Toelichting bij COM(2011)683 - Wijziging richtlijnen betreffende de transparantievereisten voor uitgevende instellingen met op een gereglementeerde markt verhandelbare effecten - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2011)683 - Wijziging richtlijnen betreffende de transparantievereisten voor uitgevende instellingen met op een gereglementeerde markt ... |
---|---|
bron | COM(2011)683 |
datum | 25-10-2011 |
Algemene context
In artikel 33 van de Transparantierichtlijn (Richtlijn 2004/109/EG) is de Europese Commissie verzocht verslag uit te brengen over de werking van deze richtlijn[1]. Uit het verslag dat de Commissie in overeenstemming met dit artikel heeft gepubliceerd, blijkt dat de transparantievoorschriften van de richtlijn door de meerderheid van de belanghebbenden nuttig worden geacht voor het goed en efficiënt functioneren van de markt.
Ondanks deze resultaten wees de evaluatie van de werking van de Transparantierichtlijn echter uit dat de daaruit voortvloeiende regeling op bepaalde punten kan worden verbeterd. Het is daarom wenselijk om de verplichtingen van bepaalde uitgevende instellingen te vereenvoudigen om de gereglementeerde markten aantrekkelijker te maken voor kleine en middelgrote uitgevende instellingen die kapitaal inzamelen in Europa. Daarnaast moeten de juridische duidelijkheid en effectiviteit van de bestaande transparantieregeling worden vergroot, vooral als het gaat om de bekendmaking van bedrijfseigendom.
Dit voorstel voor een wijziging van de Transparantierichtlijn sluit aan bij de doelstelling om het niveau van beleggersbescherming waarin in de richtlijn is voorzien te behouden en waar nodig te verhogen en ervoor te zorgen dat de bekendgemaakte informatie voldoende en bruikbaar is voor beleggingsdoelstellingen, tegen aanvaardbare kosten.
Bestaande communautaire bepalingen op dit gebied
De doelstelling van de Transparantierichtlijn is het garanderen van een hoge mate van beleggersvertrouwen door middel van gelijke transparantie voor uitgevers van effecten en beleggers in de hele Europese Unie. Om deze doelstelling te bereiken, vereist de Transparantierichtlijn van uitgevers van effecten die op gereglementeerde markten worden verhandeld dat zij periodieke financiële informatie over de prestaties van de uitgevende instelling gedurende het boekjaar en doorlopende informatie over belangrijke deelnemingen waaraan stemrechten zijn verbonden, publiceren. De richtlijn introduceert ook minimumnormen voor toegang tot en opslag van gereglementeerde informatie. De Transparantierichtlijn is aangevuld met Richtlijn 2007/14/EG[2] van de Commissie, die uitvoeringsmaatregelen bevat, en met de aanbeveling van de Commissie over de opslag van gereglementeerde informatie[3]. De Transparantierichtlijn is achtereenvolgens gewijzigd door de Richtlijnen 2008/22/EG[4] en 2010/78/EU[5] met betrekking tot de uitvoeringsbevoegdheden die aan de Commissie zijn verleend en de technische ontwerpnormen die zijn ontwikkeld door de Europese Autoriteit voor effecten en markten en door Richtlijn 2010/73/EU[6] om enkele bepalingen van de Transparantierichtlijn op één lijn te brengen met de gewijzigde Prospectusrichtlijn[7].
De verplichtingen in het kader van de Transparantierichtlijn zijn nauw verbonden met voorschriften die zijn vastgelegd in andere EU-teksten op het gebied van corporate governance/vennootschapsrecht of op het gebied van financiële markten/effecten. Met name de Prospectusrichtlijn bevat openbaarmakingsvereisten die zeer dicht bij de kern van de verplichtingen op grond van de Transparantierichtlijn liggen. De Prospectusrichtlijn eist van vennootschappen die aandelen aanbieden aan het publiek in de EU dat zij een prospectus uitgeven dat voldoet aan de gedetailleerde regels van de richtlijn. Hij staat vennootschappen ook toe een prospectus uit te geven in één EU-land, dat ook geldig is voor volgende aanbiedingen van effecten aan het publiek of toegang tot de handel in heel Europa, met minimale vertaalverplichtingen.
Daarnaast is de Transparantierichtlijn het instrument voor de tenuitvoerlegging van openbaarmakingsverplichtingen op grond van andere richtlijnen, zoals de Richtlijn marktmisbruik[8], die misbruikgedrag op gereglementeerde markten (bijv. handelen met voorkennis en marktmanipulatie) verbiedt en uitgevende instellingen verplicht voorwetenschap openbaar te maken.
