Toelichting bij COM(2015)518 - Sluiting van het wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst met San Marino waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2015)518 - Sluiting van het wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst met San Marino waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke ... |
---|---|
bron | COM(2015)518 |
datum | 21-10-2015 |
Naar aanleiding van de vaststelling van Richtlijn 2003/48/EG van de Raad (hierna 'de spaarrichtlijn' genoemd) en teneinde het gelijke speelveld voor marktdeelnemers te behouden, ondertekende de EU overeenkomsten met Zwitserland, Andorra, Liechtenstein, Monaco en San Marino waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in de richtlijn. De lidstaten ondertekenden ook overeenkomsten met de afhankelijke gebieden van het Verenigd Koninkrijk en Nederland.
Meer recentelijk is ook op internationaal niveau onderkend dat het automatisch uitwisselen van inlichtingen een belangrijk instrument is in de strijd tegen grensoverschrijdende belastingfraude en belastingontduiking, doordat het voor volledige belastingtransparantie en samenwerking tussen de belastingdiensten in de hele wereld zorgt. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is door de G20 gevraagd één mondiale standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen te ontwikkelen (de Mondiale Standaard). De Mondiale Standaard is in juli 2014 door de OESO-Raad gepubliceerd.
Na de vaststelling van een voorstel tot actualisering van de spaarrichtlijn nam de Commissie op 17 juni 2011 een aanbeveling aan voor een mandaat om met Zwitserland, Liechtenstein, Andorra, Monaco en San Marino onderhandelingen te starten teneinde de overeenkomsten van de EU met die landen in overeenstemming te brengen met de internationale ontwikkelingen en ervoor te zorgen dat zij maatregelen blijven toepassen die gelijkwaardig zijn aan die welke in de EU worden toegepast. Op 14 mei 2013 bereikte de Raad overeenstemming over het onderhandelingsmandaat en besloot hij dat de onderhandelingen dienden aan te sluiten bij de recente ontwikkelingen op mondiaal niveau, waar is overeengekomen automatische uitwisseling van inlichtingen als een internationale standaard te bevorderen.
De Commissie heeft in haar mededeling van 6 december 2012, die een actieplan ter versterking van de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking bevat, dan ook beklemtoond dat de automatische uitwisseling van inlichtingen sterk moet worden bevorderd als de toekomstige Europese en internationale standaard voor transparantie en uitwisseling van inlichtingen in belastingzaken.
Op basis van een in juni 2013 door de Commissie ingediend voorstel stelde de Raad op 9 december 2014 Richtlijn 2014/107/EU vast, teneinde Richtlijn 2011/16/EU te wijzigen en de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen tussen de belastingautoriteiten in de EU uit te breiden tot een breed scala van financiële items, overeenkomstig de Mondiale Standaard. De wijziging garandeert een coherente, consistente en alomvattende Uniebrede aanpak van de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen op de interne markt.
Aangezien Richtlijn 2014/107/EU over het algemeen een ruimer toepassingsgebied dan Richtlijn 2003/48/EG heeft en bepaalt dat in gevallen waarin de toepassingsgebieden elkaar overlappen, Richtlijn 2014/107/EU voorrang heeft, nam de Commissie op 18 maart 2015 een voorstel tot intrekking van Richtlijn 2003/48/EG aan.
Om de kosten te drukken en de administratieve lasten voor zowel de belastingdiensten als de marktdeelnemers te beperken, is het van cruciaal belang de wijziging van de bestaande overeenkomst inzake spaargelden met San Marino aan te passen aan de ontwikkelingen op EU- en internationaal niveau. Dit zal de fiscale transparantie in Europa ten goede komen en de rechtsgrondslag vormen voor de tenuitvoerlegging van de Mondiale Standaard van de OESO inzake de automatische uitwisseling van inlichtingen tussen San Marino en de EU.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
De rechtsgrondslag van onderhavig voorstel wordt gevormd door artikel 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie in samenhang met artikel 218, lid 5, en artikel 218, lid 8, tweede alinea. De materiële rechtsgrondslag wordt gevormd door artikel 115 VWEU.
Artikel 1, lid 1, van het bij dit voorstel voor een besluit van de Raad gevoegde wijzigingsprotocol verandert de titel van de bestaande overeenkomst om de inhoud van de overeenkomst zoals gewijzigd bij voornoemd wijzigingsprotocol beter weer te geven.
