Toelichting bij COM(2016)185 - Globaliseringsfonds aanvraag van Frankrijk - EGF/2015/010 FR/MoryGlobal - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2016)185 - Globaliseringsfonds aanvraag van Frankrijk - EGF/2015/010 FR/MoryGlobal. |
---|---|
bron | COM(2016)185 |
datum | 07-04-2016 |
1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").
2. Op 19 november 2015 heeft Frankrijk aanvraag EGF/2015/010 FR/ MoryGlobal ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 bij MoryGlobal SAS in Frankrijk.
3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.
Inhoudsopgave
- Samenvatting
- Betrokken ondernemingen en begunstigden
- Criteria voor steunverlening
- Berekening van de gedwongen ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden
- In aanmerking komende werknemers
- Verband tussen de ontslagen en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis
- Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt
- Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en voor de werkgelegenheid
- Beoogde begunstigden
- Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen
- Geraamde begroting
- Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn
- Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd
- Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten
VAN DE AANVRAAG
EFG-aanvraag | EGF/2015/010 FR/MoryGlobal | |
Lidstaat | Frankrijk | |
Betroffen regio('s) (NUTS 3 -niveau 2) | De ontslagen zijn over heel Frankrijk gespreid. 54 vestigingen zijn betroffen. | |
Datum van indiening van de aanvraag | 19 november 2015 | |
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag | 1 december 2015 | |
Datum van het verzoek om aanvullende informatie | 3 december 2015 | |
Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie | 14 januari 2016 | |
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling | 7 april 2016 | |
Criterium voor steunverlening | Artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening | |
Primaire onderneming | MoryGlobal SAS | |
Aantal betroffen ondernemingen | 1 | |
Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling) 4 | Afdeling 49 ("Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen") en Afdeling 52 ("Opslag en vervoerondersteunende activiteiten") | |
Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten | 0 | |
Referentieperiode (vier maanden) | 27 april 2015 – 27 augustus 2015 | |
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode (a) | 2 093 | |
Aantal ontslagen voor of na de referentieperiode (b) | 39 | |
Totaal aantal ontslagen (a + b) | 2 132 | |
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt | 2 132 | |
Totaal aantal beoogde begunstigden | 2 132 | |
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen) | 0 | |
Budget voor individuele dienstverlening (EUR) | 8 528 000 | |
Budget voor de implementatie van het EFG 5 (EUR) | 50 000 | |
Totaal budget (EUR) | 8 578 000 | |
EFG-bijdrage (60 %) (EUR) | 5 146 800 |
BEOORDELING VAN DE AANVRAAG
Procedure
4. Frankrijk heeft aanvraag EGF/2015/010 FR/MoryGlobal ingediend op 19 november 2015, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. Op 1 december 2015 heeft de Commissie de ontvangst van de aanvraag bevestigd en op 3 december 2015, dat is binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, heeft zij Frankrijk om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd binnen zes weken verstrekt. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 7 april 2016 af.
Subsidiabiliteit van de aanvraag
5. De aanvraag betreft 2 132 werknemers die bij MoryGlobal SAS werden ontslagen. Deze onderneming was hoofdzakelijk actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 49 ("Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen") en ook in NACE Rev. 2-afdeling 52 ("Opslag en vervoerondersteunende activiteiten"). De ontslagen bij MoryGlobal SAS vielen in heel Europees Frankrijk. De vestigingen waar het meest ontslagen zijn gevallen, bevinden zich in de volgende NUTS 2-regio's:
NUTS 2-regio's | Aantal werknemers | % |
Centre (FR24) | 336 | 16 |
Ile-de-France (FR10) | 242 | 11 |
Rhône-Alpes (FR71) | 199 | 9 |
Pays de la Loire (FR51) | 178 | 8 |
Lorraine (FR41) | 146 | 7 |
Alsace (FR42) | 140 | 7 |
6. Frankrijk heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten en/of van zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.
7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 27 april 2015 tot en met 27 augustus 2015. Tijdens de referentieperiode zijn bij MoryGlobal 2 093 werknemers ontslagen.
8. Alle ontslagen tijdens de referentieperiode werden berekend vanaf de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief wordt beëindigd.