Consistentie met ander beleid
Verbetering van de regelgevingsomgeving voor kleine en middelgrote uitgevende instellingen en hun toegang tot kapitaal zijn belangrijke politieke prioriteiten voor de Commissie. In dat verband heeft de Commissie in de mededeling ‘Akte voor de interne markt’ van april 2011[9] gesteld dat de Transparantierichtlijn moet worden herzien 'om de voor beursgenoteerde mkb-bedrijven geldende verplichtingen evenrediger te maken en tegelijkertijd eenzelfde niveau van beleggersbescherming te bieden'. Dit voorstel is gericht op wijziging van de Transparantierichtlijn om aan deze doelstelling te voldoen.
Daarnaast is de herziening van de Transparantierichtlijn bedoeld om te zorgen voor de transparantie van belangrijke economische acquisities in bedrijven, beleggersvertrouwen en meer nadruk op de langetermijnresultaten en levert zij dus een bijdrage aan de algemene doelstelling van de Commissie om de financiële stabiliteit te versterken. Bovendien is het verbeteren van de toegang tot gereglementeerde informatie op Unieniveau erop gericht de functionele integratie van de Europese effectenmarkten te verhogen en voor een betere grensoverschrijdende zichtbaarheid van beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen te zorgen.
Met betrekking tot de algemene kwestie van de tenuitvoerlegging wordt de Transparantierichtlijn ook herzien om gevolg te geven aan de conclusies van de mededeling van de Commissie over het versterken van sanctieregelingen in de financiële dienstensector[10]. In deze mededeling denkt de Commissie aan EU-wetgevingshandelingen om gemeenschappelijke minimumnormen vast te stellen voor bepaalde essentiële zaken op het gebied van sanctieregelingen, die moeten worden aangepast aan de specifieke kenmerken van de verschillende sectoren. Om ervoor te zorgen dat de sancties voor niet-naleving van de transparantievereisten voldoende doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn, is het voorstel erop gericht de rechtskaders van de lidstaten met betrekking tot administratieve sancties en maatregelen te versterken en nader tot elkaar te brengen door te voorzien in voldoende afschrikkende administratieve sancties die gelden voor niet-naleving van essentiële vereisten van de Transparantierichtlijn en een passend persoonlijk toepassingsgebied van administratieve sancties en publicatie van sancties. Strafrechtelijke sancties vallen niet onder dit voorstel.
2. Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en de effectbeoordeling 2.1. Raadpleging van belanghebbende partijen
Het voorstel is opgesteld in overeenstemming met de benadering van de Commissie ten aanzien van de beginselen van betere regelgeving. Het initiatief en de effectbeoordeling zijn het resultaat van een uitgebreide dialoog met en raadpleging van alle belangrijke belanghebbende partijen, onder wie effectentoezichthouders, marktdeelnemers (uitgevende instellingen, tussenpersonen en beleggers) en consumenten. Het is gebaseerd op de constateringen en analyse in het bovengenoemde verslag van de Commissie over de werking van de Transparantierichtlijn en het uitgebreidere werkdocument van de diensten van de Commissie dat daarbij hoorde. Het put uit de bevindingen van een extern onderzoek[11] dat in 2009 voor de Commissie is uitgevoerd naar de toepassing van geselecteerde verplichtingen op grond van deze richtlijn, waarbij onder meer gebruik is gemaakt van bewijs dat onder marktdeelnemers is verzameld door middel van een enquête. Voor het verslag van de Commissie is ook gebruik gemaakt van verslagen die op dit gebied zijn gepubliceerd door het Comité van Europese effectenregelgevers (CESR) (nu de EAEM)[12] en door de Europese deskundigengroep voor effectenmarkten (ESME)[13]. De verslagen van het CESR (de EAEM) en de ESME waren in het bijzonder waardevol voor het identificeren van de delen van de Transparantierichtlijn waarin onduidelijke bepalingen staan en/of verbeteringen mogelijk zijn.
Er is ook rekening gehouden met de opmerkingen van belanghebbenden die deelnamen aan de openbare raadpleging. Als onderdeel van de raadplegingsprocedure hebben de diensten van de Commissie op 11 juni 2010 een openbare conferentie georganiseerd, waaraan diverse belanghebbenden hebben deelgenomen. De discussie was vooral gericht op de aantrekkelijkheid van gereglementeerde markten voor kleine en middelgrote uitgevende instellingen en de mogelijke verbetering van de transparantieverplichtingen met betrekking tot openbaarmaking van bedrijfseigendom.