Artikel 1, lid 2, van het wijzigingsprotocol vervangt de bestaande artikelen en bijlagen van de huidige overeenkomst door een nieuwe reeks bepalingen vervat in 10 artikelen, een bijlage I die de gezamenlijke rapportagestandaard van de OESO weerspiegelt (die deel uitmaakt van de Mondiale Standaard), een bijlage II die belangrijke delen van het OESO-commentaar op de Mondiale Standaard weerspiegelt, een bijlage III met de aanvullende gegevensbeschermingswaarborgen waarin moet worden voorzien ten aanzien van de verzameling en de uitwisseling van gegevens in het kader van de overeenkomst, en een bijlage IV waarin de bevoegde autoriteiten van San Marino en van elke lidstaat worden vermeld. De nieuwe artikelen weerspiegelen de artikelen van de OESO-modelovereenkomst tussen bevoegde autoriteiten voor de tenuitvoerlegging van de Mondiale Standaard, met kleine aanpassingen in verband met het bijzondere wettelijke kader van een EU-overeenkomst. Artikel 1 bevat geen definitie van 'fiscaal identificatienummer', aangezien dit begrip al wordt omschreven in deel VIII, onderdeel E, punt 5, van bijlage I. Artikel 5 bevat een volledige reeks bepalingen inzake de uitwisseling van inlichtingen op verzoek, die aansluit bij de meest recente tekst van het OESO-modelbelastingverdrag. Artikel 6 bevat een reeks nadere bepalingen inzake gegevensbescherming, waarbij ook rekening wordt gehouden met het ontbreken van een besluit omtrent het passend karakter van het niveau van gegevensbescherming in San Marino in vergelijking met de EU-vereisten. Artikel 7 voorziet in een aanvullende raadplegingsronde voordat een lidstaat of San Marino overgaat tot het schorsen van de overeenkomst. Artikel 8 bevat bepalingen over wijzigingen van de overeenkomst, waaronder een snel mechanisme voor de voorlopige toepassing van wijzigingen van de Mondiale Standaard door een van de overeenkomstsluitende partijen, op voorwaarde dat de andere partij hiermee instemt. In artikel 10 wordt het geografische toepassingsgebied vastgesteld.
Bijlage I volgt zowel de gezamenlijke rapportagestandaard van de OESO (CRS) als bijlage I bij de richtlijn betreffende administratieve samenwerking. Bijlage II implementeert belangrijke delen van het OESO-commentaar op de CRS en komt overeen met bijlage II bij de richtlijn betreffende administratieve samenwerking. De minieme afwijkingen van bijlage I of II ten opzichte van de richtlijn betreffende administratieve samenwerking zijn toe te schrijven aan het verzoek van de onderhandelaars van San Marino om de tekst opnieuw in overeenstemming te brengen met de CRS. Daarbij gaat het onder meer om:
1. In deel I, onderdeel D, is de verwijzing naar het rapporteren van de geboorteplaats opnieuw afgestemd op de CRS.
2. Een aantal relevante opties waarin het CRS-commentaar en de richtlijn betreffende administratieve samenwerking voorzien, wordt echter overgelaten aan elk van de lidstaten en San Marino; van deze opties wordt niet direct gebruik gemaakt in de overeenkomst. De lidstaten en San Marino zijn daarentegen gehouden elkaar en de Commissie mee te delen of zij van een bepaalde optie gebruik hebben gemaakt.
3. De definities van 'Internationale Organisatie' en 'Centrale Bank' in deel VIII, onderdeel B, punten 3 en 4, zijn opnieuw afgestemd op de CRS, zodat zij ook kunnen worden toegepast in het kader van de vrijstelling van de doorkijkbenadering voor Passieve Niet-Financiële Entiteiten (NFE's) in deel VIII, onderdeel D, punt 9, onder c).
4. In bijlage II wordt de definitie van 'Vestigingsplaats van een Financiële Instelling' afgestemd op het CRS-commentaar, teneinde ook die gevallen te bestrijken waarin de vestigingsplaats van een andere Financiële Instelling dient te worden vastgesteld, bv. bij de doorkijkbenadering voor Passieve NFE's.
Bijlage III is toegevoegd ter aanvulling van artikel 6 met extra gegevensbeschermingswaarborgen, gezien het ontbreken van een besluit omtrent het passend karakter van het niveau van gegevensbescherming in San Marino in vergelijking met de EU-vereisten.
