Toelichting bij COM(2019)331 - Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2019)331 - Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking). |
---|---|
bron | COM(2019)331 |
datum | 11-07-2019 |
• Motivering en doel van het voorstel
In de in 2008 vastgestelde Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (de EIT-verordening 1 ) zijn de opdracht, de taken en het kader voor de werking van het EIT bepaald. De verordening is in 2013 2 onder meer gewijzigd om deze af te stemmen op Horizon 2020 3 .
De algemene opdracht van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) bestaat erin door versterking van de innovatiecapaciteit van de lidstaten en de Unie een duurzame Europese economische groei en concurrentiepositie te bevorderen. Het EIT versterkt met name de innovatiecapaciteit van de Unie en pakt maatschappelijke uitdagingen aan door de integratie binnen de kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie. Het EIT blijft gebruikmaken van zijn kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s), grootschalige Europese partnerschappen die specifieke maatschappelijke uitdagingen aanpakken door onderwijs-, onderzoeks- en bedrijfsorganisaties samen te brengen. Het EIT verstrekt subsidies aan de KIG’s, monitort hun activiteiten, ondersteunt samenwerking tussen de KIG’s en verspreidt resultaten en goede praktijken.
In de in 2017 uitgevoerde externe evaluatie van het EIT is bevestigd dat de grondgedachte achter de oprichting van het EIT geldig blijft en dat het EIT-model van een door innovatie gedreven integratie binnen de kennisdriehoek nog steeds relevant is.
Tijdens de periode 2021-2027 zal het EIT worden gefinancierd door het programma Horizon Europa van de Unie. Het EIT is dus een integrerend deel van het voorstel van de Commissie tot vaststelling van Horizon Europa en het is een van de drie onderdelen van de pijler “Innovatief Europa”. In het voorstel voor Horizon Europa worden de begroting van het EIT voor het volgende MFK, evenals de grondgedachte, de toegevoegde waarde, de werkterreinen en de grote lijnen van de werkzaamheden van het EIT beschreven. Het voorstel voor Horizon Europa voorziet echter niet in de rechtsgrondslag om de werkzaamheden van het EIT vanaf 2021 voort te zetten. De rechtsgrondslag van het EIT blijft de EIT-verordening.
Bovendien moet de Commissie krachtens artikel 17 van de EIT-verordening om de zeven jaar aan het Europees Parlement en de Raad een voorstel voor een strategische innovatieagenda (SIA) voorleggen, waarin de strategische prioriteiten op lange termijn en de financiële behoeften van het EIT zijn vastgesteld en dat in overeenstemming moet zijn met het toepasselijke kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie 4 .
In tegenstelling tot de SIA is de EIT-verordening in beginsel niet tijdsgebonden. Aangezien een aantal bepalingen in de EIT-verordening echter rechtstreeks verwijst naar het huidige, voor de periode 2014-2020 vastgestelde Horizon 2020-programma, moeten deze bepalingen worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de volgende kaderprogramma’s van de Unie voor onderzoek en innovatie.
Daarom wordt voorgesteld de nieuwe EIT-verordening tijdonafhankelijk te maken zodat aan het einde van elk MFK geen of slechts een minimale behoefte is aan wijzigingen. De voortzetting van de werkzaamheden van het EIT in het kader van elk nieuw MFK zou afhankelijk zijn van passende financiering die bestaat uit een bijdrage van de Unie. De bijdrage van de Unie kan worden verstrekt via een financiële bijdrage van het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie en van andere programma’s van de Unie.
De SIA van het EIT moet zorgen voor afstemming met de doelstellingen van het desbetreffende kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie en met het strategisch meerjarenplan, de monitoring- en andere vereisten van dat programma, en moet synergieën bevorderen met andere relevante programma’s in het kader van elk nieuw MFK.
Aangezien de EIT-verordening in 2013 reeds ingrijpend is gewijzigd en het huidige voorstel nadere ingrijpende wijzigingen van de EIT-verordening bevat, wordt voorgesteld de EIT-verordening te wijzigen door middel van de wetgevingstechniek van herschikking om meer juridische duidelijkheid en een betere leesbaarheid te waarborgen. Door de tijdonafhankelijkheid van de herschikte verordening zal de nadruk kunnen worden gelegd op de voornaamste beginselen van de werking van het EIT/de KIG’s. Dit, in combinatie met de grotere rol die de SIA zal spelen om het EIT op zijn financieringsprogramma in het kader van elk MFK af te stemmen, zal de algehele samenhang van het wetgevingskader van het EIT verbeteren, de toepassing van de bepalingen ervan vergemakkelijken en het wetgevingsproces over zeven jaar lichter maken.
• Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Voor de periode 2014-2020 zijn de doelstellingen, de grondgedachte, de Europese meerwaarde, de grote lijnen van de activiteiten en de prestatie-indicatoren van het EIT vastgelegd in de Horizon 2020-verordening. Tegelijkertijd zijn in de EIT-verordening de opdracht en de taken van het EIT vastgesteld, alsook het kader voor de werking ervan. De strategische prioritaire gebieden op lange termijn en de financiële behoeften van het EIT voor elke periode van zeven jaar zijn in de SIA vastgesteld 5 .
Het voorstel voor Horizon Europa heeft het belang en de bijdrage van het EIT en zijn KIG’s bevestigd bij de verwezenlijking van de strategische prioriteiten van de EU op het gebied van innovatie. In het voorstel worden de begroting voor 2021-2027, het bereik, de toegevoegde waarde en de belangrijkste werkterreinen van het EIT voorgesteld. Voorts wordt gewezen op de herziene rol van het EIT om zijn bijdrage tot de doelstellingen van Horizon Europa te versterken.
Het EIT is in Horizon Europa geïntegreerd als onderdeel van pijler III (“Innovatief Europa”). Er zal echter worden gezorgd voor synergie en complementariteit met de andere componenten van het programma. Het EIT zal via zijn KIG’s ook de wereldwijde uitdagingen helpen aangaan in het kader van pijler II (“Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen”) en pijler I (“Excellente wetenschap”).
In het kader van het voorstel voor Horizon Europa worden de KIG’s beschouwd als geïnstitutionaliseerde Europese partnerschappen. De bijdrage van de KIG’s aan andere relevante activiteiten in het kader van Horizon Europa zal worden ondersteund via de procedure voor het strategisch meerjarenplan, waarin interdisciplinaire en sectoroverschrijdende perspectieven zullen worden geïntegreerd en dat ervoor zal zorgen dat alle activiteiten in het kader van Horizon Europa doeltreffend worden gecoördineerd. Daarnaast wordt in het voorstel voor Horizon Europa benadrukt dat “in de strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT voorstellen voor toekomstige kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s) die in overeenstemming zijn met de EIT-verordening, zullen worden opgenomen en rekening zal worden gehouden met de resultaten van het proces van strategische planning en met de prioriteiten van de pijler “Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen””.
Om de doelstellingen van Horizon Europa te verwezenlijken, zal het ook van belang zijn met name met de Europese Innovatieraad nauw samen te werken zodat synergie en een groter effect tot stand komen. Het EIT en de Europese Innovatieraad vullen elkaar aan: de Europese Innovatieraad zal baanbrekende innovaties in kaart brengen, ontwikkelen en op de markt introduceren en de snelle opschaling van innovatieve bedrijven die aan marktcreërende innovatie doen op Europees en internationaal niveau ondersteunen; het EIT daarentegen zal bijdragen aan de ontwikkeling van innovatiecapaciteit op Europees en lidstaatniveau door middel van de integratie binnen de kennisdriehoek en de ondersteuning van innovatie-ecosystemen. De aandacht van het EIT zal in het bijzonder uitgaan naar menselijk kapitaal, ondernemerschapsonderwijs, sterkere regionale outreach en steun voor de oprichting en ontwikkeling van bedrijven op specifieke thematische gebieden.
• Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Zoals hierboven beschreven ligt de nadruk in het voorstel van de Commissie voor een herschikte EIT-verordening op de rol van de SIA om voor meer synergie te zorgen met het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie en met andere relevante EU-programma’s van het respectieve MFK. Bovenal moet de SIA geschikte synergieën en complementariteit tot stand brengen tussen de EIT-activiteiten en andere initiatieven, beleidsmaatregelen en instrumenten van de Unie. Daartoe zal het EIT gerichte activiteiten ontplooien. Bovendien wordt met het voorstel de rol van de groep vertegenwoordigers van de lidstaten versterkt, die synergieën en complementariteit van de activiteiten van het EIT en de KIG’s met nationale programma’s en initiatieven zal helpen creëren.
