Toelichting bij SEC(2010)1583 - SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING Begeleidend document bij het Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van technische vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

NL

2.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 16.12.2010
SEC(2010) 1583 definitief


WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

1.

Samenvatting


VAN DE EFFECTBEOORDELING


Begeleidend document bij het

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot vaststelling van technische vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009

(Voor de EER relevante tekst)

3.

SEC(2010) 1584 definitief

SEC(2010) 1585 definitief
COM(2010) 775 definitief

INHOUDSOPGAVE

Inleiding

3

4.

2. Omschrijving van het probleem 3


5.

2.1. Redenen voor de trage migratie naar de SEPA 3


6.

2.2. Effecten van een trage migratie zonder einddatum: een basisscenario (geen interventie) 4


7.

3. Het recht van de EU om op te treden en verantwoording 5


8.

4. Doelstellingen 5


9.

5. Beleidsopties 6


10.

6. Analyse van effecten en vergelijking van de opties 6


11.

6.1. Effect van aanvullende prikkels 6


12.

6.2. Effect van het vaststellen van een einddatum voor de migratie naar de SEPA 7


13.

6.3. Vergelijking tussen het basisscenario en het vaststellen van een einddatum 7


14.

6.3.1. Vergelijking wat betreft het halen van de specifieke doelstellingen 7


15.

6.3.2. Vergelijking wat betreft de effecten voor belanghebbenden 8


16.

6.4. Technische subopties voor de tenuitvoerlegging van een einddatum voor de migratie naar de SEPA 9


17.

7. Toezicht en evaluatie 10

1.Inleiding

De visie van een eengemaakte eurobetalingsruimte (SEPA) is gericht op het tot stand brengen van een geïntegreerde markt voor elektronische betalingen in euro, zonder fundamenteel onderscheid tussen binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen. Voor elektronische betalingen bestaat over de hele EU nog steeds een groot aantal verschillende nationale betalingsformaten, -normen en voorschriften. De SEPA zal de Europese burgers en ondernemingen voorzien van goedkope, gebruiksvriendelijke en betrouwbare betalingsdiensten in euro en zal gunstige voorwaarden scheppen voor verscherpte concurrentie en de ontwikkeling van innovatie op het gebied van betalingen.

Het welslagen van het SEPA-initiatief is zeer belangrijk in de huidige economische, monetaire alsook politieke context. De potentiële directe en indirecte voordelen van de SEPA voor de Europese economie in ruimere zin bedragen meer dan 300 miljard EUR over een periode van zes jaar, ervan uitgaande dat de migratie naar SEPA-instrumenten volledig en snel verloopt. Er zijn reeds twee grote, cruciale stappen gezet op de weg naar de totstandkoming van de SEPA: de lancering van de SEPA-overmaking (SEPA Credit Transfer, SCT) op 28 januari 2008 en van de SEPA-automatische afschrijving (SEPA Direct Debit, SDD) op 2 november 2009.

De SEPA is oorspronkelijk opgevat als een in de eerste plaats door de markt aangestuurd project. De pan-Europese regelingen werden opgezet en ten uitvoer gelegd door de Europese Betalingsraad (EPC), een coördinatie- en besluitvormingsorgaan dat door de Europese banksector werd opgericht. Door alle categorieën van belanghebbenden wordt echter steeds meer erkend dat een wettelijk bindende einddatum nodig kan zijn om het project tot een succesvol einde te brengen.

De reikwijdte van deze effectbeoordeling is beperkt tot twee betalingsinstrumenten, namelijk overmakingen in euro en automatische afschrijvingen in euro.
2.Omschrijving van het probleem

De betalingsmarkt zal pas ten volle zijn geïntegreerd als pan-Europese betalingsinstrumenten de bestaande binnenlandse instrumenten hebben vervangen. Op dit ogenblik is dit echter nog lang niet het geval. In april 2010 werd slechts 7,5% van alle door clearing- en afwikkelingsmechanismen verwerkte overmakingen in SCT-formaat uitgevoerd. Een extrapolatie van deze gegevens geeft aan dat de SEPA naar verwachting pas na meer dan 30 jaar migratie zal zijn voltooid.

