Toelichting bij COM(2025)31 - Standpunt EU in het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de VN/ECE met betrekking tot de voorstellen voor VN-reglementen van maart 2025 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)31 - Standpunt EU in het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de VN/ECE met betrekking tot de ... |
---|---|
bron | COM(2025)31 |
datum | 04-02-2025 |
Dit voorstel betreft een besluit tot vaststelling van het namens de EU in het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (WP.29) in te nemen standpunt inzake de vaststelling van wijzigingen van bestaande reglementen van de Verenigde Naties (VN-Reglementen).
2. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
2.1. De herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst
Om geharmoniseerde voorschriften te ontwikkelen om technische belemmeringen voor de handel in motorvoertuigen tussen de overeenkomstsluitende partijen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) op te heffen en ervoor te zorgen dat motorvoertuigen een hoog niveau van veiligheids- en milieubescherming bieden, zijn twee belangrijke overeenkomsten gesloten. Het betreft:
- de VN/ECE-overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen (de “herziene overeenkomst van 1958”), en
- de overeenkomst betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen (de “parallelle overeenkomst”).
De overeenkomsten zijn voor de EU op respectievelijk 24 maart 1998 en 15 februari 2000 in werking getreden. Werkzaamheden in verband met deze overeenkomsten staan onder toezicht van WP.29.
2.2. Het Wereldforum voor de harmonisatie van reglementen voor voertuigen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties
WP.29 biedt een uniek kader voor wereldwijd geharmoniseerde voorschriften voor voertuigen. WP.29 is een permanente werkgroep in het institutionele kader van de Verenigde Naties met een specifiek mandaat en een specifiek reglement. Deze werkgroep functioneert als een mondiaal forum voor open discussies over voorschriften voor motorvoertuigen en over de uitvoering van de herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst. Elke lidstaat van de Verenigde Naties en elke door VN-lidstaten opgerichte regionale organisatie voor economische integratie kan volledig deelnemen aan de werkzaamheden van WP.29 en partij worden bij de overeenkomsten betreffende voertuigen waarop door WP.29 toezicht wordt gehouden. De EU is partij bij deze overeenkomsten1.
WP.29 vergadert driemaal per jaar, in maart, juni en november. In het licht van de technische vooruitgang kan WP.29 tijdens elke vergadering de volgende zaken aannemen:
nieuwe VN-reglementen;
nieuwe VN-resoluties;
nieuwe mondiale technische reglementen van de VN;
Inhoudsopgave
- wijzigingen van VN-reglementen en -resoluties in het kader van de herziene overeenkomst van 1958, en
- met gekwalificeerde meerderheid van de aanwezige overeenkomstsluitende partijen die stemmen voor voorstellen in het kader van de herziene overeenkomst van 1958, of
- nieuwe VN-reglementen, mondiale technische reglementen van de VN en VN-resoluties, en
wijzigingen van VN-reglementen en -resoluties in het kader van de herziene overeenkomst van 1958, en
wijzigingen van mondiale technische reglementen van de VN en van VN-resoluties in het kader van de parallelle overeenkomst.
Vóór elke vergadering van WP.29 bespreken specifieke ondersteunende organen van WP.29 deze wijzigingen op technisch niveau.
Vervolgens kan WP.29 voorstellen aannemen:
met gekwalificeerde meerderheid van de aanwezige overeenkomstsluitende partijen die stemmen voor voorstellen in het kader van de herziene overeenkomst van 1958, of
bij consensus van de aanwezige overeenkomstsluitende partijen die stemmen voor voorstellen in het kader van de parallelle overeenkomst.
Vóór elke zitting van WP.29 wordt bij een besluit van de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) het standpunt vastgesteld dat namens de EU moet worden ingenomen over:
wijzigingen, aanvullingen en rectificaties van VN-reglementen, mondiale technische reglementen van de VN en VN-resoluties.