Inhoudsopgave
, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De EU heeft een gedeelde bevoegdheid op het gebied van het industriebeleid op basis van artikel 173 VWEU (titel XVII). Overeenkomstig artikel 173, lid 1, dragen de Unie en de lidstaten er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Unie, aanwezig zijn. Hiertoe is hun optreden, overeenkomstig een systeem van open en concurrerende markten, er ook op gericht een betere benutting van het industriële potentieel van het beleid inzake innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling te stimuleren. Krachtens artikel 173, lid 3, kunnen het Europees Parlement en de Raad volgens de in artikel 294 bedoelde gewone wetgevingsprocedure specifieke maatregelen vaststellen ter ondersteuning van de activiteiten die in de lidstaten worden ondernomen om de bovenvermelde doelstelling te verwezenlijken met uitsluiting van enige harmonisering van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten. Deze bepaling vormt de rechtsgrondslag van de huidige EIT-verordening en van de SIA 2014-2020.
De voorgestelde versterking van de activiteiten van het EIT, onder meer op het gebied van onderwijs en de regionale dimensie, wordt door innovatie gestuurd en is erop gericht de doelstelling van artikel 173 VWEU te verwezenlijken.
• Subsidiariteit en evenredigheid
Het voorstel voor een herschikte EIT-verordening is in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Het gaat niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen van de Unie te verwezenlijken en biedt – in vergelijking met nationale en regionale initiatieven en oplossingen – een duidelijke Europese meerwaarde in termen van schaalvoordelen, bereik en snelheid van investeringen in onderzoek en innovatie. Bovendien zal het optreden van de EU zich niet mengen in zuiver binnenlandse scenario’s en geen harmonisatie van de wet- en regelgeving van de lidstaten vereisen.
Het EIT ontwikkelt op unieke wijze EU-brede innovatie-ecosystemen van onderwijs, onderzoek, bedrijfsleven en andere belanghebbenden 6 . De door het EIT ondersteunde samenwerkingsactiviteiten komen de kwaliteit van de acties, de innovatie en de internationalisering van KIG-partners en -organisaties ten goede en leiden tot de oprichting van grensoverschrijdende en multidisciplinaire netwerken, meer samenwerking tussen sectoren en een ruimer geografisch bereik.
Het EIT is ook het enige instrument binnen Horizon Europa met bijzondere aandacht voor onderwijs als drijvende kracht achter innovatie, groei en concurrentievermogen.
EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
Het voorstel bouwt voort op de in 2017 uitgevoerde externe evaluatie van het EIT, waarin wordt bevestigd dat de grondgedachte achter de oprichting van het EIT geldig blijft en dat het EIT-model van een door innovatie gedreven integratie binnen de kennisdriehoek nog steeds relevant is. Het EIT-model richt zich vooral op structurele tekortkomingen van de innovatiecapaciteit in de EU (op belangrijke thematische gebieden), zoals de zwakke ondernemerscultuur, de geringe samenwerking tussen de academische wereld en het bedrijfsleven en de ontoereikende ontwikkeling van menselijk potentieel, en wil de innovatiekloof tussen de EU en haar voornaamste concurrenten helpen dichten.
In het voorstel wordt rekening gehouden met de resultaten van de openbare raadpleging die werd uitgevoerd als onderdeel van de effectbeoordeling van de Europese Commissie ter ondersteuning van haar voorstellen voor de herziening van de EIT-verordening en voor een nieuwe strategische innovatieagenda van het EIT voor 2021-2027. Het doel van de openbare raadpleging was informatie en standpunten van een grote verscheidenheid van belanghebbenden te verzamelen over 1) de uitdagingen en kansen in de Europese ruimte van onderzoek en innovatie, 2) de beleidsdoelstellingen van het EIT en 3) de beleidsopties om de uitdagingen aan te gaan.
Effectbeoordeling
Dit voorstel wordt ondersteund door een effectbeoordeling van zowel het voorstel tot wijziging van de EIT-verordening (herschikking) als het voorstel voor een SIA van het EIT voor de periode 2021-2027.
