Toelichting bij COM(2016)799 - Verordening (EU) 2019/1243 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen die voorzien in het gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing, aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het Verdrag van Lissabon heeft de structuur waarbinnen de wetgever bevoegdheden kan toekennen aan de Commissie, ingrijpend gewijzigd. Handelingen van nagenoeg wetgevende aard worden duidelijk onderscheiden van handelingen ter uitvoering van de bepalingen van een basishandeling. Bovendien wordt voorzien in een volstrekt verschillend rechtskader voor elke soort handeling.

De twee bepalingen in kwestie zijn de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), zoals ingevoerd bij het Verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 in werking is getreden 1 . Deze bepalingen brengen substantiële wijzigingen van de zogenoemde 'comitologieprocedures' met zich mee.

De omschrijving van gedelegeerde handelingen in artikel 290, lid 1, VWEU lijkt vanuit redactioneel oogpunt erg op die van handelingen die volgens Besluit 1999/468/EG 2 , als gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad (comitologiebesluit), vallen onder de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT) die is ingevoerd bij artikel 5 bis van dat besluit. In beide gevallen gaat het immers om handelingen van algemene strekking ter wijziging of aanvulling van bepaalde niet-essentiële onderdelen van het wetgevingsinstrument.

Daarom is artikel 5 bis van het comitologiebesluit buiten beschouwing gebleven bij de herziening van het comitologiebesluit door middel van Verordening (EU) nr. 182/2011 3 (comitologieverordening), die is vastgesteld op grond van artikel 291, lid 3, VWEU inzake uitvoeringsbevoegdheden. Artikel 5 bis tot instelling van de RPT moest daarom voorlopig van kracht blijven met het oog op de bestaande basishandelingen waarin naar dat artikel werd verwezen.

Als gevolg hiervan verwijzen de 168 vigerende basishandelingen waarop dit voorstel betrekking heeft, nog steeds naar de RPT en blijft de RPT (overeenkomstig artikel 5 bis van het comitologiebesluit) van toepassing in die handelingen zolang die niet formeel worden gewijzigd en aangepast aan het Verdrag van Lissabon.

Ten tijde van de vaststelling van Verordening (EU) nr. 182/2011 heeft de Commissie toegezegd de bepalingen ter zake van deze procedure te bezien teneinde deze te zijner tijd aan te passen aan de criteria die zijn neergelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 4 . Overeenkomstig deze toezegging heeft de Commissie in 2013 drie wetgevingsvoorstellen voor horizontale aanpassing ingediend (omnibus I, II en III) 5 .

In zijn wetgevingsresoluties 6 van 25 februari 2014 over deze voorstellen stelt het Europees Parlement weliswaar een aantal wijzigingen van omnibus I en III voor, maar stemt het in grote lijnen in met de voorstellen van de Commissie. De Raad daarentegen kon meer bepaald niet instemmen met de automatische aanpassing van de RPT-verwijzingen door middel van gedelegeerde handelingen zolang niet beter werd gewaarborgd dat de deskundigen van de lidstaten stelselmatig worden geraadpleegd bij de voorbereiding van die gedelegeerde handelingen.

Door de stilstand in de interinstitutionele onderhandelingen over deze dossiers heeft de Commissie, zoals aangekondigd in haar werkprogramma van 2015 7 , deze voorstellen ingetrokken 8 .

Het thema van de aanpassing is opnieuw aan de orde gesteld bij de besprekingen over de herziening van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven 9 . Alle instellingen hebben erkend dat de aanpassing noodzakelijk was en de Commissie heeft zich ertoe verbonden om tegen eind 2016 een nieuw voorstel in te dienen voor de aanpassing van wetgevingshandelingen die nog verwijzen naar de RPT. Met het onderhavige voorstel wordt uitvoering gegeven aan die verbintenis.