2.3. De beoogde handeling van WP.29
Tijdens zijn 195e zitting van 4 tot en met 7 maart 2025 kan WP.29 de volgende zaken aannemen:
voorstellen tot wijziging van de VN-Reglementen nrs. 13, 39, 48, 49, 79, 83, 92, 96, 100, 105, 116, 124, 138, 148, 149, 152, 158, 161, 162, 163, 168, en 171;
een voorstel voor een nieuw VN-reglement betreffende de bepaling van het systeemvermogen van hybride elektrische voertuigen en van puur elektrische voertuigen met meer dan één elektrische aandrijfmachine, en
een voorstel tot wijziging van de geconsolideerde Resolutie betreffende de gemeenschappelijke specificatie van lichtbroncategorieën.
3. NAMENS DE UNIE IN TE NEMEN STANDPUNT
Het WP.29-systeem versterkt de internationale harmonisatie van voertuignormen. De herziene overeenkomst van 1958 speelt een sleutelrol bij de verwezenlijking van deze doelstelling. EU-fabrikanten kunnen gebruikmaken van een gemeenschappelijke reeks typegoedkeuringsverordeningen in de wetenschap dat de overeenkomstsluitende partijen hun producten zullen erkennen als zijnde in overeenstemming met hun nationale wetgeving.
Dit heeft mogelijk gemaakt dat bij Verordening (EG) nr. 661/2009 betreffende de algemene veiligheid van motorvoertuigen meer dan 50 EU-richtlijnen zijn ingetrokken en vervangen door de overeenkomstige reglementen die in het kader van de herziene overeenkomst van 1958 zijn opgesteld.
Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad1 volgt een soortgelijke benadering. Deze bevat administratieve bepalingen en technische voorschriften voor typegoedkeuring en het in de handel brengen van alle nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden. Met die verordening zijn de in het kader van de herziene overeenkomst van 1958 vastgestelde reglementen als voorschriften voor typegoedkeuring of als alternatieven voor de wetgeving van de Unie in het EU-typegoedkeuringssysteem opgenomen.
Zodra WP.29 een voorstel voor een nieuw VN-reglement of voor wijzigingen van een bestaand VN-reglement heeft aangenomen, stelt de uitvoerend secretaris van de VN/ECE de overeenkomstsluitende partijen in kennis van de desbetreffende handeling. Tenzij een blokkerende minderheid van verdragsluitende partijen binnen 6 maanden bezwaar maakt, treedt de handeling in werking. Vervolgens kan elke verdragsluitende partij de handeling omzetten in haar toepasselijke nationale regels. In de EU vormt de bekendmaking van de handeling in het Publicatieblad van de EU de voltooiing van het omzettingsproces.
Het standpunt van de EU moet worden bepaald met betrekking tot de volgende handelingen:
- de voorstellen tot wijziging van de VN-Reglementen nrs. 13, 39, 48, 49, 79, 83, 92, 96, 100, 105, 116, 124, 138, 148, 149, 152, 158, 161, 162, 163, 168, en 171 met het oog op het bijwerken van bepalingen inzake:
- remsystemen van zware voertuigen — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de voorschriften met betrekking tot het continuremsysteem aan te passen om rekening te houden met de massa van de volledige voertuigcombinatie (d.w.z. een trekkend voertuig en een aanhangwagen). De voorgestelde wijzigingen hebben ook tot doel de voorschriften voor het parkeerremsysteem voor motorvoertuigen te corrigeren;
- snelheidsmeter en kilometerteller, met inbegrip van de installatie ervan — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de bestaande voorschriften voor kilometertellers te actualiseren en daarin bepalingen op te nemen over: a) de nauwkeurigheid van de stand van de kilometerteller aan boord, b) het tegengaan van manipulatie van de stand van de kilometerteller aan boord en c) de nauwkeurigheid en het tegengaan van manipulatie van de waarden van de stand van de kilometerteller die aan de bestuurder worden getoond;
- installatie van verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de voorschriften voor de zichtbaarheid van rood licht naar de voorzijde en/of wit licht naar de achterzijde van het voertuig in overeenstemming te brengen met de wijzigingenreeksen 01 van de VN-Reglementen nrs. 148 en 149. De voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de voorschriften voor terreinvoertuigen te verduidelijken en op elkaar af te stemmen wat de verticale helling van het dimlicht betreft, afhankelijk van de montagehoogte van de koplampen. De voorgestelde wijzigingen introduceren ook een nieuw patroon voor het voorspelde traject als onderdeel van de prognoses voor de ondersteuning van de bestuurder en verbeteren de eisen voor het opsporen en signaleren van storingen om rekening te houden met de technologische vooruitgang, bij meerdere lichtbronnen. De voorgestelde wijzigingen actualiseren de voorschriften betreffende de totale objectieve lichtstroom van een of meer lichtbronnen of lichtbronmodules voor een dimlicht;
- emissies van compressieontstekingsmotoren en elektrische-ontstekingsmotoren (lpg en cng) — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om redactionele correcties aan te brengen;
