Toelichting bij SEC(2011)1385 - Executive summary of the impact assessment

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier SEC(2011)1385 - Executive summary of the impact assessment.
bron SEC(2011)1385 NLEN
datum 30-11-2011
Begeleidend document bij het

Voorstel voor

een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen

en een

Voorstel voor

een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang
1.Inleiding

De controle van financiële overzichten moet, tezamen met toezicht en corporate governance, een van de belangrijkste bijdragen leveren tot financiële stabiliteit, omdat controle zekerheid geeft over de waarheidsgetrouwheid van de financiële overzichten van ondernemingen. Een krachtige controle is essentieel voor het herstel van het (markt)vertrouwen.

De Commissie heeft het voortouw genomen in het onderzoeken van de auditmarkt en heeft in oktober 2010 haar Groenboek gepresenteerd, een raadpleging waarop zevenhonderd reacties zijn ontvangen van een brede groep belanghebbenden.

In zijn verslag van 14 september 2011 over het Groenboek heeft het Europees Parlement de holistische benadering van de Commissie en haar belangrijkste voorstellen voor de hervorming van de auditmarkt gesteund.

De Verenigde Staten overwegen ook belangrijke wijzigingen, in het bijzonder op het gebied van de onafhankelijkheid van auditors. Er wordt serieus nagedacht over verplichte roulatie van auditkantoren, teneinde iets te doen aan wat wordt gezien als ernstige tekortkomingen.
2.Probleemstelling

De controle van de financiële overzichten van ondernemingen is een dienst die wordt geleverd in het openbaar belang. Deze controle draagt bij tot de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van financiële overzichten. Deze dienst is het resultaat van de wettelijke toevertrouwing van de controletaak aan een selecte groep van gekwalificeerde specialisten, maar controle is voor alle ondernemingen ook een wettelijke verplichting. Alhoewel de markten niet identiek zijn, zijn bepaalde elementen van de auditmarkt voor grote ondernemingen vergelijkbaar met die van de markt voor ratingbureaus. Terwijl de eerstgenoemde markt wordt gedomineerd door de Grote Vier (PWC, KPMG, Ernst and Young en Deloitte), wordt de laatstgenoemde gedomineerd door drie grote ratingbureaus (S&P, Moody's, Fitch). In beide markten is er bovendien sprake van een inherent belangenconflict, doordat het onderwerp van de beoordeling de klant zelf is. Vanuit het perspectief van een beursgenoteerde onderneming, is de emittent van effecten waarvan de financiële overzichten en kredietwaardigheid worden gecontroleerd en beoordeeld, ook de partij die de auditor en het ratingbureau betaalt. Zowel auditors als ratingbureaus halen hun werk uit een wettelijke eis: ondernemingen moeten hun financiële overzichten laten controleren, en veel wettelijke bepalingen eisen kredietratings.

Het is van belang de noodzaak van passende afstemming te erkennen. Gezien de grotere maatschappelijke gevolgen van grote beursgenoteerde ondernemingen en financiële instellingen is het belangrijk een veeleisender en strenger kader te ontwikkelen voor de controle van hun financiële overzichten. Bepaalde zaken zijn dus urgenter voor entiteiten die een zeer groot aantal belanghebbenden hebben, zoals beursgenoteerde ondernemingen en de entiteiten die bepaalde activiteiten ontplooien, in het bijzonder in de financiëledienstensector (in onze regels organisaties van openbaar belang (OOB’s) genoemd):

- De verwachtingskloof tussen wat belanghebbenden verwachten van een controle en wat auditors werkelijk doen. Veel mensen hebben gevraagd hoe banken al een paar maanden nadat zij goedkeurende controleverklaringen hadden gekregen, in de problemen konden komen. Er is bovendien een onmiskenbaar gebrek aan communicatie tussen auditors en toezichthouders over klaarblijkelijke zwakke punten in de financiële soliditeit van gecontroleerde entiteiten, in het bijzonder in de financiële sector.

- Onafhankelijkheid is gewaarborgd noch aantoonbaar in een paradigma waarin controle in feite een van de vele commerciële diensten is geworden die auditors hun klanten leveren. Het ontbreken van regelmatige aanbestedingen van controlediensten en periodieke roulatie van auditkantoren heeft de controlefunctie beroofd van haar belangrijkste ethos: een professioneel-kritische instelling. We bevinden ons in een situatie waarin veel gecontroleerde ondernemingen zich in feite op hun gemak zijn gaan voelen bij hun auditor; dit is in strijd met de essentie van onafhankelijkheid.

