige registraties invoeren en de dienstverlening aan klanten verder ontwikkelen).

6.

WERKING VAN HET REGISTER


Het register

EURid werd in 2003 door de Commissie als .eu-register aangewezen i na een oproep aan belangstellenden i.

Op 12 oktober 2004 sloten de Commissie en EURid een dienstverleningsovereenkomst voor een aanvankelijke termijn van vijf jaar met de mogelijkheid tot verlenging i. In 2009 werd de dienstverleningsovereenkomst verlengd tot 12 oktober 2014 i.

EURid is een pan-Europese non-profitorganisatie en heeft zijn hoofdkantoor in Diegem (België) met regionale kantoren in Stockholm, Praag en Pisa. Het bestaat uit drie stichtende leden: DNS Belgium (het .be-register), Istituto di Informatica e Telematica (het .it-register), Stiftelsen för Internetinfrastruktur (het .se-register) en vier geassocieerde leden: ARNES (het .si-register), CZ.NIC (het .cz-register), ISOC-ECC (European Chapters Coordinating Council of the Internet Society) en Businesseurope (een confederatie van 39 sectorspecifieke federaties uit 33 landen). De voornaamste servers zijn gevestigd in België (Brussel) en Nederland (Amsterdam).

7.

Betrekkingen met registratoren


Bij wet is bepaald dat het .eu-register zelf niet als registrator fungeert i. Het is voor EURid uiterst belangrijk kwalitatief sterke diensten te blijven verlenen aan ongeveer 1 000 geaccrediteerde registrators. EURid evalueert regelmatig de tevredenheid van .eu-klanten. Volgens het laatste onderzoek naar klantentevredenheid van registrators voor het .eu-gebied, dat dateert van Q4 2010, gaven 34% van de ondervraagde klanten EURid een topscore voor betrouwbaarheid. Dit is een stijging met 4% gedurende 2009. 45% van de respondenten vonden het een goede investering. 82% vonden dat het .eu-domein toegevoegde waarde verleent aan het middel- en kleinbedrijf. Gemiddeld was 62% bereid het .eu TLD aan te bevelen aan consumenten. EURid biedt zijn gemeenschap van registrators een 24u/24-ondersteuning. Registrators, en in het bijzonder overzeese, waarderen de dienstverlening, die het voorbije jaar aanzienlijk verbeterd is op het vlak van reactiviteit, kwaliteit van klantendienst en vlotheid van contacten met on-call staff van EURid.

8.

Financiële situatie


De financiële situatie van het .eu-register is in de verslagperiode stabiel gebleven.

De financiële sterkte van het register is van groot belang om het .eu-domein geloofwaardigheid te verlenen. De Commissie houdt nauwgezet toezicht op de financiële situatie van het register in overeenstemming met de bepalingen van het wettelijk kader en de dienstverleningsovereenkomst. Het register is een externe organisatie die zijn besluiten zelfstandig neemt. Een onafhankelijke accountant verricht volledige boekhoudige controles ter plekke. De Commissie oefent haar toezichthoudende rol uit met verschillende instrumenten waaronder evaluatie van de opmerkingen van de accountant, driemaandelijkse en jaarlijkse financiële rapporten, driemaandelijkse voortgangsrapporten, begrotingsvoorstellen en strategische en marketingplannen. Financiële aangelegenheden worden regelmatig met het register besproken op driemaandelijkse vergaderingen en vergaderingen op dienstniveau.

Bij de start van de .eu TLD-werkzaamheden lagen de inkomsten uit het grote aantal domeinregistraties aanzienlijk hoger dan de kosten van het register. De daaruit voortvloeiende jaarlijkse overschotten werden overgeheveld naar de EU-begroting. Om de overschotten te beperken en de dalende kosten per domeinnaam ten gevolge van het toenemende aantal registraties in aanmerking te nemen, heeft het register de registratievergoedingen voor registrators bij EURid geleidelijk verlaagd van 10 euro tot momenteel 4 euro per domeinnaam.

De voornaamste financiële aspecten van het register zijn in 2009 en 2010 stabiel gebleven. Zowel de inkomsten als de kosten van het register bedroegen ongeveer 12 miljoen euro voor beide jaren. Bijgevolg is het netto financiële resultaat evenwichtiger gebleven dan in de voorgaande jaren, met de overdracht van 1,2 miljoen euro aan de EU-begroting in 2009. Voorlopige cijfers voor 2010 wijzen op een overschot van 400 000 euro.