2.1.Redenen voor de trage migratie naar de SEPA

Grondoorzaak: onzekerheid over de voltooiing van de SEPA en het geleidelijk afstappen van de bestaande producten. Het ontbreken van een gemeenschappelijke tijdshorizon zet marktspelers aan de aanbod- en de vraagzijde ertoe aan hun migratie-inspanningen uit te stellen. Zolang de bestaande betalingsinstrumenten kunnen worden gebruikt, zullen de betalingsdienstgebruikers de vereiste migratie-inspanningen uitstellen. Banken van hun kant staan weigerachtig ten aanzien van nodige investeringen in de infrastructuur en marketing voor de SEPA tot zij zeker zijn dat de klanten en hun systemen klaar zijn voor de SEPA. De aarzeling aan de aanbodzijde wordt nog verergerd door het waargenomen gebrek aan duidelijkheid met betrekking tot een passend SDD-bedrijfsmodel voor de lange termijn dat volledig in overeenstemming is met de EU-voorschriften inzake concurrentie. De beide zijden van de markt – zowel aanbod als vraag – wachten af tot de andere het initiatief neemt.

Weigerachtigheid ten aanzien van investeringen: het pioniersnadeel. Betalingsdienstaanbieders (PSP's) die besluiten de nieuwe SEPA-instrumenten vroeg en actief op de markt te brengen hebben een groot pioniersnadeel. Tijdens de overgangsperiode moeten deze PSP's de dubbele kosten voor zowel de bestaande betalingssystemen als voor het nieuwe SEPA-systeem blijven dragen.

Ontbrekende prikkel voor PSP's om SEPA-producten te ontwikkelen die volledig in de behoeften van gebruikers voorzien. Zolang er geen zekerheid bestaat over de voltooiing van de SEPA, kunnen PSP's hun klanten bestaande producten blijven aanbieden en hebben zij geen voldoende prikkel om SEPA-producten die in alle behoeften van klanten voorzien, te ontwikkelen en actief op de markt te brengen.

Versnipperde vraagzijde en geringe bekendheid van de SEPA. De markt voor betalingsdiensten wordt gekenmerkt door een vraagzijde (betalingsdienstgebruikers) die veel meer versnipperd is dan de aanbodzijde (PSP's) en die niet op de hoogte is van de voordelen van de SEPA.

2.2.Effecten van een trage migratie zonder einddatum: een basisscenario (geen interventie)

Onbenutte schaalvoordelen vanwege uiteenlopende betalingsnormen en –processen. Ondanks het bestaan van SCT- en SDD-betalingen worden binnenlandse transacties nog steeds overwegend in bestaande nationale formaten uitgevoerd. In 2009 waren er nog steeds meer dan 20 verschillende nationale vormen van infrastructuur en regelingen voor de verwerking van retailbetalingen in euro. Deze verschillen hinderen de interoperabiliteit van betalingsdiensten tussen lidstaten en belemmeren het realiseren van schaalvoordelen.

Aan de vraagzijde moeten ondernemingen die in een multinationale omgeving actief zijn, nog steeds hun kasverrichtingen en cashpools op nationaal niveau organiseren. Zij moeten relaties onderhouden met vele PSP's die verschillende soorten en niveaus van diensten aanbieden en verschillende betaalformaten hanteren.

Beperkte concurrentie op de betalingsmarkt in de EU. Momenteel moet een PSP die voornemens is een buitenlandse markt voor betalingsdiensten te betreden, aan een aantal zuiver nationale technische en bedrijfsmatige vereisten voldoen. De complexiteit en de daaruit voortvloeiende kosten van dergelijke aanpassingen vertegenwoordigen een significante drempel voor exploitanten die hun diensten in het buitenland willen aanbieden.

Grensoverschrijdende mobiliteit van gebruikers van betalingsdiensten is ook een belangrijk vereiste voor daadwerkelijke concurrentie op de betalingsmarkt. Het openen van een betaalrekening in een andere lidstaat wordt momenteel vaak door PSP's geweigerd louter omdat de consument geen ingezetene of onderdaan is van de betrokken lidstaat. Daardoor zijn de keuzemogelijkheden voor gebruikers vaak beperkt tot de gevestigde exploitanten op de nationale markt en worden er geen betalingsdiensten op grensoverschrijdend niveau geleverd of zijn deze ingewikkelder dan nodig is.