Effectbeoordeling
In lijn met het beleid van ‘betere regelgeving’ heeft de Commissie een effectbeoordeling van beleidsalternatieven uitgevoerd. Hierna volgt een overzicht van de beste beleidsopties die voor de volgende onderwerpen in aanmerking zijn genomen:
- meer flexibiliteit mogelijk maken met betrekking tot de frequentie en timing van de publicatie van periodieke financiële informatie, in het bijzonder voor kleine en middelgrote uitgevende instellingen:
De verplichting om elk kwartaal financiële verslagen uit te brengen voor alle beursgenoteerde vennootschappen afschaffen – De introductie van gedifferentieerde openbaarmakingsregelingen voor beursgenoteerde vennootschappen in een gereglementeerde markt op grond van hun grootte werd onwenselijk geacht, aangezien een dergelijke regeling ervoor zou zorgen dat er binnen hetzelfde marktsegment met twee maten wordt gemeten en dat zou verwarrend zijn voor de beleggers. De beleidsoptie waaraan de voorkeur wordt gegeven, verlaagt de nalevingskosten voor alle beursgenoteerde vennootschappen in een gereglementeerde markt, maar zou in het bijzonder gunstig zijn voor de kleinere vennootschappen, doordat de administratieve last van de publicatie en voorbereiding van kwartaalcijfers aanzienlijk zou worden gereduceerd. Deze optie stelt de kleine en middelgrote uitgevende instellingen in staat hun middelen te herbestemmen voor het publiceren van die informatie waaraan hun beleggers de meeste behoefte hebben. Deze optie zou de druk op de uitgevende instellingen op de korte termijn moeten verminderen en beleggers moeten stimuleren een visie voor de langere termijn aan te nemen. Zij zal geen negatief effect hebben op de bescherming van de beleggers. De bescherming van de beleggers wordt al voldoende gegarandeerd door de verplichte openbaarmaking van de halfjaarlijkse en jaarlijkse financiële resultaten en door de openbaarmakingen die worden vereist door de Richtlijn marktmisbruik en de Prospectusrichtlijn. De beleggers zouden dus ook zonder de openbaarmaking van de kwartaalgegevens die op dit moment verplicht is op grond van de Transparantierichtlijn voldoende geïnformeerd moeten zijn over de belangrijke gebeurtenissen en feiten die van invloed zouden kunnen zijn op de prijs van de onderliggende effecten.
- de beschrijvende gedeelten van de financiële verslagen voor kleine en middelgrote uitgevende instellingen vereenvoudigen:
De EAEM verzoeken niet-bindende richtsnoeren (sjablonen) op te stellen voor de beschrijvende inhoud van de financiële verslagen van alle beursgenoteerde vennootschappen – Deze optie maakt kostenbesparingen mogelijk en verbetert de vergelijkbaarheid van de informatie voor beleggers. Zij vergroot ook de grensoverschrijdende zichtbaarheid van de kleine en middelgrote uitgevende instellingen.
- de lacunes in de vereisten voor bekendmaking van belangrijke deelnemingen waaraan stemrechten zijn verbonden, wegwerken:
De openbaarmakingsregeling uitbreiden naar alle instrumenten waarvan het economisch effect vergelijkbaar is met dat van het bezit van aandelen en het recht op het verwerven van aandelen – Onder deze optie vallen zowel derivaten die aanleiding geven tot afwikkeling in contanten[14] als alle toekomstige vergelijkbare financiële instrumenten en hiermee wordt een lacune in de bestaande openbaarmakingsregeling weggenomen. De optie heeft een sterk positief effect op de beleggersbescherming en het marktvertrouwen, doordat zij de geheime opbouw van belangen in beursgenoteerde vennootschappen ontmoedigt.
- divergentie in de bekendmakingseisen voor belangrijke deelnemingen wegwerken:
De regeling voor de bekendmaking van belangrijke deelnemingen waaraan stemrechten zijn verbonden, harmoniseren door te eisen dat de deelnemingen in de vorm van aandelen worden samengevoegd met de financiële instrumenten die toegang geven tot aandelen (waaronder de derivaten die aanleiding geven tot afwikkeling in contanten) – Deze optie zorgt voor een uniforme aanpak, verkleint de rechtsonzekerheid, verbetert de transparantie, vereenvoudigt grensoverschrijdende beleggingen en verlaagt de kosten daarvan.
