Toelichting bij COM(2017)686 - Globaliseringsfonds aanvraag van Spanje - EGF/2017/006 ES/Galicia kleding - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2017)686 - Globaliseringsfonds aanvraag van Spanje - EGF/2017/006 ES/Galicia kleding. |
---|---|
bron | COM(2017)686 |
datum | 28-11-2017 |
1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (20142020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").
2. Op 19 juli 2017 heeft Spanje aanvraag EGF/2017/006 ES/Galicia kleding ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 14 (Vervaardiging van kleding) in de regio van NUTS-niveau 2 Galicia (ES11) in Spanje.
3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.
Inhoudsopgave
- Samenvatting
- Betrokken ondernemingen en begunstigden
- Criteria voor steunverlening
- Berekening van de gedwongen ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden
- In aanmerking komende begunstigden
- Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering
- In- en uitvoer van kleding in de EU-28 (miljoen EUR)
- Handelsbalans van de EU-28 in de sector kleding
- Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt
- Kledingbedrijven (NACE 14) in Galicië
- Geografische ligging van Ordes/Órdenes
- Beoogde begunstigden
- Subsidiabiliteit van de voorgestelde acties
- Geraamde begroting
- Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn
- Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd
- Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten
VAN DE AANVRAAG
EFG-aanvraag | EGF/2017/006 ES/Galicia kleding | |
Lidstaat | Spanje | |
Betrokken regio('s) (NUTS-niveau 2 3 ) | Galicia (ES11) | |
Datum van indiening van de aanvraag | 19 juli 2017 | |
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag | 19 juli 2017 | |
Datum van het verzoek om aanvullende informatie | 2 augustus 2017 | |
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende informatie | 13 september 2017 | |
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling | 6 december 2017 | |
Criterium voor steunverlening | Artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening, in afwijking van de criteria van artikel 4, lid 1, onder b) | |
Aantal betrokken ondernemingen | 5 | |
Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling) 4 | Afdeling 14 (Vervaardiging van kleding) | |
Referentieperiode (negen maanden): | 30 juli 2016 – 30 april 2017 | |
Totaal aantal ontslagen | 303 | |
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt | 303 | |
Totaal aantal beoogde begunstigden | 303 | |
Budget voor individuele dienstverlening (EUR) | 1 140 000 | |
Budget voor de implementatie van het EFG 5 (EUR) | 60 000 | |
Totaal budget (EUR) | 1 200 000 | |
EFG-bijdrage (60 %) (EUR) | 720 000 |
BEOORDELING VAN DE AANVRAAG
Procedure
4. Spanje heeft aanvraag EGF/2017/006 ES/Galicia kleding ingediend op 19 juli 2017, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag nog op dezelfde dag bevestigd, en heeft Spanje op 2 augustus 2017 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd binnen zes weken na het verzoek verstrekt. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 6 december 2017 af.
Subsidiabiliteit van de aanvraag
5. De aanvraag betreft 303 werknemers die werden ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 14 (Vervaardiging van kleding). De ontslagen zijn gevallen in de regio van NUTSniveau 2 Galicia (ES11).
Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode | |||
Caramelo S.A. | 97 | Shivshi S.L. | 41 |
Confecciones Deus S.L. | 20 | Viriato | 106 |
Deus Creaciones S.L. | 39 | ||
Totaal aantal ondernemingen: 5 | Totaal aantal ontslagen: | 303 | |
Totaal aantal zelfstandigen dat zijn werkzaamheden heeft beëindigd: | 0 | ||
Totaal aantal in aanmerking komende werknemers en zelfstandigen: | 303 |
6. Spanje heeft de aanvraag ingediend in het kader van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, in afwijking van de criteria van artikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening, dat bepaalt dat binnen een referentieperiode van negen maanden ten minste 500 werknemers gedwongen moeten zijn ontslagen in ondernemingen die actief zijn in dezelfde NACE Rev. 2-afdeling en gevestigd zijn in één of twee aan elkaar grenzende regio's als bepaald op NUTS-niveau 2 in een lidstaat. In de regio van NUTS-niveau 2 Galicia (ES11) zijn 303 ontslagen gevallen.
7. De referentieperiode van negen maanden loopt van 30 juli 2016 tot en met 30 april 2017.
8. Alle ontslagen die tijdens de referentieperiode zijn gevallen, werden berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.