Wat met name automatische afschrijvingen betreft, wordt ook de concurrentie belemmerd en wordt het tot stand komen van een effectieve, efficiënte en concurrerende markt verhinderd doordat er in een beperkt aantal lidstaten nog steeds bedrijfsmodellen bestaan die berusten op multilaterale afwikkelingsvergoedingen (MIFs) tussen PSPs en die zijn opgezet om de hele werking van het systeem van automatische afschrijvingen te financieren.

Gehinderde innovatie. Een versnipperde betalingsmarkt is hinderlijk voor de ontwikkeling van innovatie inzake efficiënte pan-Europese betalingen, zoals online- en mobiele betalingen of e-facturering. Doordat innovatieve diensten hoofdzakelijk op nationaal niveau opkomen, bestaat er een risico dat de versnippering van de markt toeneemt en aanhoudt.

Niet-productieve investeringen en dubbele operationele kosten voor bestaande en SEPA-systemen. Veel deelnemers aan de Europese betalingsmarkt moeten dubbele overgangskosten dragen voor het verstrekken of gebruiken van betalingsdiensten. Het tegelijk aanhouden van bestaande nationale betalingsplatforms en een nieuw pan-Europees SEPA-platform vereist aanzienlijke aanvullende middelen en leidt tot het mislopen van rendement op reeds gedane investeringen.

Een langdurige migratie naar de SEPA zou resulteren in een totaal verlies van 43 miljard EUR voor de economie over een periode van slechts zes jaar. De negatieve effecten zouden alle belanghebbenden treffen, met uitzondering van consumenten.
3.Het recht van de EU om op te treden en verantwoording

Een geïntegreerde markt voor eurobetalingen vereist uiteraard een EU-wijde aanpak omdat de onderliggende normen, voorschriften en processen in alle lidstaten met elkaar moeten sporen. Dit komt tegemoet aan de doelstelling van artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dat voorziet in een interne markt en een economische en monetaire unie waarvan de munt de euro is. Het alternatief voor een EU-wijde aanpak zou een stelsel van multilaterale of bilaterale overeenkomsten zijn waarvan de complexiteit en kosten te hoog zouden zijn vergeleken met wetgeving op Europees niveau. Een optreden op EU-niveau is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.
4.Doelstellingen

Overeenkomstig de vastgestelde problemen worden de volgende beleidsdoelstellingen aangewezen.

Algemeen:

- de efficiëntie en het concurrentievermogen van de betalingsmarkt in de EU verhogen door zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde schaalvoordelen en operationele synergieën te realiseren;

- een open en gelijk speelveld tot stand brengen voor concurrentie op de markt voor betalingsdiensten op Europees niveau en bijdragen tot neerwaartse prijsconvergentie voor betalingsdiensten in Europa;

- een pan-Europees platform opzetten voor het lanceren van innovatieve betalingsdiensten en ‑producten met toegevoegde waarde.

Specifiek:

- komen tot een volledige operationele integratie van de betalingsmarkt in Europa voor overmakingen en automatische afschrijvingen;

- komaf maken met overdreven complexiteit en de dubbele kosten vanwege de noodzaak om aan de aanbod- en de vraagzijde verschillende betalingsplatforms aan te houden.

Operationeel:

- zorgen voor transparantie en zekerheid op de markt betreffende de voltooiing van de SEPA voor overmakingen en automatische afschrijvingen en het geleidelijk afstappen van overeenkomstige bestaande nationale betalingsinstrumenten.
5.Beleidsopties

Drie hoofdscenario's kunnen worden overwogen:

Geen interventie – basisscenario. Volgens dit scenario zou de migratie naar de SEPA aan marktkrachten worden overgelaten.

Een nieuwe impuls geven aan migratie naar de SEPA met behulp van aanvullende prikkels. In dit scenario zou het migratieproces naar de SEPA kunnen worden versneld en versterkt door een reeks maatregelen op het niveau van de lidstaten.

