Toelichting bij COM(2025)106 - Wijziging van Richtlijn 92/43/EEG wat betreft de beschermingsstatus van de wolf (Canis lupus) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2025)106 - Wijziging van Richtlijn 92/43/EEG wat betreft de beschermingsstatus van de wolf (Canis lupus). |
---|---|
bron | COM(2025)106 |
datum | 07-03-2025 |
• Motivering en doel van het voorstel
Op 6 december 2024 heeft de Permanente Commissie van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa (Verdrag van Bern) het voorstel van de Europese Unie aangenomen om de beschermingsstatus van de wolf (Canis lupus) te wijzigen door de soort te verplaatsen van aanhangsel II (streng beschermde diersoorten) naar aanhangsel III (beschermde diersoorten).
Dat besluit is drie maanden later in werking getreden, overeenkomstig de procedure van artikel 17 van het Verdrag van Bern. Als gevolg van de inwerkingtreding ervan en met het oog op de omzetting van deze wijziging in het kader van het Verdrag van Bern moeten de bijlagen bij Richtlijn 92/43/EEG van de Raad inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (de habitatrichtlijn) worden gewijzigd door de verwijzing naar de soort te verplaatsen van bijlage IV bij de richtlijn naar bijlage V.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag voor dit voorstel is artikel 192, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarin wordt bepaald hoe de in artikel 191 van het Verdrag genoemde doelstellingen moeten worden verwezenlijkt.
• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Om de wijzigingen in het kader van het Verdrag van Bern in EU-wetgeving om te zetten, moet een wijziging worden aangebracht in de habitatrichtlijn, een van de belangrijkste instrumenten voor de uitvoering van de internationale verplichtingen van de EU in het kader van het verdrag. Deze gerichte wijziging voldoet aan de subsidiariteitsvereisten.
• Evenredigheid
De voorgestelde wijziging heeft uitsluitend betrekking op de gevolgen van het besluit van de Permanente Commissie van het Verdrag van Bern tot wijziging van de beschermingsstatus van de wolf. Daarom is dit voorstel strikt beperkt tot wijzigingen van de habitatrichtlijn die uitvoering geven aan dat besluit op EU-niveau. Concreet gaat het om beperkte, gerichte wijzigingen van bijlage IV en bijlage V, die uitsluitend betrekking hebben op de wolf.
• Keuze van het instrument
Aangezien de bepalingen van het Verdrag van Bern met betrekking tot de beschermingsstatus van de wolf bij de habitatrichtlijn in EU-recht worden omgezet, is het passend om wijzigingen in de bescherming van die soort in de habitatrichtlijn op te nemen door middel van een wijzigingsrichtlijn, via de gewone wetgevingsprocedure.
3. OVERIGE ELEMENTEN
• Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
Dit voorstel laat de bepalingen van de habitatrichtlijn inzake monitoring en rapportage onverlet.
•
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 12 van de habitatrichtlijn omvat een verbod op het opzettelijk vangen of doden en opzettelijk verstoren van specimens van soorten en het beschadigen of vernielen van hun voortplantings- of rustplaatsen. Door deze wijziging zou deze strikte bescherming niet langer van toepassing zijn voor de wolf.
De wolf zou dan onder de bescherming van artikel 14 van de habitatrichtlijn vallen. Overeenkomstig artikel 14 moeten lidstaten de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat het aan de natuur onttrekken en de exploitatie van specimens van de in bijlage V genoemde wilde dier- en plantensoorten verenigbaar zijn met het behoud van die soorten in een gunstige staat van instandhouding.
Net als bij artikel 12 kunnen de lidstaten afwijken van de eisen van artikel 14 mits zij aan de eisen van artikel 16 van de richtlijn voldoen.