- Marktconcentratie en gebrek aan keuze: De markt is zo gepolariseerd, dat het maar zelden voorkomt dat de auditor van een OOB niet een kantoor van de Grote Vier is. In de meerderheid van de lidstaten controleren de Grote Vier meer dan 85 procent van de grote beursgenoteerde ondernemingen (overeenkomend met de FTSE 350). Het feit dat veel gecontroleerde ondernemingen zich op hun gemak voelen bij hun auditors, en de beeldvorming in de markt hebben de dominante positie van de Grote Vier verder versterkt. Men aarzelt om auditors te contracteren die niet tot de Grote Vier behoren, zelfs in het relatief zeldzame geval van aanbesteding van een controle.

De combinatie van de bovengenoemde problemen betekent dat beleggers en andere belanghebbenden niet onvoorwaardelijk kunnen rekenen op de volledige onafhankelijkheid, en daarmee kwaliteit, van de controleverklaring. Bij inspecties van auditors die zijn uitgevoerd door nationale toezichthouders in de lidstaten (en ook in de VS), is te vaak gebleken dat de controles niet onafhankelijk zijn.

Hoewel geen enkele belanghebbende uitsluitend op de controleverklaring zou mogen vertrouwen, als hij of zij zich een oordeel probeert te vormen van de financiële soliditeit van een onderneming, is het toch essentieel dat een belanghebbende erop kan vertrouwen dat de financiële overzichten die een goedkeurende controleverklaring hebben gekregen, redelijk zijn. Belanghebbenden moeten met name kunnen vertrouwen op het vermogen van de gecontroleerde entiteit om haar bedrijfscontinuïteit te handhaven, dat wil zeggen, dat de entiteit in een positie verkeert dat zij in de nabije toekomst aan haar verplichtingen jegens haar crediteuren kan blijven voldoen.

Er zijn andere punten van zorg met betrekking tot de auditmarkt, die niet beperkt blijven tot OOB’s, maar betrekking hebben op alle entiteiten waarvoor controles vereist zijn. Deze zijn heel specifiek voor de Unie en moeten worden aangepakt om de doeltreffendheid van de interne markt te vergroten.

- Tegenwoordig moeten auditors in alle lidstaten waarin zij verplichte controles van financiële overzichten wensen uit te voeren, zijn toegelaten. Natuurlijke personen moeten in elke lidstaat waarin zij controles willen uitvoeren, met goed gevolg een proeve van bekwaamheid afleggen om te worden toegelaten, en er komen dus heel wat bureaucratie en kosten kijken bij toelating.

- Noch de standaarden voor de controlepraktijk noch het toezicht op auditors zijn geharmoniseerd in de Unie. Evenmin is dit toezicht in alle lidstaten onbetwistbaar onafhankelijk van de beroepsgroep van de auditors; de onafhankelijkheid van het toezicht komt in het gedrang door de aanwezigheid van praktiserende auditors bij de inspecties van auditkantoren. Bovendien leidt het grote verschil in de middelen die op nationaal niveau beschikbaar zijn, tot een lappendeken van niet-homogeen toezicht en zwakke samenwerking op Europees niveau. Voorts houden de toepasselijke controlestandaarden geen rekening met de grootte van entiteiten, in het bijzonder middelgrote ondernemingen.

- Er geldt momenteel een beperking op de eigendom van auditkantoren die brede eigendom door niet-auditors in de weg staat en het vermogen van middelgrote auditkantoren om te groeien beperkt.
3.Subsidiariteit en evenredigheid

De huidige EU-regels laten de lidstaten, ook na de vaststelling van de richtlijn betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen in 2006, een aanzienlijke discretionaire bevoegdheid. Dit heeft geleid tot belangrijke verschillen binnen de Unie.

De aanzienlijke discretionaire bevoegdheid die de lidstaten hebben op het gebied van de kwalificaties voor wettelijke auditors, vragen tezamen met de heterogeniteit van de toezichtregelingen in de lidstaten om gezamenlijk ingrijpen op het niveau van de Unie.

Bovendien zijn de kwesties van de risico’s die voortvloeien uit de huidige marktconfiguratie, en de noodzaak van meer kantoren aan de bovenkant van de markt in het huidige regelgevingskader niet aangepakt.

