Toelichting bij COM(2017)273 - Standpunt EU over een norm voor technische voorschriften voor binnenschepen en over de wijziging van de overgangsbepalingen inzake deze schepen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het onderhavige voorstel heeft betrekking op de vaststelling van een besluit van de Raad op grond van artikel 218, lid 9, VWEU betreffende de vaststelling van het standpunt van de Unie op de vergadering van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (Cesni) op 6 juli 2017 over een Europese norm voor technische voorschriften voor binnenschepen en op de plenaire vergadering van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) op 31 mei 2017 betreffende de vaststelling van wijzigingen van de overgangsbepalingen voor dergelijke schepen.

Het besluit betreffende de vaststelling van het standpunt van de Unie dient om te waarborgen dat in de internationale dialoogfora naar behoren rekening wordt gehouden met de belangen van de EU bij het vaststellen van regelgeving in verband met de vaststelling van technische normen voor binnenschepen. Deze normen worden opgenomen in de EU-wetgeving, met name overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EEG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EG, waarin uitdrukkelijk naar deze normen wordt verwezen.

1.1.CCR en Cesni

De CCR is een internationale organisatie met regelgevende bevoegdheden op het gebied van binnenvaartkwesties met betrekking tot de Rijn. Vier lidstaten (België, Frankrijk, Duitsland en Nederland) en Zwitserland zijn partij bij de CCR.

In 2015 heeft de CCR ingestemd met de oprichting en werking van het Cesni. Dat comité moet onder meer verschillende technische normen vaststellen, met name voor vaartuigen, informatietechnologie en bemanning, de eenvormige interpretatie van die normen en van de overeenkomstige procedures, en moet overleggen over de veiligheid van de scheepvaart, de bescherming van het milieu en andere scheepvaartdomeinen.

Het Cesni bestaat uit deskundigen die de lidstaten van de CCR en van de EU vertegenwoordigen en die stemrecht hebben. Elke lidstaat heeft één stem.

De EU is geen partij bij de CCR, noch bij het Cesni. Samen met internationale organisaties waarvan de opdracht betrekking heeft op de domeinen van het Cesni, kan de EU wel deelnemen aan de werkzaamheden van het Cesni, zij het zonder stemrecht.

Het Cesni stelt normen vast met eenparigheid van stemmen van de aanwezige lidstaten van de CCR en de EU. Als er geen consensus wordt bereikt om de vaststelling van normen op de agenda te plaatsen, besluit het Cesni met tweederde meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Vervolgens stelt het Cesni de normen vast met eenparigheid van stemmen van de aanwezige lidstaten van de CCR en de EU. Zodra een norm is vastgesteld, krijgt deze een uniek referentienummer en wordt deze gepubliceerd.

De CCR heeft aanzienlijke ervaring opgebouwd wat betreft de vaststelling van technische voorschriften voor binnenschepen. Het Cesni, dat is opgericht in het kader van de CCR en met medewerking van alle lidstaten van de EU, heeft dus de nodige deskundigheid en geografische representativiteit om voor het gehele binnenvaartnet van de EU gemeenschappelijke normen op te stellen.

1.2.Europese norm tot vaststelling van technische voorschriften voor binnenschepen

Teneinde de consistentie van de twee bestaande wettelijke regelingen voor technische voorschriften voor binnenschepen (Rijn en EU) te waarborgen, dienen dezelfde normen te worden voorzien. Zowel de EU-wetgeving als de CCR-regelgeving zullen vanaf 7 oktober 2018 (de termijn voor de omzetting van Richtlijn (EU) 2016/1629 en de datum waarop ES-TRIN 2017/01 van toepassing wordt) verwijzen naar normen die door het Cesni aan ES-TRIN 2017/01 ter beschikking zijn gesteld.

De EU-wetgeving en de wettelijk regeling van de CCR voor binnenschepen zullen met ingang van 8 oktober 2018 volledig op elkaar zijn afgestemd.

1.

OVERGANGSBEPALINGEN


Om de geleidelijke aanpassing van de bestaande vloot aan nieuwe technische voorschriften te waarborgen, omvatte het Reglement onderzoek schepen op de Rijn (ROSR) overgangsbepalingen. De duur van de overgangsperiode kan sterk uiteenlopen (van enkele jaren tot vele decennia).