Die effectbeoordeling bouwt voort op de effectbeoordeling die voor Horizon Europa is uitgevoerd. Het positieve advies van de Raad voor regelgevingstoetsing werd ontvangen op 5 april 2019.
In de effectbeoordeling bij dit voorstel zijn de volgende beleidsopties vastgesteld: een basisoptie en twee verschillende opties om de in de effectbeoordeling beschreven problemen en technische moeilijkheden aan te pakken.
Basisoptie 1 houdt de voortzetting van de bestaande activiteiten van het EIT in met alleen de nodige aanpassingen om het voorstel in overeenstemming te brengen met het voorstel voor Horizon Europa. Optie 2 bouwt voort op de basisoptie. Daarnaast bevat het de goedkeuring van een aantal technische maatregelen om de werking van het EIT te verbeteren. Verder wordt een nieuwe actie voorgesteld om het onderwijs in ondernemerschap in heel Europa te bevorderen. Optie 3 verschilt van optie 2 doordat bij deze optie wordt voorzien in de oprichting van een EIT-hub in elke lidstaat om het effect van de EIT-activiteiten in heel Europa te vergroten.
Optie 2 werd als de voorkeursoptie aangemerkt: het beste evenwicht bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het initiatief wordt bereikt, er wordt rekening gehouden met de beschikbare middelen en de grootste economische en maatschappelijke effecten worden gesorteerd. Optie 2 zal in de volgende programmeringsperiode ook tot aanzienlijke verbeteringen van het EIT leiden.
• Grondrechten
Het voorstel van de Commissie eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen van het EU-Handvest van de grondrechten in acht.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De budgettaire gevolgen van het voorstel en de benodigde personele en administratieve middelen zijn gedetailleerd beschreven in het financieel memorandum 7 .
OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
Monitoring en evaluatie zijn fundamentele instrumenten om het effect van het EIT te meten en ze zullen tijdens de volgende programmeringsperiode verder worden versterkt en voortdurend worden verbeterd. Gezien de aard van het model van de integratie binnen de kennisdriehoek zal het belangrijk zijn een monitoringkader te hanteren dat flexibiliteit op alle relevante niveaus mogelijk maakt en voor samenhang met de algemene doelstellingen van Horizon Europa en de beoogde effecten zorgt.
Alle in- en outputs, resultaten en effecten die in de effectbeoordeling bij dit voorstel zijn vermeld, zullen aan de hand van indicatoren worden gemonitord. Dergelijke indicatoren bestaan al en worden door het EIT gebruikt. Wanneer er geen indicatoren bestaan, zullen nieuwe indicatoren worden ontwikkeld om het EIT in staat te stellen de verwezenlijking van zijn doelstellingen te monitoren.
Parallel aan en met volledige inachtneming van de bestaande monitoringinstrumenten zal worden gestreefd naar een nauwe afstemming van de EIT-regelingen inzake monitoring op die van Horizon Europa. Het EIT zal zijn monitoringinstrumenten bijvoorbeeld afstemmen op de effecttrajecten van Horizon Europa, die erop gericht zijn de behoefte aan wetenschappelijke, economische en maatschappelijke impactindicatoren grondiger aan te pakken. Het zal aan het EIT zijn om de operationele prestaties van de KIG’s regelmatig te monitoren en zijn controle- en rapportagesystemen voortdurend aan te passen. De resultaten van deze monitoring zullen worden gebruikt bij de business planning van de KIG’s, de besluitvorming van het EIT over de toewijzing van de begroting en de voorbereiding van de kaderpartnerschapsovereenkomsten met de KIG’s als begunstigden. De monitoringresultaten moeten ook continu worden gebruikt bij de beleidsvorming.
De evaluatie van de prestaties van het EIT zal door de Commissie in overeenstemming met de vereisten van de gewijzigde EIT-verordening worden uitgevoerd en bij de algemene halftijdse en ex-postevaluatie van het Horizon Europa-programma worden gebruikt. Daarbij zal onder meer de synergie van het EIT met de andere instrumenten van het programma worden beoordeeld.