- stuurinrichting — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel bepaalde goedkeuringsvoorschriften voor aanvullende categorieën automatisch bediende stuurfuncties, die reeds onder VN-Reglement nr. 171 vallen, uit te sluiten;
- emissies van voertuigen van de categorieën M1 en N1 — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om redactionele correcties aan te brengen;
- vervangende uitlaatgeluiddempingssystemen voor motorfietsen — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de voorschriften ter voorkoming van manipulatie met niet-originele vervangende uitlaatgeluiddempingssystemen te verbeteren;
- goedkeuring van motoren voor landbouw- en bosbouwtrekkers en niet voor de weg bestemde mobiele machines met betrekking tot de uitstoot van verontreinigende stoffen door de motor — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om redactionele correcties aan te brengen;
- elektrisch aangedreven voertuigen — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel nieuwe bepalingen in te voeren met betrekking tot de behandeling van intellectuele eigendommen van fabrikanten en de voorschriften inzake thermische kettingreacties en de goedkeuring van elektrische voertuigen te verbeteren;
- voertuigen voor het vervoer van gevaarlijke goederen — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om de tekst van VN-Reglement nr. 105 in overeenstemming te brengen met de meest recente versie van de Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR);
- antidiefstalsystemen en alarmsystemen — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de tekst van VN-Reglement nr. 116 in overeenstemming te brengen met de technische voorschriften van VN-Reglement nr. 10 en VN-Reglement nr. 157;
- vervangingswielen voor personenauto’s — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om een aantal bepalingen van VN-Reglement nr. 124 met betrekking tot het testen van wielen van aluminiumlegeringen en magnesiumlegeringen te verduidelijken;
- stille wegvoertuigen — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om de voorschriften inzake de vereiste maximale geluidsdruk op het voorvlak van een achteruitrijdend voertuig te verduidelijken;
- lichtsignaalvoorzieningen — de voorgestelde wijziging heeft tot doel een verkeerde verwijzing te corrigeren met betrekking tot de bepaling van de afmetingen van het goedkeuringsmerk van een enkele lichtsignaalvoorziening;
- wegverlichtingsvoorzieningen — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om bepaalde fotometrische meetvoorschriften voor dimlichtkoplampen te corrigeren, onder meer door de voorschriften voor storingsdetectie en -signalering te wijzigen om rekening te houden met de technologische vooruitgang, bij meerdere lichtbronnen. De voorgestelde wijzigingen zijn ook bedoeld om een aantal maximumwaarden voor de lichtsterkte in de tabellen voor de conformiteit van de productie te corrigeren;
- geavanceerd noodremsysteem (AEBS) voor voertuigen van de categorieën M1 en N1 — de voorgestelde wijzigingen beogen de invoering van bepalingen voor het gebruik van virtuele tests als alternatief voor fysieke tests in VN-Reglement nr. 152, op basis van de EU-typegoedkeuring van gehele voertuigen;
- achteruitrijden — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om de testomstandigheden van achteruitkijkcamera’s en -detectiesystemen te verduidelijken;
- voorzieningen tegen ongeoorloofd gebruik — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de tekst van VN-Reglement nr. 161 in overeenstemming te brengen met de technische voorschriften van VN-Reglement nr. 10 en VN-Reglement nr. 157;
- immobilisatiesystemen — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de tekst van VN-Reglement nr. 162 in overeenstemming te brengen met de technische voorschriften van VN-Reglement nr. 10 en VN-Reglement nr. 157;
- voertuigalarmsystemen — de voorgestelde wijzigingen hebben tot doel de tekst van VN-Reglement nr. 163 in overeenstemming te brengen met de technische voorschriften van VN-Reglement nr. 10 en VN-Reglement nr. 157;
- globale emissies onder reële rijomstandigheden (globale RDE) — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om de noodzaak van een analyse van de testgegevens in 3 en 4 fasen te verduidelijken, afhankelijk van het brandstoftype van de motor (diesel of benzine). De voorgestelde voorschriften zijn ook bedoeld om de bepalingen inzake de concentratie en emissiecorrectie van draagbare emissiemeetsystemen (PEMS) in overeenstemming te brengen met die van VN-Reglement nr. 49, en
- rijassistentiesystemen (DCAS) — de voorgestelde voorschriften hebben tot doel nieuwe bepalingen in te voeren om het mogelijk te maken door DCAS geïnitieerde manoeuvres te reguleren en/of verzoeken om de handen op het stuur te plaatsen, te negeren, en
- een voorstel voor:
- een nieuw VN-reglement betreffende de bepaling van het systeemvermogen van hybride elektrische voertuigen en van puur elektrische voertuigen met meer dan één elektrische aandrijfmachine — die voorstel voor een nieuw reglement beoogt de omzetting van de voorschriften van MTR nr. 21 van de VN.