Daarnaast is nagedacht over technische aanpassingen en verduidelijkingen om een beter uitvoeringskader voor de richtlijn te scheppen.
Het volledige effectbeoordelingsverslag is beschikbaar op: […]
Rechtsgrondslag
De EU heeft het recht om op dit gebied op te treden op grond van de artikelen 50 en 114 van het VWEU.
Op 23 september 2009 heeft de Commissie voorstellen aangenomen voor verordeningen tot oprichting van de EBA, de EAVB en de EAEM. In deze samenhang herinnert de Commissie aan de verklaringen die zij met betrekking tot de artikelen 290 en 291 VWEU heeft uitgebracht bij de vaststelling van de verordeningen tot oprichting van de Europese toezichthoudende autoriteiten: 'Wat het proces voor de vaststelling van reguleringsnormen betreft, benadrukt de Commissie het unieke karakter van de financiëledienstensector, dat een gevolg is van de Lamfalussy-structuur en dat expliciet erkend wordt in Verklaring 39 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De Commissie betwijfelt evenwel ten zeerste of de beperkingen van haar rol met betrekking tot de vaststelling van gedelegeerde handelingen en uitvoeringsmaatregelen in overeenstemming is met de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.'
Subsidiariteit en evenredigheid
De vastgestelde problemen met betrekking tot kleine en middelgrote uitgevende instellingen komen voort uit de wetgeving van de Europese Unie en de nationale wetgeving en kunnen alleen worden aangepakt door wijzigingen in de wetgeving op het niveau van de Europese Unie. Daarnaast kan alleen een dwingend rechtsinstrument dat op EU-niveau wordt aangenomen, ervoor zorgen dat alle lidstaten hetzelfde regelgevingskader hanteren dat is gebaseerd op dezelfde beginselen, zodat er een einde komt aan de huidige versnippering van de regelgevingsreactie met betrekking tot de regeling voor bekendmaking van belangrijke deelnemingen.
Als sancties uiteenlopen of te zwak zijn, bestaat het risico dat ze onvoldoende zijn om overtredingen van de Transparantierichtlijn effectief te voorkomen en om te zorgen voor effectief toezicht en de ontwikkeling van gelijke spelregels. Maatregelen op EU-niveau kunnen divergentie en zwakheden in het rechtskader voor sanctionering en de onderzoeksbevoegdheden van de nationale autoriteiten vermijden en zo bijdragen aan het wegnemen van mogelijkheden voor regelgevingsarbitrage.
Keuze van instrumenten
Een wijziging van de huidige Transparantierichtlijn lijkt de meest haalbare oplossing. Een richtlijn kan maximale harmonisatie op bepaalde gebieden mogelijk maken, maar biedt de lidstaten nog voldoende flexibiliteit om op andere gebieden rekening te kunnen houden met hun specifieke situatie.
2.6. Gedetailleerdere uitleg van de specifieke bepalingen van het voorstel
- Keuze van de lidstaat van herkomst voor uitgevende instellingen in derde landen
De Transparantierichtlijn is op dit moment niet duidelijk over de vraag welk land de lidstaat van herkomst is voor uitgevende instellingen die hun lidstaat van herkomst moeten kiezen volgens artikel 2, lid 1, onder i), alinea ii), maar dat niet hebben gedaan. Het is belangrijk dat de Transparantierichtlijn geen mogelijkheid biedt om de regels zo ten uitvoer te leggen dat een beursgenoteerde vennootschap actief kan zijn zonder onder het toezicht van een lidstaat te vallen. Daarom wordt er, naar aanleiding van de opmerkingen die zijn ontvangen van respondenten van de openbare raadpleging, standaard een lidstaat van herkomst vastgesteld voor uitgevende instellingen uit derde landen die niet binnen drie maanden een lidstaat van herkomst hebben gekozen volgens artikel 2, lid 1, onder i).