De CCR heeft in het kader van de opschorting van 12 juni 2014 de periode voor de volgende acht overgangsbepalingen verlengd tot 30 november 2017:

·installatie en meting van de ontluchtingsleiding en aansluitingen op de brandstoftanks;

·het maximale geluidsniveau voor stilliggende schepen, het ten hoogste toegestane niveau van de geluidsdruk in de machinekamer, het niveau van de geluidsdruk voortgebracht door het schip bij de stuurstelling, geluid en trillingen in bewoonde ruimten;

·toepassing van de Europese norm op bijboten;

·constructieplaat, veiligheidsvoorzieningen, documentatie aan boord voor hijskranen;

·vluchtwegen op passagiersschepen, niet via kombuizen;

·voorschriften voor het voortstuwingssysteem van passagiersschepen;

·voorschriften voor alarminstallaties waarmee de leiding en de bemanning van passagiersschepen worden gealarmeerd;

·voorschriften voor elektrische installaties.

De CCR had deze verlenging van drie jaar ingesteld om permanente oplossingen uit te werken en de exploitanten in staat te stellen deze toe te passen.

Er dient te worden opgemerkt dat de huidige overgangsbepalingen in het kader van het ROSR op 30 november 2017 verstrijken, dat wil zeggen elf maanden voor 7 oktober 2018 (de datum waarop ES-TRIN in Richtlijn(EU) 2016/1629 en het CCR-kader van toepassing worden).

Deze overgangsbepalingen zijn ook opgenomen in de ES-TRIN-norm 2015/1 (waarnaar in Richtlijn(EU) 2016/1629 wordt verwezen). De nieuwe ES-TRIN-norm (2017/1) is gericht op de integratie van bepalingen waaronder, voor zover passend, alle overgangsbepalingen vallen waarop de opschorting betrekking heeft. Voor twee van deze overgangsbepalingen zijn permanente oplossingen opgenomen in ES-TRIN 2017/1 (installatie en meting van de ontluchtingsleiding en aansluitingen op de brandstoftanks, en constructieplaat, veiligheidsvoorzieningen, documentatie aan boord voor hijskranen) en voor de overige zes overgangsbepalingen wordt in ES-TRIN 2017/1 een verdere verlenging van de toepasselijkheid van de overgangsbepalingen (tot ES-TRIN 2019) voorzien.

Teneinde het gat tussen het einde van de termijn van de opschorting en de datum waarop de ES-TRIN-norm 2017/1 van toepassing wordt te overbruggen, moet de opschorting in het ROSR tot ten minste 6 oktober 2017 (de datum waarop ES-TRIN 2017/1 van toepassing zou worden) worden verlengd.

De CCR is voornemens een voorstel te doen met betrekking tot een wijziging van het ROSR wat betreft de desbetreffende overgangsbepalingen die op 30 november 2017 zouden verstrijken.

Aan de lidstaten van de CCR, waaronder vier EU-lidstaten, zal worden gevraagd om in mei 2017 op de volgende plenaire vergadering van de CCR de verlenging van deze overgangsbepalingen goed te keuren.

2.

ES-TRIN


Het Cesni heeft de eerste versie van ES-TRIN (ES-TRIN 2015) op zijn bijeenkomst van 28 september 2015 afgerond. Deze versie is formeel goedgekeurd op de plenaire vergadering van het Cesni die op 26 november 2015 plaatsvond.

Bij Besluit (EU) 2015/2176 van de Raad 1 is het standpunt vastgesteld dat door de Unie is in te nemen binnen het Cesni en op de plenaire vergadering van de CCR met betrekking tot de goedkeuring van ES-TRIN 2015.

In de norm worden de nodige eenvormige technische voorschriften vastgesteld om de veiligheid van binnenvaartschepen te verzekeren. De norm bevat bepalingen met betrekking tot de bouw, inrichting en uitrusting van binnenschepen, speciale bepalingen voor specifieke categorieën van vaartuigen zoals passagiersschepen, duwstellen en containerschepen, bepalingen met betrekking tot de identificatie van vaartuigen en modelcertificaten en het modelregister, overgangsbepalingen en instructies voor de toepassing van de technische norm.

ES-TRIN wordt regelmatig bijgewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met de werkzaamheden van de werkgroepen van het Cesni.