Het vaststellen van een einddatum voor de migratie naar de SEPA. Volgens dit scenario zou een einddatum voor de migratie naar de SEPA bij een verordening worden vastgesteld. Er zou geleidelijk moeten worden afgestapt van de bestaande nationale betalingsinstrumenten en deze zouden door pan-Europese instrumenten worden vervangen.
6.Analyse van effecten en vergelijking van de opties

6.1.Effect van aanvullende prikkels

Het trage migratieproces naar de SEPA zou in beginsel kunnen worden aangejaagd door een reeks maatregelen die genomen worden door of gericht zijn op de verschillende belanghebbenden bij de SEPA op nationaal niveau. Aan de aanbodzijde zou een grootschalige, tot de gebruikers van betalingsdiensten gerichte voorlichtings- en bewustmakingscampagne nuttig zijn. Aan de vraagzijde zouden deze maatregelen kunnen worden aangevuld met investeringssteun voor ondernemingen, bijvoorbeeld versoepelde aflossingsvoorschriften, afschrijving van de kosten van personeelsopleiding of zelfs belastingvoordelen. Verder zouden overheden een baanbrekende rol kunnen spelen in de migratieprocessen en de SEPA-betalingsinstrumenten actief promoten. Er zouden ook bepaalde vormen van coördinatie op EU-niveau kunnen worden overwogen.

Een dergelijke aanpak zou het grote voordeel hebben geen lange wetgevingsprocedures te vergen en redelijk flexibel te blijven. Een fundamentele zwakte van een dergelijke aanpak is dat een reeks niet-bindende maatregelen die gericht is op het louter versnellen van de migratie naar de SEPA, de kern van het probleem niet zal oplossen, zoals besproken in punt 2.1. Daarnaast zijn dergelijke maatregelen in het huidige economische klimaat mogelijk te duur en is het moeilijk te meten welke toegevoegde waarde zij zullen opleveren wat toegenomen welvaart betreft.

De optie van aanvullende prikkels wordt daarom verworpen.

6.2.Effect van het vaststellen van een einddatum voor de migratie naar de SEPA

In een studie van CapGemini worden de voordelen van een snelle migratie van de bestaande betalingsinstrumenten naar SEPA-instrumenten over een periode van zes jaar op meer dan 123 miljard EUR geschat. Volgens de studie vloeien de geschatte totale voordelen voort uit een nog groter voordeel aan de vraagzijde (175 miljard EUR), waartegenover een verlies aan de aanbodzijde staat (52 miljard EUR). De voordelen aan de vraagzijde worden door twee factoren bepaald:

- operationele kostenbesparingen dankzij de optimalisering van betalingsoperaties;

- een positief effect vanwege de verlaging van bankkosten dankzij de verscherpte concurrentie.

In de studie wordt voorspeld dat de voordelen aan de vraagzijde vrij gelijk gespreid zouden zijn over alle belanghebbenden, d.w.z. consumenten, ondernemingen en openbare diensten. Deze voordelen betreffen enkel de directe effecten van een snelle migratie naar de SEPA.

In meer kwalitatief opzicht zorgt een einddatum voor de SEPA-overmakingen en ‑automatische afschrijvingen voor een snellere realisatie van de voordelen voor de belanghebbenden op de volgende gebieden.

Toegenomen normalisering die resulteert in verminderde complexiteit en schaalvoordelen. Bij een volledige migratie naar de SEPA zouden ondernemingen in staat zijn hun beheer van kasmiddelen in euro te centraliseren en hun betalingsprocedures te vereenvoudigen/automatiseren. Voor consumenten, die steeds mobieler worden, zouden genormaliseerde grensoverschrijdende betalingen het onnodig maken meerdere bankrekeningen in verschillende landen aan te houden.

Toegenomen concurrentie op een open en meer transparant speelveld. Voor PSP's zou een geïntegreerde markt voor betalingen de toegangsdrempels over de grenzen verlagen en zo nieuwe marktspelers aantrekken en de concurrentie intensiveren. Verder zouden consumenten, ondernemingen en overheidsdiensten dankzij genormaliseerde betalingsinstrumenten betalingsproducten gemakkelijker kunnen vergelijken en zouden gebruikers daardoor profijt kunnen trekken van intensere concurrentie en betere prijzen.