Het Interinstitutioneel Akkoord en het daarbij gevoegd Gezamenlijk Akkoord over gedelegeerde handelingen hebben het kader voor gedelegeerde handelingen ook verbeterd en komen daardoor tegemoet aan een belangrijke bezorgdheid die de Raad vaak verhinderd heeft zijn goedkeuring aan bepaalde gedelegeerde handelingen te hechten, namelijk de raadpleging van deskundigen van de lidstaten. Het Akkoord bevat nu een duidelijke toezegging dat de deskundigen van de lidstaten systematisch worden geraadpleegd bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, onder meer over de ontwerptekst, en voldoet dus aan een essentiële voorwaarde om deze tweede poging tot aanpassing van de oude RPT-bepalingen aan het Verdrag van Lissabon te doen slagen. Deze toezegging is thans expliciet opgenomen in de nieuwe standaardbepalingen die moeten worden gebruikt om een delegatie van bevoegdheden aan de Commissie te verwoorden. In het Akkoord wordt voorts de nadruk gelegd op het grote belang van vroegtijdige samenwerking en informatiedeling met het Europees Parlement met betrekking tot gedelegeerde handelingen. Tevens bevestigt het Akkoord dat het Europees Parlement alle documenten, waaronder de ontwerpen van gedelegeerde handelingen, op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten moet ontvangen en dat de deskundigen van het Europees Parlement systematisch en vlot toegang moeten hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die de gedelegeerde handelingen voorbereiden. Tot slot kan de Commissie op grond van het Akkoord worden uitgenodigd voor vergaderingen in het Europees Parlement (of de Raad) om verder van gedachten te wisselen over de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

2. Methode voor de aanpassing en belangrijkste elementen van het voorstel

De basis voor het bepalen van de werkingssfeer van dit voorstel zijn de rechtshandelingen in de drie aanpassingsvoorstellen die de Commissie in 2013 heeft vastgesteld. Handelingen waarvoor inmiddels afzonderlijke wetgevingsvoorstellen zijn gedaan, zijn niet meer overgenomen in het onderhavige voorstel 10 . Een bepaalde handeling stond weliswaar niet in het voorstel uit 2013, maar dient eveneens te worden aangepast en is daarom toegevoegd in dit voorstel.

Acht wetsteksten op het gebied van bestrijdingsmiddelen en levensmiddelen vallen niet onder dit voorstel 11 . Aangezien de structuur van deze basishandelingen momenteel wordt vastgelegd, lijkt het correct deze aan te passen door middel van gedelegeerde handelingen, zoals de Commissie in 2013 heeft voorgesteld. De Commissie heeft deze handelingen in dit stadium echter niet in het onderhavige voorstel opgenomen, omdat zij zich nog beraadt over een eventueel betere manier om deze handelingen te structureren, wat betreft individuele vergunningen/vaststelling van waarden/opneming van specifieke stoffen in de lijst op basis van de specifieke criteria in de handeling. De Commissie houdt daarbij rekening met de verbeterde aanpak die de medewetgevers onlangs hebben gevolgd in de wetgeving betreffende nieuwe voedingsmiddelen 12 , met de lopende REFIT-evaluatie van de basishandelingen inzake bestrijdingsmiddelen, en met de lopende werkzaamheden voor het beoordelen van de democratische legitimiteit van de bestaande procedures voor de aanneming van bepaalde secundaire handelingen (zoals aangekondigd in het werkprogramma van de Commissie voor 2017).

De wetgevingsmethode in de aanpassingsvoorstellen van 2013 kwam erop neer dat de betrokken basishandelingen niet afzonderlijk werden gewijzigd, maar dat in algemene zin werd bepaald dat verwijzingen naar de RPT in de basishandelingen moesten worden gelezen als verwijzingen naar artikel 290, respectievelijk artikel 290 of 291. Als gevolg van die aanpak zou elke basishandeling dus altijd moeten worden gelezen in samenhang met de desbetreffende omnibusverordening – indien die was vastgesteld.