9. In totaal komen 303 werknemers in aanmerking.
Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering
10. Spanje legt het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de liberalisering van de handel in textiel en kleding – na het verstrijken van het Multivezelakkoord van de Wereldhandelsorganisatie eind 2004 – heeft geleid tot ingrijpende wijzigingen in de structuur van de wereldhandel. Volgens cijfers van Eurostat-Comext is de invoer van kleding in de EU28 in 2016 met 37,9 % gestegen in vergelijking met 2008 en met 83,2 % in vergelijking met 2004.
2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
INVOER | 49 674,5 | 54 379,5 | 61 409,9 | 64 479,0 | 65 990,0 | 63 735,6 | 71 169,7 |
UITVOER | 14 929,5 | 15 684,1 | 17 095,7 | 18 368,8 | 19 159,5 | 16 218,6 | 17 346,2 |
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | ||
INVOER | 77 866,3 | 75 008,4 | 74 830,4 | 82 016,8 | 90 256,8 | 91 002,5 | |
UITVOER | 20 555,7 | 22 857,5 | 23 888,9 | 24 990,4 | 25 944,7 | 26 149,1 |
Bron: Eurostat-Comext
11. De belangrijkste leverancier is China, met een stijging van 245 % van zijn invoer in de EU28 in 2016 ten opzichte van 2004 (van 13 miljard EUR tot 31,8 miljard EUR), gevolgd door Bangladesh waarvan de invoer in de Unie verviervoudigd is (van 3,8 miljard EUR naar 15,3 miljard EUR).
12. In dezelfde periode steeg ook de uitvoer van de EU28, zij het in mindere mate. De uitvoer van kleding steeg met 28,3 % in 2016 in vergelijking met 2008 en met 75,1 % in vergelijking met 2004. Dit leidt tot een steeds grotere negatieve EU-handelsbalans in de sector kleding.
Bron: Eurostat-Comext
13. Tot op heden werden voor de sector 'Vervaardiging van kleding' vijf EFGaanvragen ingediend, waarvan drie gebaseerd waren op handelsgerelateerde globalisering en twee op de wereldwijde financiële en economische crisis 6 . Dit is de tweede aanvraag in verband met ontslagen werknemers in kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) die actief zijn in de kledingsector in Galicië.
14. De toename van de invoer in de Unie heeft een neerwaartse druk uitgeoefend op de prijzen, wat dan weer een negatief effect had op de financiële situatie van ondernemingen in de textielsector in de EU en aanleiding heeft gegeven tot een algemene trend in de textiel- en kledingindustrie om de productie te verplaatsen naar landen met lagere productiekosten buiten de Unie, zoals Marokko, Tunesië, China en verscheidene Aziatische landen 7 . In Galicië heeft dit geleid tot een gestage afname van het aantal kledingbedrijven (26 % in de periode 20102016) en dus gedwongen ontslagen.
Bron: Instituto Gallego de Estadística (IGE).
De uitzonderlijke omstandigheden op grond waarvan de aanvraag voor steun in aanmerking komt en de verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke economie en voor de werkgelegenheid.
15. Spanje argumenteert dat deze aanvraag, ondanks het feit dat er binnen de referentieperiode van negen maanden minder dan 500 ontslagen vielen, moet worden gelijkgesteld met een aanvraag overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening op grond van uitzonderlijke omstandigheden die ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de plaatselijke, regionale of nationale economie.
16. Het grootste deel van de bevolking in Galicië is gevestigd rond de belangrijke economische centra van de regio, de kustgebieden tussen Ferrol en A Coruña (noordwesten) en tussen Villagarcía, Pontevedra en Vigo (zuidwesten), terwijl de landinwaarts gelegen gebieden kampen met ontvolking en gebrek aan werkgelegenheid. In 2016 woonden er 13 375 minder mensen in Galicië dan in 2000 en waren er 1 260 meer lege, d.w.z. verlaten locaties (steden of andere woonkernen) dan in 2000 doordat mensen verhuizen en zich in de nabijheid van de economische centra vestigen. Sinds 2010 kent Galicië bovendien een negatieve bevolkingsgroei (met een jaarlijkse daling van ongeveer 2,3 %) als gevolg van de emigratie van jongeren en het toenemende sterfteoverschot.
17. Het gebied waar de ontslagen zijn gevallen, is Ordes/Órdenes 8 , een inlands gelegen gebied waar de kledingbedrijven (voor het merendeel kmo's en coöperatieven) de economische motor zijn.