9. Naast de werknemers die reeds werden vermeld, komen nog 39 werknemers in aanmerking. Al deze werknemers werden ontslagen na afloop van de referentieperiode en er kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd met de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de ontslagen tijdens de referentieperiode.
10. In totaal komen 2 132 werknemers in aanmerking.
Verband tussen de ontslagen en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis
11. Frankrijk legt het verband tussen de ontslagen en de beëindigingen van de werkzaamheden enerzijds en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis anderzijds met het argument dat MoryGlobal actief was op de gebieden koeriersdiensten, het vervoer en de levering van vracht, opslag en verhuur van gerelateerd materiaal, en deze diensten zowel binnen als buiten Frankrijk verstrekte.
12. Door de wereldwijde financiële en economische crisis is het wegvervoer met voertuigen van meer dan 3,5 ton tussen 2007 en 2012 in de EU met 13,7 % en in Frankrijk met 21 % afgenomen (Eurostat). Deze afname volgde op de algemene daling van de fysieke output in Europa. De wegvervoersector in Europa heeft zich ook nog niet hersteld van de sterke afname van het vrachtvervoer over de weg in 2009 ingevolge de economische crisis. In 2014 bleef dat meer dan 10 % onder het niveau van vóór de crisis.
13. Doordat er minder moest worden vervoerd, brak in de sector een prijzenoorlog uit, die nog werd verergerd door de stijging van diverse kosten (brandstof, lonen, materiaal); het gevolg was een gestage afkalving van de exploitatiemarges en een aantal verliezen voor de sector in Frankrijk sinds 2007.
14. Dit werd gevolgd door een golf van faillissementen in de sector van het wegvervoer; volgens de Franse centrale bank is het aantal faillissementen tussen 2007 en 2013 jaarlijks met 35 % gestegen.
15. Tot nu toe werden voor de sector 'Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen' drie EFG-aanvragen ingediend: deze aanvraag, EGF/2014/017 FR/ Mory-Ducros 6 , en aanvraag EGF/2011/001 AT/Niederösterreich-Oberösterreich 7 , die allemaal op de wereldwijde financiële en economische crisis waren gebaseerd.
16. Deze ontslagen werden veroorzaakt door het faillissement en de sluiting van de onderneming.
17. De huidige problemen bij MoryGlobal gaan terug tot 2012/2013. De onderneming heette toen Mory-Ducros. In november 2013 verklaarde Mory-Ducros zich insolvent en werd de faillissementsprocedure ingeleid. Bij gebrek aan gegadigden en op verzoek van de Franse autoriteiten heeft Arcole Industrie (één van de aandeelhouders van Mory-Ducros) een overnamebod gedaan voor Mory-Ducros namens MoryGlobal, een nieuwe onderneming die zou worden opgericht om een deel van de activiteiten en een deel van de werknemers (2 192 van de 4 911) van Mory-Ducros over te nemen 8 .
18. Ook MoryGlobal werd sinds haar oprichting geconfronteerd met de constante verslechtering van de markt voor koeriersdiensten, in combinatie met een daling van het volume van het goederenvervoer over de weg met 3 tot 5 % in 2014, wat permanente druk op de prijzen en een moeilijk sociaal klimaat veroorzaakte. Deze uitdagingen resulteerden in een verlies van 27,1 miljoen EUR tussen februari en september 2014, dat naar verwachting tegen het eind van 2014 nog hoger zou oplopen (tot 43 miljoen EUR), en uiteindelijk in het faillissement en de sluiting van de onderneming.
19. Op 10 november 2014 heeft de handelsrechtbank van Bobigny de procedure ingeleid met het oog op een minnelijke schikking met de schuldeisers. Eind januari 2015 bevond MoryGlobal zich in de situatie van staking van betaling. De onderneming had 8,5 miljoen EUR gereed geld nodig en haar vlottende activa volstonden niet om te voldoen aan de schulden op korte termijn, met name die bij de onderaannemers die de onderneming nodig had om verder te kunnen werken. Op 10 februari 2015 heeft MoryGlobal dan ook staking van betaling aangemeld bij de handelsrechtbank van Bobigny, die de nodige gerechtelijke procedures heeft ingeleid. Aangezien de onderneming de lonen niet volledig kon uitbetalen, werd op 17 maart 2015 een aanvraag tot faillietverklaring ingediend. Met het oog op de naleving van de procedure voor collectieve ontslagen heeft de handelsrechtbank van Bobigny besloten tot gerechtelijke vereffening, met voortzetting van de activiteiten tot en met 30 april 2015.