Met betrekking tot de KIG’s zal een specifiek indicatorkader worden gebruikt om de prestaties van de KIG’s tijdens de volgende programmeringsperiode te beoordelen (details zijn te vinden in het voorstel voor een nieuwe SIA). Dat kader is gebaseerd op huidige en oude indicatoren en vult hiaten en tekortkomingen in het bestaande systeem voor de meting van prestaties. Het is ook afgestemd op het indicatorkader van Horizon Europa.
• Toelichting bij de voornaamste wijzigingen van de specifieke bepalingen van het voorstel
Artikel 5 Organen van het EIT ‒ het voorstel versterkt de rol van het uitvoerend comité als specifiek orgaan van het EIT, onderstreept de verantwoordingsplicht van de directeur naar de raad van bestuur en versterkt de onafhankelijkheid van de functie inzake interne audit.
Artikel 6 Taken ‒ het voorstel bevat verschillende verduidelijkingen van de bestaande EIT-taken en legt de nadruk op het belang van de taak van het EIT om een geschikt niveau van coördinatie te waarborgen en om de communicatie en thematische samenwerking tussen de KIG’s te faciliteren. Het voorstel bevat een nieuwe taak voor het EIT, nl. om de ondersteuningsacties van de KIG’s voor de ontwikkeling van de ondernemings- en innovatiecapaciteit van instellingen voor hoger onderwijs en hun integratie in innovatie-ecosystemen te ontwerpen en te coördineren.
Artikel 10 Beginselen voor de evaluatie en monitoring van de KIG’s ‒ het voorstel actualiseert de verwijzing naar het kaderprogramma van de Unie voor onderzoek en innovatie met betrekking tot de indicatoren voor de doorlopende monitoring en periodiek uit te voeren externe evaluaties van de KIG’s.
Artikel 11 Duur, voortzetting en opheffing van een KIG ‒ het voorstel versterkt de uitgebreide tussentijdse evaluatie van elke KIG vóór het verstrijken van de initiële kaderpartnerschapsovereenkomst en introduceert de notie van memorandum van samenwerking als een optionele manier om de relatie tussen het EIT en de KIG’s te waarborgen na de einddatum van de kaderpartnerschapsovereenkomst.
Artikel 17 Financiering van de KIG’s ‒ in het voorstel wordt lid 1 van het huidige artikel 14 inzake de financiële middelen van het EIT in licht gewijzigde vorm ingevoegd in het gewijzigde lid 1 van artikel 20 inzake de begroting van het EIT. Daarnaast bevat het artikel het beginsel voor het herziene financieringsmodel van het EIT in de zin dat de bijdrage van het EIT aan de KIG’s de totale subsidiabele kosten van KIG-activiteiten met een toegevoegde waarde enkel tijdens de eerste fasen van de levenscyclus van een KIG gedeeltelijk of volledig kan dekken. Die bijdrage neemt geleidelijk af in de tijd, in overeenstemming met de in de SIA vastgelegde medefinancieringspercentages. In het artikel wordt ook het belang benadrukt van de financiële duurzaamheid van de KIG’s in het kader van het vergelijkend toewijzingsmechanisme van het EIT.
Artikel 20 Begroting van het EIT ‒ in het voorstel worden de financiering van het EIT en de bron van de financiële bijdrage van het EIT aan de KIG’s vastgelegd.
Bijlage I Statuten van het EIT ‒ voorgestelde wijzigingen van de statuten van het EIT met als doel de rol van de raad van bestuur, het uitvoerend comité en de directeur van het EIT te verduidelijken, de rol van de raad van bestuur bij de monitoring, het toezicht en de aansturing van de KIG’s te versterken en de rol van de Commissie ten aanzien van het EIT te verduidelijken om haar verplichtingen op het vlak van monitoring en goed financieel beheer te weerspiegelen. Het voorstel bevat een nieuw vereiste voor instemming van de Commissie betreffende een beperkt aantal door de raad van bestuur vastgestelde strategische kwesties (bv. beginselen van monitoring en financiële toewijzing). Tot slot wordt in het voorstel de verwijzing naar “contracten voor bepaalde tijd” van het EIT-personeel geschrapt om professionele continuïteit en een loopbaanontwikkeling te waarborgen die vergelijkbaar zijn met de voor de EU-agentschappen geldende regeling.
🡻 294/2008 (aangepast)
⇨ nieuw