18. Aangezien Ordes sterk afhankelijk is van de kledingsector, lijdt het onder de terugval van het aantal textielbedrijven nu er meer kleding in de Unie wordt ingevoerd en de plaatselijke activiteiten worden stopgezet of verplaatst. In de periode 20082014 is het aantal ondernemingen met meer dan zes werknemers met 40 % afgenomen. De afname van het aantal kledingbedrijven heeft er ook toe geleid dat het bbp per hoofd van de bevolking in Ordes is gedaald van 17 057 EUR in 2010 tot 15 883 EUR in 2014. De werkloosheid in de be- en verwerkende industrie in Ordes is met 40 % toegenomen tussen december 2016 en april 2017, de periode waarin de meeste ontslagen waarop deze aanvraag betrekking heeft, hebben plaatsgevonden.
19. De ontslagen zullen naar verwachting zwaar wegen op het gebied. De gevolgen van de ontslagen zijn des te groter: het is er moeilijk om ander werk te vinden bij gebrek aan werkgelegenheid aangezien het gebied zich ver van de grote industriële centra bevindt; de ontslagen werknemers hebben een laag opleidingsniveau; zij hebben hun beroepsvaardigheden ontwikkeld in een sector die nu in verval is; en er is een groot aantal werkzoekenden. 34,6 % van alle werklozen (en 43,7 % van de werkloze vrouwen) in Ordes waren werkzaam in de be- en verwerkende industrie.
Beoogde begunstigden en voorgestelde acties
20. Naar verwachting zullen alle 303 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:
Categorie | Aantal beoogde begunstigden | ||
Geslacht: | Mannen: | 50 | (16,50 %) |
Vrouwen: | 253 | (83,50 %) | |
Nationaliteit: | EU-burgers: | 298 | (98,35 %) |
Niet-EU-burgers: | 5 | (1,65 %) | |
Leeftijdsgroep: | 15-24 jaar: | 2 | (0,66 %) |
25-29 jaar: | 13 | (4,29 %) | |
30-54 jaar: | 217 | (71,62 %) | |
55-64 jaar: | 71 | (23,43 %) | |
Ouder dan 64 jaar: | 0 | (00,0 %) |
21. De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers zal worden verstrekt, bestaat uit de volgende acties:
–Algemene informatie en voorbereidende workshops: De eerste maatregel zal bestaan uit kennismakingssessies voor alle werknemers voor wie steun wordt aangevraagd; daarin zal algemene informatie worden verstrekt over beschikbare advies- en opleidingsprogramma’s en over toelagen en premies. De deelnemende werknemers zullen ook worden geprofileerd. Tijdens voorbereidende workshops zal meer gedetailleerde informatie worden verstrekt over herschikking, sectoren waarvoor vergunningen of certificaten van vakbekwaamheid nodig zijn, de certificering van op het werk verworven bekwaamheden en zachte vaardigheden en over hoe verplicht onderwijs kan worden voltooid.
–Loopbaanbegeleiding met het oog op werk in loondienst of als zelfstandige zal tijdens de volledige implementatieperiode worden verstrekt.
–Opleiding. Dit omvat opleidingen inzake sleutelcompetenties, horizontale vaardigheden, beroepsopleidingen waaronder opleidingen voor beroepen met een hogere toegevoegde waarde in de kledingsector (in tegenstelling tot de productie zijn andere activiteiten zoals design, distributie, merkmanagement of logistiek niet verplaatst), om te werken in de geriatrische zorg, in de sociale en medische zorg voor afhankelijke personen, in de opslagsector of als monitor in de vrijetijds- en recreatiesector, alsook voorbereidingen op tests voor de erkenning van vaardigheden die door werkervaring zijn verworven/voor de erkenning van eerder genoten onderwijs en opleidingen in ondernemerschap.
–Intensieve hulp bij het zoeken naar werk, waaronder een actief onderzoek van de plaatselijke en regionale arbeidskansen (ook voor zelfstandigen) en het op elkaar afstemmen van vraag naar en aanbod van werk.
–Begeleiding door een mentor na herintreding. De werknemers die opnieuw aan de slag gaan zullen tijdens de eerste maanden worden begeleid om mogelijke problemen met de nieuwe baan te voorkomen.
–Stimuleringsmaatregelen. Er zal een waaier aan stimulerende maatregelen worden aangeboden.
1) Stimulering van deelname. De werknemers die deelnemen aan de maatregelen en het vastgestelde traject voor re-integratie volgen, zullen maximaal 400 EUR ontvangen (één uitbetaling of in tranches).