20. Deze aanvraag volgt op een eerdere aanvraag voor de werknemers van Mory-Ducros 9 die naar MoryGlobal zijn overgestapt.
Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en voor de werkgelegenheid
21. De ontslagen zijn over 22 departementen in heel Europees Frankrijk gespreid. De ontslagen hebben aanzienlijke negatieve gevolgen voor de regionale economieën, met name doordat dezelfde regio's nog niet zijn hersteld van de ontslagen die het jaar daarvoor bij Mory-Ducros zijn gevallen. De werkloosheid in Europees Frankrijk neemt toe (in 2015 lag de werkloosheid 3 procentpunten hoger dan in 2008, bij het begin van de economische en financiële crisis). Bovendien ligt de werkloosheid in een aantal van de getroffen regio's boven het nationale gemiddelde. Dat is onder meer het geval in NordPas de CalaisPicardie (+2,5 procentpunten) en ProvenceAlpesCôte d'Azur (+1,5 procentpunten) 10 .
Beoogde begunstigden en voorgestelde acties
22. Naar verwachting zullen alle (2 132) ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. De uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep is als volgt:
Categorie | Aantal beoogde begunstigden | ||
Geslacht: | Mannen: | 1 740 | (81,6 %) |
Vrouwen: | 392 | (18,4 %) | |
Nationaliteit: | EU-burgers: | 2 046 | (96,0 %) |
Niet-EU-burgers: | 86 | (4,0 %) | |
Leeftijdsgroep: | 15-24 jaar: | 2 | (0,1 %) |
25-29 jaar: | 453 | (21,2 %) | |
30-54 jaar: | 1 268 | (59,5 %) | |
55-64 jaar: | 408 | (19,1 %) | |
Ouder dan 64 jaar: | 1 | (0,0 %) |
23. De door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening aan ontslagen werknemers bestaat uit advies aan en begeleiding van de ontslagen werknemers door een team van deskundige adviseurs (Dispositif d'Accompagnement Renforcé – DAR.).
24. Het DAR komt bovenop het sociaal plan en het Contrat de Sécurisation Professionnelle (CSP). Het door Mory-Global en AGS 11 gefinancierde sociaal plan, het loongarantiestelsel, biedt de ontslagen werknemers een reeks maatregelen aan, waaronder opleiding, psychologische ondersteuning, een bijdrage aan het opstarten van een bedrijf, een bijdrage in de pendel-/reis- en verblijfskosten wanneer een ontslagen werknemer aan een opleiding deelneemt of zich bij het zoeken van een baan moet verplaatsen, alsook toelagen voor het zoeken van een baan. Het CSP biedt een reeks actieve door de Franse overheid gefinancierde maatregelen aan (hoofdzakelijk opleiding) om de werknemers te helpen een nieuwe baan te vinden.
25. De taak van de drie geselecteerde contractanten (BPI, Sodie en AFPA Transitions) bestaat erin de ontslagen werknemers bij te staan en te begeleiden en hen oplossingen te helpen vinden om op de arbeidsmarkt te blijven en een nieuwe baan te vinden. Dezelfde contractanten stonden reeds in voor de individuele dienstverlening aan de werknemers die in 2014 door Mory-Ducros werden ontslagen.
26. Om begrotingsredenen werd de individuele dienstverlening in het kader van het DAR in drie subgroepen onderverdeeld: collectieve en individuele informatiesessies, overgang naar een nieuwe baan en begeleiding bij de re-integratie op de arbeidsmarkt.
27. De agentschappen moeten elke deelnemer voorzien van a) een persoonlijk loopbaantraject en b) voldoende vacatures; zij moeten c) elke deelnemer de gelegenheid bieden om algemene deskundigen en / of deskundigen op het gebied van de oprichting van een onderneming te raadplegen, die de arbeidsmarkt in de regio zeer goed kennen, beschikbaar zijn en aan de behoeften van de ontslagen werknemers tegemoetkomen.