Kansen voor pan-Europese innovatie. Via gemeenschappelijke normen en het tot stand brengen van een gelijk Europees speelveld zou een voltooide migratie naar de SEPA bijdragen aan de modernisering van betalingen en de ontwikkeling van nieuwe diensten zoals mobiele en onlinebetalingen of e-facturering op pan-Europees niveau.

6.3.Vergelijking tussen het basisscenario en het vaststellen van een einddatum

6.3.1.Vergelijking wat betreft het halen van de specifieke doelstellingen

Doelstelling/optieDoeltreffendheidEfficiëntie
Integratie van de Europese betalingsmarkt voor overmakingen en automatische afschrijvingen.Verdwijnen van dubbele kosten en overdreven complexiteit van betalingssystemen
Basisscenario 'niets doen'000
Het vaststellen van een einddatum+++++++

Bijdrage aan doelstellingen:
+++ (Sterk); ++ (Matig); + (Zwak) positieve bijdrage
– – – (Sterk); – – (Matig); – (Zwak) negatieve bijdrage; 0 neutrale bijdrage

6.3.2.Vergelijking wat betreft de effecten voor belanghebbenden

BelanghebbendeVoordelenKostenTotale effecten
OndernemingenVerbeterd beheer van kasmiddelen
Meer liquiditeit
Verminderde bankkosten en administratiekosten voor interne betalingen
Straight-through-processing
Ontwikkeling van diensten met toegevoegde waarde
Migratie – nieuwe of geüpgradede betalingssystemen en -processen
Opleiding van personeel
+++
Overheids-dienstenVerminderde bankkosten en administratiekosten
Straight-through-processing
Ontwikkeling van diensten met toegevoegde waarde
Vergroot de voordelen van het openbaar aanbesteden van betalingsdiensten, omdat inschrijvingen beter kunnen worden vergeleken en de door nationale betalingsformaten veroorzaakte inefficiënties zouden moeten verdwijnen.
Migratie – nieuwe of geüpgradede betalingssystemen en -processen
Opleiding van personeel
++
ConsumentenVerminderde bankkosten/breder assortiment van diensten dankzij toegenomen concurrentie
Meer innovatieve, gebruiksvriendelijke, veilige en handige betalingsinstrumenten
Verandering van gewoonten – IBAN (en BIC indien nodig)++
Banken/PSP'sSchaalvoordelen/operationele besparingen
Nieuwe marktkansen dankzij verminderde concurrentiebelemmeringen
Investeringen voor het SEPA-betalingsplatform
Effecten van de toegenomen concurrentie op de inkomsten van gevestigde ondernemingen
+

18.

Totale effect vergeleken met het basisscenario


Op basis van deze vergelijking wordt aanbevolen te kiezen voor de optie om een einddatum vast te stellen.

6.4.Technische subopties voor de tenuitvoerlegging van een einddatum voor de migratie naar de SEPA

Wil zij effectief zijn, moet een einddatum op technisch niveau duidelijk worden bepaald. Er bestaat een aantal subopties voor de tenuitvoerlegging van de einddatum op zes relevante gebieden. Deze subopties zijn vergeleken met de criteriareeksen die direct uit de beleidsdoelstellingen voortvloeien.

Referentiebasis voor het invoeren van pan-Europese overmakingen en automatische afschrijvingen. De aanbevolen optie is een einddatum vast te stellen op basis van algemene essentiële vereisten waaraan pan-Europese overmakingen en automatische afschrijvingen moeten voldoen. De essentiële vereisten zullen de bestaande internationale en algemene normen omvatten. Er zijn twee andere alternatieven beoordeeld en verworpen, namelijk een aanpak op basis van bestaande, door de EPC ontwikkelde regelingen en reglementen en een aanpak die beperkt is tot bestaande technische normen.

