Toelichting bij COM(2025)4 - Machtiging van Griekenland af te wijken van de artikelen 218 en 232 van de btw-richtlijn - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)4 - Machtiging van Griekenland af te wijken van de artikelen 218 en 232 van de btw-richtlijn. |
---|---|
bron | COM(2025)4 |
datum | 13-01-2025 |
Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 2 juli 2024, heeft Griekenland verzocht om te mogen afwijken van de artikelen 218 en 232 van de btw-richtlijn, teneinde elektronische facturering verplicht te kunnen stellen voor transacties tussen in Griekenland gevestigde belastingplichtigen (b2b-transacties).
Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 24 september 2024 van het verzoek van Griekenland in kennis gesteld. Bij brief van 25 september 2024 heeft de Commissie Griekenland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
• Motivering en doel van het voorstel
Griekenland heeft op basis van artikel 395 van de btw-richtlijn een derogatieverzoek ingediend om de uitreiking van elektronische facturen te kunnen verplichten voor transacties tussen in Griekenland gevestigde belastingplichtigen. Griekenland heeft een digitaal platform met de naam myDATA. Entiteiten die overeenkomstig de Griekse wetgeving verplicht zijn een administratie te voeren, moeten inkomsten- en uitgavengegevens over transacties naar dit platform doorsturen.
Momenteel zijn er verschillende kanalen die kunnen worden gebruikt om die gegevens naar het platform door te sturen. Zodra de verplichte elektronische facturering in Griekenland is ingevoerd, zullen elektronische facturen het belangrijkste verzendingskanaal zijn, waarbij de gegevens rechtstreeks in het myDATA-platform worden aangeleverd. Daardoor zal de informatie in real time en met een hoog kwaliteitsniveau aankomen, waardoor de belastingdienst gemakkelijker en sneller gevallen van btw-fraude zal kunnen opsporen. De ontvangen informatie zal ook worden gebruikt om vooraf ingevulde btw-aangiften op te stellen en bedrijven zo te helpen aan hun btw-verplichtingen te voldoen.
Daarnaast wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een gedigitaliseerd instrument voor het goederenvervoer, waarbij gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van het digitale myDATA-platform. Dit instrument is bedoeld om alle goederen die worden geleverd, in real time digitaal te monitoren. Om dit doel te bereiken, is in 2024 een institutioneel kader voor de elektronische afgifte van documenten voor het goederenvervoer opgezet, en de implementatie van een operationeel en technisch kader wordt voorbereid om de naleving door belastingplichtigen te vergemakkelijken.
De verschillende maatregelen die tot dusver zijn uitgevoerd, hebben Griekenland geholpen zijn btw-kloof te verkleinen. Volgens het door de Europese Commissie gepubliceerde verslag1 over de btw-kloof in de EU is de btw-nalevingskloof afgenomen van 29,1 % in 2017 tot 17,8 % in 2021, en wordt in de prognose voor 2022 uitgegaan van een sterke daling van dat cijfer. Volgens de Griekse autoriteiten zal de invoering van verplichte elektronische facturering dit cijfer verder helpen verlagen, aangezien het een belangrijk instrument kan zijn in de bestrijding van carrouselfraude, doordat de belastingautoriteiten de betrokken partijen sneller kunnen identificeren.
Volgens Griekenland zal de invoering van verplichte elektronische facturering ook de belastingplichtigen ten goede komen: het systeem zal hen namelijk vooraf ingevulde btw-aangiften ter beschikking stellen, en btw-teruggaafverzoeken zullen tijdig kunnen worden verwerkt.
De verzending van gegevens naar het myDATA-platform is sinds 2018 geleidelijk geïmplementeerd, met verschillende voorlichtingscampagnes, tests en proefprojecten. Belastingplichtigen, accountants, softwarebedrijven en dienstverleners zijn bij het testproces betrokken.
Gegevens kunnen via vijf verschillende kanalen naar het myDATA-platform worden verzonden: (1) erkende aanbieders van elektronische factureringsdiensten, (2) softwareprogramma’s (ERP) voor de afgifte van facturen en administratiebeheer, (3) een speciaal gegevensregistratieformulier dat onder bepaalde voorwaarden door de onafhankelijke autoriteit voor overheidsinkomsten (IAPR) wordt verstrekt, dat van toepassing is op kleine entiteiten, (4) elektronische mechanismen voor de afgifte van transactiedocumenten in de retailsector, en (5) een door de IAPR verstrekte applicatie voor de afgifte en verzending van facturen (dat “timologio” wordt genoemd).