2) Bijdrage in de reiskosten. 3 EUR per dag voor woon-werkverkeer binnen dezelfde stad en 0,19/km voor woon-werkverkeer tussen verschillende steden.
3) Bijdrage in de kosten van verzorgers van afhankelijke personen. Werknemers met zorgverantwoordelijkheden (voor kinderen, ouderen of personen met een beperking) krijgen15 EUR 9 per dag dat zij deelnemen aan de maatregelen. Deze maatregel is bedoeld om te voorzien in de extra kosten die de deelnemers met zorgtaken moeten maken wanneer zij aan opleiding of andere maatregelen deelnemen.
4) Inkomenscompensatie. Wie als zelfstandige aan de slag gaat, ontvangt zes maanden lang een vergoeding van 200 EUR per maand.
22. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.
23. Spanje heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.
24. De totale kosten worden op 1 200 000 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 1 140 000 EUR voor individuele dienstverlening en van 60 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.
25. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 720 000 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.
Acties | Geraamd aantal deelnemers | Geraamde kosten per deelnemer (EUR) 10 | Geraamde totale kosten (EUR) 11 |
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening) | |||
Algemene informatie en voorbereidende workshops (Acogida y medidas de sensibilización) | 303 | 187 | 56 628 |
Loopbaanbegeleiding (Programa de orientación) | 212 | 583 | 123 598 |
Opleiding (Programa de formación) | 212 | 2 514 | 533 030 |
Intensieve hulp bij het zoeken naar werk (Apoyo a la recolocación) | 100 | 1 978 | 197 836 |
Begeleiding door een mentor na herintreding (Seguimiento en el empleo) | 95 | 224 | 21 308 |
Subtotaal a): Percentage van het pakket individuele dienstverlening | – | 932 400 | |
(81,79 %) | |||
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening) | |||
Stimuleringsmaatregelen (Programa de incentivos) | 212 | 979 | 207 600 |
Subtotaal b): Percentage van het pakket individuele dienstverlening: | – | 207 600 | |
(18,21 %) | |||
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening | |||
1. Voorbereiding | – | 0 | |
2. Beheer | – | 48 000 | |
3. Voorlichting en publiciteit | – | 3 000 | |
4. Controle en rapportage | – | 9 000 | |
Subtotaal c): Percentage van de totale kosten: | – | 60 000 | |
(5,00 %) | |||
Totale kosten (a + b + c): | – | 1 200 000 | |
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten) | – | 720 000 |
26. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. Spanje heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.
27. Spanje heeft de beoogde begunstigden met ingang van 4 september 2017 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 4 september 2017 tot en met 4 september 2019 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.
28. Op 21 augustus 2017 heeft Spanje de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 21 augustus 2017 tot en met 4 maart 2020 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.
29. Financiering van de autonome regio Galicië is de bron van nationale voor- of medefinanciering.
30. Spanje heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.
Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten
31. Spanje heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de sociale partners. Op een eerste vergadering, op 28 september 2017, zijn zij in kennis gesteld van de ingediende aanvraag voor medefinanciering uit het EFG ten behoeve van ontslagen werknemers in de kledingsector in Galicië. Bij deze gelegenheid zijn zij ook uitgenodigd om deel te nemen aan de rondetafelgesprekken waar de te nemen maatregelen zijn besproken. De rondetafelgesprekken vonden op verschillende data in oktober plaats. Aangezien de sociale partners ook al actief betrokken waren bijde eerdere aanvragen die de overheidsinstanties van Galicië als uitvoeringsorganen hebben ingediend, zijn zij goed op de hoogte van de toegevoegde waarde van de door het EFG medegefinancierde maatregelen en hebben zij constructief meegewerkt.
Beheers- en controlesystemen
32. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen, waarin de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties zijn vastgesteld. Spanje heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die ook het ESF beheren en controleren. De Xunta de Galicia zal fungeren als de intermediaire instantie voor de beheersautoriteit 12 .
Toezeggingen door de betrokken lidstaat
33. Spanje heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:
–bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;
–aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;
–de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen en die hun activiteiten hebben voortgezet, zijn hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben voor hun werknemers de nodige maatregelen getroffen;
–de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;
–de voorgestelde acties zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;
–de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Begrotingsvoorstel
34. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 20142020 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden 13 .
35. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFGverordening en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 720 000 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.
36. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen 14 .
Met dit besluit samenhangende handelingen
37. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 720 000 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.
38. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.