De Commissie heeft nauwlettend toegezien op veranderingen in de begrote en reële kosten van het register, in het bijzonder met betrekking tot marketing (2,5 miljoen euro in 2009 en 3,2 miljoen euro in 2010) en personele middelen (3,7 miljoen euro in 2009 en 4,3 miljoen euro in 2010). De stijging van de kosten was gerechtvaardigd door de behoefte aan betere dienstverlening. Voorbeelden daarvan zijn de invoering van DNSSEC (Domain Name System Security Extensions), uitbreiding op spiegelsites en de invoering van IDN's.

Het register beschikt over vier soorten financiële reserves: afschrijvingen, investeringen, sociale verplichtingen en wettelijke verplichtingen. Gedurende de verslagperiode is het totale niveau van reserves stabiel gebleven: 6 miljoen euro in 2009 en 5,5 miljoen euro in 2010. Einde 2010 was dit totaal verdeeld tussen de reserve voor afschrijvingen (1,6 miljoen euro), de reserve voor investeringen (0,8 miljoen euro), de reserve voor sociale verplichtingen (2,3 miljoen euro) en de reserve voor wettelijke verplichtingen (0,8 miljoen euro).

9.

Bedrijfscontinuïteit en slagkracht


Bedrijfscontinuïteit

Zoals vereist door de dienstverleningsovereenkomst, werkt het register in overeenstemming met een bedrijfscontinuïteitsplan, dat betrekking heeft op de hoofdfuncties, de daaraan verbonden risico's en tegenmaatregelen.

Op 25 april 2009 heeft EURid zijn systemen onderworpen aan een test als onderdeel van zijn bedrijfscontinuïteitsplan, door simulatie van een ramp en follow-up van het herstel. De test werd gecontroleerd door een derde partij (PricewaterhouseCoopers). De resultaten van de test, samen met de respons van de gemeenschap van domeinnamen, hebben uitgewezen dat EURid voldoet aan de hoge standaarden die ter zake vereist zijn i. De tweede test van de bedrijfscontinuïteit was gepland voor 2010 maar moest worden uitgesteld wegens vertraging bij het overbrengen van de spiegelsite i van Praag naar Amsterdam. De exercitie is nu voorzien voor Q3 van 2011.

EURid heeft ook met Netnod een overeenkomst ondertekend voor 'anycasting' van het domeinnamensysteem van het .eu TLD (augustus 2010). Anycasting is een methodologie voor het routeren van het internet waardoor een onlinedienst op veel verschillende plaatsen ter wereld beschikbaar kan worden gesteld onder hetzelfde IP-adres. Door de ondertekening van de overeenkomst werd de robuustheid en de slagkracht van de serverinfrastructuur voor de .eu-naam verbeterd en werd de responstijd voor domeintoekenning ingekort.

10.

Beveiliging


In september 2010 heeft EURid de invoering van het protocol Domain Name Security Extensions (DNSSEC) voor het .eu TLD voltooid. DNSSEC is een protocol om de authenticiteit van de serverantwoorden onder de display name (websites) tot in de internet root zone te controleren in wat een chain of trust wordt genoemd i. DNSSEC is bedoeld om internetgebruikers te beschermen tegen vervalste DNS-gegevens. DNSSEC kan zijn volle potentieel alleen bereiken indien alle zones van de hiërarchische DNS-boom ondertekend zijn. EURid vereenvoudigt het proces van ondertekening van een .eu-domeinnaam door het invoeren van een ondertekeningsdienst. Het organiseert opleidingssessies i voor .eu-registrators om hen ertoe aan te zetten DNSSEC te promoten bij hun klanten, die het protocol op hun beurt verspreiden onder de spelers van het internet (ISP's, webmasters, enz.).

11.

Phishing en andere kwaadwillige activiteiten


Het register heeft maatregelen genomen om phishing en andere vormen van kwaadwillig onlinegedrag i dagelijks te bestrijden. Voor domeinnamen wordt in het bijzonder gecontroleerd of zij voldoen aan de ontvankelijkheidscriteria i en nieuwe registraties worden onderzocht op verdachte patronen of andere anomalieën.