28. De agentschappen zullen opleidingsworkshops voor algemene competenties aanbieden (zoals het opstellen van een cv, het voorbereiden van een sollicitatiegesprek, vaardigheden om een baan te zoeken of een bedrijf op te richten), alsook opleiding over het gebruik van internet, banenbeurzen en ontmoetingen met werkgevers of bedrijfstakvertegenwoordigers, en contacten met opleidingsinstellingen.
29. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.
30. Frankrijk heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.
31. De totale kosten worden op 8 578 000 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 8 528 000 EUR voor individuele dienstverlening en van 50 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.
32. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 5 146 800 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.
Acties | Geraamd aantal deelnemers | Geraamde kosten per deelnemer (EUR) | Geraamde totale kosten (EUR) |
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening) | |||
Collectieve en individuele informatiesessies (Information collective et individuelle des salariés) | 2 132 | 800 | 1 705 600 |
Overgang naar een nieuwe baan: registratie, beoordeling van de vaardigheden, loopbaanadvies (Transition professionnelle: adhésion, bilan, projet) | 2 132 | 1 800 | 3 837 600 |
Begeleiding bij de re-integratie op de arbeidsmarkt (Phase accompagnement et reclassement) | 2 132 | 1 400 | 2 984 800 |
Subtotaal (a): Percentage van het pakket individuele dienstverlening: | – | 8 528 000 | |
(100 %) | |||
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening) | |||
Subtotaal (b): Percentage van het pakket individuele dienstverlening | – | 0 | |
(0,00 %) | |||
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening | |||
1. Voorbereiding | – | 0 | |
2. Beheer | – | 0 | |
3. Voorlichting en publiciteit | – | 0 | |
4. Controle en rapportage | – | 50 000 | |
Subtotaal (c): Percentage van de totale kosten: | – | 50 000 | |
(0,58 %) | |||
Totale kosten (a + b + c): | – | 8 578 000 | |
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten) | – | 5 146 800 | |
33. De bovenstaande tabel bevat geen kosten voor acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening (dit zijn acties waarvan de kosten niet meer mogen bedragen dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening).
34. Frankrijk heeft de beoogde begunstigden met ingang van 23 april 2015 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 23 april 2015 tot en met 19 november 2017 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.
35. Op 1 september 2015 heeft Frankrijk de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 1 september 2015 tot en met 19 mei 2018 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.
36. De bron van de nationale voor- of medefinanciering is de begroting van het Ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid, Beroepsopleiding en Sociale Dialoog, met name het begrotingsonderdeel voor het in goede banen leiden van de economische veranderingen en het bevorderen van de werkgelegenheid.
37. Frankrijk heeft bevestigd dat het voor de hierboven beschreven maatregel waarvoor het een financiële bijdrage uit het EFG ontvangt, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zal ontvangen.
Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten
38. Frankrijk heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de beoogde begunstigden en de sociale partners. Tussen 7 en 17 april 2015 vonden talrijke vergaderingen plaats. Tijdens deze vergaderingen werd het hele pakket maatregelen besproken. De door het EFG medegefinancierde maatregel (het Dispositif d'Accompagnement Renforcé — DAS —) is daarvan slechts een onderdeel.
Beheers- en controlesystemen
39. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Frankrijk heeft de Commissie laten weten dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door de Délégation générale à l'emploi et à la formation professionnelle (DGEFP) van het Ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Gezondheid, met name door de eenheid Fonds national de l'emploi (DGEFP - FNE). Binnen de DGEFP zullen de betalingen worden uitgevoerd door de eenheid Affaires financières (DGEFP - MAFI). De certificering zal gebeuren door de Agence de services et de paiement (ASP).
Toezeggingen door de betrokken lidstaat
40. Frankrijk heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:
– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;
– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;
– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;
– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;
– de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Begrotingsvoorstel
41. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 12 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.
42. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 5 146 800 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.
43. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 13 zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.
Met dit besluit samenhangende handelingen
44. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 5 146 800 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.
45. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.