Toelichting bij COM(2025)11 - In de raad van bestuur van de internationale EU-LAC-Stichting namens de EU in te nemen standpunt over het personeelsstatuut van de internationale EU-LAC-Stichting - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)11 - In de raad van bestuur van de internationale EU-LAC-Stichting namens de EU in te nemen standpunt over het personeelsstatuut ... |
---|---|
bron | COM(2025)11 |
datum | 22-01-2025 |
Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de raad van bestuur van de internationale EU-LAC-Stichting in verband met de voorgenomen vaststelling van het personeelsstatuut van de Stichting.
2. Achtergrond van het voorstel
2.1. Overeenkomst tot oprichting van de internationale EU-LAC-Stichting
De overeenkomst tot oprichting van de internationale EU-LAC-Stichting (“de overeenkomst”) heeft tot doel de EU-LAC-Stichting op te richten, de doelstellingen van de Stichting vast te stellen en de algemene regels en richtsnoeren voor haar activiteiten, structuur en werking vast te stellen. De overeenkomst is op 17 mei 2019 in werking getreden.
De Europese Unie en al haar lidstaten zijn partij bij de overeenkomst.
2.2. De raad van bestuur van de EU-LAC-Stichting
De raad van bestuur houdt toezicht op het beheer van de Stichting en ziet erop toe dat de Stichting haar doelstellingen nastreeft. De raad van bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de leden van de Stichting. De raad van bestuur komt twee keer per jaar in gewone zitting bijeen, voorgezeten door de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (Celac) via haar tijdelijk voorzitterschap en de Europese Unie (EU) via de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO). De raad van bestuur neemt besluiten bij aanwezigheid van meer dan de helft van zijn leden uit elke regio. De besluiten worden met consensus genomen door de aanwezige leden.
2.3. De beoogde handeling van de raad van bestuur van de EU-LAC-Stichting
Op 24 mei 2024 heeft de raad van bestuur tijdens zijn tiende gewone vergadering de tekst van het personeelsstatuut van de Stichting (hierna “de beoogde handeling”) besproken. Het personeelsstatuut werd eerder herzien door de leden van de raad van bestuur, maar voor de afronding daarvan moest rekening worden gehouden met de sluiting van de overeenkomst tussen de Stichting en de regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de hoofdzetel van de internationale EU-LAC-Stichting, die plaatsvond op 11 mei 2023.
Na behandeling in de raad van bestuur werd de tekst via een schriftelijke procedure ter goedkeuring voorgelegd.
De beoogde handeling heeft tot doel de arbeidsvoorwaarden te regelen en de rechten en plichten vast te stellen van het personeel van de internationale EU-LAC-Stichting, die wettelijk wordt vertegenwoordigd door de uitvoerend directeur. Verder worden in het personeelsstatuut de algemene arbeidsnormen vastgesteld die van toepassing zijn op het administratief en personeelsbeheer van de EU-LAC-Stichting ten aanzien van haar personeel, om ervoor te zorgen dat de werkzaamheden binnen een transparant en efficiënt kader worden uitgevoerd.
3. Namens de Unie in te nemen standpunt
Voorgesteld wordt dat de EU instemt met de vaststelling van het personeelsstatuut van de internationale EU-LAC-Stichting. Het personeelsstatuut biedt een rechtskader dat nodig is voor een goede werking van de Stichting.
4. Rechtsgrondslag
4.1. Procedurele rechtsgrondslag
4.1.1. Beginselen
Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.
Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die “beslissende invloed [hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt”1.
4.1.2. Toepassing op het onderhavige geval
De raad van bestuur is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, namelijk de overeenkomst tot oprichting van de internationale EU-LAC-Stichting.
De door de raad van bestuur vast te stellen handeling is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling heeft rechtsgevolgen omdat deze de arbeidsvoorwaarden regelt en de rechten en plichten vaststelt van het personeel van de internationale EU-LAC-Stichting, die wettelijk wordt vertegenwoordigd door de uitvoerend directeur.
De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.
De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.
4.2. Materiële rechtsgrondslag
4.2.1. Beginselen
De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt moet worden ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.
Wanneer een beoogde handeling tegelijkertijd meerdere onlosmakelijk met elkaar verbonden doelstellingen of componenten heeft, zonder dat de ene ondergeschikt is aan de andere, moet een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit bij wijze van uitzondering de verschillende desbetreffende rechtsgrondslagen als materiële rechtsgrondslag hebben.
4.2.2. Toepassing op het onderhavige geval
De beoogde handeling heeft doelstellingen en componenten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en economische, financiële en technische samenwerking met derde landen. Deze elementen van de beoogde handeling zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zonder dat het ene ondergeschikt is aan het andere.
Het voorgestelde besluit heeft derhalve de volgende artikelen als materiële rechtsgrondslag: artikel 209, lid 2, en artikel 212, lid 1, VWEU.
4.3. Conclusie
De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit wordt gevormd door artikel 209, lid 2, en artikel 212, lid 1, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.
5. Bekendmaking van de beoogde handeling
Aangezien bij de handeling van de raad van bestuur van de internationale EU-LAC-Stichting het personeelsstatuut van de internationale EU-LAC-Stichting zal worden vastgesteld, moet deze na vaststelling ervan bekend worden gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.