Het register wordt door particuliere beveiligingsorganisaties of door overheden ook dagelijks ingelicht over verdacht gedrag of bewezen wangedrag i.

In dat geval kan een verdachte domeinnaam worden ingetrokken. Tijdens de verslagperiode is het aantal ingetrokken verdachte domeinnamen sterk afgenomen: van 81 in januari 2010 tot 2 in januari 2011 en 0 in maart 2011 i.

12.

Het profiel van een .eu-gebruiker


Consumenten registreren het .eu-domein voor vele doeleinden (zaken, sociale activiteiten, aanwezigheid van instellingen op het internet, enz.). Uit een onderzoek i van EURid over het gebruik van websites met het .eu TLD blijkt dat het in ongeveer 36,3% van de gevallen om zakendoen gaat. In vergelijking met de voornaamste generieke TLD (gTLD) strings (‘.com’, ‘.net’, ‘.org’, ‘.info’, ‘.biz’, ‘.mobi’ en ‘.pro’), springt het .eu TLD in het oog wat het gebruik voor zakendoeleinden betreft (27,3%).

Als men echter kijkt naar de websites voor elektronische handel (gebaseerd op het pay-per-clickmodel i), dan is het .eu TLD goed voor slechts 14,5% van de websites terwijl dit voor de gTLD's varieert tussen 22% en 29%.

13.

Gerechtelijke procedures en geschillen betreffende domeinnamen


Zaken voor het Gerecht en het Hof van Justitie van de Europese Unie

In de voorbije twee jaar hebben de Europese rechtscolleges zich in twee gevallen uitgesproken over het gebruik van .eu. In beide zaken lag de uitspraak in de lijn van de door de Commissie aangevoerde middelen.

In de eerste zaak van 15 december 2009 — Inet Hellas T-107/06 — heeft het Gerecht de scheiding van functies tussen de Commissie en het register met betrekking tot de registratie van domeinnamen onder het .eu TLD opnieuw bevestigd. Het Gerecht oordeelde dat de brief van de Commissie aan de aanvrager, waarin is uitgelegd dat de Commissie niet kan optreden als beroepsinstantie met betrekking tot het besluit van het onafhankelijke .eu-register, geen besluit bevat dat voor het Gerecht kan worden bestreden, en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk.

In de tweede zaak van 3 juni 2010 — Oberster Gerichtshof C-569/08 — onderzocht het Hof de voorwaarden om een om speculatieve redenen of onrechtmatig geregistreerde domeinnaam te kunnen intrekken. Het Hof oordeelde dat de lijst van de in artikel 21, lid 3, van Verordening (EG) nr. 874/2004 van de Commissie omschreven omstandigheden waarin sprake is van kwade trouw, niet exhaustief is en verduidelijkte welke omstandigheden in aanmerking moeten worden genomen om kwade trouw vast te stellen.

14.

Procedure voor alternatieve geschillenbeslechting


Geschillen tussen houders van .eu-domeinnamen of klachten tegen beslissingen van het .eu-register kunnen worden voorgelegd aan de aanbieder van alternatieve geschillenbeslechting (ADR)[29] : het arbitragegerecht in Praag (Tsjechisch arbitragegerecht of CAC) i.

De ADR-procedure is van toepassing onverminderd andere gerechtelijke procedures. Klachten kunnen online worden ingediend in één van de 23 officiële talen van de EU.

Meestal gaat het om klachten tegen houders van '.eu'-domeinnamen. De reden daarvoor is dat de ADR-procedure tegen de houder van de domeinnaam kan worden ingeleid door elke partij die daarbij kan aanvoeren dat de registratie speculatief of onrechtmatig is in de zin van artikel 21 van Verordening nr. 874/2004 van de Commissie.

In de laatste twee jaren zijn gemiddeld 13 zaken per kwartaal ingeleid i. In de meeste zaken die door het CAC in de periode Q2 2009 - Q4 2010 zijn gepubliceerd, heeft het panel beslist de domeinnaam over te dragen aan de klager i. Gemiddeld nemen CAC-panels in ADR-procedures hun beslissing binnen 4 maanden volgende op de ontvangst van de klacht. Indien een beslissing in het voordeel van de klager wordt genomen, wordt de betwiste domeinnaam gewoonlijk aan laatstgenoemde overgedragen na 30 dagen volgende op de beslissing van het panel, na verval van het beroepsrecht waarover de verliezende partij beschikt.