Met name de “timologio”-applicatie wordt gratis aangeboden en wordt beschouwd als een betrouwbare oplossing voor elk soort onderneming, en in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen, voor de afgifte van facturen en de verzending van gegevens in real time. Zodra de derogatie is toegestaan, wil Griekenland de functionaliteit van deze applicatie, die een middel zal worden om aan de verplichte elektronische facturering te voldoen, uitbreiden.
Griekenland verwacht dat de initiële kosten om een abonnement te nemen bij een aanbieder van elektronische factureringsdiensten, of om de bestaande (commerciële/boekhoudkundige, ERP-)beheerprogramma’s die door de entiteiten worden gebruikt, te upgraden, zullen worden gecompenseerd door de verlaging van de administratiekosten (kosten voor het uitreiken, verzenden en bewaren van facturen), maar ook door de algemene verbetering van de digitale dienstverlening, die het ondernemerschap ten goede zou moeten komen en de concurrentie tussen entiteiten zou moeten versterken. Griekenland geeft een fiscale stimulans aan belastingplichtigen die overstappen op elektronische facturering tot 31 december 2024. Entiteiten zullen hun belastingverplichtingen derhalve onmiddellijk en tegen lagere kosten nakomen. Elektronische facturering zal ook bijdragen aan de doelstelling om gerubriceerde informatie “slechts één keer” door te geven, aangezien dankzij interoperabiliteit meer dan één verplichting voor de entiteiten zal worden vervuld, wat tot een overeenkomstige vermindering van fouten en administratieve kosten leidt.
Het myDATA-platform vereist niet dat alle gegevens op de factuur naar het platform worden doorgezonden, maar alleen de gegevens die relevant zijn voor belastingdoeleinden.
Om de interoperabiliteit van de in de Europese Unie gebruikte elektronische factureringssystemen te waarborgen, zal Griekenland toestaan dat facturen worden uitgereikt die voldoen aan de bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/18702 van de Commissie bekendgemaakte Europese norm voor elektronische facturering en lijst van syntaxen daarvan.
Krachtens artikel 218 van de btw-richtlijn moeten de lidstaten alle documenten of berichten op papier en in elektronisch formaat als factuur aanvaarden. Griekenland wil van dit artikel van de btw-richtlijn kunnen afwijken, zodat de Griekse belastingdienst alleen documenten in elektronisch formaat als factuur mag aanmerken.
Krachtens artikel 232 van de btw-richtlijn moet het gebruik van elektronische facturering door de afnemer worden aanvaard. Om elektronische facturering in Griekenland te verplichten, moet dus van dit artikel worden afgeweken zodat degene die de factuur uitreikt, niet langer de toestemming van de afnemer nodig heeft om een niet op papier opgestelde factuur te sturen.
Derogaties worden gewoonlijk voor een beperkte periode toegestaan, zodat kan worden nagegaan of de bijzondere maatregel passend en doeltreffend is. De lidstaten krijgen op die manier de tijd andere klassieke maatregelen te nemen om het probleem in kwestie aan te pakken tegen de tijd dat de derogatiemaatregel verstrijkt.
In de Raad ligt er momenteel ook een voorstel ter discussie voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk3 (voorstel betreffende de btw in het digitale tijdperk). Met deze richtlijn zal artikel 218 van de btw-richtlijn worden gewijzigd en artikel 232 worden geschrapt. Na deze hervorming zullen de lidstaten e-facturering kunnen verplichten en geen btw-derogatieverzoeken meer hoeven in te dienen om dergelijke systemen te implementeren. Daarom moet de machtiging op grond waarvan Griekenland van de artikelen 218 en 232 mag afwijken, slechts worden verleend voor de periode die nodig is om de hervorming in kwestie in werking te laten treden.
Er wordt bijgevolg voorgesteld om de machtiging tot en met 30 juni 2026 te verlenen. Gezien de korte periode waarvoor deze derogatie wordt toegestaan, hoeft Griekenland geen verslag voor te leggen indien het deze machtiging nog eens zou moeten verlengen.
• Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied
Artikel 218 van de btw-richtlijn plaatst papieren en elektronische facturen op gelijke voet door te bepalen dat de lidstaten ieder document of bericht op papier of in elektronisch formaat als factuur dienen te aanvaarden. Overeenkomstig artikel 232 van de btw-richtlijn wordt elektronische facturering toegepast behoudens aanvaarding door de ontvanger. De verplichte elektronische facturering zoals Griekenland die wil invoeren, wijkt dus af van deze twee bepalingen.
De derogatie kan worden toegestaan op basis van artikel 395 van de btw-richtlijn teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen. De invoering van verplichte elektronische facturering voor b2b-transacties zal een aanvulling vormen op het bestaande digitale myDATA-platform, dat wordt gebruikt om gegevens aan de belastingdienst te rapporteren. De verplichte elektronische facturering zal het mogelijk maken de gegevens in real time naar dat platform te sturen en tegelijkertijd de hoogste kwaliteit van de gerapporteerde gegevens te waarborgen. Voorts zullen de btw-verplichtingen van belastingplichtigen worden vereenvoudigd doordat er vooraf ingevulde btw-aangiften kunnen worden opgesteld. Daarom zal de beoogde verplichte elektronische facturering bijdragen tot zowel de vereenvoudiging van de btw-verplichtingen voor belastingplichtigen als met name de bestrijding van btw-fraude. De door Griekenland gevraagde derogatie is in overeenstemming met de bestaande beleidsbepalingen.
Aan Italië, Frankijk, Polen, Duitsland en Roemenië zijn bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/5934 van de Raad (verlengd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/22515 van de Raad), Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1336 van de Raad, Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/10037 van de Raad, Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/15518 van de Raad en Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/15539 van de Raad soortgelijke machtigingen verleend om af te wijken van de artikelen 218 en 232 van de btw-richtlijn en elektronische facturering te verplichten.
De Commissie heeft in 2020 de “mededeling [...] aan het Europees Parlement en de Raad – Actieplan voor billijke en eenvoudige belastingheffing ter ondersteuning van de herstelstrategie”10 aangenomen. Een van de in dit actieplan beoogde maatregelen is dat de Commissie een wetgevingsvoorstel aanneemt om de btw-rapportageverplichtingen te moderniseren. Zoals ook in het actieplan is vermeld, moet dit voorstel onder andere de rapportagemechanismen die voor binnenlandse transacties kunnen worden toegepast, helpen stroomlijnen. In dit verband is ook onderzocht of e-facturering verder moet worden uitgebreid.
Naar aanleiding van dit actieplan heeft de Commissie op 8 december 2022 het voorstel betreffende btw in het digitale tijdperk aangenomen, dat nu in de Raad ter discussie ligt. Met deze richtlijn zal artikel 218 van de btw-richtlijn worden gewijzigd en artikel 232 worden geschrapt. Na deze hervorming zullen de lidstaten e-facturering kunnen verplichten en geen btw-derogatieverzoeken meer hoeven in te dienen om dergelijke systemen te implementeren. Om die reden zal voorliggend besluit van de Raad zijn werking verliezen zodra het richtlijnvoorstel door de lidstaten is omgezet.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
Artikel 395 van de btw-richtlijn.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Gelet op de bepaling in de btw-richtlijn die de grondslag voor het voorstel vormt, is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing.
• Evenredigheid
Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.
Er zij op gewezen dat Griekenland de verplichting om elektronisch te factureren in b2g-relaties (business-to-government), stapsgewijze implementeert tussen september 2023 en januari 2025, om uitvoering te geven aan Richtlijn 2014/55/EU1 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake elektronische facturering bij overheidsopdrachten. Voorts blijkt uit de door Griekenland verstrekte gegevens dat het gebruik van elektronische facturering steeds verder ingang vindt bij bedrijven. Gemiddeld verzenden entiteiten dagelijks meer dan 1 700 000 elektronische facturen en kastickets via aanbieders van elektronische factureringsdiensten, meer dan 4 700 000 documenten via softwareprogramma’s, meer dan 62 000 documenten via de “timologio”-applicatie en meer dan 9 000 documenten via het speciale registratieformulier. De “timologio”-applicatie wordt gratis ter beschikking gesteld en is bijzonder geschikt voor kleine en middelgrote ondernemingen om hun belastingverplichtingen na te komen.
