Toelichting bij COM(2012)277 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 2371/2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

In artikel 17, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid[1] is met betrekking tot de twaalfzeemijlszone van de lidstaten (territoriale wateren) een afwijking van de in artikel 17, lid 1, van die verordening vastgestelde regel inzake gelijke toegang voor EU‑vissersvaartuigen tot de wateren en bestanden vastgesteld om de lidstaten de mogelijkheid te bieden de toegang tot die zone te beperken tot bepaalde vaartuigen. Als gevolg van de toegangsbeperkingen die de lidstaten op basis van die mogelijkheid tot afwijking hebben vastgesteld, is de visserijdruk in de biologisch meest gevoelige gebieden afgenomen en is de economische stabiliteit van kleinschalige kustactiviteiten erop vooruitgegaan.

De lidstaten kunnen sinds 1 januari 2003 gebruik maken van deze afwijking, die afloopt op 31 december 2012. In artikel 6, lid 2, van het voorstel voor een nieuwe verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid[2] wordt voorzien in de voortzetting van de regeling inzake toegang tot de twaalfzeemijlszone. Indien de hervorming van het GVB eind 2012 haar beslag nog niet heeft gekregen, dient de looptijd van de regeling inzake toegang tot de twaalfzeemijlszone te worden verlengd tot de datum van inwerkingtreding van de nieuwe verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, teneinde ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten die sinds 1 januari 2013 plaatsvinden, zonder onderbreking kunnen worden voortgezet.

Op grond van artikel 17, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 heeft de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag over de regelingen voor toegang tot de twaalfzeemijlszone van de lidstaten voorgelegd[3]. Volgens het verslag is de regeling sinds 2002 zeer stabiel en werken de voorschriften nog steeds goed.

1.

Uitkomst van de raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling



Het voorstel betreft een in de tijd beperkte verlenging van de momenteel in artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 vastgestelde looptijd van de bestaande toegangsregeling. De verlenging van de toegangregeling tot 31 december 2022 is opgenomen in artikel 6, lid 2, van het voorstel voor een nieuwe verordening inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid (effectbeoordeling – SEC(2011) 891). Het was daarom niet nodig belanghebbende partijen te raadplegen of een effectbeoordeling uit te voeren.

2.

Juridische elementen van het voorstel



·

Samenvatting van de voorgestelde maatregel



Belangrijkste doel is te voorkomen dat er een breuk in de toepassing van de in artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 opgenomen specifieke toegangsregeling komt – wat zou gebeuren indien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid op 31 december 2012 nog niet is vastgesteld en in werking is getreden.

·

Rechtsgrondslag



Artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

·

Subsidiariteitsbeginsel



Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt.

·

Evenredigheidsbeginsel



Dit voorstel betreft een in de tijd beperkte verlenging van de looptijd van een maatregel die reeds bestaat in Verordening (EG) nr. 2371/2002, zodat er geen problemen ten aanzien van het evenredigheidsbeginsel zullen ontstaan.

·

Keuze van het instrument



Voorgesteld instrument: verordening van het Europees Parlement en de Raad.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: een verordening moet worden gewijzigd bij een verordening.

3.

Gevolgen voor de begroting



De voorgestelde maatregel brengt geen extra uitgaven voor de Unie mee.