Voor de tarieven voor ADR-procedures is uitgegaan van het principe van kostendekkende exploitatie i. De starttarieven voor de ADR, die aanvankelijk 1 990 euro bedroegen, zijn sinds 2006 herhaaldelijk verminderd en bedragen thans 1 300 euro. Dit is vergelijkbaar met de tarieven van soortgelijke arbitrageorganen, ondanks het feit dat deze laatste geen vertalingen van de klachten maken.

In het huidige systeem kunnen particulieren en kleine en middelgrote ondernemingen in de EU wegens de hoge toegangskosten niet ten volle gebruik maken van het ADR-mechanisme. Uit een controle die in juni 2011 op verzoek van EURid is verricht, zijn een aantal aanbevelingen voortgekomen om dit te verbeteren i. In één aanbeveling wordt een versneld proces (een mechanisme om domeinnamen op te schorten) voorgesteld voor houders van oudere rechten die snel wensen op te treden tegen apert onrechtmatige domeinnaamregistraties, d.w.z. wanneer via de website van de registrant van de domeinnaam ongeoorloofde inhoud of nagemaakte producten worden aangeboden. Dit zou automatisch van toepassing zijn op elke respons van de respondent. Daarom zou de beslissing tot intrekking of overdracht van een onrechtmatig gebruikte domeinnaam kunnen worden genomen zonder dat een panel hoeft te worden samengesteld. Daardoor zouden de kosten voor de procedure verminderen.

Een andere aanbeveling van het controleverslag is dat het .eu-register (EURid) financieel betrokken moet worden bij de ADR-procedure door de ADR-vergoeding terug te betalen aan de winnende partij. Deze aanbevelingen worden onderzocht door EURid en de Commissie, die zullen nagaan op welke wijze de toegang tot ADR kan worden verbeterd, in het bijzonder voor het midden- en kleinbedrijf en particulieren.

15.

Rechtszaken


Tijdens de verslagperiode is EURid betrokken geweest bij twee grote rechtszaken: Ovidio i en Zheng i . Deze procedures hadden betrekking op de legitimiteit van het optreden van EURid tegen praktijken van warehosing en cyber-squatting.

In de zaak Ovidio aanvaardde het Hof van beroep van Brussel de vordering van het EURid-register en werd EURid vrijgesproken van betaling van de boeten die haar voorheen in twee bevelen tot betaling waren opgelegd. Deze bevelen waren tegen EURid uitgevaardigd als respons op zijn optreden tegen warehousingpraktijken (juli 2009).

In de zaak Zheng ging de Brusselse Rechtbank van eerste aanleg akkoord met EURid over de wettigheid van zijn optreden tegen cyber-squatting. Dit vonnis ondersteunt EURid in zijn strijd tegen phishing en andere kwaadwillige activiteiten i (september 2009).

16.

CONCLUSIES


Het .eu TLD-model is met succes ingevoerd en is volledig operationeel.

De laatste twee jaar heeft het .eu TLD zijn positie versterkt onder de grootste en meest bekende topniveaudomeinen in Europa en in de wereld. Het blijft succes boeken ondanks de gestage groei van de 27 nationale landcode-TLD's in de lidstaten en de beschikbaarheid van generieke TLD's zoals .com en .org.

In 2009 heeft het .eu-register IDN's onder het .eu TLD ingevoerd om de registratie van .eu-domeinnamen op het tweede niveau mogelijk te maken in het Cyrillische en het Griekse alfabet. Bijgevolg zijn onder het .eu TLD geregistreerde domeinnamen sinds 2009 beschikbaar geworden in alle 23 officiële talen van de Europese Unie (en hun respectieve schriften).

Anderhalf jaar na de aanvraag van EURid heeft ICANN de fast-trackprocedure echter nog niet voltooid, waardoor het mogelijk zou worden IDN's op het .eu-topniveau in te voeren (.ευ in het Grieks en .ею in het Bulgaars). De Commissie heeft ICANN met aandrang verzocht zijn onderzoek uiterlijk tegen eind 2011 af te ronden. Zij heeft te kennen gegeven dat de toekomstige regels voor de invoering van een permanente IDN-aanvraagprocedure zodanig ontworpen moeten zijn dat onnodige vertraging wordt vermeden. Dit is een van de beleidskwesties die de Commissie zal blijven verdedigen in het gouvernementele adviescomité dat advies verstrekt aan ICANN.