Het systeem houdt rekening met de belangrijkste kenmerken van het voorstel betreffende de btw in het digitale tijdperk, om onnodige aanpassingskosten te vermijden wanneer dat voorstel in werking treedt. In dit verband is de verzending van facturen met behulp van boekhoudsoftware of via dienstverleners toegestaan. Belastingplichtigen zullen elektronische facturen kunnen uitwisselen volgens de EU-norm en alleen de voor belastingdoeleinden noodzakelijke gegevens moeten doorgeven en niet de hele factuur.
De verplichte uitreiking van elektronische facturen zal alleen gelden voor transacties tussen in Griekenland gevestigde belastingplichtigen. De maatregel zal niet in Griekenland gevestigde bedrijven ongemoeid laten, ook als zij daar voor btw-doeleinden geregistreerd zijn, evenals het recht om een factuur op papier te ontvangen bij intracommunautaire transacties. Leveringen van goederen en diensten aan eindverbruikers vallen buiten het toepassingsgebied van de maatregel.
De derogatie is ook beperkt in de tijd totdat de lidstaten op grond van geharmoniseerde regels verplichte e-facturering kunnen invoeren.
De bijzondere maatregel staat derhalve in verhouding tot het beoogde doel, namelijk belastingfraude en -ontduiking bestrijden en tegelijkertijd de inning van de btw helpen vereenvoudigen.
• Keuze van het instrument
Voorgesteld instrument: uitvoeringsbesluit van de Raad.
Overeenkomstig artikel 395 van de btw-richtlijn kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken indien de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een uitvoeringsbesluit van de Raad is het aangewezen instrument, omdat het tot een individuele lidstaat kan worden gericht.
3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
• Effectbeoordeling
De verplichte elektronische facturering zal gevolgen hebben voor de belastingdienst en de belastingplichtigen.
Door de invoering van verplichte elektronische facturering zullen op het myDATA-platform sneller hoogwaardigere gegevens worden aangeleverd, waardoor de belastingautoriteiten gemakkelijker gevallen zullen kunnen opsporen waarin er geen of te weinig btw is aangegeven. Dit zal hen ook helpen bij de bestrijding van carrouselfraude, doordat ze de betrokken partijen vlugger zullen kunnen identificeren.
Griekenland heeft de btw-nalevingskloof al verkleind van 29,1 % in 2017 tot 17,8 % in 2021. De invoering van verplichte elektronische facturering zal deze kloof verder helpen terug te dringen.
Daarnaast zal de invoering van verplichte elektronische facturering fouten bij de rapportage van de gegevens beperken. Daardoor zullen de kosten voor zowel de belastingdienst als de belastingplichtigen dalen, omdat zij de procedure om dergelijke fouten recht te zetten, niet meer moeten doorlopen.
De invoering van verplichte e-facturering zal geen zware last vormen voor bedrijven, aangezien e-facturen al ingeburgerd zijn in talrijke sectoren van de economie en verplicht worden op het gebied van overheidsopdrachten. Zoals hierboven werd uiteengezet, verloopt een aanzienlijk deel van de rapportage naar het myDATA-platform al via elektronische facturen.
Bovendien zal elektronische facturering de afgifte van vooraf ingevulde btw-aangiften vergemakkelijken, wat bedrijven zal helpen hun btw-verplichtingen na te komen. Elektronische facturering zal er ook toe bijdragen dat aan meer dan één verplichting tegelijk wordt voldaan, met de bijbehorende vermindering van fouten en administratieve kosten.
Volgens Griekenland worden de kosten voor de bedrijven in verband met de aanpassing aan elektronische facturering gecompenseerd door de verlaging van de kosten voor het uitreiken, verzenden en bewaren van facturen ten opzichte van de huidige situatie, en door de voordelen voor belastingplichtigen dankzij de verbetering van hun processen door middel van digitalisering.
Om de lasten voor bedrijven als gevolg van deze transitie te verlichten, geeft Griekenland tot 31 december 2024 een fiscale stimulans aan belastingplichtigen die overstappen op elektronische facturering, en stelt het land de “timologio”-applicatie, waarmee de nalevingsverplichting kan worden nagekomen, gratis ter beschikking.
Bovendien zal het systeem voor e-facturering en rapportage dezelfde hoofdkenmerken hebben als het systeem waarin het voorstel betreffende de btw in het digitale tijdperk voorziet. Dit zal dubbele kosten voor belastingplichtigen en de belastingdienst voorkomen.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De maatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.