Transactiegebied. Er wordt aanbevolen een aanpak te volgen waarbij de essentiële vereisten op het hele gebied van de betalingstransactie van toepassing zouden zijn. Aan de vraagzijde hangen operationele besparingen van naar schatting 84 miljard EUR volledig af van een integratie van de betalingsmarkt die verder reikt dan het interbancaire verkeer. Bijgevolg is de optie om de essentiële vereisten tot de interbancaire ruimte te beperken, beoordeeld en om de bovenstaande redenen verworpen.

Grensoverschrijdend openen van bankrekeningen. Er wordt aanbevolen een einde te maken aan de discriminerende behandeling van niet-ingezetenen en niet-onderdanen wat betreft het openen van betaalrekeningen. Daardoor zouden de voordelen van de SEPA wat verscherpte concurrentie betreft (91 miljard EUR) ten volle kunnen worden benut. Het voortzetten van de huidige praktijken is beoordeeld en om de bovenstaande redenen verworpen.

Productspecificatie. Er wordt aanbevolen ook een einddatum toe te passen op nicheproducten, namelijk overmakingen en automatische afschrijvingen voor kleine betalingen en met specifieke functies. Om de noodzakelijke aanpassingen in de pan-Europese regelingen mogelijk te maken, zal echter worden voorzien in een overgangsperiode van ongeveer drie tot vijf jaar. Er zijn twee andere alternatieven beoordeeld en verworpen, namelijk een allesomvattende aanpak die evenzeer op nicheproducten als op standaardproducten van toepassing is, en een aanpak waarbij nicheproducten permanent van de essentiële vereisten worden uitgesloten.

Toepassingsgebied wat de lidstaten betreft. Er wordt aanbevolen de suboptie te volgen met een gemeenschappelijke einddatum voor het eurogebied en een latere gemeenschappelijke einddatum voor de lidstaten die niet tot het eurogebied behoren, omdat in de lidstaten die niet tot het eurogebied behoren, het aandeel van de betalingen in euro in volume uitgedrukt, naar schatting slechts 2% van alle betalingen in euro bedraagt. Er zijn twee andere alternatieven beoordeeld en verworpen, namelijk individuele einddatums per lidstaat en één gemeenschappelijke einddatum voor zowel de lidstaten die tot het eurogebied behoren als die welke die er niet toe behoren.

Uiterste termijn. Er wordt aanbevolen te kiezen voor de suboptie van afzonderlijke einddatums: uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van de verordening voor overmakingen en twee jaar voor automatische afschrijvingen. De suboptie van een gemeenschappelijke einddatum voor overmakingen en automatische afschrijvingen is beoordeeld en verworpen.

Duidelijkheid over het bedrijfsmodel voor pan-Europese automatische afschrijvingen voor de lange termijn. Er wordt aanbevolen te verbieden dat multilaterale afwikkelingsvergoedingen (MIF's) tussen PSP's (en maatregelen met hetzelfde oogmerk of gevolg) op elke automatische-afschrijvingstransactie in het algemeen worden toegepast en MIF's uitsluitend onder bepaalde voorwaarden toe te staan voor automatische-afschrijvingstransacties die niet naar behoren kunnen worden uitgevoerd of die door een PSP worden teruggevorderd. Om voor een gelijk speelveld te zorgen, mogen bilaterale en unilaterale eveneens uitsluitend worden toegestaan als zij op kosten zijn gebaseerd en ertoe bestemd zijn de kosten of efficiënte wijze toe te rekenen aan de entiteit die deze transacties heeft veroorzaakt. De alternatieven die erin bestaan de huidige praktijk voort te zetten dan wel een positieve of gelimiteerde MIF voor elke automatische-afschrijvingstransactie op te leggen, zijn beoordeeld en verworpen omdat zij geen oplossing bieden voor het waargenomen gebrek aan duidelijkheid, dat een vertragend effect heeft op de migratie naar de SEPA.
7.Toezicht en evaluatie

Er wordt aanbevolen drie jaar na de inwerkingtreding van de verordening een evaluatie te maken, om te beoordelen hoe doeltreffend en efficiënt deze is geweest wat betreft de verwezenlijking van de in deze effectbeoordeling beschreven doelstellingen en om te besluiten of nieuwe maatregelen of wijzigingen noodzakelijk zijn.


NL NL