De wettelijke controle van financiële overzichten is in haar aard een eis uit hoofde van het Europees recht, en in zoverre zullen alle wijzigingen om de belangrijkste problemen aan te pakken moeten worden bereikt door rechtsinstrumenten in de Unie.
4.Doelstellingen en beleidsopties

Initiatieven op het gebied van controles zijn een aanvulling op de vorderingen die worden gemaakt op andere gebieden van de financiële regelgeving, zoals: corporate governance, boekhouding en kredietratings.

Algemene doelstelling van de veranderingen op het gebied van de controle: bijdragen tot het doeltreffend functioneren van financiële en niet-financiële markten door de rol van de beroepsgroep van auditors op de markt te versterken, teneinde relevante marktdeelnemers en de markt tegen een aanvaardbare prijs betrouwbaardere, transparantere en betekenisvollere informatie te verstrekken over de waarheidsgetrouwheid van de financiële overzichten van ondernemingen.

De reeks beleidsopties voor inhoudelijke eisen die in deze paragraaf wordt gepresenteerd, heeft tot doel de hierboven geanalyseerde problemen aan te pakken. De opties die de voorkeur genieten, zijn vetgedrukt weergegeven.

Specifieke doelstelling 1: Verduidelijken en definiëren van de rol van de wettelijke auditors in het algemeen, en in het bijzonder met betrekking tot OOB’s

1.1 Opties om de opstellers van financiële overzichten bij bedrijven, alsmede de markt meer bewust te maken van de reikwijdte van controles in het algemeen.
0.Referentiescenario.
1.De reikwijdte van wettelijke controles verduidelijken en specificeren in de regels van de EU (zonder deze uit te breiden).
2.De reikwijdte van wettelijke controles opnieuw bepalen om de verwachtingskloof te dichten: de auditors moeten een nauwgezet onderzoek uitvoeren van de vooronderstelling dat een entiteit in staat is om haar bedrijfscontinuïteit te handhaven.
1.2 Opties om de informatie te verbeteren die de auditor aan gebruikers en gecontroleerde entiteiten (OOB’s) verstrekt.
0.Referentiescenario.
1.Verbeteren en uitbreiden van de controleverklaring om het publiek meer informatie te verstrekken.
2.Een gedetailleerdere verklaring voor de gecontroleerde entiteit zelf (aan het auditcomité en het management).
3.Verbeteren van de communicatie tussen de auditor en het auditcomité.
4.Een combinatie van de opties 1, 2 en 3.
1.3 Opties om de communicatiekanalen tussen auditors en toezichthouders van OOB’s te verbeteren.
0.Referentiescenario: verplichting om schendingen van de regels in bepaalde gevallen te melden.
1.Een regelmatige dialoog tussen auditors en toezichthouders van OOB’s aanbevelen.
2.Een regelmatige dialoog tussen auditors en toezichthouders van OOB’s eisen.

Specifieke doelstelling 2: Versterken van de onafhankelijkheid en professioneel-kritische instelling van wettelijke auditors en auditkantoren bij het leveren van wettelijke controles van financiële overzichten aan OOB’s

2.1 Opties om het risico van potentiële belangenconflicten als gevolg van het leveren van niet-controlediensten aan OOB’s te verkleinen en in te perken.
0.Referentiescenario: algemene criteria met betrekking tot onafhankelijkheid.
1.Een verbod op het leveren van bepaalde niet-controlediensten aan de gecontroleerde entiteit.
2.Een verbod op het leveren van alle niet-controlediensten aan gecontroleerde entiteiten.
3.Zuivere auditkantoren: mogen uitsluitend wettelijke controles van financiële overzichten uitvoeren en mogen geen banden hebben met kantoren die niet-controlediensten leveren.
2.2 Opties om het risico van potentiële belangenconflicten als gevolg van het bestaande systeem van de gecontroleerde entiteit selecteert en betaalt de auditor te verkleinen en in te perken.
0.Referentiescenario: lichte inmenging van het auditcomité in de benoeming van auditors.
1.Strengere regels in de procedure voor de benoeming van auditors, met een grotere rol voor een versterkt auditcomité (ten minste twee van de leden van het comité moeten onafhankelijk zijn en ten minste één lid moet kennis hebben op het gebied van controles).
2.Benoeming van auditor door een derde partij (dat wil zeggen een regelgever).
2.3 Opties om het risico van potentiële belangenconflicten als gevolg van een bedreiging als gevolg van vertrouwdheid te verkleinen en in te perken.
0.Referentiescenario: alleen de voornaamste auditpartner rouleert.
1.Verplichte roulatie van auditkantoor na een bepaalde duur van de opdracht.
2.Versterken van de rol van het auditcomité in het toezicht op het werk van de auditors.
3.Vaststellen van aanvullende eisen op het gebied van de interne organisatie en governance van auditkantoren.
4.Een combinatie van de opties 1, 2 en 3.