Het is noodzakelijk ES TRIN regelmatig bij te werken om:

·een hoog veiligheidsniveau voor de binnenvaart te handhaven;

·de technische ontwikkeling te volgen (bijv. stuurhuis, navigatieapparatuur);

·overeenstemming met het juridische kader van de EU te waarborgen (bijv. de verordening inzake niet voor de weg bestemde mobiele machines).

Deskundigen van het Cesni hebben in 2016 de norm ES-TRIN 2017/1 opgesteld.

ES-TRIN 2017/1 omvat verschillende wijzigingen, met name op de volgende gebieden:

·in hoogte verstelbare stuurhuizen;

·bijwerken van de verwijzingen naar internationale normen;

·uitstoot van verontreinigende gassen en verontreinigende deeltjes door motoren;

·technische apparatuur en installaties;

·brandblusinstallaties;

·constructieplaat voor hijskranen;

·bijwerken van de bepalingen inzake navigatie- en informatieapparatuur;

·correcties van de overgangsbepalingen inzake apparatuur met typegoedkeuring.

Tijdens de vergadering van 23 maart 2017 heeft het Cesni unaniem besloten om de vaststelling van de bijgewerkte versie van ES-TRIN (ES-TRIN 2017/1) op te nemen in de agenda van de vergadering van 6 juli 2017. Waarschijnlijk zullen voorafgaand aan deze vergadering in juli in de ontwerptekst van ES-TRIN alleen formele en kleine wijzigingen worden aangebracht. De normen worden gepubliceerd op de website cesni.eu.

2. RELEVANTE EU-WETGEVING EN EU-BEVOEGDHEID

Volgens Richtlijn 2006/87/EG worden EU-binnenvaartcertificaten afgegeven voor vaartuigen die in overeenstemming zijn met de technische voorschriften voor binnenschepen die zijn vastgesteld in bijlage II bij die richtlijn en waarvan is erkend dat zij gelijkwaardig zijn aan de technische voorschriften die zijn vastgesteld bij de toepassing van de Herziene Rijnvaartakte.

EU-binnenvaartcertificaten en certificaten die worden afgegeven op grond van artikel 22 van de Herziene Rijnvaartakte worden op het vlak van technische voorschriften voor vaartuigen als gelijkwaardig beschouwd, vooral omdat de technische voorschriften van de EU hoofdzakelijk zijn gebaseerd op de technische voorschriften van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn.

Bovendien wordt in artikel 20 van Richtlijn 2006/87/EG bepaald dat alle wijzigingen van bijlage II op basis van de vooruitgang van de techniek of ontwikkelingen op dit gebied zoals deze resulteren uit de werkzaamheden van andere internationale organisaties, met name die van de CCR, moeten waarborgen dat de volgens de respectieve regelgevingskaders afgegeven certificaten een gelijkwaardig veiligheidsniveau blijven bieden.

Daarom kan elke ontwikkeling die voortkomt uit een wijziging van de technische voorschriften in het kader van de CCR en dus ook van de daarin vervatte overgangsbepalingen, gevolgen hebben voor Richtlijn 2006/87/EG.

Tevens werd op 16 september 2016 Richtlijn (EU) 2016/1629 gepubliceerd.

De lidstaten tot welke de richtlijn is gericht, moeten alle nodige maatregelen vaststellen teneinde uiterlijk op 7 oktober 2018 aan deze richtlijn te voldoen.

Bijlage II bij de richtlijn bevat technische voorschriften voor vaartuigen. In deze bijlage wordt verwezen naar ES-TRIN norm 2015/1. Verder is in artikel 31, lid 1, van de richtlijn bepaald dat de Commissie gedelegeerde handelingen vaststelt "(…) tot aanpassing van bijlage II, teneinde zonder onnodige vertraging de verwijzing naar de meest recente versie van de ES-TRIN-norm bij te werken en de datum van toepassing daarvan vast te stellen.

Zoals vermeld is het Cesni, handelend onder auspiciën van de CCR en toegankelijk voor deskundigen uit alle lidstaten, verantwoordelijk voor het opstellen van de technische normen op het gebied van de binnenvaart waarnaar de Unie moet verwijzen.