Vanwege de problemen die met name de Raad met deze techniek had, is in dit voorstel gekozen voor een andere aanpak. Nu wordt voorgesteld om elke betrokken basishandeling afzonderlijk te wijzigen. Voor de invoering van de RPT-bepalingen in 2007 is een soortgelijke aanpak gebruikt 13 . Aan elke basishandeling wordt dienovereenkomstig een aantal wijzigingen aangebracht. De bepaling waarbij de bevoegdheid wordt gedelegeerd, d.w.z. de tekst met de materiële bevoegdheidsdelegatie voor de RPT, wordt geherformuleerd in overeenstemming met de standaardartikelen inzake de bevoegdheidsdelegatie. Het standaardartikel over de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie – het procedurele artikel dus – wordt ingevoegd in elke basishandeling en verwijzingen naar de RPT worden geschrapt. Voor elke handeling wordt uitdrukkelijk vermeld of de bevoegdheidsdelegatie een wijziging van de basishandeling mogelijk maakt. De nieuwe standaardbepalingen inzake het raadplegen van deskundigen van de lidstaten bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen worden nu opgenomen in elke basishandeling. Geen enkele bevoegdheidsdelegatie voorziet in de wijziging van andere handelingen.

Wat de keuze tussen bevoegdheidsdelegaties voor gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen betreft, werd er in de aanpassingsvoorstellen van 2013 van uitgegaan dat maatregelen die onder de RPT vallen, in beginsel overeenstemmen met de maatregelen ten aanzien waarvan bevoegdheden kunnen worden overgedragen als bedoeld in artikel 290 VWEU. Slechts in een paar gevallen in omnibus III is toentertijd op basis van een ad-hocbeoordeling voorgesteld om voor de aanpassing uit te gaan van artikel 291 in plaats van artikel 290.

Het uitgangspunt voor het nieuwe voorstel is dat de beoordeling die in 2013 voor de omnibusvoorstellen is verricht, nog steeds opgaat. Noch uit de onderhandelingen over de omnibus 2013, noch uit de jurisprudentie ter zake 14 , noch uit het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven zijn nieuwe criteria voortgevloeid die een globale herbeoordeling zouden hebben vereist.

In het geval van aanpassing door middel van uitvoeringshandelingen, wordt een inleidende opmerking toegevoegd. Het aantal handelingen waarvoor in 2013 reeds een dergelijke aanpassing door middel van uitvoeringshandelingen is vastgesteld, wordt met dit voorstel licht uitgebreid. Het betreft met name bevoegdheidsdelegaties voor het vaststellen van formats op het gebied van statistiek.

Tabel 1: Overzicht van handelingen waarvoor met betrekking tot bepaalde bevoegdheidsdelegaties een aanpassing door middel van uitvoeringshandelingen wordt voorgesteld

[zie origineel document voor tabel]

Nummer bijlageTitel handeling
2Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen*
6Beschikking nr. 626/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2008 inzake de selectie en machtiging van systemen die mobiele satellietdiensten (MSS) leveren*
53Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie*
58Verordening (EG) nr. 530/1999 van de Raad van 9 maart 1999 betreffende structuurstatistieken van lonen en loonkosten
59Verordening (EG) nr. 2150/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2002 betreffende afvalstoffenstatistieken*
60Verordening (EG) nr. 437/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2003 betreffende de statistische registratie van het passagiers-, vracht- en postvervoer door de lucht
61Verordening (EG) nr. 450/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2003 betreffende de loonkostenindex*
64Verordening (EG) nr. 1552/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de statistiek van bij- en nascholing in ondernemingen*
67Verordening (EG) nr. 716/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de communautaire statistiek van de structuur en de activiteit van buitenlandse filialen*
69Verordening (EG) nr. 1445/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor de levering van basisgegevens over koopkrachtpariteiten en voor de berekening en verspreiding van deze pariteiten*
70Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad*
73Verordening (EG) nr. 452/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 betreffende de productie en ontwikkeling van statistieken over onderwijs en een leven lang leren
74Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kwartaalstatistieken van vacatures in de Gemeenschap*
89Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines, en houdende wijziging van Richtlijn 95/16/EG*
99Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten*
104Richtlijn 97/70/EG van de Raad van 11 december 1997 betreffende de invoering van een geharmoniseerde veiligheidsregeling voor vissersvaartuigen waarvan de lengte 24 meter of meer bedraagt*
114Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten*
143Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen*
144Richtlijn 2002/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het inzamelen, testen, bewerken, opslaan en distribueren van bloed en bloedbestanddelen van menselijke oorsprong en tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG van de Raad*
147Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders*
151Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers
154Richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het doneren, verkrijgen, testen, bewerken, bewaren en distribueren van menselijke weefsels en cellen*
158Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen*
159Verordening (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen*
165Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad*
166Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie*
167Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten)*

* In 2013 is reeds voorgesteld een aantal bepalingen van deze handelingen aan te passen door middel van uitvoeringshandelingen.