Specifieke doelstelling 3: De marktvoorwaarden voor de controle van OOB’s verbeteren om de kwaliteit van controles te verhogen

3.1 Opties om een overgang naar een ander auditkantoor te vergemakkelijken.
0.Referentiescenario: geen eis om een aanbesteding te houden voor een nieuwe auditor of om een nieuwe auditor aan te trekken.
1.Regelmatige aanbestedingen. Gecontroleerde entiteiten moeten een minimumaantal kantoren uitnodigen om deel te nemen aan een inschrijvingsprocedure, waaronder ten minste één kantoor dat niet tot de Grote Vier behoort.
2.Verplichte roulatie van auditkantoor na een bepaalde duur van de opdracht.
3.Een combinatie van de opties 1 en 2.
3.2 Opties om een objectieve keuze van een leverancier van controles te vergemakkelijken.
0.Referentiescenario: de reputatie van de Grote Vier onder de auditkantoren zal het overwegen en selecteren van alternatieven blijven ontmoedigen.
1.Contractuele clausules tussen de gecontroleerde entiteit en een derde partij (zoals een bank) die de keuze van auditkantoor beperken, verbieden.
2.De transparantie met betrekking tot de kwaliteit van controles (publicatie van inspectieverslagen) en auditkantoren (bijvoorbeeld openbaarmaking door kantoren van hun financiële overzichten) vergroten.
3.Een pan-Europese kwaliteitscertificering voor controles invoeren voor auditors of kantoren die voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen die bevestigen dat zij in staat zijn om wettelijke controles van de financiële overzichten van OOB´s van hoge kwaliteit uit te voeren.
4.Een combinatie van de opties 1, 2 en 3.
3.3 Opties om de keuze aan leveranciers van controles voor OOB’s te vergroten.
0.Referentiescenario: grote OOB’s houden een beperkte keuze aan auditkantoren.
1.1Zuivere auditkantoren. Controles van de financiële overzichten van OOB’s worden uitgevoerd door kantoren die uitsluitend controlediensten leveren.
1.2Gezamenlijke controles van financiële overzichten: verplichting voor grote OOB’s om meer dan één auditkantoor te hebben, waarvan er ten minste één niet tot de grootste kantoren behoort. Beide auditkantoren krijgen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de controle.
1.3Verplichte gezamenlijke controles uitsluitend voor grote OOB’s in de financiële sector.
1.4Verplichte gezamenlijke controles voor alle grote OOB’s, uitgevoerd door zuivere auditkantoren.
1.5Verplichte gezamenlijke controles voor alle grote OOB’s in de financiële sector, uitgevoerd door zuivere auditkantoren.
1.6Vrijwillige gezamenlijke controles voor alle OOB’s: dit geeft prikkels aan auditverstrekkers en gecontroleerde entiteiten om op vrijwillige basis gebruik te maken van gezamenlijke controles.
1.7Vrijwillige gezamenlijke controles voor alle OOB's, uitgevoerd door zuivere auditkantoren.
2.Beperkingen van de eigendom van auditkantoren door niet-auditors opheffen, maar de veiligheidsmaatregelen van onafhankelijkheid in stand houden.
3.Een bovengrens vaststellen voor marktaandelen (20%): voor de wettelijke controle van financiële overzichten van grote, beursgenoteerde ondernemingen.
4.Een combinatie van de opties 1 en 2.