In 2010 heeft het .eu-register zijn technische systemen geüpgraded, met een volledige toepassing van de chain of trust van DNSSEC voor de onder het .eu TLD geregistreerde domeinnamen.

De financiële situatie van het register is in 2009 en 2010 stabiel gebleven.

De door het Tsjechische arbitragegerecht ingestelde ADR-regeling biedt registranten bescherming van hun rechten in alle 23 EU-talen. De Commissie houdt toezicht op het gebruik van de regeling. Na aanbevelingen van accountants zal de Commissie samen met EURid nagaan hoe de toegankelijkheid van de ADR kan worden verbeterd voor particulieren en kleine en middelgrote ondernemingen die redenen hebben om aan te nemen dat hun .eu-naam onrechtmatig door derden is geregistreerd.

In de komende jaren moet het register de perceptie van het .eu TLD bij verschillende doelgroepen verder versterken en ontwikkelen, om de penetratie ervan in de Europese markt van domeinnamen te verhogen en het publiek verder bewust te maken van het TLD. Overeenkomstig de beste praktijken op dat gebied moet worden gezorgd voor de stabiliteit en de veiligheid van de daaraan gerelateerde TLD-diensten. Gezien de dynamische aard van de TLD-omgeving, moet het register doorgaan met het onderhouden en uitbreiden van de dialoog en de uitwisseling met de Europese en internationale internetgemeenschap. De Commissie zal overeenkomstig het wettelijke kader nauw blijven samenwerken met het register.

17.

BIJLAGEN


BIJLAGE 1: De mondiale top-tien van TLD's op 31 december 2010

[afbeelding - zie origineel document]Bron: EURid's trimestrieel voortgangsverslag, 4e kwartaal 2010

18.

BIJLAGE 2: Overzicht van beslissingen van het Tsjechische arbitragerecht in .eu-zaken


Beslissing Aantal %

Afgewezen klachten 16,53%

Overgedragen domeinnamen 72,58%

Ingetrokken domeinnamen 8,06%

Schikkingen 2,62%

Rechterlijke uitspraken 0,20%

Totaal 100,00%

BIJLAGE 3: Totaal aantal .eu-domeinnamen per land van registrant

[afbeelding - zie origineel document] [afbeelding - zie origineel document]

Bron: EURid's trimestriële voortgangsverslagen

BIJLAGE 4: Populariteit van .eu op 31 december 2010

[afbeelding - zie origineel document] [afbeelding - zie origineel document]

Bron: EURid's trimestrieel voortgangsverslag, 4e kwartaal 2010
“.eu”-TLD (6 juli 2007).
“.eu”-TLD (26 juni 2009).
aanw3 [afbeelding - zie origineel document]zing van het register voor het .eu-topniveaudomein.
aanwijzing van het register voor het .eu-topniveaudomein.
[…] [en] kan door beide partijen bij de overeenkomst worden verlengd met vijf jaar in de vorm van een bijkomende overeenkomst.'

‘Cyber-squatting’ is het kwaadwillig registreren, verhandelen of gebruiken van andermans handelsmerk in een domeinnaam met de bedoeling voordeel te halen uit de goodwill die iemand anders toebehoort. Cyber-squatters verkopen de betrokken domeinnaam tegen een abnormaal hoge prijs aan de houder van het handelsmerk.

'Domainers' is een term die in de omgangstaal wordt gebruikt voor personen die speculeren met domeinnamen.

[29] ‘What is in a domain-name extension’ – een onderzoek waarin websites worden gecategoriseerd (juni 2010). EURid heeft een testsituatie opgezet waarin evaluatoren een willekeurige steekproef van websites die onder elke extensie zijn gevonden, visueel hebben beoordeeld. Daarnaast zijn statistische methodes toegepast om de foutenmarge in te schatten en is automatische scanning toegepast om een aantal cijfers te controleren. In het totaal zijn ongeveer 5 000 domeinnamen beoordeeld voor elk van de geselecteerde TLD's. Voor meer informatie, zie: www.eurid.eu/files/eu_insights_2.pdf