Nummer

1.

bijlage

Titel handeling
2Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen
7Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp*
36Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water
54Verordening (EG) nr. 66/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de EU-milieukeur*
57Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 inzake kortetermijnstatistieken
66Verordening (EG) nr. 458/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 25 april 2007 betreffende het Europees systeem van geïntegreerde statistieken voor de sociale bescherming (Essobs)
92Richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen
133Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad
168Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven

* In 2013 is reeds voorgesteld een aantal bepalingen uit deze handelingen te schrappen.


3. LIJST VAN BASISHANDELINGEN DIE VERWIJZEN NAAR DE RPT EN DIE MOMENTEEL AFZONDERLIJK WORDEN HERZIEN of waarvoor een herziening gepland is

Tabel 3: Door de Commissie vastgestelde voorstellen

[zie origineel document voor tabel]

GebiedInstrumentReferentie van het voorstel

CLIMARichtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de RaadCOM(2015) 337
CNECTRichtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) COM(2016) 590
CNECTRichtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) COM(2016) 590
CNECTRichtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn)COM(2016) 590
ENERRichtlijn 2008/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende een communautaire procedure inzake de doorzichtigheid van de prijzen van gas en elektriciteit voor industriële eindverbruikers (herschikking)COM(2015) 496
GROWVerordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EGCOM(2014) 28 final
GROWRichtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn)COM(2016) 31 final
GROWRichtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machinesCOM(2014) 581 final
GROWVerordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatieCOM(2014) 28 final
ENVRichtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (Kaderrichtlijn afvalbehandeling)COM(2015) 595

ENVRichtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffenCOM(2015) 594

ENVRichtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafvalCOM(2015) 593

ENVVerordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeerCOM(2012) 403
ESTATVerordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 inzake de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC)Intrekking voorgesteld in COM(2016) 551
MOVERichtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepenCOM(2013) 0622
MOVERichtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de GemeenschapCOM(2011) 0828
MOVERichtlijn 96/50/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt wordenCOM(2016) 82 final
MOVERichtlijn 91/672/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de wederzijdse erkenning van de nationale vaarbewijzen voor het besturen van schepen in het goederen- en personenvervoer over de binnenwaterenCOM(2016) 82 final
MOVERichtlijn 2009/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen (Herschikking)COM(2016) 369
MOVERichtlijn 1999/35/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende een stelsel van verplichte onderzoeken voor de veilige exploitatie van geregelde diensten met ro-ro-veerboten en hogesnelheidspassagiersvaartuigenCOM(2016) 371
MOVERichtlijn 98/41/EG van de Raad van 18 juni 1998 inzake de registratie van de opvarenden van passagiersschepen die vanuit of naar havens in de lidstaten van de Gemeenschap varenCOM(2016) 370
SANTEVerordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees GeneesmiddelenbureauCOM(2014) 557

Voor de hieronder vermelde instrumenten die verwijzen naar de RPT, wordt een afzonderlijke ingrijpende herziening gepland die echter nog niet is vastgesteld. Deze instrumenten zullen in het kader van de geplande herzieningen worden aangepast.

GebiedInstrument
AGRIVerordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad
CLIMARichtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad
ENERVerordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators
ENERVerordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003
ENERRichtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG
ENVVerordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn 79/117/EEG
ENVRichtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw
ESTATVerordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven en de enquête naar de productiemethoden in de landbouw en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad
ESTATVerordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)

4. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT

Het voorstel is gebaseerd op de rechtsgrondslagen van alle gewijzigde basishandelingen.

Dit initiatief heeft uitsluitend betrekking op de procedures die op het niveau van de Unie moeten worden toegepast bij het vaststellen van handelingen op grond van overgedragen bevoegdheden.