Specifieke doelstelling 4: Onnodige extra kosten voor naleving vermijden voor zowel gecontroleerde KMO’s als voor de leveranciers van controles, in het bijzonder in een grensoverschrijdende context

4.1 Opties om de grensoverschrijdende erkenning van de geschiktheid van auditors te vergemakkelijken.
0.Referentiescenario: auditors en auditkantoren moeten zijn toegelaten in alle lidstaten waarin zij wettelijke controles van financiële overzichten willen uitvoeren.
1.Wederzijdse erkenning door alle lidstaten van auditkantoren die in een lidstaat zijn toegelaten. De voornaamste auditpartner die leiding geeft aan de controle, moet zijn toegelaten als auditor in de betrokken lidstaat.
2Wederzijdse erkenning van wettelijke auditors die zijn toegelaten in een lidstaat (voor het grensoverschrijdend leveren van diensten).
3.Een regeling voor een aanpassingsperiode met grotere convergentie, transparantie en voorspelbaarheid in de bekwaamheidsproef (in geval van vestiging).
4Een combinatie van de opties 1, 2 en 3.
4.2 Opties om de controlestandaarden met betrekking tot de praktijk, onafhankelijkheid en interne beheersing van auditkantoren in de EU te stroomlijnen.
0.Referentiescenario: controlestandaarden kunnen verschillen tussen de lidstaten.
1.Invoering van International Standards on Auditing (ISA’s) in de hele EU. Nationale aanvullingen zijn aanvaardbaar, indien nodig.
2.Invoering van ISA’s, waarbij de lidstaten afwijkingen mogen toestaan.
4.3 Opties om te waarborgen dat de wettelijke controle rekening houdt met de behoeften van KMO’s.
0.Referentiescenario: controlestandaarden zijn van toepassing, ongeacht de grootte van de gecontroleerde entiteit.
1.De lidstaten vragen om erop toe te zien dat voor KMO’s een evenredige en vereenvoudigde controle van de financiële overzichten mogelijk is.
2.Beperkte beoordelingen, in plaats van wettelijke controles, invoeren voor KMO’s.

Specifieke doelstelling 5: De doeltreffendheid, onafhankelijkheid en consistentie binnen de EU van de regelgeving voor en het toezicht op auditors van OOB’s verbeteren

5.1. Opties om onafhankelijkheid en doeltreffendheid van het toezicht op nationale wettelijke auditors en auditkantoren te waarborgen.
0.Referentiescenario: de beroepsgroep van auditors wordt via de beroepsorganisaties nauw betrokken bij aangelegenheden in verband met het toezicht op controles.
1.Oprichting van een onafhankelijke Europese toezichthoudende autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op auditkantoren die financiële overzichten controleren van OOB’s met een grensoverschrijdend effect voor belanghebbenden.
2.Versterking van de nationale autoriteiten die toezicht houden op controles. Het mandaat, de bevoegdheden en de eisen op het gebied van onafhankelijkheid voor toezichthouders op controles worden vastgesteld op het niveau van de EU, maar het toezicht vindt plaats op nationaal niveau.
5.2 Opties om een doeltreffend Europees toezichthoudend samenwerkingsmechanisme op te zetten dat ook een efficiënt toezicht op supranationale structuren van auditkantoren waarborgt.
0.Referentiescenario: groep van deskundigen (EGAOB) bestaande uit vertegenwoordigers van de nationale toezichthoudende autoriteiten, onder leiding van de Commissie.
1.Samenwerking binnen een comité van niveau 3 in de stijl van het Lamfalussy-comité. Onafhankelijke juridische status voor de EGAOB, die beslist over haar eigen werk, met de Commissie slechts als waarnemer.
2.Europese samenwerking in aangelegenheden die verband houden met het toezicht op auditors, binnen de EAEM (in samenwerking met de EBA en de EAVB).
3.Een nieuwe Europese autoriteit van toezichthouders op controles die zich speciaal bezighoudt met het toezicht op de auditmarkt.
5.Beoordeling van de effecten

Cumulatief effect

De beleidsopties die de voorkeur genieten, zullen tezamen de financiële stabiliteit vergroten, doordat ze de waarheidsgetrouwheid van financiële informatie verzekeren via krachtige controles en zinvolle controleverklaringen. Volledige onafhankelijkheid, een belangrijke eis voor krachtige controles, wordt gerealiseerd door een reeks van maatregelen, zoals de verplichte roulatie van auditkantoren, het verbod voor auditors om niet-controlediensten te leveren aan de gecontroleerde entiteit (met inbegrip van de omvorming van auditors tot zuivere auditkantoren). Deze maatregelen zullen bovendien een gezondere markt scheppen waarin meer kantoren bekendheid krijgen en een naam opbouwen op het gebied van de controle van financiële overzichten van grote OOB’s. De toepassing van internationaal erkende controlestandaarden en de verwijdering van belemmeringen voor het grensoverschrijdend leveren van controlediensten moeten leiden tot een meer geïntegreerde Europese auditmarkt. Elke verbetering op het gebied van de wettelijke controle moet vergezeld gaan van onafhankelijker en doeltreffender toezicht in de hele Unie, met inbegrip van een regelmatige dialoog tussen de toezichthouders onderling, alsook tussen toezichthouders en auditors.