Artikel 2 van het wijzigingsprotocol bevat bepalingen inzake de inwerkingtreding en toepassing. De partijen zijn overeengekomen om aan hun internationale verplichtingen te voldoen met betrekking tot het tijdstip van de automatische inlichtingenuitwisseling in het kader van de Mondiale Standaard, zoals toegezegd aan het Mondiaal Forum, dat wil zeggen dat de eerste uitwisselingen plaatsvinden in 2017 voor in 2016 verzamelde gegevens (met uitzondering van Oostenrijk, dat een jaar later met deze uitwisselingen begint). Gelet op de moeilijkheid om te waarborgen dat de in artikel 2, lid 1, van het wijzigingsprotocol vastgestelde procedure voor de formele inwerkingtreding tijdig kan worden ingevoerd met het oog op de naleving van deze verbintenissen, zijn de partijen in artikel 2, lid 2, overeengekomen dat het wijzigingsprotocol voorlopig wordt toegepast vanaf 1 januari 2016, onder voorbehoud van kennisgeving door elke partij van de voltooiing van haar respectieve, voor die voorlopige toepassing vereiste interne procedures, die wat de EU betreft zijn vastgelegd in artikel 218, lid 5, VWEU. De volgende leden van artikel 2 van het wijzigingsprotocol betreffen de overgang van de bestaande overeenkomst naar de gewijzigde overeenkomst wat betreft verzoeken om inlichtingen, de mogelijkheid tot bronbelastingverrekening voor uiteindelijk gerechtigden, eindbetalingen van bronbelasting door San Marino aan lidstaten en laatste uitwisselingen van inlichtingen op basis van het systeem van vrijwillige verstrekking.
Artikel 3 vermeldt de talen waarin het wijzigingsprotocol wordt ondertekend.
De herziene overeenkomst wordt aangevuld door zes gezamenlijke verklaringen van de overeenkomstsluitende partijen.
De eerste en de tweede gezamenlijke verklaring leggen een verband met het commentaar respectievelijk op de Mondiale Standaard en op artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake belasting naar inkomen en vermogen. De derde verklaring heeft betrekking op de uitlegging van het begrip 'TIN', teneinde rekening te houden met de binnenlandse wetgeving van San Marino op dit gebied. In de vierde verklaring bevestigt de EU de door San Marino gemaakte vooruitgang met betrekking tot het internationale proces voor transparantie en samenwerking in belastingzaken en de door het land geleverde inspanningen voor de tenuitvoerlegging van het EU-acquis. In de vijfde verklaring wordt verduidelijkt dat de definitie van 'Centrale Bank' in bijlage I, deel VIII, onderdeel B, de centrale bank van San Marino omvat. In de laatste verklaring worden de praktische aspecten geregeld van de voorlopige toepassing van het wijzigingsprotocol overeenkomstig artikel 2, lid 2.
Het voorstel gaat niet verder dan wat nodig of passend is om de verwachte doelstellingen te verwezenlijken.
3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN
Het wijzigingsprotocol strekt tot tenuitvoerlegging van de Mondiale Standaard door de EU-lidstaten en San Marino. De verschillende belanghebbenden werden al bij herhaling geraadpleegd tijdens de ontwikkeling van de Mondiale Standaard van de OESO.
De EU-lidstaten zijn ook geraadpleegd en geïnformeerd tijdens de onderhandelingen tussen de Commissie en San Marino, inclusief over het verzoek van San Marino om een gezamenlijke verklaring (de vierde hierboven beschreven verklaring) over zijn betrekkingen met de EU. Op de bijeenkomsten van de Europese Raad van maart en december 2014 heeft de Commissie verslag uitgebracht over de stand van zaken bij de onderhandelingen met San Marino.
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werd geraadpleegd tijdens de onderhandelingen met San Marino en heeft nuttig advies verstrekt, met name betreffende de nadere inhoud van artikel 6 van en bijlage III bij de overeenkomst zoals gewijzigd bij het wijzigingsprotocol.
De Commissie heeft ook de nieuwe deskundigengroep voor automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen geraadpleegd die advies verstrekt om ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving inzake automatische inlichtingenuitwisseling op het gebied van directe belastingen daadwerkelijk afgestemd is op en volledig verenigbaar is met de Mondiale Standaard van de OESO. De deskundigengroep omvat vertegenwoordigers van organisaties die de financiële sector representeren en van organisaties die strijden tegen belastingontduiking en -ontwijking.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.
5. OVERIGE ELEMENTEN
Geen