In overweging 21 van Richtlijn (EU) 2016/1629 wordt uiteengezet dat het Cesni is ingesteld om de harmonisatie te vergemakkelijken van technische normen die worden toegepast in de binnenvaartsector in heel Europa. Verder wordt er in de richtlijn op gewezen dat, om een hoog veiligheids- en efficiëntieniveau voor de binnenvaart te waarborgen, de gelijkwaardigheid van binnenvaartcertificaten te handhaven en rekening te houden met de wetenschappelijke en technische vooruitgang en andere ontwikkelingen in de sector, de verwijzing naar de toepasselijke Europese norm tot vaststelling van technische voorschriften voor binnenschepen (European Standard laying down Technical Requirements for Inland Navigation vessels — „ES-TRIN-norm”) voortdurend moet worden bijgewerkt.

3. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN

De update van de technische norm ES-TRIN is op het niveau van de deskundigen van het Cesni intensief voorbereid. Een groot aantal deskundigen uit de publieke en private sector is geraadpleegd. Tijdens de opstelling van de norm zijn op het niveau van het Cesni de volgende technische vergaderingen gehouden:

·werkvergaderingen (23-24.2.2016; 14-15.6.2016; 30-31.8.2016; 29-30.11.2016; 21-22.2.2017) en

·een vergadering van het comité (23.3.2017).

Tijdens deze vergaderingen konden deskundigen het eens worden over de technische voorschriften voor binnenschepen.

4. BEHOEFTE AAN EEN BESLUIT OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 218, LID 9, VWEU

In artikel 218, lid 9, VWEU is het volgende bepaald: 'De Raad stelt, op voorstel van de Commissie (...), een besluit vast tot (...) bepaling van de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst'.

Met betrekking tot de toepasbaarheid van artikel 218, lid 9, VWEU moet de procedure worden gerespecteerd zodra aan de daarin vermelde voorwaarden is voldaan. Die voorwaarden zijn als volgt: a) het betrokken gebied valt onder de bevoegdheid van de Unie, b) het standpunt van de Unie wordt uitgedrukt in een krachtens een internationale overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dat lichaam c) handelingen met rechtsgevolgen moet vaststellen. De rechtspraak heeft verduidelijkt dat de Unie geen lid van het desbetreffende lichaam moet zijn opdat artikel 218, lid 9, VWEU van toepassing zou kunnen zijn.

In dit geval is het duidelijk dat de technische voorschriften voor binnenschepen tot de bevoegdheid van de Unie behoren. Bovendien oefent de EU haar bevoegdheid uit middels Richtlijn 2006/87/EG en Richtlijn (EU) 2016/1629 en vallen de technische voorschriften voor binnenschepen hoofdzakelijk onder de gemeenschappelijke regels van de Unie.

Omdat zowel het Cesni als de CCR lichamen zijn die zijn opgericht in het kader van een internationale overeenkomst, voldoen zij aan het tweede criterium.

Hoewel de regels van het Cesni niet per se bindend zijn, is het duidelijk dat CCR-leden erdoor gebonden zullen zijn zodra de CCR zijn wetgevingskader (Reglement onderzoek schepen op de Rijn) heeft aangepast om te kunnen verwijzen naar de norm die door het Cesni is vastgesteld en die norm verplicht heeft gesteld in het kader van de toepassing van de Herziene Rijnvaartakte. Het bindende karakter van dergelijke reglementering voor CCR-leden is vastgesteld in de Akte van Mannheim van 17 oktober 1868 2 .

Voorts blijkt ook uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie dat een niet-bindende handeling van een internationale organisatie met het oog op de toepassing van artikel 218, lid 9, VWEU kan worden beschouwd als een 'handeling met rechtsgevolgen' als die handeling een doorslaggevende invloed kan hebben op de inhoud van de EU-wetgeving. Zoals hierboven is uitgelegd, moet bij elke wijziging van Richtlijn 2006/87/EG rekening worden gehouden met het volgens de Herziene Rijnvaartakte toepasselijke kader.

De door het Cesni vastgestelde technische normen zijn opgenomen in bijlage II van Richtlijn (EU) 2016/1629 en moeten worden bijgewerkt door middel van gedelegeerde handelingen.

Daarom moet de Raad een besluit aannemen krachtens artikel 218, lid 9, VWEU, waarbij een namens de Unie in te nemen standpunt wordt vastgesteld, ten eerste voor de vergadering van het Cesni voor de vaststelling van normen voor technische voorschriften voor de binnenvaart, en ten tweede binnen de CCR voor de wijziging van het ROSR wat betreft de overgangsbepalingen.