Economisch effect

Betere controles en informatievere controleverklaringen zullen het vertrouwen in de markten vergroten en tegelijkertijd de belanghebbenden informeren over eventuele problemen met betrekking tot een bepaalde entiteit. Degenen die direct van dit vertrouwen profiteren, zullen niet alleen beleggers en kredietverleners zijn, maar ook de onderneming zelf (alsmede haar werknemers). Er zou ook meer differentiatie zijn wat betreft de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de financiële informatie die door de gecontroleerde entiteiten wordt gepresenteerd. Dit is van invloed op de kosten van het zakendoen, bijvoorbeeld op de eisen inzake het werkkapitaal van ondernemingen: een kredietverlener is eerder bereid om betere voorwaarden te bieden aan een betrouwbaardere entiteit.

Kosten en baten

Maatregelen zoals de versterking van auditcomités, uitgebreidere controleverklaringen en een formeel intern verslag, de aanbesteding van controlediensten en het rouleren van auditkantoren zullen extra kosten met zich meebrengen voor zowel gecontroleerde entiteiten als auditkantoren. Ook al is het moeilijk om een betrouwbare schatting van de totale kosten te geven, toch laat de effectbeoordeling zien dat zowel de gecontroleerde entiteiten als de auditkantoren in staat zijn om de marginale kosten als percentage van de totale kosten op te vangen.

Wat betreft de baten, die ook moeilijk te kwantificeren zijn, zullen de voorstellen controles van hogere kwaliteit en grotere betrouwbaarheid mogelijk maken. Informatievere controleverklaringen kunnen de kosten van kapitaalverschaffing verlagen. Ook kunnen de tarieven voor controles dalen, wanneer er aan de top van de markt meer spelers komen.

De beperkingen aan het leveren van niet-controlediensten door auditors zullen gelijke mededingingsvoorwaarden scheppen voor andere dienstverleners, grotendeels KMO’s, bijvoorbeeld juristen, consultants, IT-aanbieders, belastingadviseurs, enzovoort. Deze concurrerendere omgeving moet leiden tot lagere prijzen voor ondernemingen die zulke diensten kopen.

Er zullen ook terugkerende netto-baten zijn voor de economie van de EU als geheel, als gevolg van de invoering van gemeenschappelijke controlestandaarden op het niveau van de Unie.

Sociale en milieueffecten

Discussies in het Europees Economisch en Sociaal Comité hebben het belang naar voren gehaald van robuuste financiële informatie over de soliditeit van de entiteit vanuit het perspectief van de werknemers. Hoewel controles van financiële overzichten geen direct milieueffect hebben, zijn ze uiterst nuttig om te verzekeren dat alle aansprakelijkheden die verband houden met herstelwerk of claims in verband met het milieu voldoende zijn geïdentificeerd en gekwantificeerd.

Administratieve lasten

Er zijn kosten verbonden aan het houden van aanbestedingen, roulatie en gezamenlijke controles, zowel voor gecontroleerde entiteiten als voor auditors. Aan de andere kant zullen het wegnemen van grensoverschrijdende belemmeringen en de invoering van gemeenschappelijke standaarden in de Unie de huidige administratieve lasten voor het leveren van controles van financiële overzichten in andere lidstaten verlagen. De administratieve last voor KMO’s zal ook dalen, niet het minst doordat de lidstaten evenredige en vereenvoudigde controles voor KMO’s zullen moeten waarborgen.

Rechtsinstrumenten, omzetting en nalevingsaspecten

De combinatie van een richtlijn en een verordening zal de verbeteringen in de bestaande wetgeving consolideren en een geharmoniseerd kader voor kritieke veranderingen opzetten.

Monitoring en evaluatie

De monitoring en evaluatie van de aanbevolen beleidsopties zullen in drie fasen plaatsvinden: (1) een omzettings-/overgangsperiode, (2) monitoring door de Commissie, de nationale autoriteiten en de EAEM, en (3) de evaluatie van het beleid over een langere tijdsperiode.