- De eis om tussentijdse bestuursverklaringen en/of kwartaalverslagen te publiceren wordt afgeschaft
Om de administratieve last in verband met een beursnotering in een gereglementeerde markt te verminderen en langetermijnbeleggingen te stimuleren, wordt de vereiste om tussentijdse bestuursverklaringen te publiceren voor alle beursgenoteerde vennootschappen afgeschaft. De publicatie van dergelijke informatie wordt niet nodig geacht voor de beleggersbescherming en moet daarom aan de markt worden overgelaten om onnodige administratieve belasting te vermijden. Uitgevende instellingen kunnen deze informatie blijven publiceren als daar een sterke vraag naar is van de beleggers. Met het oog op de efficiëntie en in een geharmoniseerde regeling voor openbaarmaking te voorzien, mogen de lidstaten een dergelijke verplichting niet blijven opleggen in hun nationale wetgeving. Op dit moment hanteren veel lidstaten strengere openbaarmakingseisen dan de minimumeisen die zijn vastgelegd in de richtlijn. Om ervoor te zorgen dat alle beursgenoteerde vennootschappen in de EU profiteren van een gelijke behandeling en dat de administratieve belasting doeltreffend wordt verkleind, moet worden voorkomen dat lidstaten aan ‘gold plating’ gaan doen door meer te eisen dan voor de bescherming van de beleggers noodzakelijk is.
- Brede definitie van financiële instrumenten waarvoor de bekendmakingseis geldt
Om rekening te houden met financiële innovatie en ervoor te zorgen dat uitgevende instellingen en beleggers volledig op de hoogte zijn van de structuur van de bedrijfseigendom, moet de definitie van financieel instrument worden verbreed, zodat alle instrumenten met een economisch effect dat vergelijkbaar is met dat van deelnemingen in de vorm van aandelen en rechten op het verwerven van aandelen eronder vallen, ongeacht of ze recht geven op een fysieke afwikkeling. Op dit moment vereist de Transparantierichtlijn geen bekendmaking van bepaalde typen financiële instrumenten die geen recht geven op het verwerven van stemrechten, maar die kunnen worden gebruikt om geheime belangen in beursgenoteerde vennootschappen op te bouwen zonder dat dit aan de markt bekend wordt gemaakt.
- Meer harmonisatie voor bekendmaking van belangrijke deelnemingen – deelnemingen in de vorm van aandelen samenvoegen met deelnemingen in de vorm van financiële instrumenten
De Transparantierichtlijn vereist niet dat deelnemingen in de vorm van stemrechten worden samengevoegd met deelnemingen in de vorm van financiële instrumenten voor het berekenen van de drempels voor bekendmaking van belangrijke deelnemingen. De lidstaten hanteren verschillende benaderingen op dit gebied. Dat leidt tot een versnipperde markt en extra kosten voor grensoverschrijdende beleggers. Een uniforme aanpak met betrekking tot het berekenen van drempels voor bekendmaking van belangrijke deelnemingen is essentieel om de rechtszekerheid te verbeteren, de transparantie te vergroten, grensoverschrijdende beleggingen te vereenvoudigen en de onderliggende kosten te verlagen. Daarom moeten deelnemingen in de vorm van aandelen worden samengevoegd met de deelnemingen in de vorm van financiële instrumenten voor de berekening van de bekendmakingsdrempels. Verrekening van long- en shortposities mag niet worden toegestaan. De bekendmaking moet een onderverdeling bevatten naar het type financieel instrument in bezit om de markt gedetailleerde informatie te geven over de aard van de deelnemingen.
Om rekening te houden met de verschillen in eigendomsconcentratie moeten de lidstaten echter de mogelijkheid houden om lagere nationale drempels vast te stellen voor bekendmaking van belangrijke deelnemingen dan die in de Transparantierichtlijn zijn vastgelegd wanneer dat nodig is om voldoende transparantie van de deelnemingen te garanderen. In sommige lidstaten zijn ondernemingen eigendom van een klein aantal aandeelhouders, die elk een significant percentage van de aandelen bezitten, terwijl in andere lidstaten de eigendom verspreid is en een aandeelhouder met een relatief klein percentage van de aandelen al een belangrijke invloed kan uitoefenen binnen een onderneming. In dat laatste geval kan bekendmaking van de deelnemingen bij een lagere drempel dan het in de Transparantierichtlijn vastgelegde minimum nodig zijn om voldoende transparantie van belangrijke deelnemingen te garanderen.