WP.29 is voornemens over deze voorstellen te stemmen tijdens zijn vergadering van 4 tot en met 7 maart 2025.
Daarnaast moet het standpunt van de EU worden bepaald inzake:
- een voorstel tot wijziging van de geconsolideerde resolutie over de gemeenschappelijke specificatie van lichtbroncategorieën — de voorgestelde wijzigingen zijn bedoeld om nieuwe lichtbroncategorieën LW7A en LW7B voor lichtdioden in te voeren.
De EU moet de bovengenoemde handelingen ondersteunen, aangezien zij in overeenstemming zijn met haar internemarktbeleid voor de automobielindustrie op het gebied van veiligheid, automatisering en emissies, alsook met haar beleid op het gebied van geopolitiek, vervoer, klimaat en energie.
Al deze handelingen hebben een zeer positief effect op het concurrentievermogen van de automobielindustrie in de EU en op de internationale handel. Door voor deze handelingen te stemmen zal technologische vooruitgang worden bevorderd, zullen schaalvoordelen worden geboden, zal versnippering van de interne markt worden voorkomen en zullen eenduidige normen voor auto’s in de hele EU worden gewaarborgd.
Externe expertise is voor dit voorstel niet relevant. Het technisch comité motorvoertuigen heeft dit voorstel echter geëvalueerd.
4. RECHTSGRONDSLAG
4.1. Procedurele rechtsgrondslag
4.1.1. Beginselen
Artikel 218, lid 9, VWEU voorziet in de vaststelling door de Raad van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.
Het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die een “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt”1.
4.1.2. Toepassing op het onderhavige geval
WP.29 is een orgaan waarin de overeenkomstsluitende partijen van de VN/ECE de uitvoering van de herziene overeenkomst van 1958 en de parallelle overeenkomst bespreken.
De door WP.29 vast te stellen handelingen zijn handelingen met rechtsgevolgen.
De VN-reglementen in de beoogde handeling zullen voor de EU bindend zijn. Samen met de VN-resolutie en de mondiale technische reglementen van de VN zullen zij een beslissende invloed kunnen hebben op de inhoud van de EU-wetgeving op het gebied van typegoedkeuring van voertuigen.
De beoogde handelingen strekken niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.
De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.
4.2. Materiële rechtsgrondslag
4.2.1. Beginselen
De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen.
Een beoogde handeling kan een tweeledige doelstelling hebben of bestaan uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is. In dit geval moet het op grond van artikel 218, lid 9, VWEU genomen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk op die grondslag die het hoofddoel of de overwegende doelstelling of component betreft.
4.2.2. Toepassing op het onderhavige geval
De doelstelling en inhoud van de beoogde handeling bestaan in de eerste plaats in de onderlinge aanpassing van wettelijke bepalingen. De materiële rechtsgrondslag van het voorgestelde besluit is derhalve artikel 114 VWEU.
4.3. Conclusie
De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 114 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.