- Opslag van gereglementeerde informatie
De toegang tot financiële informatie over beursgenoteerde vennootschappen op pan-Europese basis is op dit moment lastig: belanghebbende partijen moeten in 27 verschillende nationale databanken naar informatie zoeken. De mate van onderlinge verbondenheid tussen de 27 nationale opslagmechanismen is onvoldoende. Daarom moet, om de grensoverschrijdende toegang tot gereglementeerde informatie te vergemakkelijken, het huidige netwerk van officieel aangewezen opslagmechanismen worden verbeterd. Het voorstel is dat de Europese Commissie in dat opzicht meer gedelegeerde bevoegdheden krijgt, met name betreffende de toegang tot gereglementeerde informatie op Unieniveau. De EAEM moet de Europese Commissie bijstaan door het ontwikkelen van ontwerpen van technische regelgevingsnormen betreffende bijvoorbeeld het beheer van een centraal toegangspunt voor het zoeken naar gereglementeerde informatie op Unieniveau. Deze maatregelen dienen ook te worden gebruikt ter voorbereiding op de mogelijke toekomstige instelling van één Europees opslagmechanisme waarin de gereglementeerde informatie op het niveau van de Unie wordt opgeslagen.
- Verslaglegging van betalingen aan regeringen
De Commissie heeft publiekelijk haar steun uitgesproken voor het initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën (EITI) en heeft zich bereid getoond wetgeving in te dienen die informatieverplichtingen aan bedrijven uit de winningsindustrie oplegt.[15] Een soortgelijke belofte is gedaan in de afsluitende verklaring van de G8-top in Deauville van mei 2011[16], waar de G8-regeringen zich ertoe hebben verbonden wet-en regelgeving op het gebied van transparantie in te voeren of vrijwillige normen te bevorderen die vereisen of in de hand werken dat olie-, gas- en mijnbouwbedrijven hun betalingen aan regeringen bekendmaken. Bovendien heeft het Europees Parlement een resolutie[17] ingediend waarin het zijn steun voor verslagleggingseisen per land herhaalde, in het bijzonder voor de winningsindustrieën.
De EU-wetgeving vereist op dit moment niet van uitgevende instellingen dat ze per land de betalingen aan regeringen in de landen waar ze actief zijn, bekendmaken. Bijgevolg worden dergelijke betalingen aan regeringen in een bepaald land normaal niet openbaar gemaakt, hoewel dergelijke betalingen door de winningsindustrie (olie, gas en mijnbouw) of de kappers[18] van primaire wouden[19] een significant deel van de inkomsten van een land kunnen vormen, vooral in derde landen die rijk zijn aan natuurlijke hulpbronnen. Om ervoor te zorgen dat regeringen verantwoordingsplicht hebben ten aanzien van het gebruik van deze middelen en om goed beheer te stimuleren, wordt voorgesteld de bekendmaking van betalingen aan regeringen te verplichten op individueel of geconsolideerd niveau van een onderneming. De Transparantierichtlijn vereist dat uitgevende instellingen betalingen aan regeringen openbaar maken door te verwijzen naar de desbetreffende bepalingen van Richtlijn 2011/../EU van de Raad betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en relevante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen die in de nadere eisen in dat verband voorziet.
Dit voorstel is vergelijkbaar met de Amerikaanse Dodd-Frank Act[20], die in juli 2010 is aangenomen, en vereist dat ondernemingen in de winningsindustrie (olie-, gas- en mijnbouwbedrijven) die zijn geregistreerd bij de Securities and Exchange Commission (SEC) betalingen aan regeringen[21] openbaar melden op land- en projectspecifieke basis. De vaststelling van de uitvoeringsregels van de SEC is voor eind 2011 gepland.
- Sancties en onderzoek
Om in een beter uitvoeringskader voor de bepalingen van de richtlijn te voorzien, worden de bevoegdheden tot het opleggen van sancties van de bevoegde autoriteiten uitgebreid. Met name de publicatie van sancties is belangrijk om de transparantie te verbeteren en het vertrouwen in de financiële markten te handhaven. Sancties moeten normaal gesproken worden gepubliceerd, behalve in welbepaalde omstandigheden. Daarnaast zouden de bevoegde autoriteiten in de lidstaten de bevoegdheid moeten hebben om de uitoefening van de stemrechten van de uitgevende instelling die de bekendmakingsregels voor belangrijke deelnemingen heeft overtreden, op te schorten, aangezien dat de meest efficiënte sanctie is om overtreding van deze regels te voorkomen. Om te zorgen voor consistente toepassing van de sancties moeten er uniforme criteria worden vastgesteld om te bepalen welke sanctie van toepassing is op een persoon of vennootschap.
- Andere technische aanpassingen
Er worden andere technische aanpassingen en verduidelijkingen voorgesteld naar aanleiding van de resultaten van de openbare raadpleging.